Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 25 januari 2024
gepubliceerd op 08 maart 2024

Besluit van de Waalse regering betreffende programma's voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van kankers

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024002057
pub.
08/03/2024
prom.
25/01/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 JANUARI 2024. - Besluit van de Waalse regering betreffende programma's voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van kankers


De Waalse Regering, Gelet op het Waals wetboek van sociale actie en gezondheid, artikel 47/17, § 1, eerste lid, en § 3, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019203468 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 2013 betreffende het Waals beleid inzake duurzame ontwikkeling, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 23/08/2019 numac 2019203779 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de klimaateffecten voor wat betreft de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek sluiten en gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2022, artikel 47/17/1, § 2, ingevoegd bij het decreet van 12 oktober 2023, artikel 410/17, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019203468 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 2013 betreffende het Waals beleid inzake duurzame ontwikkeling, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 23/08/2019 numac 2019203779 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de klimaateffecten voor wat betreft de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek sluiten en artikel 410/18, § 2, vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 26/07/2019 numac 2019203468 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 27 juni 2013 betreffende het Waals beleid inzake duurzame ontwikkeling, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/10/2019 numac 2019204530 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid type decreet prom. 02/05/2019 pub. 23/08/2019 numac 2019203779 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de klimaateffecten voor wat betreft de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 02/05/2019 pub. 14/08/2019 numac 2019203696 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Gerechtelijk Wetboek sluiten en gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2022;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 26/09/2008 numac 2008029446 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029541 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de programma's voor opsporing van kankers in de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 26/09/2008 numac 2008029446 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029541 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap sluiten tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 14/05/2009 pub. 07/08/2009 numac 2009029388 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van het protocol voor het plan voor de opsporing van colorectale kanker in de Franse Gemeenschap sluiten tot bepaling van het protocol voor het plan voor de opsporing van colorectale kanker in de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 28 augustus 2023;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 31 augustus 2023;

Gelet op het rapport van 31 augustus 2023 opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 20 oktober 2023 ;

Gelet op het advies van de Waalse Adviesraad voor gehandicapte personen, gegeven op 19 september 2023;

Gelet op de beslissingen van 11 september 2023 van het inter-Franstalig Overlegorgaan en van het ministerieel Comité om geen advies uit te brengen;

Gelet op advies 74.955/4 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2023, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van het "Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, du handicap et des familles" (Waals Agentschap voor gezondheid, sociale bescherming, handicap en gezinnen), uitgebracht op 9 januari 2024;

Gelet op de meerjarenovereenkomst "georganiseerde opsporing van baarmoederhalskanker in het Franse taalgebied" van 19 augustus 2020;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), gegeven op 9 oktober 2023;

Overwegende dat programma's voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker en colorectale kanker vooraf werden opgesteld door de Franse Gemeenschap, op een moment dat deze bevoegdheid nog niet naar het Gewest was overgeheveld;

Overwegende dat er bijgevolg in de bestendigheid van de bestrijding tegen deze kankers dient te worden voorzien door de opneming van een specifiek programma voor preventieve geneeskunde in het Waalse reglementaire corpus;

Overwegende ook dat een proefproject voor georganiseerde opsporing van baarmoederhalskanker werd georganiseerd in het kader van een meerjarenovereenkomst van 19 augustus 2020;

Overwegend dat dit proefproject permanent moet worden gemaakt door het op te nemen in een specifiek programma voor preventieve geneeskunde in het Waalse reglementaire corpus;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128 ervan.

Art. 2.Er wordt een programma voor preventieve geneeskunde ter opsporing van borstkanker vastgesteld, genaamd "programma voor preventieve geneeskunde borstkanker".

Er wordt een programma voor preventieve geneeskunde ter opsporing van colorectale kanker vastgesteld, genaamd "programma voor preventieve geneeskunde colorectale kanker".

Er wordt een programma voor preventieve geneeskunde ter opsporing van baarmoederhalskanker vastgesteld, genaamd "programma voor preventieve geneeskunde baarmoederhalskanker".

Art. 3.Het programma voor preventieve geneeskunde bedoeld in artikel 2 wordt gestuurd door een of meerdere, bijzonder daartoe overeenkomstig hoofdstuk IV erkende, operationaliseringscentra inzake preventieve geneeskunde.

Het protocol voor de uitvoering van het programma preventieve geneeskunde, afgesloten tussen het Agentschap, vermeld in artikel 4, 4°, en het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde, wordt goedgekeurd door de Minister die voor gezondheid bevoegd is. HOOFDSTUK 2. - Begripsomschrijvingen

Art. 4.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "decreetgevend deel van het Wetboek": decreetgevend deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;2° "reglementair deel van het Wetboek" : het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;3° "Minister": de Minister die voor gezondheid bevoegd is;4° "Agentschap" : het Agentschap bedoeld in artikel 2 van het decreetgevend deel van het Wetboek;5° « operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde »: het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde in de zin van artikel 47/7, 10°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, belast met de sturing van een programma voor preventieve geneeskunde bedoeld in artikel 2;6° "referentiearts": de huisarts of de gespecialiseerde arts die door de opgespoorde persoon is aangewezen om de resultaten van de opsporingstest te ontvangen en op te volgen;7° "uitnodiging": de brief die door het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde wordt gestuurd naar personen die betrokken zijn bij het programma preventieve geneeskunde en die nooit werden uitgenodigd om een opsporingstest te ondergaan, met de uitnodiging om de opsporingstest te ondergaan;8° "heruitnodiging": de brief die het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde stuurt naar personen die betrokken zijn bij het programma preventieve geneeskunde en die al opgespoord zijn in het kader van het programma preventieve geneeskunde of die al een uitnodiging hebben ontvangen maar er geen gevolg aan hebben gegeven, als ze nog steeds in aanmerking komen;9° "resultatenbrief": het protocol met de resultaten van de opsporingstest en de aanbevelingen voor opvolging dat door het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde naar de referentiearts of de opgespoorde persoon wordt gestuurd;10° "betrokken persoon": uit te nodigen persoon om deel te nemen aan het programma preventieve geneeskunde;11° "opgespoorde persoon": de persoon die een opsporingstest heeft ondergaan;12° "risicogroep": de groep personen bij wie de incidentie van de kanker waarop het preventieve geneeskundeprogramma betrekking heeft, hoger is dan de op Europees niveau aanvaarde normen;13° "hoofdverblijfplaats": de verblijfplaats die is opgenomen in het Rijksregister der natuurlijke personen ingevoerd bij de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;14° "therapeutische opname": bijkomende medische verduidelijking na een positief opsporingsresultaat of een twijfelachtig resultaat 15° "sturingscomité van het plan": het sturingscomité van het plan bedoeld in artikel 47/12 van het decreetgevend deel van het Wetboek;16° "beveiligde elektronische weg": communicatie via een computer die voldoende garanties biedt wat betreft de tenuitvoerlegging van passende technische en organisatorische maatregelen, zodat de verwerkingen de bescherming van de rechten van de betrokken persoon waarborgen en voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene verordening gegevensbescherming). HOOFDSTUK 3. - Erkenning van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde Afdeling 1. - Opdracht inzake het opzetten en uitvoeren van het

opsporingsprogramma

Art. 5.Elk operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde organiseert de opsporing in overeenstemming met de specifieke bepalingen van dit besluit voor het programma dat het beheert. Afdeling 2. - Opdracht inzake sensibilisering en voorlichting over

kanker en kankeropsporing

Art. 6.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde organiseert bewustmakings- en informatiecampagnes over de kankers die vallen onder het programma voor preventieve geneeskunde dat het beheert en over kankeropsporing voor : 1° de artsen;2° de verpleegkundigen;3° de laboratoria voor klinische biologie;4° de radiologiediensten : 5° eerstelijns en tweede lijn dienstverleners in de gezondheidszorg;6° dienstverleners in de sociale sector;7° de actoren inzake gezondheidsbevordering". De in het eerste lid bedoelde acties richten zich bij voorrang tot beroepsbeoefenaars die werken met de betrokken mensen, risicogroepen en mensen in precaire situaties.

Art. 7.Het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde organiseert informatie-acties over kanker die valt onder het programma voor preventieve geneeskunde dat het beheert en over opsporing ten behoeve van de bevolking van het Franse taalgebied, met inbegrip van de risicogroepen.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zorgt ervoor dat de in lid 1 bedoelde informatie op zodanige wijze wordt georganiseerd dat deze toegankelijk is voor mensen met een handicap.

Art. 8.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde centraliseert en analyseert de epidemiologische gegevens met betrekking tot kankeropsporing voor het programma voor preventieve geneeskunde dat het beheert.

Het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde stelt jaarlijks een epidemiologisch verslag op, dat de overeenkomstig lid 1 gecentraliseerde en geanalyseerde opsporingsgegevens bevat.

Het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde maakt zijn jaarlijkse epidemiologische verslag aan het Agentschap en de Minister over.

Het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde organiseert samen met het Agentschap de publicatie van het jaarlijkse epidemiologische verslag.

Voor de toepassing van dit artikel worden geanonimiseerde gegevens gebruikt, overeenkomstig artikel 47/17/1, § 2, tweede lid, 2°, en § 3, eerste lid, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.

Art. 9.Het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde evalueert voortdurend de strategieën toegepast in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde dat het beheert, en het effect daarvan op de epidemiologische ontwikkeling.

Het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde legt het Agentschap en de Minister alle voorstellen voor die het nuttig acht om de in lid 1 bedoelde strategieën te verbeteren. Afdeling 3. - Vaststelling van partnerschappen en

samenwerkingsverbanden

Art. 10.Voor de uitvoering van de in de afdelingen 1 en 2 opgesomde opdrachten sluit het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde partnerschappen of werkt het samen met : 1° de artsen;2° de verpleegkundigen;3° de laboratoria voor klinische biologie;4° de radiologiediensten : 5° eerstelijns en tweede lijn dienstverleners in de gezondheidszorg;6° dienstverleners in de sociale sector;7° de actoren inzake gezondheidsbevordering". De in het eerste lid bedoelde samenwerkingen richten zich bij voorrang tot beroepsbeoefenaars die werken met de betrokken mensen, risicogroepen en mensen in precaire situaties.

Art. 11.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sluit samenwerkingsovereenkomsten af met ten minste twee universiteiten die actief zijn op het gebied van gezondheid in het Franstalige gebied.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sluit samenwerkingsovereenkomsten af met ten minste twee ziekenhuizen gelegen in het Franse taalgebied en behorend tot verschillende locoregionale klinische ziekenhuisnetwerken zoals bepaald in artikel 14/1, 1°, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen.

De in dit artikel bedoelde samenwerkingsovereenkomsten organiseren ten minste : 1° een wetenschappelijke inbreng voor alle opdrachten van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;2° de organisatie van een gezamenlijke communicatie over de kanker waarop het programma preventieve geneeskunde betrekking heeft. § 2. Voor de in afdeling 1 genoemde opdrachten brengt het operationaliseringcentrum inzake preventieve geneeskunde op verzoek van het Agentschap of de Minister alle nodige of nuttige samenwerkingsverbanden tot stand met: 1° de internationale instanties;2° de buitenlandse overheden;3° de federale overheden;4° de Gemeenschapsoverheden;5° de overheden van de overige Gewesten;6° de provinciale en gemeentelijke overheden. HOOFDSTUK 4. - Erkenning van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 12.De artikelen 12/54 tot en met 12/59 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 13.Het in artikel 410/18, § 2, eerste lid, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde gecoördineerde actieprogramma omvat ten minste de volgende elementen: 1° een actieplan met de opsporings-, sensibiliserings-, vormings- en informatiemethodes bedoeld in de artikelen 5 tot 7 ;2° een methodologie voor het opstellen van het in artikel 8 bedoelde jaarlijkse epidemiologische verslag;3° een methodologie voor het uitvoeren van de in artikel 9 bedoelde permanente evaluatie;4° een strategie voor de uitvoering van de in artikel 10 bedoelde partnerschappen en samenwerkingsverbanden.

Art. 14.Het multidisciplinair team bedoeld in artikel 410/18, § 2, eerste lid, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek omvat de volgende functies: 1° één of meerdere artsen;2° hetzij een of meer verpleegkundigen, hetzij een of meer personen die houder zijn van een niet onder 1° bedoeld masterdiploma in de volksgezondheid of die ten minste drie jaar relevante ervaring hebben in de volksgezondheid;3° administratief en coördinerend personeel. Ten minste twee leden van het multidisciplinaire team hebben ten minste vijf jaar relevante ervaring in de bestrijding van de kanker waarop het programma voor preventieve geneeskunde waarvoor ze erkenning aanvragen, betrekking heeft.

Wanneer het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde meerdere programma's voor preventieve geneeskunde uitvoert die onder dit besluit vallen, heeft het een of meer artsen die specifiek voor elk van deze programma's werken. Afdeling 2. - Erkenningsprocedure

Art. 15.De artikelen 12/60 en 12/61 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op de erkenning van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde. HOOFDSTUK 5. - Subsidiëring

Art. 16.De artikelen 12/63 tot en met 12/65 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

De artikelen 12/62 tot en met 12/64 van het reglementair deel van het Wetboek zijn niet van toepassing op het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 17.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde dat meerdere programma's voor preventieve geneeskunde uitvoert zoals bedoeld in artikel 2, zorgt ervoor dat zijn kosten worden uitgesplitst per programma voor preventieve geneeskunde. § 2. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde dat eveneens activiteiten verricht buiten het kader van dit programma inzake preventieve geneeskunde bedoeld in artikel 2, verdeelt zijn kosten naargelang zij betrekking hebben op het programma inzake preventieve geneeskunde dan wel op de overige activiteiten.

Alleen kosten met betrekking tot het programma voor preventieve geneeskunde gestuurd door het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde komen in aanmerking voor subsidie.

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt in voorkomend geval rekening gehouden met de in paragraaf 1 vastgestelde ventilatievoorschriften. HOOFDSTUK 6. - Evaluatie, controle en intrekking van de erkenning van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde

Art. 18.De artikelen 12/66 tot en met 12/68 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op de evaluatie van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 19.Artikel 12/69 van het reglementair deel van het Wetboek is van toepassing op de controle van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 20.De artikelen 12/70 tot en met 12/71 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op de intrekking van de erkenning van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

TITEL II - Specifieke bepalingen met betrekking tot het programma voor borstkankerpreventie HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Art. 21.De bepalingen van deze titel hebben uitsluitend betrekking op het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker.

Art. 22.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 1° "mammografische eenheid": een erkend centrum voor opsporing door middel van mammografie;2° "keuringsinstelling": instelling die controleert of de mammografische eenheden voldoen aan de fysisch-technische normen;3° "mammotest": digitale mammografie uitgevoerd in het kader van het programma preventieve geneeskunde tegen borstkanker;4° "positieve mammotest": de mammotest die aanleiding geeft tot een bijkomend onderzoek;5° "eerste-lezer radioloog": radioloog verantwoordelijk voor het uitvoeren van de eerste lezing van mammotests;6° "tweede-lezer radioloog": radioloog verantwoordelijk voor het uitvoeren van de tweede lezing en het continu beoordelen van de medische en radiologische kwaliteit van mammotests;7° "derde-lezer radioloog": radioloog verantwoordelijk voor het uitvoeren van de derde lezing van mammotests;8° "technoloog": het personeelslid van een mammografie-eenheid dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van mammotests;9° "installatie": een geheel toestellen die gebruikt worden voor beeldverwerving, voor beeldverwerking of beeldweergave; 10° "Europese aanbevelingen": de meest recente aanbevelingen van de Europese Unie in het kader van de borstkankeropsporing over de kwaliteitszekerheid van de opsporing, zoals bekendgemaakt op de officiële website van de Europese Unie (www.euref.org); 11° RIS (Radiologic Information System) : geïnformatiseerde databank die de medische en administratieve inlichtingen inhoudt bedoeld in artikel 47/17/1 van het decreetgevend deel van het Wetboek en die specifiek zijn voor het programma preventieve geneeskunde tegen borstkanker 12° "Register": dossier met informatie over de samenstelling van de digitale mammografische-installatie, het onderhoud en de kwaliteitscontrole van de digitale mammografische installatie.; 13° "type-erkenning" : document dat de conformiteit bewijst van de mammografische installatie aan de fysisch-technische kwaliteitsnormen bepaald in de Europese aanbevelingen;14° "borstkankerregister": het register bedoeld in het akkoord protocol van 20 november 2017Relevante gevonden documenten type protocol prom. 20/11/2017 pub. 08/02/2018 numac 2017032156 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake de activiteiten en financiering van het kankerregister sluiten tussen de Federale overheid en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de activiteiten en de financiering van het kankerregister. CHAPITRE 2 - De betrokken personen:

Art. 23.Mensen die onder het programma voor borstkankerpreventie vallen, voldoen aan de volgende criteria: 1° van het vrouwelijk geslacht zijn of radiologisch onderzoek van de borsten nodig hebben;2° minstens 50 jaar oud zijn ;3° niet ouder zijn dan 69 jaar;4° zijn hoofdverblijfplaats hebben in het Franse taalgebied; HOOFDSTUK 3. - Uitnodigingen en heruitnodigingen Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 24.De uitnodiging bevat : 1° de volledige identiteit van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;2° uitleg over borstkanker, met inbegrip van de risico's als er niet opgespoord wordt;3° uitleg over de opsporingstest, met inbegrip van de procedures, voordelen en risico's;4° de lijst van mammografische-eenheden waar de betrokken persoon een opsporingstest kan ondergaan;5° een uitnodiging om contact op te nemen met het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde als de betrokken persoon omwille van zijn handicap geen mammografie kan laten maken;6° uitleg over de procedure na de opsporingstest;7° een telefoonnummer en een e-mailadres waar de betrokken persoon terecht kan met al zijn vragen in verband met het programma van preventieve geneeskunde tegen borstkanker;8° een uitleg over de bescherming van de persoonsgegevens van de betrokken persoon;9° een vermelding dat de betrokken persoon kan verzoeken om hernieuwde uitnodigingen elektronisch te ontvangen;10° de vermelding dat de betrokken persoon kan vragen om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor borstkankerpreventie en de procedures om een dergelijk verzoek in te dienen;11° het logo van het Agentschap. De heruitnodiging bevat de in lid 1 bedoelde inhoud. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde kan de uitleg bedoeld in het eerste lid, 2° en 3° personaliseren naargelang de betrokken persoon al dan niet reeds aan een opsporingstest heeft deelgenomen. Indien nodig kan de heruitnodiging vergezeld gaan van een vragenlijst over het programma voor borstkankerpreventie.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde werkt samen met de stuurgroep van het plan om modellen voor uitnodigingen en heruitnodigingen te ontwikkelen.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zorgt ervoor dat uitnodigingen en heruitnodigingen toegankelijk zijn voor mensen met een handicap, in overeenstemming met de mechanismen die het vaststelt.

Art. 25.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde is verantwoordelijk voor het versturen van uitnodigingen en heruitnodigingen.

Het registreert gegevens over uitnodigingen en heruitnodigingen in het RIS. Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor de uitnodiging

Art. 26.Alle betrokken personen krijgen een uitnodiging in de maand van hun vijftigste verjaardag.

Een betrokken persoon die geen uitnodiging overeenkomstig lid 1 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verzoeken een uitnodiging te sturen. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 27.Als de betrokken persoon zijn hoofdverblijfplaats naar een Franstalig gebied overbrengt in het jaar van zijn vijftigste verjaardag, krijgt hij een uitnodiging in de maand die volgt op zijn verhuizing.

Als de betrokken persoon zijn hoofdverblijfplaats naar een Franstalig gebied overbrengt na het jaar van zijn vijftigste verjaardag, krijgt hij een uitnodiging in de maand die volgt op zijn verhuizing.

Een betrokken persoon die geen uitnodiging overeenkomstig lid 1 en lid 2 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verzoeken een uitnodiging te sturen. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 28.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verstuurt geen uitnodigingen naar de betrokken personen die ten minste twee maanden voor de maand waarin de uitnodiging overeenkomstig artikel 26 of 27 moet worden verzonden, uitdrukkelijk hebben verzocht niet te worden benaderd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker.

Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt door de betrokken persoon per post, elektronisch of telefonisch aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde toegezonden. § 2. De betrokken persoon die heeft gevraagd om niet te worden gecontacteerd als onderdeel van het programma voor borstkankerpreventie kan van dit verzoek afzien.

De betrokken persoon moet de verklaring van afstand per post, elektronisch of telefonisch naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sturen.

Als de betrokken persoon zijn verzoek om niet te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker intrekt, wordt hem een uitnodiging gestuurd in de maand die volgt op de intrekking.

Art. 29.Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodigingen naar de betrokken personen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 26, 27 of 28, § 2, borstkanker hebben.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodigingen naar de betrokken personen die op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 26, 27 of 28, § 2, een mammografie hebben gehad buiten het programma voor preventieve geneeskunde in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitnodiging moet worden verstuurd.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zendt geen uitnodiging aan de betrokken personen die, op het moment dat de uitnodiging overeenkomstig de artikelen 26, 27 of 28, § 2, moet worden verzonden, een bilaterale borstamputatie hebben ondergaan, op voorwaarde dat het over de informatie beschikt die met de instemming van de betrokken persoon is meegedeeld. Afdeling 3. - Specifieke bepalingen voor de heruitnodiging

Art. 30.Aan elke betrokken persoon wordt een heruitnodiging gestuurd: 1° ofwel in de drieëntwintigste maand volgend op de maand waarin hij een opsporingstest heeft ondergaan;2° ofwel uiterlijk in de maand van zijn verjaardag in het tweede jaar volgend op het jaar van verzending van de uitnodiging of van de laatste heruitnodiging, indien de betrokken persoon na deze uitnodiging of heruitnodiging geen opsporingstest heeft ondergaan. De betrokken persoon die geen heruitnodiging overeenkomstig lid 1 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verzoeken een heruitnodiging te sturen. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 31.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verstuurt geen heruitnodiging naar de betrokken personen die ten minste twee maanden voor de maand waarin de heruitnodiging overeenkomstig artikel 30, lid 1, moet worden verzonden, uitdrukkelijk hebben verzocht niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker.

Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt door de betrokken persoon per post, elektronisch of telefonisch aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde toegezonden. § 2. De betrokken persoon die heeft gevraagd om niet te worden gecontacteerd als onderdeel van het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker kan van dit verzoek afzien.

De betrokken persoon moet de verklaring van afstand per post, elektronisch of telefonisch naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sturen.

Als de betrokken persoon zijn verzoek om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker intrekt, wordt hem een uitnodiging gestuurd in de maand die volgt op de intrekking op voorwaarde dat de in artikel 30, lid 1, vastgestelde termijnen zijn overschreden.

Art. 32.Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen heruitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de heruitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 30 of 31, § 2, borstkanker hebben.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodigingen naar de betrokken personen die op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 30 of 31, § 2, een mammografie hebben gehad buiten het programma voor preventieve geneeskunde in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de heruitnodiging moet worden verstuurd.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen heruitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de heruitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 30 of 31, § 2, een bilaterale borstamputatie hebben ondergaan.

Art. 33.Als de betrokken persoon daarom vraagt, wordt de heruitnodiging elektronisch verstuurd. HOOFDSTUK 4. - De opsporingstest Afdeling 1. - Uitvoering van een opsporingstest

Art. 34.De opsporingstest bestaat uit een mammotest die wordt uitgevoerd in een erkende mammografische-eenheid.

Art. 35.De betrokken persoon geeft de mammografische eenheid de uitnodiging of heruitnodiging die hij heeft ontvangen.

Art. 36.Indien hij dit wenst, zal de betrokken persoon het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde, in voorkomend geval, via de mammografische eenheid, de contactgegevens bezorgen van een referentiearts naar wie het resultaat van de test moet worden gestuurd.

Als de contactgegevens van een referentiearts niet worden verstrekt, zal een arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde optreden als referentiearts voor de toepassing van dit programma. Afdeling 2. - Eerste lezing van de mammotest

Art. 37.De radioloog die de eerste lezing heeft verricht in de mammografische-eenheid die de mammotest heeft uitgevoerd, voert de eerste lezing van deze mammotest uit.

Art. 38.De mammografische-eenheid die de mammotest heeft uitgevoerd, communiceert rechtstreeks via het RIS met het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde: 1° het rijksregisternummer, kortweg INSZ, van de betrokken persoon;2° naam en adres van de betrokken persoon;3° de geboortedatum van de betrokken persoon;4° de datum van de mammotest;5° de mammotest;6° in voorkomend geval, eerdere digitale mammografiebeelden die door de mammografische-eenheid voor de betrokken persoon werden genomen;7° de analyse van de mammotest door zijn radioloog-eerste lezer;8° de identiteit van de eerste lezer-radioloog ;9° de identiteit van de technoloog die de mammotest heeft uitgevoerd;10° in voorkomend geval, de gegevens van de arts bedoeld in artikel 36.

Art. 39.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde controleert of het RIS correct is ingevuld zodra het de in artikel 38 bedoelde gegevens ontvangt. Afdeling 3. - Tweede lezing van de mammotest

Art. 40.Na ontvangst van de in artikel 38 bedoelde informatie vraagt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde een tweede lezing aan door een radioloog die een tweede lezing uitvoert.

De aanvraag bedoeld in paragraaf 1 gaat vergezeld van de mammotest.

De tweede lezer-radioloog wordt niet op de hoogte gebracht: 1° van het resultaat van de analyse van de mammotest door de eerste lezer-radioloog;2° van de identiteit van de eerste lezer-radioloog ;

Art. 41.De tweede lezer-radioloog voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° hij heeft de opleiding tot radioloog met specialisatie in de senologie voltooid;2° hij heeft ten minste één jaar ervaring als radioloog gespecialiseerd in senologie;3° hij verklaart dat hij elk jaar permanente bijscholingscursussen heeft gevolgd;4° hij beschikt over een infrastructuur die een efficiënte en veilige elektronische ontvangst van de mammotests, het dubbel lezen en het doorsturen van de resultaten mogelijk maakt;5° hij beschikt over apparatuur voor het lezen van digitale mammografieën waarvoor een type-erkenning is verleend door een officiële instantie of overheidsinstantie van een lidstaat van de Europese Unie en die onderworpen is aan een periodieke kwaliteitscontrole; 6° hij kan aantonen jaarlijks minstens 2.500 mammotests of andere mammografische onderzoeken te hebben gelezen; 7° hij beschikt over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde stelt het Agentschap in kennis van de identiteit van elke radioloog die als tweede lezer optreedt en certificeert elk jaar dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan. Deze communicatie vindt elke keer plaats als er van tweede-lezer radioloog wordt gewisseld.

Art. 42.De tweede lezer-radioloog stuurt zijn analyse naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde door middel van het RIS. Indien nodig stuurt de radioloog die de tweede lezing uitvoert ook een advies over de kwaliteit van de mammotest naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 43.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde controleert of het RIS correct is ingevuld zodra het de in artikel 42 bedoelde gegevens ontvangt. Afdeling 4. - Derde lezing van de mammotest

Art. 44.Als er een discrepantie is tussen de analyse van de mammotest door de radioloog die de eerste lezing heeft verricht en de analyse van dezelfde mammotest door de radioloog die de tweede lezing heeft verricht, vraagt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde een derde lezing aan bij een derde lezer-radioloog .

De aanvraag bedoeld in paragraaf 1 gaat vergezeld van de mammotest.

De derde lezer-radioloog wordt op de hoogte gebracht: 1° van het resultaat van de analyse van de mammotest door de eerste lezer-radioloog;2° van het resultaat van de analyse van de mammotest door de tweede lezer-radioloog;3° van de identiteit van de eerste lezer-radioloog ;4° van de identiteit van de tweede lezer-radioloog ;5° van de identiteit van de betrokken persoon: Art.45. Artikel 41 is van toepassing op de derde lezer-radioloog.

Art. 46.De derde lezer-radioloog stuurt zijn analyse van de mammotest via het RIS naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geneeskunde.

Art. 47.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde controleert of het RIS correct is ingevuld zodra het de in artikel 46 bedoelde gegevens ontvangt. Afdeling 5. - Informatie voor de betrokken persoon

Art. 48.§ 1. Dit artikel is van toepassing wanneer de betrokken persoon een referentiearts heeft aangewezen. § 2. Na de tweede of derde lezing, afhankelijk van of de mammotest twee of drie keer werd gelezen, stuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde alle gegevens met betrekking tot de mammotest naar de referentiearts, indien mogelijk via beveiligde elektronische weg.

De referentiearts informeert de persoon in kwestie over het resultaat van de mammotest. § 3. Wanneer het resultaat van de mammotest positief of twijfelachtig is, gaat de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde brief vergezeld van een antwoordformulier dat door de referentiearts wordt ingevuld nadat hij de betrokken persoon heeft geïnformeerd.

De referentiearts informeert de betrokken persoon over de resultaten van de mammotest, eventuele verdere tests die moeten worden uitgevoerd en, indien van toepassing, de beschikbare behandelingsopties.

De referentiearts vermeldt op het in lid 1 bedoelde antwoordformulier dat hij de betrokken persoon overeenkomstig lid 2 heeft ingelicht, alsmede de geplande opvolging.

Het ingevulde antwoordformulier wordt teruggestuurd naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde, indien mogelijk via beveiligde elektronische middelen.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het RIS zodra het het antwoordformulier ontvangt. § 4. Indien het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het overeenkomstig paragraaf 3, derde lid, ingevulde antwoordformulier niet binnen vijftien dagen na de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde verzending heeft ontvangen, deelt het de betrokken persoon per post of langs elektronische weg mee dat het resultaat van zijn opsporingstest aan zijn referentiearts is meegedeeld.

Indien het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het overeenkomstig paragraaf 3, derde lid, ingevulde antwoordformulier niet binnen vijftien dagen na de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde zending heeft ontvangen, zendt het een herinnering aan de referentiearts.

Indien het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het overeenkomstig paragraaf 3, derde lid, ingevulde antwoordformulier niet binnen vijftien dagen na verzending van de in het tweede lid bedoelde herinnering heeft ontvangen, zendt het de betrokken persoon een herinnering waarin deze wordt verzocht contact op te nemen met zijn referentiearts of met een arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 49.§ 1. Dit artikel is van toepassing wanneer de betrokken persoon geen referentiearts heeft aangewezen. § 2. Deze paragraaf is van toepassing als het resultaat van de mammotest negatief is.

Na de tweede of derde lezing, afhankelijk van of de mammotest twee of drie keer werd gelezen, stuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde alle gegevens met betrekking tot de mammotest naar de betrokken persoon. § 3. Deze paragraaf is van toepassing als het resultaat van de mammotest negatief of twijfelachtig is.

Na de tweede of derde lezing, afhankelijk van het feit of de mammotest twee of drie keer is gelezen, nodigt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde de betrokken persoon per post of elektronisch uit voor een gesprek met een arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde. De betrokken persoon wordt geïnformeerd dat hij contact kan opnemen met het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde om de datum of tijd van het gesprek te wijzigen.

Tijdens het gesprek informeert de arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde de betrokken persoon over het resultaat van de mammotest, eventuele aanvullende tests die moeten worden uitgevoerd en, indien van toepassing, de beschikbare behandelingsopties.

De arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zal de betrokken persoon vragen contact op te nemen met een referentiearts om bijkomende tests te laten uitvoeren.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het RIS zodra het gesprek voorbij is. § 4. Indien de betrokken persoon niet verschijnt op het overeenkomstig paragraaf 3, tweede lid, geplande gesprek, stuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde hem een nieuwe uitnodiging.

Als de betrokken persoon dit nieuwe gesprek niet bijwoont, wordt het resultaat van de mammotest per post naar de betrokken persoon opgestuurd. HOOFDSTUK 5. - Opvolging van positieve gevallen

Art. 50.In de mate van het mogelijke wordt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde op de hoogte gebracht van de datum en het resultaat van de aanvullende onderzoeken door de referentiearts of door het register van de personen getroffen door borstkanker, onverminderd de bevoegdheden van de federale staat.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het RIS zodra het de in lid 1 bedoelde informatie ontvangt.

Art. 51.Onverminderd de bevoegdheden van de federale staat brengt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het register van de personen getroffen door borstkanker op de hoogte van : 1° de verstuurde uitnodigingen en heruitnodigingen ;2° de resultaten van de mammotests. HOOFDSTUK 6. - Erkenning van de mammografische eenheden Afdeling 1. - Adviescommissie inzake borstkankeropsporing

Art. 52.§ 1. Er wordt een adviescommissie voor borstkankeropsporing opgericht.

De adviescommissie brengt advies uit over aanvragen en intrekkingen van erkenningen voor mammografische eenheden.

De adviezen van de commissie worden binnen een termijn van maximaal zestig dagen uitgebracht. Deze termijn gaat in op de datum waarop het verzoek om advies door het secretariaat van de Commissie wordt ontvangen.

Indien de adviescommissie geen advies heeft uitgebracht binnen de in lid 3 bedoelde termijn van zestig dagen, stelt de Minister het besluit tot verlening of intrekking van de erkenning vast zonder advies van de adviescommissie. § 2. De adviescommissie bestaat uit: 1° drie effectieve leden afkomstig uit en voorgedragen door de Franstalige kamer van de erkenningscommissie voor artsen-specialisten radiodiagnose, van wie er één gekwalificeerd is als senoloog;2° een effectief lid uit en voorgedragen door de Franstalige kamer van het College van geneesheren voor diagnostiek met medische beeldvorming. De gewone leden van de adviescommissie worden voor onbepaalde tijd benoemd door de Minister.

Voor elk gewoon lid wijst de Minister een plaatsvervangend lid aan onder dezelfde voorwaarden. Dit plaatsvervangend lid zetelt enkel als het gewoon lid afwezig is. § 3. Op voordracht van de adviescommissie wijst de Minister een voorzitter en een ondervoorzitter uit de gewone leden van de adviescommissie aan. § 4. Elk lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor hij is benoemd, wordt geacht ontslag te hebben genomen.

Bij ontslag of overlijden van een lid van de adviescommissie wordt zijn vervanger overeenkomstig paragraaf 2 door de Minister benoemd. § 5. De adviescommissie stelt binnen twee maanden na haar oprichting haar huishoudelijk reglement op en legt dit ter goedkeuring voor aan de Minister.

De beraadslagingen van de adviescommissie zijn geldig als ten minste drie stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Als het quorum niet bereikt wordt, wordt uiterlijk binnen tien dagen een andere vergadering met dezelfde agenda belegd. In dat geval zal de adviescommissie geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden.

Onder werkdagen wordt verstaan alle dagen behalve zaterdagen, zondagen en feestdagen.

Beslissingen worden genomen met een absolute meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden.

Het Agentschap wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de adviescommissie. Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 53.Om erkend te worden moet de mammografische eenheid de volgende voorwaarden vervullen: 1° beschikken over een vaste, halfmobiele of mobiele installatie, vermeld in het register, waarvan voor elk onderdeel een type-erkenning is verleend door een officiële instantie of overheidsinstantie van een lidstaat van de Europese Unie, en die functioneert onder de verantwoordelijkheid van ten minste één arts;2° voor de mammografische-eenheid uitgerust met een "computed Radiography", uitgerust zijn met 24/30 cassettes en een conformiteitsattest van mammografie voorleggen dat minder dan zes maanden oud is;3° installaties en uitrustingen hebben die voldoen aan de fysieke en technische normen die zijn vastgelegd in Europese aanbevelingen;4° beschikken over de eerste acceptatietest beschreven in artikel 55;5° de verbintenis aangaan om de medisch-radiologische normen na te leven;6° beschikken over een exploitatievergunning afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;7° zijn opdrachten over het geheel van het grondgebied van het Franse taalgebied uitoefenen; 8° gevestigd zijn in een private radiologiepraktijk of binnen een medische instelling (ziekenhuis, polikliniek, enz.), onder de verantwoordelijkheid van een arts ; 9° beschikken over speciaal uitgeruste lokalen, overeenkomstig de normen vermeld in artikelen 415 tot 415/16 van de gewestelijke stedenbouwkundige handleiding, om toegankelijk te zijn voor personen met beperkte mobiliteit;10° beschikken over gekwalificeerd personeel gespecialiseerd in radiodiagnostiek dat in staat is een eerste lezing uit te voeren en dat het bewijs kan voorleggen van hun opleiding en activiteit in senologie en van hun opleiding in digitale mammografie;11° ten minste één radioloog of technoloog hebben die verantwoordelijk is voor het maken van de beelden en die een bijkomende theoretische en praktische opleiding heeft gekregen in de correcte positionering van de borst en de fototechnische kwaliteit van de beelden;12° zich ertoe verbinden het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde en het Agentschap onverwijld in kennis te stellen van elke wijziging in de samenstelling van het personeel bedoeld in 9° en 10° ;13° zich ertoe verbinden om alle bepalingen na te leven die van toepassing zijn op het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker;14° een samenwerkingsakkoord afgesloten hebben met het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voor de uitvoering van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker;15° de verbintenis om, voor zover mogelijk, binnen maximaal een maand na de aanvraag een afspraak te maken voor personen die een mammotest willen ondergaan in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker;16° in staat zijn om de in artikel 38 opgesomde informatie langs beveiligde elektronische weg via een snelle verbinding naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde te sturen;17° zich ertoe verbinden jaarlijks aan het centrum voor preventieve geneeskunde het aantal mammografie- en mammotestonderzoeken mee te delen dat in de loop van een kalenderjaar werd uitgevoerd;18° het borstkankerprogramma promoten bij de betrokken personen;19° zich ertoe verbinden om de administratie onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging in de installaties of in de samenstelling van het personeel;20° beschikken over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Het systeem bedoeld in paragraaf 1er, 2°, is niet langer toegelaten vanaf 1 januari 2025.

De Minister stelt, op advies van de adviescommissie, vermeld in artikel 52, richtlijnen vast met betrekking tot de opleiding digitale mammografie, vermeld in paragraaf 1, 10°.

Het personeel, vermeld in paragraaf 1, 10°, past het beleid van derdebetalersregeling toe voor alle mammografieën die worden uitgevoerd in het kader van het programma van preventieve geneeskunde tegen borstkanker.

Het in artikel 1, 14°, bedoelde samenwerkingsakkoord omvat ten minste de volgende elementen: 1° de procedures en termijnen voor het verstrekken van de informatie bedoeld in artikel 38 ;2° de procedures voor toegang tot het gecentraliseerde mammotestarchief met het oog op het vergelijken van beelden bij een volgende mammotest of bij een fijnafstemmingsprocedure;3° de resultaten van de tweede lezing en de eventuele derde lezing meedelen aan de radioloog die de eerste lezing heeft verricht. Afdeling 3. - Fysieke en technische normen

Art. 54.§ 1. De mammografie wordt uitgevoerd in installaties en uitrustingen die voldoen aan de fysieke en technische normen die zijn vastgelegd in Europese aanbevelingen De naleving van fysisch-technische normen wordt geanalyseerd: 1° tijdens de acceptatietest beschreven in artikel 55;2° tijdens jaarlijkse en halfjaarlijkse testen uitgevoerd door een controleorgaan;3° tijdens wekelijkse en dagelijkse testen uitgevoerd door de mammografische eenheid. De resultaten van alle testen worden in het register genoteerd.

Als de in lid 2 bedoelde tests niet worden uitgevoerd, wordt de erkenning ingetrokken. § 2. Het controleorgaan dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de acceptatietest en de jaarlijkse en halfjaarlijkse tests moet aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° hij beschikt over ten minste één radiofysicus die controleert of de installaties van de mammografische-eenheden voldoen aan de fysisch-technische normen van de Europese aanbevelingen;2° het beschikt over de nodige apparatuur om testen uit te voeren om te garanderen dat de mammografische eenheden voldoen aan de fysische en technische normen die zijn vastgelegd in de Europese aanbevelingen;3° het voert de acceptatietest en de jaarlijkse en halfjaarlijkse tests uit in overeenstemming met de Europese aanbevelingen voor borstkankeropsporing;4° het voldoet aan alle internationale, Europese, federale of gewestelijke bepalingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, alsook aan de bepalingen met betrekking tot het beroeps- en medisch geheim;5° het gebruikt een gestandaardiseerd formulier voor het rapporteren van controletests;6° het maakt een kopie van het ingevulde standaardformulier over aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde. De radiofysicus, vermeld in het eerste lid, 1°, moet : 1° houder zijn van een erkenning medische radiofysica op het gebied van radiologie, afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controlehet, afgekort FANC ;2° om de twee jaar een gekruiste test afleggen en een kopie van het testresultaat naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sturen. De gekruiste test bedoeld in het tweede lid, 2°, bestaat uit de beoordeling van de bekwaamheid van de radiofysicus om de testen uit te voeren teneinde de naleving van de fysisch-technische normen vastgelegd in de Europese aanbevelingen te waarborgen.

Bij de gekruiste test voeren de aanvragende radiofysicus en een andere controleorgaan allebei een acceptatietest of een jaarlijkse test uit op dezelfde installatie van een mammografische eenheid. De resultaten van de twee tests worden vergeleken door een derde controleorgaan. Als de resultaten convergeren, is de gekruiste test geslaagd. Als de resultaten verschillen, moet er een nieuwe gekruiste test worden uitgevoerd.

Art. 55.§ 1. De eerste acceptatietest moet worden uitgevoerd binnen de zes maanden voorafgaand aan de erkenning van de mammografische eenheid voor elk apparaat dat wordt gebruikt in het programma voor borstkankerpreventie.

Telkens wanneer een nieuw apparaat in gebruik wordt genomen in het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker, moet een nieuwe acceptatietest worden uitgevoerd. § 2. De acceptatietest wordt uitgevoerd door een controleorgaan.

De acceptatietest wordt uitgevoerd door een radiofysicus die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 54, § 2, tweede lid.

Bij de acceptatietest wordt onderzocht of de installatie voldoet aan de fysieke en technische normen die zijn vastgelegd in Europese aanbevelingen.

De elementen die beoordeeld moeten worden door een acceptatietest en moeten voldoen aan de fysieke en technische kwaliteitsnormen die erop van toepassing zijn, worden gedefinieerd in de Europese aanbevelingen. § 3. De succesvolle voltooiing van de acceptatietest wordt bevestigd door een conformiteitsgetuigschrift dat door het controleorgaan aan de mammografische eenheid wordt afgegeven. § 4. Als de mammografische eenheid niet slaagt voor de acceptatietest, geeft het controleorgaan een getuigschrift van niet-conformiteit af aan de mammografische eenheid.

De mammografische eenheid neemt onmiddellijk maatregelen om afwijkingen van medisch-radiologische kwaliteitsnormen te corrigeren.

Als een mammografieapparaat niet voldoet aan de fysisch-technische normen die zijn vastgelegd in de Europese aanbevelingen, moet het een nieuwe acceptatietest ondergaan zodra het aan de normen voldoet.

Als de mammografie-eenheid tijdens de acceptatietest echter ernstig in gebreke blijft, wordt het onmiddellijk stilgelegd totdat het weer aan de eisen voldoet. § 5. De kosten van de acceptatietest worden gedragen door de mammografische eenheid. § 6. De mammografische eenheid maakt elektronisch elk conformiteitsgetuigschrift of niet-conformiteitsgetuigschrift dat uit hoofde van dit artikel is afgegeven over aan: 1° het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;2° het Agentschap : Art.56. § 1. De eerste jaarlijkse test moet worden uitgevoerd binnen een jaar na afgifte van een conformiteitsgetuigschrift als onderdeel van een acceptatietest.

Latere jaarlijkse tests moeten worden uitgevoerd binnen een jaar na de laatste jaarlijkse test. § 2. De acceptatietest wordt uitgevoerd door een controleorgaan.

De jaarlijkse test wordt uitgevoerd door een radiofysicus die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 54, § 2, tweede lid.

Bij de jaarlijkse test wordt onderzocht of de installatie voldoet aan de fysieke en technische normen die zijn vastgelegd in de Europese aanbevelingen.

De elementen die beoordeeld moeten worden door een acceptatietest en moeten voldoen aan de fysieke en technische kwaliteitsnormen die erop van toepassing zijn, worden gedefinieerd in de Europese aanbevelingen. § 3. De succesvolle voltooiing van de jaarlijkse test wordt bevestigd door een conformiteitsgetuigschrift dat door het controleorgaan aan de mammografische eenheid wordt afgegeven. § 4. Als de jaarlijkse test niet slaagt voor de acceptatietest, geeft het controleorgaan een getuigschrift van niet-conformiteit af aan de mammografische eenheid.

De mammografische eenheid neemt onmiddellijk maatregelen om afwijkingen van medisch-radiologische kwaliteitsnormen te corrigeren.

Als een mammografische eenheid niet voldoet aan de fysisch-technische normen die zijn vastgelegd in de Europese aanbevelingen, moet het een nieuwe jaarlijkse test ondergaan zodra het aan de normen voldoet.

Als de mammografische-eenheid tijdens de acceptatietest echter ernstig in gebreke blijft, wordt het onmiddellijk stilgelegd totdat het weer aan de eisen voldoet. § 5. De kosten van de acceptatietest worden gedragen door de mammografische eenheid. § 6. De mammografische eenheid maakt elektronisch elk conformiteitsgetuigschrift of niet-conformiteitsgetuigschrift dat uit hoofde van dit artikel is afgegeven over aan: 1° het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;2° het Agentschap : Art.57. § 1. De eerste halfjaarlijkse test moet worden uitgevoerd binnen een halfjaar na afgifte van een conformiteitsgetuigschrift als onderdeel van een acceptatietest.

Latere halfjaarlijkse tests moeten worden uitgevoerd in de zes maanden na de laatste jaarlijkse test. § 2. De halfjaarlijkse test wordt uitgevoerd door een controleorgaan.

De halfjaarlijkse test wordt uitgevoerd : 1° hetzij door een radiofysicus die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 54, § 2, tweede lid;2° hetzij door een radiofysicus in opleiding tot medisch radiofysicus op het gebied van radiologie. Bij de halfjaarlijkse test wordt onderzocht of de installatie voldoet aan de fysieke en technische normen die zijn vastgelegd in de Europese aanbevelingen.

De elementen die beoordeeld moeten worden door een halfjaarlijkse test en moeten voldoen aan de fysieke en technische kwaliteitsnormen die erop van toepassing zijn, worden gedefinieerd in de Europese aanbevelingen. § 3. De succesvolle voltooiing van de halfjaarlijkse test wordt bevestigd door een conformiteitsgetuigschrift dat door het controleorgaan aan de mammografische eenheid wordt afgegeven. § 4. Als de halfjaarlijkse test niet slaagt voor de acceptatietest, geeft het controleorgaan een getuigschrift van niet-conformiteit af aan de mammografische eenheid.

De mammografische eenheid neemt onmiddellijk maatregelen om afwijkingen van medisch-radiologische kwaliteitsnormen te corrigeren.

Als een mammografische eenheid niet voldoet aan de fysisch-technische normen die zijn vastgelegd in de Europese aanbevelingen, moet het een nieuwe halfjaarlijkse test ondergaan zodra het aan de normen voldoet.

Als de installaties in de mammografische-eenheid tijdens de halfjaarlijkse test echter ernstig in gebreke blijven, wordt ze onmiddellijk stilgelegd totdat ze weer aan de eisen voldoet. § 5. De kosten van de halfjaarlijkse test worden gedragen door de mammografische eenheid. § 6. De mammografische eenheid maakt elektronisch elk conformiteitsgetuigschrift of niet-conformiteitsgetuigschrift dat uit hoofde van dit artikel is afgegeven over aan: 1° het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;2° het Agentschap : Art.58. § 1. Eenmaal per week voert de mammografische eenheid tests uit op initiatief en onder toezicht van de verantwoordelijke.

Wekelijkse tests worden uitgevoerd zoals aangegeven in de Europese aanbevelingen.

De resultaten van de wekelijkse tests moeten voldoen aan de normen die zijn gedefinieerd in de Europese aanbevelingen.

De resultaten van de wekelijkse tests worden vastgelegd in het RIS. De resultaten van de wekelijkse tests worden door het controleorgaan gecontroleerd tijdens de jaarlijkse of halfjaarlijkse test. § 2. Eén keer per dag dat de installatie wordt gebruikt voor mammotests, voert de mammografische-eenheid tests uit op initiatief en onder toezicht van de verantwoordelijke.

Dagelijkse tests worden uitgevoerd zoals aangegeven in de Europese aanbevelingen.

De resultaten van de dagelijkse tests moeten voldoen aan de normen die zijn gedefinieerd in de Europese aanbevelingen.

De resultaten van de dagelijkse tests worden vastgelegd in het RIS. De resultaten van de dagelijkse tests worden door het controleorgaan gecontroleerd tijdens de jaarlijkse of halfjaarlijkse test. § 3. De referentiewaarden voor de wekelijkse en dagelijkse tests worden bepaald op basis van de acceptatietest en de jaarlijkse en halfjaarlijkse tests.

De mammografische eenheid neemt onmiddellijk maatregelen om afwijkingen van de referentiewaarden te corrigeren. § 4. De kosten van de halfjaarlijkse en dagelijkse tests worden gedragen door de mammografische eenheid. Afdeling 4. - Medische en radiologische normen

Art. 59.De naleving van medische en radiologische normen wordt beoordeeld in termen van positionering en fototechnische kwaliteit.

De beoordeling wordt continu uitgevoerd door de tweede lezer-radioloog.

Art. 60.§ 1. Inzake positionering moet een opsporingsmammografie twee incidenties per borstopname omvatten: 1° een oblique opname ;2° een craniocaudale opname; § 2. Minstens 75 % van de opnamen moet zo gepositioneerd zijn dat: 1° op de oblique (mediolaterale schuine) opname de musculus pectoralis te zien is als een driehoek, met de punt op tepelhoogte, en de inframammaire omslagplooi naar de buik is afgebeeld zonder superpositie;2° op de oblique en de craniocaudale (face) opname de afstand tepel - musculus pectoralis dezelfde is;3° op de oblique of op de craniocaudale opname de tepel tangentieel staat afgebeeld. Minstens 20 % van de dertig opeenvolgende opnamen moet zo gepositioneerd zijn dat op de craniocaudale opname de rand van de musculus pectoralis te zien is.

Art. 61.Inzake fototechnische kwaliteit moeten de volgende aspecten als voldoende worden beoordeeld in 80 % van de clichés: 1° de uitgevoerde compressie;2° de beeldscherpte en -belichting;3° de minimale beperking van artefacten.

Art. 62.§ 1. De eerste beoordeling van de naleving van de medisch-radiologische normen wordt uitgevoerd binnen zes maanden nadat de mammografische eenheid is erkend.

De eerste beoordeling wordt door het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde georganiseerd. § 2. De mammografische eenheid stuurt dertig geanonimiseerde mammotests naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde vertrouwt een of meerdere tweede lezer-radiologen de taak toe om te controleren of de medisch-radiologische normen van de artikelen 60 en 61 worden nageleefd.

De tweede lezer-radioloog stuurt zijn beoordeling naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde. Deze beslissing wordt gemotiveerd.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde stuurt de gemotiveerde beoordeling naar de mammografische eenheid en naar het Agentschap.

Onverminderd de mogelijkheid van een tweede beoordeling als bedoeld in paragraaf 3, wordt in geval van een negatieve beoordeling wat betreft de positionering of fototechnische kwaliteit, de erkenning van de mammografische eenheid ingetrokken. § 3. In geval van een negatieve beoordeling wat betreft positionering of fototechnische kwaliteit kan het hoofd van de mammografische eenheid om een tweede beoordeling verzoeken op basis van tien opeenvolgende mammografieën die binnen vier maanden na ontvangst van de in lid 2 bedoelde gemotiveerde beoordeling zijn uitgevoerd.

De tweede beoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig paragraaf 2.

Als de tweede beoordeling ook negatief is, wordt de erkenning van de mammografische eenheid ingetrokken. § 4. Wanneer de mammografische eenheid minder dan dertig mammografieën heeft uitgevoerd in de zes maanden na haar erkenning, wordt de in paragraaf 2 bedoelde beoordeling niet uitgevoerd en wordt de erkenning ingetrokken. § 5. De kosten van de beoordeling worden gedragen door de mammografische eenheid. § 6. Om de twee jaar worden twintig mammotests opnieuw beoordeeld overeenkomstig dit artikel.

Art. 63.§ 1. De naleving van medisch-radiologische normen wordt ook voortdurend beoordeeld door de tweede lezer-radiologen wanneer ze de tweede lezing uitvoeren.

De beoordeling wordt samen met de analyse van de tweede lezing naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde gestuurd. § 2. Om de zes maanden analyseert het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde de in paragraaf 1 bedoelde beoordelingen voor elke mammografische eenheid.

De in paragraaf 1 bedoelde analyse wordt naar de betrokken mammografische eenheid en naar het Agentschap gestuurd.

De mammografische eenheid neemt onmiddellijk maatregelen om afwijkingen van medisch-radiologische kwaliteitsnormen te corrigeren. § 3. Indien uit twee opeenvolgende analyses als bedoeld in paragraaf 2 blijkt dat een mammografische eenheid niet aan de medisch-radiologische normen voldoet, wordt de erkenning van deze mammografische eenheid ingetrokken. § 4. Wanneer uit twee opeenvolgende analyses als bedoeld in paragraaf 2 blijkt dat de mammografische eenheid minder dan dertig mammografieën heeft uitgevoerd gedurende twee opeenvolgende periodes van zes maanden, wordt de erkenning ingetrokken. Afdeling 5. - Erkenningsprocedure

Art. 64.De mammografische eenheid dient haar erkenningsaanvraag elektronisch in bij het Agentschap en het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door de mammografische eenheid, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van de mammografische eenheid, de hoedanigheid en het mandaat van haar vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer, website...; f) de openingsdagen en -uren van de mammografische eenheid;g) de voorhanden functies binnen het personeel in voltijds equivalenten, met vermelding van het diploma van elke werknemer;h) de vermelding of de lokalen toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit;j) de verbintenis om de medisch-radiologische normen na te leven;k) een verbintenis om alle bepalingen na te leven die van toepassing zijn op het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker;l) de verbintenis om, voor zover mogelijk, binnen maximaal een maand na de aanvraag een afspraak te maken voor personen die een mammotest willen ondergaan in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker;m) de verbintenis om de in artikel 38 opgesomde informatie langs beveiligde elektronische weg via een snelle verbinding naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde te sturen;n) de verbintenis om het borstkankerprogramma onder vrouwen te promoten;o) de verbintenis om de administratie onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging in de installaties of in de samenstelling van het personeel;p) de verbintenis om de in artikel 55 bedoelde acceptatietest te ondergaan;p) de verbintenis om de in artikel 56 bedoelde jaarlijkse tests te ondergaan;p) de verbintenis om de in artikel 57 bedoelde halfjaarlijkse tests te ondergaan;s) de verbintenis tot het organiseren van de wekelijkse en dagelijkse tests als bedoeld in artikel 58;t) de verbintenis om de in artikel 62 bedoelde eerste beoordeling te ondergaan;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de Raad van bestuur tijdens welke de beslissing om de erkenning aan te vragen, is aangenomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° een gedetailleerde beschrijving van de volledige installatie, vergezeld van een gelijkvormigheidsattest;5° een kopie van de exploitatievergunning afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;6° een beschrijving van de lokalen, eventueel met foto's of plannen, om aan te tonen dat ze toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit;7° een lijst van de eerste lezer-radiologen en andere radiologen, samen met het bewijs van hun opleidingen en activiteiten in senologie en digitale mammografie;8° indien van toepassing, het bewijs dat de technologen hun bijkomende theoretische en praktische opleiding over de correcte positionering van de borst en de fototechnische kwaliteit van de beelden hebben gevolgd;9° een kopie van het samenwerkingsakkoord afgesloten met het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voor de uitvoering van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker;10° het bewijs van beroepsaansprakelijkheidsverzekering;11° elk ander document dat de mammografische eenheid relevant acht om haar aanvraag te ondersteunen.

Art. 65.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

De mammografische eenheid beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om haar dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt haar erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Binnen vijftien dagen na ontvangst van het volledige dossier doet het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het volledige dossier toekomen aan de in artikel 52 bedoelde adviescommissie.

De adviescommissie deelt haar advies mee aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde en aan het Agentschap.

Na ontvangst van het advies bedoeld in het derde lid of na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 52, § 1, derde lid, zendt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het volledige dossier naar het Agentschap. § 4. Het Agentschap zendt de Minister binnen een maand na ontvangst van het advies van de adviescommissie het volledige dossier toe, samen met zijn advies en het advies van de adviescommissie.

Indien de adviescommissie binnen de in artikel 52, § 1, derde lid, bedoelde termijn geen advies heeft uitgebracht, zendt het Agentschap binnen een maand na het verstrijken van deze termijn het volledige dossier met zijn advies aan de Minister. § 5. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.

De Minister of zijn afgevaardigde geeft de betrokken mammografische eenheid kennis van zijn beslissing.

Een afschrift van de beslissing wordt overgemaakt aan 1° het Agentschap: 2° de adviescommissie: 3° het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde. § 6. De erkenning wordt voor onbepaalde duur verleend.

Art. 66.In het geval van een beslissing tot weigering van de beslissing moet de mammografische eenheid die een nieuwe erkenningsaanvraag indient, bij haar aanvraag het bewijs voegen dat zij de tekortkoming die tot de weigering van de erkenning heeft geleid, heeft verholpen. Afdeling 6. - Procedure voor de intrekking van de erkenning

Art. 67.In de volgende gevallen start het Agentschap een procedure om de erkenning in te trekken: 1° in geval van niet-naleving van de erkenningsvoorwaarden;2° in geval van niet-naleving door de mammografische eenheid van haar verplichtingen onder dit besluit;3° in het geval bedoeld in artikel 62, § 3, derde lid;4° in het geval bedoeld in artikel 63, § 3;5° in het geval bedoeld in artikel 62, § 4;6° in het geval bedoeld in artikel 63, § 4.

Art. 68.§ 1. In de gevallen bedoeld in artikel 67, 1° tot 4°, deelt het Agentschap de geconstateerde tekortkomingen mee aan de mammografische eenheid, samen met de termijn waarbinnen aan de tekortkomingen moet worden voldaan, die niet korter mag zijn dan een maand na de datum van de mededeling van de tekortkomingen.

Na afloop van de termijn voor het in overeenstemming brengen doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan de betrokken mammografische eenheid.

Het Agentschap stuurt tegelijkertijd het volledige dossier door naar de adviescommissie. § 2. In de gevallen, bedoeld in artikel 67, 5° en 6°, brengt het Agentschap de mammografische eenheid op de hoogte van: 1° de vastgestelde tekortkomingen;2° een voorstel om de erkenning in te trekken. Het Agentschap stuurt tegelijkertijd het volledige dossier door naar de adviescommissie. § 3. Binnen vijftien dagen na kennisgeving van het voorstel tot intrekking van de erkenning kan de betrokken mammografische eenheid verzoeken te worden uitgenodigd voor een hoorzitting met de adviescommissie om haar argumenten naar voren te brengen. Deze aanvraag moet bij aangetekende brief bij het Agentschap ingediend worden.

Het verzoek om een hoorzitting onderbreekt de in artikel 52, § 1, derde lid, bedoelde termijn voor het uitbrengen van een advies tot de dag van de hoorzitting.

De mammografische eenheid kan zich bij de hoorzitting laten bijstaan door een raadsman van haar keuze.

Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan de verhoorde mammografische eenheid die over vijftien dagen beschikt om haar opmerkingen te laten gelden. § 4. De adviescommissie zendt het volledige dossier en haar advies aan het Agentschap binnen de in artikel 52, § 1, derde lid, vastgestelde termijn die, in voorkomend geval, overeenkomstig paragraaf 3, tweede lid, onderbroken is.

Artikel 52, § 1, vierde lid, is niet van toepassing wanneer de mammografische eenheid is gehoord overeenkomstig het derde lid. § 5. Het Agentschap maakt het volledige dossier aan de Minister over binnen vijftien werkdagen na het advies van de adviescommissie. § 6. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier.

De beslissing tot intrekking van de erkenning wordt door de Minister of zijn afgevaardigde aan de betrokken mammografische eenheid meegedeeld.

Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan: 1° het Agentschap: 2° de adviescommissie: 3° het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 69.De mammografische eenheid waarvan de erkenning is ingetrokken, mag tijdens het jaar volgend op de beslissing tot intrekking van de erkenning geen nieuwe erkenningsaanvraag indienen. Afdeling 7. - Beroep

Art. 70.§ 1. De mammografische eenheid waarvan de erkenning is geweigerd of ingetrokken, beschikt over één maand om een gemotiveerd beroep in te dienen, te rekenen vanaf de ontvangst van de beslissing tot weigering of tot intrekking van de erkenning.

Het met redenen omklede beroep wordt per aangetekende post of per deurwaardersexploot bij het Agentschap ingediend.

In haar beroep kan de mammografische eenheid uitdrukkelijk verzoeken te worden gehoord, vergezeld van een raadsman van haar keuze. § 2. Het Agentschap zendt het beroep, samen met het volledige dossier, binnen vijftien dagen na ontvangst door naar de adviescommissie.

De adviescommissie zendt haar advies aan het Agentschap binnen de in artikel 52, § 1, derde lid, bedoelde termijn.

Binnen vijftien dagen na ontvangst van het advies van de adviescommissie stuurt het Agentschap het volledige dossier door naar de Minister. § 3. De Minister beslist over de aanvraag binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier.

De Minister hoort eerst de verzoeker, indien laatstgenoemde daar in zijn beroep uitdrukkelijk om heeft verzocht. Na deze hoorzitting kan de Minister, indien nodig, een nieuw advies vragen aan de adviescommissie. § 4. De beslissing over het beroep wordt door de Minister of zijn afgevaardigde aan de betrokken mammografische eenheid meegedeeld.

Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan: 1° het Agentschap: 2° de adviescommissie: 3° het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde. HOOFDSTUK 7 - Subsidiëring van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde

Art. 71.§ 1. Het erkende operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde krijgt een subsidie van 586.970,00 euro toegewezen.

Het in lid 1 genoemde bedrag is gekoppeld aan de spilindex 128,11 van 1 december 2023, op basis van 2013 = 100. Dat bedrag wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit artikel.

TITEL III. - Specifieke bepalingen met betrekking tot het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker. HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Art. 72.De bepalingen van deze titel hebben uitsluitend betrekking op het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker.

Art. 73.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 1° "iFOBT-test": immunochemical Fecal occult blood Test of de opsporing van occult bloed in de stoelgang;2° "positieve iFOBT-test": iFOBT-test die een controle-coloscopie vereist;3° "iFOBT-analyselaboratorium": het laboratorium dat door het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde is aangewezen om iFOBT-tests te analyseren;4° "kit": een geheel van documenten en bemonsteringsmateriaal voor het uitvoeren van de iFOBT-test, geleverd door het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;5° "DIS (Digestive Information System): geïnformatiseerde databank die de medische en administratieve inlichtingen inhoudt bedoeld in artikel 47/17/1 van het decreetgevend deel van het Wetboek en die specifiek zijn voor het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker;6° "coloscopie": endoscopisch onderzoek van de hele dikke darm;7° "register van de personen getroffen door colorectale kanker": het register bedoeld in het Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake de activiteiten en financiering van het kankerregister. HOOFDSTUK 2. - De betrokken personen

Art. 74.De personen die onder het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker vallen, voldoen aan de volgende criteria: 1° minstens 50 jaar oud zijn;2° maximum 74 jaar oud zijn;3° zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied hebben. HOOFDSTUK 3. - Uitnodigingen en heruitnodigingen Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 75.De uitnodiging bevat: 1° de volledige identiteit van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;2° uitleg over colorectale kanker, met inbegrip van de risico's als er niet opgespoord wordt;3° uitleg over de iFOBT-test, met inbegrip van de procedures, voordelen en risico's;4° de identiteit en het adres van het iFOBT-analyselaboratorium;5° uitleg over de procedure na de iFOBT-test;6° de modaliteiten voor de terbeschikkingstelling van de kit;7° een telefoonnummer en een e-mailadres waar de betrokken persoon terecht kan met al zijn vragen in verband met het programma van preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker;8° een uitleg over de bescherming van de persoonsgegevens van de betrokken persoon;9° de vermelding dat de betrokken persoon kan verzoeken om de heruitnodigingen elektronisch te ontvangen;10° de vermelding dat de betrokken persoon kan verzoeken om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker en de modaliteiten om een dergelijk verzoek in te dienen;11° het logo van het Agentschap. De heruitnodiging bevat de in lid 1 bedoelde inhoud. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde kan de uitleg bedoeld in het eerste lid, 2° en 3°, personaliseren naargelang de betrokken persoon al dan niet reeds aan een iFOBT-test heeft deelgenomen. In voorkomend geval kan de heruitnodiging vergezeld gaan van een vragenlijst over het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde werkt samen met het sturingscomité van het plan voor de opmaak van de modellen van uitnodiging en heruitnodiging.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zorgt ervoor dat uitnodigingen en heruitnodigingen toegankelijk zijn voor gehandicapte personen, in overeenstemming met de mechanismen die het vaststelt.

Art. 76.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde is verantwoordelijk voor het versturen van uitnodigingen en heruitnodigingen.

Het registreert gegevens over uitnodigingen en heruitnodigingen in het DIS. Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor de uitnodiging

Art. 77.Alle betrokken personen krijgen een uitnodiging in de maand van hun vijftigste verjaardag.

De betrokken persoon die geen uitnodiging overeenkomstig lid 1 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde om een uitnodiging verzoeken. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 78.Als de betrokken persoon zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied vestigt in het jaar van zijn vijftigste verjaardag, krijgt hij een uitnodiging in de maand die volgt op zijn vestiging.

Als de betrokken persoon zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied vestigt na het jaar van zijn vijftigste verjaardag, krijgt hij een uitnodiging in de maand die volgt op zijn vestiging.

Een betrokken persoon die geen uitnodiging overeenkomstig lid 1 en lid 2 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde om een uitnodiging verzoeken. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 79.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verstuurt geen uitnodiging naar de betrokken personen die ten minste twee maanden voor de maand waarin de uitnodiging overeenkomstig artikel 77 of 78 moet worden verzonden, uitdrukkelijk hebben verzocht niet te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker.

Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt door de betrokken persoon per post, elektronisch of telefonisch aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde toegezonden. § 2. De betrokken persoon die heeft gevraagd om niet te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker kan van dit verzoek afzien.

De betrokken persoon moet de verklaring van afstand per post, elektronisch of telefonisch naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sturen.

Als de betrokken persoon zijn verzoek om niet te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker intrekt, wordt hem een uitnodiging gestuurd in de maand die volgt op de intrekking.

Art. 80.Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 77, 78 of 79, § 2, colorectale kanker hebben.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokkenen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 77, 78 of 79, § 2, een colonoscopie hebben ondergaan in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitnodiging moet worden verstuurd.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 77, 78 of 79, § 2, een totale colectomie hebben ondergaan. Afdeling 3. - Specifieke bepalingen voor de heruitnodiging

Art. 81.Aan elke betrokken persoon wordt een heruitnodiging gestuurd: 1° ofwel in de drieëntwintigste maand volgend op de maand waarin hij een iFOBT-test heeft ondergaan;2° ofwel in de negenenvijftigste maand na de maand waarin hij een colonoscopie heeft ondergaan;3° ofwel in de maand van zijn verjaardag in het tweede jaar volgend op het jaar van verzending van de uitnodiging of van de laatste heruitnodiging, indien de betrokkene na deze uitnodiging of heruitnodiging geen iFOBT-test heeft ondergaan. De betrokken persoon die geen heruitnodiging overeenkomstig lid 1 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verzoeken een heruitnodiging te sturen. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 82.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verstuurt geen heruitnodiging naar de betrokken personen die ten minste twee maanden voor de maand waarin de heruitnodiging overeenkomstig artikel 81, lid 1, moet worden verzonden, uitdrukkelijk hebben verzocht niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker.

Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt door de betrokken persoon per post, elektronisch of telefonisch aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde toegezonden. § 2. De betrokken persoon die heeft gevraagd om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker kan van dit verzoek afzien.

De betrokken persoon moet de verklaring van afstand per post, elektronisch of telefonisch naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sturen.

Als de betrokken persoon zijn verzoek om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker intrekt, wordt hem een uitnodiging gestuurd in de maand die volgt op de intrekking op voorwaarde dat de in artikel 81, lid 1, vastgestelde termijnen zijn overschreden.

Art. 83.Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen heruitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de heruitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 81 of 82, § 2, colorectale kanker hebben.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen heruitnodiging naar de betrokkenen die, op het moment waarop de heruitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 81 of 82, § 2, een colonoscopie hebben ondergaan in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitnodiging moet worden verstuurd.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen heruitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de heruitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 81 of 82, § 2, een totale colectomie hebben ondergaan.

Art. 84.Als de betrokkene daarom vraagt, wordt de heruitnodiging elektronisch verstuurd. HOOFDSTUK 4. - De iFOBT-test Afdeling 1. - Het iFOBT-analyselaboratorium

Art. 85.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde wijst één of meerdere iFOBT-analyselaboratoria aan in overeenstemming met de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

Het iFOBT-analyselaboratorium is erkend als een laboratorium voor klinische biologie door de Federale Minister van Volksgezondheid. Afdeling 2. - Het monster nemen

Art. 86.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde stelt een kit ter beschikking van elke betrokken persoon die een uitnodiging of heruitnodiging heeft ontvangen om deel te nemen aan het programma voor preventieve geneeskunde.

De modaliteiten voor de terbeschikkingstelling worden bepaald door het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

De kit wordt gratis verstrekt aan de betrokken persoon.

Art. 87.De kit bevat: 1° het materiaal voor het verzamelen van een stoelgangstaal;2° instructies voor het gebruik van het materiaal bedoeld in 1° en het gereedschap bedoeld in 2° ;3° een envelop of doos om het materiaal te versturen, met het adres van de ontvanger;4° een aanvraag tot analyse aan het iFOBT-analyselaboratorium;5° een toelichting hoe en waarom de contactgegevens van een huisarts of medisch specialist bedoeld in artikel 88 moeten worden verstrekt. Het in lid 1 bedoelde materiaal is hermetisch afgesloten.

Art. 88.Indien hij dit wenst, zal de betrokkene het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde de contactgegevens bezorgen van een huisarts of specialist naar wie het resultaat van de iFOBT-test moet worden gestuurd.

Als de contactgegevens van een huisarts of specialist niet worden verstrekt, zal een arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde optreden als referentiearts voor de toepassing van dit programma.

Art. 89.De betrokkene zendt het materiaal waaruit het stoelgangstaal is genomen door middel van de envelop of doos bedoeld in artikel 87, eerste lid, 4°.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zal ervoor zorgen dat dit gratis naar de betrokken persoon wordt gestuurd. Afdeling 3. - iFOBT-test

Art. 90.Het iFOBT-analyselaboratorium analyseert de iFOBT-test onverwijld na ontvangst van de in artikel 89 bedoelde zending.

Art. 91.Het iFOBT-analyselaboratorium deelt de volgende informatie aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde mee: 1° het rijksregisternummer, kortweg INSZ, van de betrokken persoon;2° naam en adres van de betrokken persoon;3° de geboortedatum van de betrokken persoon;4° het unieke nummer van de iFOBT-test;5° de datum van de iFOBT-test;6° de datum van de iFOBT-test;7° de identiteit van de persoon die de iFOBT-test heeft uitgevoerd;8° in voorkomend geval, de contactgegevens van de arts bedoeld in artikel 88;

Art. 92.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het DIS zodra het de resultaten van de iFOBT-test ontvangt. Afdeling 4. - Informatie voor de betrokken persoon

Art. 93.§ 1. Dit artikel is van toepassing wanneer de betrokkene een referentiearts heeft aangewezen. § 2. Zodra de iFOBT-test is geanalyseerd, stuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde alle gegevens met betrekking tot de iFOBT-test naar de referentiearts, indien mogelijk op beveiligde elektronische wijze.

De referentiearts informeert de persoon in kwestie over het resultaat van de iFOBT-test. § 3. Wanneer het resultaat van de iFOBT-test positief of twijfelachtig is, gaat de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde brief vergezeld van een antwoordformulier dat door de referentiearts wordt ingevuld nadat hij de betrokkene heeft geïnformeerd.

De referentiearts informeert de betrokkene over het resultaat van de iFOBT-test en de noodzaak van een controle-coloscopie.

De referentiearts vermeldt op het in lid 1 bedoelde antwoordformulier dat hij de betrokkene overeenkomstig lid 2 heeft ingelicht, alsmede de geplande opvolging.

Het ingevulde antwoordformulier wordt teruggestuurd naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde, indien mogelijk via beveiligde elektronische middelen.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het DIS zodra het de resultaten van de iFOBT-test ontvangt. § 4. Indien het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het overeenkomstig paragraaf 3, derde lid, ingevulde antwoordformulier niet binnen vijftien dagen na de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde verzending heeft ontvangen, deelt het de betrokkene per post of langs elektronische weg mee dat het resultaat van zijn iFOBT-test aan zijn referentiearts is meegedeeld.

Indien het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het overeenkomstig paragraaf 3, derde lid, ingevulde antwoordformulier niet binnen vijftien dagen na de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde zending heeft ontvangen, zendt het een herinnering aan de referentiearts.

Indien het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het overeenkomstig paragraaf 3, derde lid, ingevulde antwoordformulier niet binnen vijftien dagen na verzending van de in het tweede lid bedoelde herinnering heeft ontvangen, zendt het de betrokkene een herinnering waarin deze wordt verzocht contact op te nemen met zijn referentiearts of met een arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde.

Art. 94.§ 1. Dit artikel is van toepassing wanneer de betrokkene een referentiearts heeft aangewezen. § 2. Deze paragraaf is van toepassing als het resultaat van de iFOBT-test negatief is.

Zodra de iFOBT-test is geanalyseerd, stuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het resultaat van de iFOBT-test per post naar de betrokken persoon. § 3. Deze paragraaf is van toepassing als het resultaat van de iFOBT-test negatief is.

Nadat de iFOBT-test is geanalyseerd, nodigt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde de betrokkene per post of elektronisch uit voor een gesprek met een arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde. De betrokkene wordt geïnformeerd dat hij contact kan opnemen met het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde om de datum of tijd van het gesprek te wijzigen.

Tijdens het gesprek informeert de referentiearts de betrokkene over het resultaat van de iFOBT-test en de noodzaak van een controle-coloscopie.

De arts van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zal de betrokkene vragen contact op te nemen met een referentiearts om deze controle-coloscopie te laten uitvoeren.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het DIS zodra het gesprek voorbij is. § 4. Indien de betrokkene niet verschijnt op het overeenkomstig paragraaf 3, tweede lid, geplande gesprek, stuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde hem een nieuwe uitnodiging.

Als de betrokkene dit nieuwe gesprek niet bijwoont, wordt het resultaat van de iFOBT-test per post naar de betrokkene opgestuurd. HOOFDSTUK 5. - Opvolging van positieve gevallen.

Art. 95.In de mate van het mogelijke wordt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde op de hoogte gebracht van de datum en het resultaat van de coloscopie door de referentiearts of door het register van de personen getroffen door de colorectale kanker, onverminderd de bevoegdheden van de federale staat.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het DIS zodra het de resultaten van de iFOBT-test ontvangt.

Art. 96.Onverminderd de bevoegdheden van de federale staat brengt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het register van de personen getroffen door colorectale kanker op de hoogte van alle positieve gevallen die worden vastgesteld in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde. HOOFDSTUK 6. - Subsidiëring van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde

Art. 97.§ 1. Het erkende operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde krijgt een subsidie van 1.239.402,00 euro toegewezen.

Het in lid 1 genoemde bedrag is gekoppeld aan de spilindex 128,11 van 1 december 2023, op basis van 2013 = 100. Dat bedrag wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering een aanvullend budget toewijzen aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde naar gelang van de stijging van de deelnamegraad aan het screeningsprogramma voor colorectale kanker. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit artikel.

TITEL IV. - Specifieke bepalingen met betrekking tot het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker. HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Art. 98.De bepalingen van deze titel hebben uitsluitend betrekking op het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker.

Art. 99.Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 1° "uitstrijkje": oppervlakkige afname van cellen uit de baarmoederhals voor een cytologische test of een HPV-test;2° "cytologische test": microscopisch onderzoek van het uitstrijkje om de mogelijke aanwezigheid van kankercellen of pre-kankercellen vast te stellen;3° "positieve cytologische test": de cytologische test die een specifieke ontwikkeling vereist;4° "HPV-test": analyse van het uitstrijkje om de mogelijke aanwezigheid van het HPV-virus op te sporen;5° "positieve HPV-test": de HPV-test die een specifieke ontwikkeling vereist;6° "CIS (Cervix Information System): geïnformatiseerde databank die de medische en administratieve inlichtingen inhoudt bedoeld in artikel 47/17/1 van het decreetgevend deel van het Wetboek en die specifiek zijn voor het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker;7° "register van de personen getroffen door baarmoederhalskanker": het register bedoeld in het akkoord protocol van 20 november 2017Relevante gevonden documenten type protocol prom. 20/11/2017 pub. 08/02/2018 numac 2017032156 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Protocolakkoord tussen de Federale Overheid en de overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake de activiteiten en financiering van het kankerregister sluiten tussen de Federale overheid en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de activiteiten en de financiering van het kankerregister. HOOFDSTUK 2. - De betrokken personen

Art. 100.De personen betrokken bij het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker voldoen aan de volgende criteria: 1° vrouwelijk zijn of een baarmoeder hebben;2° minstens 25 jaar oud zijn;3° maximum 64 jaar oud zijn;4° zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied hebben. HOOFDSTUK 3. - Uitnodigingen en heruitnodigingen. Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 101.De uitnodiging bevat: 1° de volledige identiteit van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde;2° uitleg over baarmoederhalskanker, met inbegrip van de risico's als er niet opgespoord wordt;3° voor personen jonger dan 30 jaar, uitleg over de cytologische test, met inbegrip van de modaliteiten, voordelen en risico's;4° voor personen jonger dan 30 jaar, uitleg over de HPV-test, met inbegrip van de modaliteiten, voordelen en risico's;5° een telefoonnummer en een e-mailadres waar de betrokken persoon terecht kan met al zijn vragen in verband met het programma van preventieve geneeskunde tegen baarmoederhalskanker;6° een uitleg over de bescherming van de persoonsgegevens van de betrokken persoon;7° de vermelding dat de betrokken persoon kan verzoeken om de heruitnodigingen elektronisch te ontvangen;8° de vermelding dat de betrokken persoon kan vragen om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker en de modaliteiten om een dergelijk verzoek in te dienen;9° het logo van het Agentschap. De heruitnodiging bevat de in lid 1 bedoelde inhoud. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde kan de uitleg bedoeld in het eerste lid, 2° en 4° personaliseren naargelang de betrokken persoon al dan niet reeds een uitstrijkje heeft gehad. In voorkomend geval kan de heruitnodiging vergezeld gaan van een vragenlijst over het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde werkt samen met het sturingscomité van het plan voor de opmaak van de modellen van uitnodiging en heruitnodiging.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde zorgt ervoor dat uitnodigingen en heruitnodigingen toegankelijk zijn voor gehandicapte personen, in overeenstemming met de mechanismen die het vaststelt.

Art. 102.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde is verantwoordelijk voor het versturen van uitnodigingen en heruitnodigingen.

Het registreert gegevens over uitnodigingen en heruitnodigingen in het CIS. Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor de uitnodiging

Art. 103.Alle betrokken personen krijgen een uitnodiging in de maand van hun vijfentwintigste verjaardag.

De betrokken persoon die geen uitnodiging overeenkomstig lid 1 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde om een uitnodiging verzoeken. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 104.Als de betrokken persoon zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied vestigt in het jaar van zijn vijfentwintigste verjaardag, krijgt hij een uitnodiging in de maand die volgt op zijn vestiging.

Als de betrokken persoon zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied vestigt in het jaar van zijn vijfentwintigste verjaardag, krijgt hij een uitnodiging in de maand die volgt op zijn vestiging.

Een betrokken persoon die geen uitnodiging overeenkomstig lid 1 en lid 2 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde om een uitnodiging verzoeken. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 105.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verstuurt geen uitnodiging naar de betrokken personen die ten minste twee maanden voor de maand waarin de uitnodiging overeenkomstig artikel 77 of 78 moet worden verzonden, uitdrukkelijk hebben verzocht niet te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker.

Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt door de betrokken persoon per post, elektronisch of telefonisch aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde toegezonden. § 2. De betrokken persoon die heeft gevraagd om niet te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker kan van dit verzoek afzien.

De betrokken persoon moet de verklaring van afstand per post, elektronisch of telefonisch naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sturen.

Als de betrokken persoon zijn verzoek om niet te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker intrekt, wordt hem een uitnodiging gestuurd in de maand die volgt op de intrekking.

Art. 106.Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 103, 104 of 105, § 2, baarmoederhalskanker hebben.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokken personen die op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 103, 104 of 105, § 2, een cytolische test hebben ondergaan buiten het programma voor preventieve geneeskunde in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitnodiging moet worden verstuurd.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokken personen die op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 103, 104 of 105, § 2, een cytolische test hebben ondergaan buiten het programma voor preventieve geneeskunde in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitnodiging moet worden verstuurd.

Voor zover het over de informatie beschikt die met toestemming van de betrokkene is meegedeeld, verstuurt het operatiecentrum voor preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar betrokkenen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 103, 104 of 105, § 2, een baarmoederhalsverwijdering of een totale hysterectomie hebben ondergaan. Afdeling 3. - Specifieke bepalingen voor de heruitnodiging

Art. 107.Aan elke betrokken persoon wordt een heruitnodiging gestuurd: 1° ofwel in de vijfendertigste maand volgend op de maand waarin hij een uitstrijkje voor een cytologische test heeft ondergaan;2° ofwel in de negenenvijftigste maand volgend op de maand waarin hij een uitstrijkje voor een HPV-test heeft ondergaan;3° ofwel in de maand van zijn verjaardag in het tweede jaar volgend op het jaar van verzending van de uitnodiging of van de laatste heruitnodiging, indien de betrokkene na deze uitnodiging of heruitnodiging geen uitstrijkje heeft ondergaan. De betrokken persoon die geen heruitnodiging overeenkomstig lid 1 heeft ontvangen, kan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verzoeken een heruitnodiging te sturen. Dit verzoek kan per post, elektronisch of telefonisch worden verzonden.

Art. 108.§ 1. Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde verstuurt geen heruitnodiging naar de betrokken personen die ten minste twee maanden voor de maand waarin de heruitnodiging overeenkomstig artikel 107, lid 1, moet worden verzonden, uitdrukkelijk hebben verzocht niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker.

Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt door de betrokken persoon per post, elektronisch of telefonisch aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde toegezonden. § 2. De betrokken persoon die heeft gevraagd om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker kan van dit verzoek afzien.

De betrokken persoon moet de verklaring van afstand per post, elektronisch of telefonisch naar het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde sturen.

Als de betrokken persoon zijn verzoek om niet langer te worden gecontacteerd in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker intrekt, wordt hem een heruitnodiging gestuurd in de maand die volgt op de intrekking op voorwaarde dat de in artikel 107, lid 1, vastgestelde termijnen zijn overschreden.

Art. 109.Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen heruitnodiging naar de betrokken personen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 107 of 108, § 2, baarmoederhalskanker hebben.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokken personen die op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 107 of 108, § 2, een cytolische test hebben ondergaan buiten het programma voor preventieve geneeskunde in de drie jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitnodiging moet worden verstuurd.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar de betrokken personen die op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 107 of 108, § 2, een HPV-test hebben ondergaan buiten het programma voor preventieve geneeskunde in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de uitnodiging moet worden verstuurd.

Voor zover het over de informatie beschikt, verstuurt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde geen uitnodiging naar betrokken personen die, op het moment waarop de uitnodiging moet worden verstuurd overeenkomstig artikel 107 of 108, § 2, een baarmoederhalsverwijdering of een totale hysterectomie hebben ondergaan.

Art. 110.Als de betrokkene daarom vraagt, wordt de heruitnodiging elektronisch verstuurd. HOOFDSTUK 4. - Cytologische test en HPV-test. Afdeling 1. - Het monster nemen

Art. 111.De betrokkene raadpleegt zijn referentiearts voor een uitstrijkje.

De betrokkene geeft de referentiearts de uitnodiging of heruitnodiging die hij heeft ontvangen.

Art. 112.Als de referentiearts het uitstrijkje niet uitvoert ondanks de uitnodiging of heruitnodiging, zal hij het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde op de hoogte brengen van de reden, met de toestemming van de betrokkene.

Als de reden voor het niet uitvoeren van een uitstrijkje is dat er een cytologische test binnen de drie jaar voorafgaand aan de raadpleging, of een HPV-test binnen de vijf jaar voorafgaand aan de raadpleging is uitgevoerd, dan is artikel 114 van toepassing op deze cytologische test of deze HPV-test.

Art. 113.Nadat hij het uitstrijkje heeft gemaakt, zal de referentiearts een cytologische test of een HPV-test aanvragen bij een laboratorium voor klinische biologie.

De cytologische test wordt aangevraagd voor personen die tussen 25 en 29 jaar oud zijn op het moment van het uitstrijkje;

De HPV-test wordt aangevraagd voor personen die tussen 30 en 64 jaar oud zijn op het moment van het uitstrijkje. Afdeling 2. - Informatie van het operationaliseringscentrum voor

preventieve geneeskunde

Art. 114.Zodra de resultaten van de cytologische test of HPV-test ontvangen zijn, deelt de referentiearts het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde de volgende informatie via het CIS mee: 1° het rijksregisternummer, kortweg INSZ, van de betrokken persoon;2° naam en adres van de betrokken persoon;3° de geboortedatum van de betrokken persoon;4° het unieke nummer van het uitstrijkje;5° de datum van het uitstrijkje;6° de datum van de cytologische test of de HPV-test;7° het resultaat van de cytologische test of de HPV-test;8° de identiteit van het laboratorium voor klinische biologie en van de persoon die de cytologische test of de HPV-test heeft uitgevoerd;9° de contactgegevens van de referentiearts.

Art. 115.Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde controleert of het CIS correct is ingevuld zodra het de in artikel 114 bedoelde gegevens ontvangt. Afdeling 3. - Informatie voor de betrokken persoon

Art. 116.§ 1. De referentiearts informeert de persoon in kwestie over het resultaat van de cytologische test of de HPV-test. § 2. Als het resultaat van de cytologische test of de HPV-test positief is, zal de referentiearts de betrokkene informeren over de mogelijke opvolgingen en, indien nodig, over aanvullende tests die moeten worden uitgevoerd.

De referentiearts stelt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde in kennis van het feit dat hij de betrokkene overeenkomstig lid 1 heeft geïnformeerd en van de geplande opvolging.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het CIS zodra het de in lid 2 bedoelde informatie ontvangt. HOOFDSTUK 5. - Opvolging van positieve gevallen.

Art. 117.In de mate van het mogelijke wordt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde op de hoogte gebracht van de datum en het resultaat van de aanvullende onderzoeken door de referentiearts of door het register van de personen getroffen door de baarmoederhalskanker, onverminderd de bevoegdheden van de federale staat.

Het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde voltooit het CIS zodra het de in lid 1 bedoelde informatie ontvangt.

Art. 118.Onverminderd de bevoegdheden van de federale staat brengt het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde het register van de personen getroffen door baarmoederhalskanker op de hoogte van alle positieve gevallen die worden vastgesteld in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde. HOOFDSTUK 6. - Subsidiëring van het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde

Art. 119.§ 1. Het erkende operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde krijgt een subsidie van 550.000 euro toegewezen.

Het in lid 1 genoemde bedrag is gekoppeld aan de spilindex 128,11 van 1 december 2023, op basis van 2013 = 100. Dat bedrag wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 van het reglementair deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit artikel.

TITEL V. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen. HOOFDSTUK 1. - Overgangsbepalingen.

Art. 120.Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit neemt het centrum voor tweede lezing, erkend overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 26/09/2008 numac 2008029446 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029541 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de programma's voor opsporing van kankers in de Franse Gemeenschap, tijdelijk alle taken waar die door dit besluit werden toegewezen aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde dat belast is met de sturing van het programma voor preventieve geneeskunde tegen borstkanker, tot op het ogenblik dat de Minister een operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde erkent dat belast is met deze sturing overeenkomstig dit besluit.

Art. 121.Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit neemt het Beheerscentrum voor colorectale kankeropsporing, erkend overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 26/09/2008 numac 2008029446 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029541 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de programma's voor opsporing van kankers in de Franse Gemeenschap, tijdelijk alle taken waar die door dit besluit werden toegewezen aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde dat belast is met de sturing van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van colorectale kanker, tot op het ogenblik dat de Minister een operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde erkent dat belast is met deze sturing overeenkomstig dit besluit.

Art. 122.Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit neemt het "Centre hospitalier universitaire" van Luik, dat een consortium coördineert van drie ziekenhuizen (Centre hospitalier de Liège, Centre hospitalier régional de Namur en Grand hôpital de Charleroi), die de meerjarige overeenkomst "georganiseerde opsporing van baarmoederhalskanker op het Franste taalgebied" van 19 augustus 2020 hebben ondertekend, tijdelijk alle taken waar die door dit besluit werden toegewezen aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde dat belast is met de sturing van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van baarmoederhalskanker, tot op het ogenblik dat de Minister een operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde erkent dat belast is met deze sturing overeenkomstig dit besluit.

Art. 123.Mammografische eenheden die voor een bepaalde periode erkend zijn overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 26/09/2008 numac 2008029446 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029541 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de programma's voor opsporing van kankers in de Franse Gemeenschap behouden deze erkenning tot ze vervalt, voor zover ze voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

De in lid 1 bedoelde mammografische eenheden vragen uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van hun erkenning voor bepaalde tijd een erkenning aan overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Art. 124.Erkenningen voor operationaliseringscentra inzake preventieve geneeskunde die op basis van dit besluit worden verleend, treden op zijn vroegst in werking op 1 januari 2024.

Art. 125.In afwijking van de artikelen 101 en 113 wordt de cytologische test gebruikt voor alle betrokkenen, ongeacht hun leeftijd, zolang de HPV-test niet erkend wordt door de federale staat en opgenomen is in de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

Art. 126.In afwijking van artikel 71 wordt een subsidie van 606.970,00 euro voor 2024 en 2025 toegekend aan het operationaliseringscentrum inzake preventieve geneeskunde dat erkend is in het kader van het programma voor preventieve geneeskunde ter bestrijding van borstkanker.

Het in lid 1 genoemde bedrag is gekoppeld aan de spilindex 128,11 van 1 december 2023, op basis van 2013 = 100. Dat bedrag wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. HOOFDSTUK 2. - Opheffingsbepaling

Art. 127.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 26/09/2008 numac 2008029446 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029541 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de programma's voor opsporing van kankers in de Franse Gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 128.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 26/09/2008 numac 2008029446 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 11/07/2008 pub. 28/10/2008 numac 2008029541 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap sluiten tot vaststelling van het protocol voor het programma voor borstkankeropsporing door middel van digitale mammografie in de Franse Gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 129.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 14/05/2009 pub. 07/08/2009 numac 2009029388 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van het protocol voor het plan voor de opsporing van colorectale kanker in de Franse Gemeenschap sluiten tot bepaling van het protocol voor het plan voor de opsporing van colorectale kanker in de Franse Gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 130.De meerjarenovereenkomst "georganiseerde opsporing van baarmoederhalskanker in het Franse taalgebied" van 19 augustus 2020 wordt beëindigd. HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding.

Art. 131.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2024.

In afwijking van lid 1 treden de artikelen 64 en 70 in werking 10 dagen na hun bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 132.De Minister van Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 25 januari 2024.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE

^