29 JUNI 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het saneringsplan van het onderstroomgebied van de Maas stroomopwaarts

De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;

Gelet op Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D.52 tot D.61 en D.79;

Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D.216 tot D.218 en op de artikelen R.284 tot R.290;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 16 december 2004 tot goedkeuring van het voorontwerp van saneringsplan per onderstroomgebied van de Maas stroomopwaarts;

Overwegende dat de eerste voorbereidende formele daad van onderhavig saneringsplan per onderstroomgebied de beslissing van de Waalse Regering van 22 mei 2003 is waarbij de uitwerking ervaan aan de S.P.G.E. wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel R.285 van het Waterwetboek; Overwegende dat die eerste voorbereidende formele daad van vóór 21 juli 2004 dateert;

Gelet op de termijnen die vastgelegd zijn bij Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid en Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

Overwegende dat het Koninkrijk België wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen krachtens Richtlijn 91/271/EEG al twee keer door het Gerechtshof van de Europese Gemeenschappen is veroordeeld, met name bij een arrest van 25 mei 2000 in de zaak C-307/98 en bij een arrest van 8 juli 2004 in de zaak C-27/03; dat de opgelopen achterstanden bij de omzetting van die richtlijn aanleiding kunnen geven tot een dwangsomveroordeling;

Overwegende dat de programma's voor de sanering van stedelijk afvalwater die zijn opgesteld om milieubederf tegen een redelijke kostprijs te stoppen en aldus zo spoedig mogelijk te voldoen aan de voorschriften van de door de Waalse Regering goedgekeurde investeringsprogramma's inzake sanering, enerzijds, en aan die van de Richtlijnen 2000/60/EG en 91/217/EEG, anderzijds, niet afgeremd mogen worden;

Overwegende dat het bijgevolg niet mogelijk is over te gaan tot de milieueffectevaluatie waarin de artikelen D.52 tot D.61 van Boek I van het Milieuwetboek voorzien;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Bijgaand saneringsplan per onderstroomgebied van de Maas stroomopwaarts wordt door de Regering goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister tot wiens bevoegdheden het Waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage Het saneringsplan per onderstroomgebied bestaat uit een kaart en uit een verslag dat bij die kaart hoort.

Beide bestanddelen van het plan liggen ter inzage bij de "Société publique de Gestion de l'Eau", avenue de Stassart 14-16, te 5000 Namen, en kunnen ook ingekeken worden op de website van de "S.P.G.E." : http://www.spge.be