29 JANUARI 2004. - Besluit van de Waalse Regering houdende het algemeen reglement van de loketten en tot uitvoering van artikel 178.1. van de Waalse Huisvestingscode

De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 176.2, § 3, en 178.1, §§ 6 en 7;

Gelet op artikel 11 van het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode, zoals ingevoegd bij het decreet van 15 mei 2003 tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode en artikel 174 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 januari 2003;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 januari 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens een maand;

Gelet op het advies nr. 35.829/2/V van de Raad van State, gegeven op 7 augustus 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Begroting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Code : de Waalse Huisvestingscode ingevoerd bij het decreet van 29 oktober 1998, zoals gewijzigd bij het decreet van 15 mei 2003;2° Maatschappij : de "Société wallonne de Crédit social" (Waalse sociale kredietmaatschappij) bedoeld in afdeling 1 van hoofdstuk III van Titel van de Code;3° aanvrager : de rechtspersoon die om zijn erkenning vraagt bij de Maatschappij;4° loket : het sociale kredietloket bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk III van Titel III van de Waalse Huisvestingscode;5° hypothecaire leningen en aanvullende of ermee verwante producten : de hypothecaire leningen en de producten die de leningen toegekend in het kader van het sociaal hypothecair krediet, zoals bedoeld in artikel 1, 36, van de Code, aanvullen of ermee verwant zijn;6° leners : de rechtpersonen die het sociaal hypothecair krediet zoals bedoeld in artikel 1, 36, van de Code, aangaan;7° Minister : de Minister van Huisvesting. HOOFDSTUK II. - Erkenning Afdeling 1. - Procedure en modaliteiten m.b.t. de toekenning van de

erkenning en de verlenging ervan

Art. 2.§ 1. De aanvraag om erkenning of om verlenging van die erkenning wordt door de aanvrager bij de Maatschappij ingediend bij ter post aangetekende brief. § 2. De aanvraag om erkenning of om verlenging van die erkenning gaat vergezeld van een door de aanvrager overgemaakt dossier waaruit blijkt dat de bepalingen van de Code nageleefd worden en dat de in dit besluit bedoelde voorwaarden vervuld worden. De elementen die in het dossier moeten worden opgenomen, worden bepaald door de Maatschappij en goedgekeurd door de Minister. § 3. De Maatschappij kan elk document en enigerlei informatie die ze nodig acht voor de behandeling van het dossier aan de aanvrager vragen. Zodra de aanvraag door de Maatschappij als volledig wordt beschouwd, bericht ze ontvangst ervan. § 4. De Raad van Bestuur van de Maatschappij spreekt zich uit over de erkenningsaanvragen binnen 60 kalenderdagen na ontvangst van de volledige aanvraag. Afdeling 2. - Voorwaarden betreffende de erkenning en de handhaving

ervan

Art. 3.§ 1. Om erkend te worden, moet de eisende maatschappij de volgende voorwaarden vervullen : 1° een maatschappij zijn die de handelsvorm van een naamloze vennootschap, of van een coöperatieve vennootschap heeft aangenomen;2° statutair verzekeren dat zolang de maatschappij de erkenning van het Gewest geniet : A.het maatschappelijk doel van de maatschappij bestaat in : a. de behandeling, het beheer en, in voorkomend geval, de toekenning van het in artikel 1, 36, van de Code, bedoelde sociaal hypothecair krediet;b. de bevordering van het sociaal hypothecair krediet; B. de activiteiten van de maatschappij betreffende de sociale hypothecaire leningen beperkt zijn tot het grondgebied van de provincie waar de maatschappelijke zetel van het loket is gelegen;

C. de aandelen of deelbewijzen op naam zijn;

D. in geval van overdracht van aandelen of deelbewijzen van een vennoot van de maatschappij, in de gevallen waarin de participatie van de privaatrechtelijke rechtspersonen geen 25 % van het kapitaal bereikt en waarin dergelijke privaatrechtelijke rechtspersonen geassocieerd zijn, een recht van voorkoop voor een duur van drie maanden wordt toegekend aan deze privaatrechtelijke rechtspersonen volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten en voorwaarden;

E. de betaalbaarstelling van het dividend niet hoger mag zijn dan 5 % netto van het gestort kapitaal;

F. het kapitaal gevormd door voorheffingen op de voorschotten niet in aanmerking kan komen voor de toekenning van de dividenden behalve toestemming van de Maatschappij;

G. de raad van bestuur een door de Regering aangewezen bestuurder onder zijn leden heeft; 3° zich ertoe verbinden de rentevoeten, tarieven en tariefstructuren bepaald door de Maatschappij en goedgekeurd door de Regering toe te passen; 4° zich ertoe verbinden de soorten hypothecaire leningen en producten die de door de Maatschappij bepaalde leningen aanvullen of ermee verwant zijn, met inachtneming van de voorwaarden en modaliteiten m.b.t. de toekenning ervan voor te leggen aan de kandidaat-leners rekening houdende met hun profiel; 5° zich ertoe verbinden de door de Maatschappij bepaalde standaarddocumenten te gebruiken;6° zich ertoe verbinden de beheers- en werkingsnormen bepaald door de Maatschappij en goedgekeurd door de Regering betreffende met name de technisch-sociale begeleiding van de kandidaat-leners na te leven;7° zich ertoe verbinden, op verzoek van de Maatschappij, aangepaste waarborgen die haar gunstig zijn, te verstrekken en haar alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de opvolging van het risico;8° zich ertoe verbinden over een informaticasysteem te beschikken, dat verenigbaar is met het systeem van de Maatschappij;9° voldoen aan elk van de volgende criteria van financiële aard : a.de activiteit.

De activiteit wordt geacht bevredigend te zijn wanneer de aanvrager een jaarlijks gemiddelde van honderd leningen berekend op de drie laatste afgesloten boekjaren toekent of machtigt dat een dergelijk gemiddelde wordt toegekend. b. de solvabiliteit : De solvabiliteit wordt geacht bevredigend te zijn wanneer : - de verhouding van de eigen kapitalen op het geheel van de vaste middelen in hypothecaire vorderingen (uitstaand netto begrotingsbedragen opgenomen in de activa) minstens 4 % is op de afsluiting van het laatste boekjaar, en cumulatief, wanneer : - de eigen kapitalen op hetzelfde ogenblik minstens 1.000.000 euro bedragen.

Onder eigen kapitaal wordt verstaan het bedrag bedoeld in rubriek 10/15 van de passiva van de balans in de jaarlijkse rekeningen. c. de rentabiliteit. De rentabiliteit wordt geacht bevredigend te zijn als de lopende bedrijfsresultaten van het laatste afgesloten boekjaar (rubriek VI van de resultatenrekeningen in de jaarlijkse rekeningen) positief zijn en dit na de vorming van een zekerheidsvoorziening gelijk aan minstens 0,20 % van het netto hypothecair uitstaand bedrag opgenomen in de activa. § 2. De handhaving van de erkenning van een loket hangt af van de vervulling van de voorwaarden en verplichtingen bedoeld in § 1.

Als de solvabiliteits- en rentabiliteitscriteria bedoeld in § 1, 9°, niet meer vervuld worden door het loket, beschikt dit laatste na overlegging van een verbeteringsplan aan de Maatschappij over een termijn van één jaar om zijn toestand te verbeteren en om aan de criteria te voldoen.

De beoordeling van het loket wordt jaarlijks door de Maatschappij verricht binnen een maand na de goedkeuring van de jaarlijkse rekeningen door de Algemene vergadering. Afdeling 3. - Intrekking van de erkenning en opschorting van de

activiteit van het loket

Art. 4.§ 1. Voorafgaand aan de beslissing tot intrekking van de erkenning stuurt de raad van bestuur van de Maatschappij een aanmaningsbrief bij ter post aangetekend schrijven aan het loket, waarin hij het informeert over zijn plannen en redenen.

De raad van bestuur van de Maatschappij kan van het loket verlangen dat het de toestand regelt binnen een door hem bepaalde termijn. § 2. Op met redenen omklede beslissing van de raad van bestuur van de Maatschappij kan de activiteit van het loket opgeschort worden binnen de in de Waalse Huisvestingscode bepaalde grenzen te rekenen van de kennisgeving van de in § 1 bedoelde aanmaningsbrief. § 3. Bij gebrek aan vermelding van de in § 1, tweede lid, bedoelde termijn, beschikt het loket over 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de aanmaningsbrief om zijn opmerkingen mede te delen aan de Maatschappij en/of om de redenen die de oorzaak zijn van de tegen hem ingespannen procedure van intrekking van de erkenning te doen beëindigen.

Na afloop van de termijn bedoeld in artikel 1, tweede lid, of van de termijn bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf, kan de raad van bestuur van de Maatschappij binnen 60 kalenderdagen beslissen over de intrekking van de erkenning van het loket.

Bij gebrek aan beslissing van de Maatschappij binnen de voorgeschreven termijn wordt de eventuele opschorting van de activiteit van het loket opgeheven. Afdeling 4. - Beroepen tegen de beslissingen tot weigering van de

erkenning, tot weigering van de verlenging ervan, tot opschorting van de activiteiten en tot intrekking van de erkenning

Art. 5.§ 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt het beroep bij ter post aangetekende brief bij de Minister ingediend binnen 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing van de Maatschappij tot weigering, tot niet-verlenging of tot intrekking van de erkenning.

Deze termijn wordt teruggebracht tot 15 kalenderdagen wanneer het beroep betrekking heeft op de opschorting van de activiteiten.

Het beroep bevat de uiteenzetting van de middelen.

Tegelijkertijd en op straffe van niet-ontvankelijkheid bezorgt de aanvrager de Maatschappij een afschrift van het beroep bij ter post aangetekende brief. § 2. De Maatschappij beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst van het afschrift van het beroep om haar opmerkingen mede te delen aan de Minister.

Deze termijn wordt teruggebracht tot 15 kalenderdagen wanneer het beroep betrekking heeft op de opschorting van de activiteiten.

De Maatschappij bezorgt het loket een afschrift van de opmerkingen binnen dezelfde termijn. § 3. De Regering beslist binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep door de Minister. Wanneer het beroep betrekking heeft op de opschorting van de activiteiten van de loketten, wordt deze termijn teruggebracht tot 40 kalenderdagen.

De Regering mag de betwiste beslissing niet vernietigen. HOOFDSTUK III. - Financiële sancties en beroepen tegen dergelijke sancties

Art. 6.§ 1. Alvorens een financiële sanctie toe te passen, stuurt de raad van bestuur van de Maatschappij een aanmaningsbrief bij ter post aangetekend schrijven aan het loket, waarin hij hem informeert over zijn plannen en redenen.

De raad van bestuur van de Maatschappij kan van het loket verlangen dat het de toestand regelt binnen een door hem bepaalde termijn. § 2. Bij gebrek aan vermelding van de in § 1, tweede lid, bedoelde termijn, beschikt het loket over 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de aanmaningsbrief om zijn opmerkingen mede te delen aan de Maatschappij en/of om de redenen die de oorzaak zijn van de tegen hem ingespannen procedure van financiële sanctie te doen beëindigen.

Na afloop van de termijn bedoeld in het eerste lid, beschikt de raad van bestuur van de Maatschappij over 30 kalenderdagen om het bedrag van de geplande financiële sanctie voor te stellen aan de Regering.

Binnen 30 kalenderdagen na de beslissing van de Regering tot bepaling van het bedrag van de financiële sanctie kan de Maatschappij beslissen de financiële sanctie toe te passen aan het loket.

Art. 7.§ 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt het beroep bij ter post aangetekende brief bij de Minister ingediend binnen 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de beslissing tot toepassing van een financiële sanctie. Dit beroep bevat de uiteenzetting van de middelen.

Tegelijkertijd en op straffe van niet-ontvankelijkheid bezorgt de aanvrager de Maatschappij een afschrift van het beroep bij ter post aangetekende brief. § 2. De Maatschappij beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst van het afschrift van het beroep om haar opmerkingen mede te delen aan de Minister.

De Maatschappij bezorgt het loket een afschrift van de opmerkingen binnen dezelfde termijn. § 3. De Regering beslist binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep door de Minister. De Regering mag de betwiste beslissing niet vernietigen. HOOFDSTUK IV. - Toezending van een bijzondere commissaris en beroep tegen een dergelijke sanctie

Art. 8.Voorafgaand aan de beslissing tot toezending van een bijzondere commissaris, stuurt de raad van bestuur van de Maatschappij een aanmaningsbrief bij ter post aangetekend schrijven aan het loket, waarin hij hem informeert over zijn plannen en redenen.

De raad van bestuur van de Maatschappij kan van het loket verlangen dat het de toestand regelt binnen een door hem bepaalde termijn. § 2. Bij gebrek aan vermelding van de in § 1, tweede lid, bedoelde termijn, beschikt het loket over 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de aanmaningsbrief om zijn opmerkingen mede te delen aan de Maatschappij en/of om de redenen die de oorzaak zijn van de tegen hem ingespannen procedure van financiële sanctie te doen beëindigen.

Na afloop van de termijn bedoeld in het eerste lid, beschikt de raad van bestuur van de Maatschappij over 30 kalenderdagen om de toezending van een bijzondere commissaris, de duur van zijn opdracht en de omvang ervan voor te stellen aan de Regering.

Art. 9.§ 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt het beroep bij ter post aangetekende brief bij de Minister ingediend binnen 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing tot toepassing van een sanctie.

Dit beroep bevat de uiteenzetting van de middelen.

Tegelijkertijd en op straffe van niet-ontvankelijkheid bezorgt de aanvrager de Maatschappij een afschrift van het beroep bij ter post aangetekende brief. § 2. De Maatschappij beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst van het afschrift van het beroep om haar opmerkingen mede te delen aan de Minister.

De Maatschappij bezorgt het loket een afschrift van de opmerkingen binnen dezelfde termijn. § 3. De Regering beslist binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep door de Minister. De Regering mag de betwiste beslissing niet vernietigen. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen

Art. 10.De aanvrager die op de dag van de indiening van zijn aanvraag, voldoet aan alle voorwaarden bedoeld in artikel 3, § 1° tot 8°, en in artikel 11 van het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode kan in aanmerking komen voor een voorlopige erkenning met uitwerking tot 31 december 2006 indien hij wat volgt biedt : 1° een solvabiliteit beschouwd als bevredigend in de zin van artikel 3, § 1, 9°, b ;2° een activiteit beschouwd als bevredigend in de zin van het volgende lid. De activiteit wordt geacht bevredigend te zijn voor het verkrijgen van een voorlopige erkenning wanneer de aanvrager een jaarlijks gemiddelde van vijftig leningen berekend op de drie laatste afgesloten boekjaren toekent of machtigt dat een dergelijk gemiddelde wordt toegekend. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2004.

Art. 12.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 29 januari 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN