gepubliceerd op 17 oktober 2016
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen
29 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen
De Waalse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;
Gelet op de artikelen 109, § 3, 2°, 110, § 4, eerste lid, 120, eerste en derde lid, en 130, van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen, laatst gewijzigd bij het decreet van 28 april 2016;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen;
Gelet op het evaluatierapport van 25 april 2016 over de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen, overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 april 2016;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 april 2016;
Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Wallonie" (Sociaal-economische raad van Wallonië), gegeven op 6 juni 2016;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), gegeven op 10 juni 2016;
Overwegende dat het past dit besluit met terugwerkende kracht te laten gelden vanaf 1 september 2014 wat betreft artikel 5, 2°, vanaf 1 april 2015 wat betreft artikel 6 en vanaf 1 september 2015 wat betreft artikel 1;
Dat de terugwerkende kracht van de bestuurshandelingen toegelaten is, zodra ze nodig is voor de continuïteit van de overheidsdienst en voor de regularisatie van een feitelijke of rechtstoestand voor zover ze de eisen van de rechtszekerheid en de individuele rechten naleeft;
Dat de aanneming te dezen van een besluit met terugwerkende kracht als gevolg zal hebben dat de rechtszekerheid versterkt zal worden ten gunste van de burgers die vanaf 1 september 2014 een aanvraag hebben ingediend, waarbij ze een rechtsbasis aan hun aanvraag hebben verstrekt;
Dat bij gebrek aan een dergelijke rechtsbasis, er reden is om aan te nemen dat alle aanvragen ingediend vanaf 1 september 2016 tot de aanneming van dit besluit opnieuw ingediend zouden moeten worden;
Dat de aanneming met terugwerkende kracht van de in de artikelen 1, 5, 2°, en 6 bedoelde bepalingen door de continuïteit van de overheidsdienst wordt gerechtvaardigd aangezien de bevoegdheid van betaald educatief verlof vanaf 1 april 2015 bij de Gewesten deelgebieden berust;
Dat de bepalingen betreffende de modaliteiten voor een terugbetalingsaanvraag dan ook op die datum in werking moeten treden;
Dat de terugwerkende kracht in het voordeel van belanghebbenden is en, in die zin, verantwoord is;
Gelet op het advies 59.916/2/V van de Raad van State, gegeven op 7 september 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 8 van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 maart 1995 en 11 februari 2013, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Vanaf het schooljaar 2015-2016 is het eerste lid niet van toepassing op de specifieke opleidingen die gebonden zijn aan een economische sector of, voor de toegang tot een beroep, die door de Regering als prioritair worden beschouwd, krachtens wetgevende of reglementaire wijzigingen of op voorstel van de Commissie. »
Art. 2.Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2004, wordt vervangen als volgt : «
Art. 9.De commissie bestaat uit : 1° een voorzitter die de Minister van Tewerkstelling en Vorming vertegenwoordigt, en zijn plaatsvervanger;2° vier vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties en vier vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties, alsook hun plaatsvervangers, op de voordracht van de "Conseil économique et social de Wallonie";3° een vertegenwoordiger van de Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd voor het onderwijs voor sociale promotie, en zijn plaatsvervanger;4° een vertegenwoordiger van de Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd voor het hoger onderwijs, en zijn plaatsvervanger;5° een vertegenwoordiger van de Minister van de Waalse Regering van Tewerkstelling en Vorming, en zijn plaatsvervanger;6° een vertegenwoordiger van het Operationeel directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst, hierna "Administratie" genoemd, en zijn plaatsvervanger;7° een vertegenwoordiger van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", hierna de "FOREm" genoemd, en zijn plaatsvervanger;8° een vertegenwoordiger van het "Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique" (Waals instituut voor evaluatie, prospectief en statistiek), (IWEPS), die met raadgevende stem zetelt, en zijn plaatsvervanger;9° een secretaris en zijn plaatsvervanger. Onder "representatieve organisaties" in de zin van het eerste lid, 2°, wordt verstaan de representatieve organisaties die in de "Conseil économique et social de Wallonie" zitting hebben.
De voorzitter, zijn plaatsvervanger en de gewone en plaatsvervangende leden van de commissie worden voor vier jaar door de Minister van Tewerkstelling en Vorming genoemd. Hun mandaat is hernieuwbaar.
De commissie kan een beroep doen op deskundigen en technici onder de voorwaarden die ze in haar huishoudelijk reglement bepaalt.
De commissie vergadert minstens zes keer per jaar. De commissie bepaalt vooraf een agenda van de vergaderingen.
Art. 3.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 10bis, luidend als volgt : «
Art. 10bis.§ 1. De erkenningsaanvraag van het programma van de in artikel 109, § 1, 9°, en § 2, °, van de wet bedoelde opleidingen, wordt gericht aan de Administratie, hetzij per post, hetzij per e-mail, aan de hand van een formulier waarvan het model door de Administratie wordt bepaald en ter beschikking wordt gesteld.
De aanvraag moet voor het begin van de opleiding ingediend worden.
De Administratie bericht ontvangst van de aanvraag binnen de vijf dagen na ontvangst ervan. Indien de aanvraag onvolledig is, stelt de Administratie in het ontvangstbewijs de organisator van de opleiding in kennis daarvan en bepaalt ze de ontbrekende informatie en stukken nader.
Wanneer de erkenningsaanvraag volledig is, gaat de Administratie tot de behandeling ervan over.
De Administratie stuurt de te behandelen dossiers aan het secretariaat van de commissie binnen tien werkdagen voor elke vergadering.
De Administratie deelt de beslissing van de commissie mee aan de organisatoren van de opleidingen binnen tien werkdagen na elke vergadering. § 2. Voor de in artikel 109, § 1, 8°, van de wet bedoelde opleidingen, stuurt de organisator van de opleiding het aanvraagformulier waarvan het model door de Administratie wordt bepaald en ter beschikking wordt gesteld, samen met het opleidingsprogramma aan de paritaire commissie. § 3. De organisatoren van opleidingen erkend door de commissie voor een onbepaalde duur of de organisatoren die hun voor een bepaalde duur toegekende erkenning willen hernieuwen, maken jaarlijks na advies van de commissie een evaluatieverslag over, waarvan het model door de Administratie wordt bepaald en ter beschikking wordt gesteld. § 4. Voor de in artikel 109, § 2, 1° en 2°, van de wet bedoelde opleidingen delen de organisaties de programma's van de cursussen aan de Administratie mee via het formulier, waarvan het model door de Administratie wordt bepaald en ter beschikking wordt gesteld.
Elke wijziging van het programma en elke datumverandering worden zo spoedig mogelijk aan de Administratie meegedeeld via de gegevensfiche waarvan het model door de Administratie wordt bepaald en ter beschikking wordt gesteld.
Art. 3.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "van de diensten van de Administratie van de werkgelegenheid alsmede die van de inspectie van de sociale wetten van de Administratie van de arbeidsbetrekkingen en -reglementering van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid" vervangen door de woorden "van de Administratie van het Departement Inspectie van het Operationele Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst".
Art. 4.In artikel 16bis,van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 30/08/2006 numac 2006012406 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen sluiten, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 2008 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het woord "gewestelijke" ingevoegd tussen het woord "de" en het woord "terugbetaling";4° het artikel wordt aangevuld met een § 4, luidend als volgt : « § 4.In afwijking van § 3 bedraagt het forfaitair bedrag per uur betaald educatief verlof, vanaf het schooljaar 2014-2015, 21,30 euro voor de terugbetaling aan de werkgevers. »
Art. 5.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 2° in het eerste lid worden de woorden "bij de FOREm" ingevoegd tussen de woorden "wordt ingediend" en de woorden "in de vorm van".2° in het eerste lid worden de woorden "Nationale Arbeidsraad" vervangen door de woorden "Conseil économique et social de Wallonie".3° in het eerste en het tweede lid worden de woorden "van Tewerkstelling en Arbeid" telkens vervangen door de woorden "van Tewerkstelling en Vorming";4° in het derde lid worden de woorden "het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid" vervangen door de woorden "de FOREm".
Art. 6.Artikel 20, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 7.In artikel 21, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "van Tewerkstelling en Arbeid" vervangen door de woorden "van Tewerkstelling en Vorming op voorstel van de Administratie en na advies van de commissie."
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016 met uitzondering van : 1° de artikelen 3, 4 en 8 die op de tiende dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad in werking treden;2° artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2015;3° artikel 5, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2014;4° artikel 6 dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2015.
Art. 9.De Minister van Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 29 september 2016.
De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. E. TILLIEUX