gepubliceerd op 26 oktober 2018
Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning van de Waalse landbouwverenigingen als representatieve organisaties
27 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning van de Waalse landbouwverenigingen als representatieve organisaties
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, de artikelen D.6, D.17, en D.68;
Gelet op het rapport van 11 april 2018 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het advies 64.007/2/V van de Raad van State, gegeven op 5 september 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Wetboek : het Waalse Landbouwwetboek; 2° de landbouwactiviteit: de activitieit bedoeld bij artikel D.3, 1°, van het Wetboek; 3° de algemene landbouwvereniging: elke representatieve organisatie van de landbouwsector, met inbegrip van verenigingen van jonge landbouwers en vrouwelijke landbouwverenigingen, die zich bezighouden met de studie, bescherming en ontwikkeling van de professionele, economische en sociale belangen van landbouwers; 4° de gespecialiseerde landbouwvereniging : elke representatieve organisatie waarvan de hoofdactiviteit beperkt is tot één enkele landbouwproductiesector in de zin van artikel D.3, 31°, van het Wetboek, die zich bezighoudt met de studie, bescherming en ontwikkeling van de professionele, economische en sociale belangen van haar leden; 5° de bijdrage : de financiële bijdrage van minstens 10 euro per jaar en per lid aan algemene of gespecialiseerde landbouwverenigingen; 6° het Departement: het Departement Ontwikkeling van de Administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Wetboek;
Art. 2.Op voorstel van de Minister worden de landbouwverenigingen voor drie jaar erkend.
Art. 3.Om als algemene landbouwvereniging te worden erkend, zendt een landbouwvereniging het departement, door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent in de zin van artikel D.15 van het Wetboek, een aanvraag tot erkenning als algemene landbouwvereniging, samen met een afschrift van de statuten van de organisatie of gelijkwaardige documenten waaruit blijkt dat: 1° ze aan de omschrijving zoals vermeld in artikel 1, 3°, voldoet;2° ze al minstens 3 jaar bestaat; 3° ten minste 5 procent van de landbouwers in de zin van artikel D.3, 4°, van het Wetboek aangesloten leden van de vereniging zijn; 4° voor jeugdverenigingen, minstens 5 procent van de begunstigden van de betaling voor jonge landbouwers aangesloten leden zijn en voldoen aan de definitie van landbouwer zoals bepaald bij artikel D.3, 4°, van het Wetboek, of in aanmerking komen voor het statuut van verzorger, of student zijn in een land- of tuinbouwafdeling van het secundair of hoger onderwijs; 5° voor vrouwelijke landbouwverenigingen, minstens 5 procent van de landbouwers die aan de omschrijving van landbouwer voldoen, zoals bepaald bij artikel D.3, 4°, van het Wetboek, voltijdse of deeltijdse meewerkende echtgenoten landbouwers zijn of aangesloten leden zijn; 6° voor de organisaties die actief zijn in de biologische landbouw, 5 procent van de landbouwers die zijn gecertificeerd in de biologische landbouw of die zich in een omschakelingsproces naar biologische landbouw bevinden, aangesloten leden van de vereniging;7° ze haar activiteit uitoefent in minstens drie provincies van het grondgebied van het Waalse Gewest. Om erkend te worden, certificeert de in het Duits actieve vereniging echter dat zij haar activiteit in het Duitstalige gebied uitoefent, met minstens 5 procent van de landbouwers in de zin van artikel D.3, 4°, van het Wetboek, die hun activiteit uitoefenen in het Duitstalige gebied als aangesloten leden.
De vereniging voegt bij de aanvraag bedoeld in het eerste lid een attest op erewoord dat ze over een voldoende aantal leden beschikt in orde met hun individuele bijdrage voor hun aansluiting.
Het departement gaat na of de voorwaarde bedoeld in het eerste lid, 3°, wordt nageleefd, door het uitvoeren van een visuele controle ter plaatse van de lijst van de betrokken leden.
Art. 4.Om als gespecialiseerde landbouwvereniging te worden erkend, zendt een landbouwvereniging het departement, door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent in de zin van artikel D.15 van het Wetboek, een verzoek om erkenning als gespecialiseerde landbouwvereniging, samen met een afschrift van de statuten van de organisatie of gelijkwaardige documenten waaruit blijkt dat: 1° ze aan de omschrijving zoals vermeld in artikel 1, 4°, voldoet;2° ze al minstens 3 jaar bestaat; 3° ten minste 10 procent van de landbouwers in de zin van artikel D.3, 4°, van het Wetboek aangesloten leden van de vereniging zijn; 4° haar aangesloten leden een landbouwactiviteit in deze sector uitoefenen;5° ze haar activiteit in het Waalse Gewest uitoefent op het gebied van minstens drie provincies. Om erkend te worden, certificeert de in het Duits actieve vereniging echter dat zij in het Duitstalige gebied haar activiteit uitoefent, met minstens 10 procent van landbouwers in de zin van artikel D.3, 4°, van het Wetboek, die hun activiteit uitoefenen in het Duitstalige gebied als aangesloten leden.
In afwijking van het eerste lid, 3°, onderzoekt het departement, wanneer de productiesector een beperkt aantal landbouwers telt, de representativiteit van de in de betrokken sector gespecialiseerde vereniging.
De vereniging voegt bij de aanvraag bedoeld in het eerste lid een attest op erewoord dat ze over een voldoende aantal leden beschikt in orde met hun individuele bijdrage voor hun aansluiting.
Het departement gaat na of de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 3°, en in het derde lid, worden nageleefd, door het uitvoeren van een visuele controle ter plaatse van de lijst van de betrokken leden.
De op basis van het eerste lid erkende vereniging wordt enkel geraadpleegd wanneer het gaat om de activiteit die zij verdedigt of om de categorie landbouwers die zij vertegenwoordigt.
Art. 5.§ 1er. Na ontvangst van het dossier door het departement, wordt het binnen 3 maanden aan de Minister overgemaakt.
Daarna maakt de Minister het dossier voor eventuele erkenning binnen 3 maanden na ontvangst ervan over aan de Regering. § 2. Bij gunstige beslissing van de Regering over het verzoek om erkenning, begint bedoelde erkenning te lopen vanaf de datum van de officiële kennisgeving door het departement.
Art. 6.§ 1er. In geval van weigering moeten alle gerechtvaardigde klachten binnen 30 dagen na de kennisgeving van de weigering van erkenning worden ingediend bij de Directeur-generaal van de Administratie. § 2. De directeur-generaal kan van de landbouworganisatie de volgende bewijsstukken vereisen: 1° de verklaring op erewoord met betrekking tot de leden;2° de rekeningenboeken;3° de activiteitenverslagen of elk ander bewijsstuk. § 3. Het departement onderzoekt de klacht en stuurt het dossier door naar de Minister om de Regering in staat te stellen binnen 3 maanden na de indiening van het beroep een definitieve beslissing over de erkenning te nemen.
Art. 7.§ 1er. Onverminderd de toepassing van het Wetboek, kan de Regering op elk ogenblik de erkenning intrekken wanneer: 1° de in artikel 3 en in artikel 4 bedoelde voorwaarden niet meer vervuld worden;2° de verenigingen de door de bevoegde dienst gevraagde inlichtingen of stukken binnen de bepaalde termijnen weigeren te verstrekken;3° de controles door de verenigingen belemmerd of belet worden. § 2. Indien de Regering van oordeel is dat er redenen zijn om de erkenning in te trekken, deelt zij bedoelde redenen aan de betrokken vereniging mee.
De vereniging beschikt, op straffe van onontvankelijkheid, over 30 dagen na de kennisgeving van de redenen om haar bezwaren aan de bevoegde dienst mee te delen bij aangetekend schrijven of door elke ander middel dat een vaste datum aan de verzending verleent overeenkomstig artikel D.15 van het Wetboek. § 3. De door de Regering genomen beslissing na onderzoek van de ingediende bezwaren wordt door het departement aan de organisatie meegedeeld bij aangetekend schrijven of door elke ander middel dat een vaste datum aan de verzending verleent overeenkomstig de artikelen D.15 van het Wetboek, binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de bezwaren bedoeld in § 2, tweede lid.
Art. 8.De aanvragen om erkenning worden door de landbouwverenigingen ingediend vanaf de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. De erkenningsperiode begint te lopen vanaf de toekenning van de erkenning.
De verlenging met 3 jaar wordt ingediend bij het departement 3 maanden vóór de vervaldatum ervan.
Art. 9.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 27 september 2018.
Voor de Regering: De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN