29 JUNI 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 juni 1999 tot toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuren

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 15 februari 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuren, inzonderheid op de artikelen 2, vierde lid, en 23;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 juni 1999 tot toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 december 2005;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 december 2005;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest, gegeven op 2 maart 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 mei 2006, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 10 juni 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuren worden de woorden "al dan niet overdekte" ingevoegd tussen de woorden "de aankoop van" en de woorden "sportruimten, in het kader van een project voor buurtwerk".

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 5.§ 1. Het in artikel 7 bedoelde technisch dossier bevat de volgende stukken : 1° een uitvoerige motiveringsnota met : a) de categorieën van de huidige en mogelijke gebruikers van de infrastructuur;b) de beschrijving van de bestaande installaties;c) de nagestreefde doelstellingen;2° een plan van de gemeente met melding van de gekozen plaats;3° het formulier aan de hand waarvan het kadaster van de sportinfrastructuren ingevuld kan worden. § 2. In geval van aankoop van een onroerende installatie bevat het technisch dossier, behalve de stukken bedoeld in § 1, de volgende stukken : 1° de plannen met vermelding van de afmetingen;2° de verkoopbelofte;3° de schatting van het goed door de bevoegde ontvanger van de registratie of door het Comité voor de aankoop van onroerende goederen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de kostprijs van het onroerend goed en de kostprijs van het terrein;4° in voorkomend geval, een voorontwerp van inrichting van de aan te kopen goederen met een eerste schatting van de werken;5° wat betreft de aanvragen ingediend door de personen bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, van het decreet, het uittreksel van de beraadslaging van de aanvrager waarbij de aankoop en de desbetreffende budgettaire toerekening zijn goedgekeurd.»

Art. 4.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 5bis, luidend als volgt : «

Art. 5bis.In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting, bevat het technisch dossier, wat betreft de aanvragen ingediend door de personen bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, van het decreet, behalve de stukken bedoeld in artikel 5, § 1, de volgende stukken : 1° het uittreksel van de beraadslaging van de opdrachtgever waarbij het ontwerp van de werken is goedgekeurd en de wijze van gunning van de opdracht vastgesteld en waarin de desbetreffende budgettaire inschrijving vermeld staat;2° het bestek en de uitvoeringsplannen;3° de kostenraming van de werken of van de leveringen;4° in voorkomend geval, de aankondiging van de opdracht;5° de stedenbouwkundige vergunning of een attest van de bevoegde overheid waarbij bevestigd wordt dat ze niet vereist wordt;6° in voorkomend geval, een verklarende nota waaruit blijkt dat alle maatregelen werden getroffen om de subsidiabele uitrustingen toegankelijk te maken voor personen met beperkte beweeglijkheid;7° in voorkomend geval, een afschrift van het erelonencontract van de ontwerper;8° in geval van buurtwerkprojecten, een nota met de voornaamste sociale kenmerken van betrokken wijk of waarbij de verwijdering van het project van alle bestaande sport- en ontspanningsinfrastructuren wordt gerechtvaardigd.»

Art. 5.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 5ter, luidend als volgt : «

Art. 5ter.In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting, bevat het technisch dossier, wat betreft de aanvragen ingediend door de in artikel 3, § 1, 2°, van het decreet bedoelde groeperingen en verenigingen zonder winstoogmerk die niet onder de regelgeving inzake overheidsopdrachten vallen, behalve de stukken bedoeld in artikel 5, § 1, de volgende stukken : 1° het programma van de bouwwerken met een beschrijving van de werkzaamheden;2° de plannen met vermelding van de afmetingen;3° de uitvoerige schatting van de werken of van de leveringen;4° de stedenbouwkundige vergunning of een attest van de bevoegde overheid waarbij bevestigd wordt dat ze niet vereist wordt;5° het genotsrecht op betrokken goed over een doorlopende periode van minimum twintig jaar, te rekenen van de datum waarop de subsidieaanvraag wordt ingediend;6° in voorkomend geval, een afschrift van het erelonencontract van de ontwerper;7° het financieringsplan van de overwogen investering; 8° een afschrift van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de statuten van de vereniging zonder winstoogmerk en van de wijzigingen daarvan of een door de voorzitter, secretaris en penningmeester van de groepering medeondertekend attest waarbij de verbintenissen i.v.m. de toekenning van een subsidie persoonlijk en hoofdelijk in acht dienen te worden genomen; 9° een overschrijvingsformulier op naam van de vereniging of een bankattest waarvan de vereniging titularis is;10° een aangifte van de plaatselijke BTW-controleur waarbij kan worden nagegaan of de vereniging BTW-plichtig is en of zij het recht heeft om die belasting te verrekenen voor de desbetreffende werken en in welke mate;11° een attest op erewoord waarbij wordt aangegeven dat de opdrachtgever niet verplicht is de regelgeving op de overheidsopdrachten in acht te nemen;12° in voorkomend geval, een verklarende nota waaruit blijkt dat alle maatregelen werden getroffen om de subsidiabele uitrustingen toegankelijk te maken voor personen met beperkte beweeglijkheid.»

Art. 6.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 5quater, luidend als volgt : «

Art. 5quater.In geval van bouw, uitbreiding of renovatie van een onroerende installatie of van aankoop van de eerste sportuitrusting, bevat het technische dossier, wat betreft de aanvragen die ingediend zijn door de in artikel 3, § 1, 2°, van het decreet bedoelde groeperingen en verenigingen zonder winstoogmerk die onder de regelgeving inzake overheidsopdrachten vallen, behalve de stukken bedoeld in artikel 5, § 1, de volgende documenten : 1° het bestek en de uitvoeringsplannen;2° in voorkomend geval, de aankondiging van de opdracht;3° de kostenraming van de werken of van de leveringen;4° de stukken bedoeld in artikel 5ter, 4° tot 12°.»

Art. 7.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 5quinquies, luidend als volgt : «

Art. 5quinquies.In geval van bouw van een onroerende installatie bestemd voor een al dan niet overdekte sportruimte, in het kader van een buurtwerkproject dat voor iedereen toegankelijk is, bevat het technische dossier, wat betreft de aanvragen ingediend door de openbare huisvestingsmaatschappijen bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, van het decreet, behalve de stukken bedoeld in artikel 5, § 1 : 1° het stuk bedoeld in artikel 5bis, 8°;2° de stukken bedoeld in artikel 5ter, 4° tot 7° en 12°;3° de stukken bedoeld in artikel 5quater, 1° tot 3°;4° een afschrift van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de statuten van de openbare huisvestingsmaatschappij en van de eventuele wijzigingen daarvan;5° een overschrijvingsformulier op naam van de huisvestingsmaatschappij of een bankattest waarvan de maatschappij titularis is;6° een aangifte van de plaatselijke BTW-controleur waarbij kan worden nagegaan of de openbare huisvestingsmaatschappij BTW-plichtig is en of zij die belasting mag verrekenen voor de desbetreffende werken en in welke mate.»

Art. 8.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 5sexies, luidend als volgt : «

Art. 5sexies.De stukken bedoeld in de artikelen 5 tot 5quinquies worden in twee exemplaren bijgevoegd.

Na ontvangst van het volledige technisch dossier maakt het bestuur een bericht van ontvangst over aan de aanvrager met melding van de datum waarop de bij het decreet vastgelegde termijn begint te lopen. »

Art. 9.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Op grond van het technisch dossier onderzoekt de administratie de gegrondheid van de aanvraag, de wettelijkheid van de akte, de relevantie en de functionele aspecten van het project. Na onderzoek wordt het dossier door de administratie aan de Inspectie van Financiën overgemaakt.

De Minister spreekt zich vervolgens uit over het technisch dossier en geeft de aanvrager kennis van zijn beslissing. »

Art. 10.Artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 3° het formulier aan de hand waarvan het kadaster van de sportinfrastructuren ingevuld kan worden ».

Art. 11.In artikel 11 van hetzelfde besluit, derde lid, worden de woorden "stelt het maximumbedrag vast van de subsidiabele investeringen." vervangen door de woorden "de directeur-generaal of zijn afgevaardigde geeft de aanvrager kennis van de beslissing van de administratie binnen de bij het decreet voorgeschreven termijn."

Art. 12.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden het vierde en het vijfde lid opgeheven.

Art. 13.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de twee laatste leden vervangen als volgt : « Het dossier wordt na onderzoek door de administratie aan de Inspectie van Financiën overgemaakt.

Ongeacht het bedrag van de subsidie spreekt de Minister zich uit over het dossier betreffende de gunning van de opdracht en geeft hij de aanvrager kennis van zijn beslissing. »

Art. 14.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Na onderzoek naar de gegrondheid van voornoemde motiveringen verleent de administratie een advies, dat ze voor akkoord aan de Minister overlegt. In geval van gunstig advies maakt ze gelijktijdig een voorstel van toestemming tot aanvatting van de werken over aan de Minister, die de aanvrager daarvan kennis geeft. De aanvrager mag dan op eigen risico de werken aanvatten zonder te moeten wachten op de vaste subsidiebelofte. »

Art. 15.De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 29 juni 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN