gepubliceerd op 07 december 2021
Besluit van de Waalse Regering waarbij de "Société wallonne du logement" een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere woningen van openbaar nut ten behoeve van studenten
24 NOVEMBER 2021. - Besluit van de Waalse Regering waarbij de "Société wallonne du logement" (Waalse huisvestingsmaatschappij) een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere woningen van openbaar nut ten behoeve van studenten
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen, artikelen 61, eerste lid, 62, § 2, 63, eerste lid, 68, vervangen bij het
decreet van 17 juli 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
17/07/2018
pub.
22/10/2018
numac
2018070049
bron
waalse overheidsdienst
Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018
sluiten, en 164, § 4;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 12/07/2012 pub. 01/08/2012 numac 2012204306 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij de « Société wallonne du Logement » een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere sociale woningen ten behoeve van studenten sluiten waarbij de "Société wallonne du logement" (Waalse huisvestingsmaatschappij) een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere sociale woningen ten behoeve van studenten.
Gelet op het rapport van 11 december 2020, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 3 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2014 pub. 18/07/2014 numac 2014029372 bron ministerie van de franse gemeenschap 3 APRIL 2014 - Decreet tot wijziging van de organisatie van het hoger onderwijs voor sociale promotie sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 2014 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen ;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 december 2020 en 9 juli 2021;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 december 2020;
Gelet op het advies van de "Union des villes et communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten)", gegeven op 28 januari 2021;
Gelet op het advies van de "Société wallonne du Logement", gegeven op 18 januari 2021;
Gelet op het advies van de beleidsgroep "Huisvesting", gegeven op 8 februari 2021;
Gelet op het advies 69.933/4 van de Raad van State, gegeven op 29 september 2021, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de Minister: de Minister bevoegd voor Huisvesting. 2° de "S.W.L": de "Société wallonne du logement"; 3° de maatschappij : de openbare huisvestingsmaatschappij;4° het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut: het wooncomplex in een collectief gebouw, bestaande uit ten minste vijf kamers, een collectieve keuken en collectieve sanitaire voorzieningen, bestemd voor studenten, zoals omschreven in artikel 1, 16°, van het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 tot organisatie van de verhuur van woningen beheerd door de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) of de openbare huisvestingsmaatschappijen;5° de kosten van het studentenhuisvestingscomplex van openbaar nut: het bedrag van de uitgaven die nodig zijn voor de oprichting van een openbaar studentenhuisvestingscomplex met inbegrip van: de kosten voor de verwerving van de zakelijke rechten op een onroerend goed, de bouw, de renovatie, de herstructurering, de aanpassing, alle kosten, honoraria, belastingen en meubilair inbegrepen, met uitzondering van de kostprijs van de sloop van de gebouwen die op de plaats van de te bouwen woning gelegen zijn, de waarde van het terrein, de kostprijs van de inrichting van de omgeving en de tegemoetkomingen verkregen overeenkomstig andere regelgevingen; 6° de toegelaten maximale kostprijs : het theoretische bedrag dat niet kan worden overschreden door de kostprijs van de woning die wordt vastgesteld op het ogenblik van de goedkeuring door de S.W.L. van het resultaat van de openbare aanbesteding voor de werken of, in geval van verwerving op plan of van woningen die worden gebouwd zonder dat werken nodig zijn, van de verwerving van het zakelijk recht ; de totale kostprijs van een verrichting : de som van de kostprijs van elke woning van openbaar nut voor studenten voorzien die in het kader van de verrichting is gepland op het ogenblik van de goedkeuring van het resultaat van het in mededinging stellen van de werken; 8° de honoraria : de som van de kostprijs van de projectontwerpers, de technische studies, de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid, de EPG-verantwoordelijke, de EPG-certificering, de huisvestingsaudits en de milieuonderzoeken;9° de kosten : de kosten omvatten de kostprijs van de bodemtests of de tests voorzien in het bestek, de aansluitingen, de prijsherzieningen, de onvoorziene omstandigheden in verband met de aard van de bodem of de staat van het bestaande gebouw;10° het programma : elk door de Regering goedgekeurd programma voor de oprichting van woningen;11° de minimumafwerking : het wooncomplex omvat voor elke leefkamer een soepele of harde bodembedekking, wanden, scheidingswanden, plafond en verlaagde plafonds die klaar zijn om geschilderd of afgewerkt te worden en ook deuren .Daarin inbegrepen zijn eveneens de deuren die de nachtvertrekken van de andere vertrekken scheiden; 12° de minimumuitrusting : het wooncomplex omvat minstens: een verwarmingssysteem en een verluchtingssysteem ingebouwd en aangepast aan de energieperformantie van het gebouw;een gemeenschappelijke keuken in verhouding tot het aantal wooneenheden; een gemeenschappelijke badkamer apart van de keuken voorzien van twee douches met warm water of van drie douches met warm water vanaf negen inwoners, van twee binnentoiletten of van drie binnentoiletten vanaf negen inwoners; 13° het minimaal meubilaire: voor de gemeenschappelijke keuken, een meubel met een gootsteen, een koelkast, kookplaten, bergruimte, vuilnisbakken, een tafel en stoelen naar gelang van het aantal wooneenheden;een bed bestaande uit een bedframe, een bedvering en een matras, een kast, een boekenrek, een bureau en een stoel voor elke wooneenheid; 14° de gemeenschappelijke dienstlokalen: de gemeenschappelijke dienstlokalen die dienen voor het onderbrengen van huisvuil en tweewielers.15° koolstofvrije energie: de energiebron die geen koolstofdioxide uitstoot;16° biogebaseerd materiaal: een materiaal waarvan het massapercentage afkomstig van plantaardige of dierlijke biomassa gelijk is aan of hoger is dan de drempelwaarden die door de Minister zijn vastgesteld;17° gerecycleerd materiaal: materiaal waarvan het massapercentage afkomstig van teruggewonnen materiaal meer dan 20 % bedraagt;18° materiaal voor hergebruik: het materiaal of het constructie-element dat het resultaat is van deconstructie en dat wordt hergebruikt voor een gebruik dat identiek is aan dat waarvoor het werd ontworpen. Met betrekking tot het eerste lid, 14°, voldoen de ruimte voor de opslag van huishoudelijk afval en de ruimte voor de opslag van tweewielers en kinderwagens aan de volgende eisen: 1° zij kunnen worden gesloten en zijn beschermd tegen weersomstandigheden en gemakkelijk toegankelijk voor de bewoners van het gebouw;2° ze zijn zo gelegen dat ze gemakkelijk toegang verlenen tot de openbare weg en onafhankelijk zijn van parkeerterreinen;3° ze zijn gescheiden zijn, ze zijn elk voldoende groot voor het aantal woningen en, wat de vuilnisruimte betreft, maken de selectieve opslag van huishoudelijk afval mogelijk.
Art. 2.De "S.W.L." kan aan de maatschappij een toelage toekennen voor de verwezenlijking van een studentenhuivestingscomplex van openbaar nut voor zover de in aanmerking komende werken niet onder andere wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de overheid vallen.
De in lid 1 bedoelde toelage is bedoeld om de kostprijs van het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut geheel of gedeeltelijk te dekken.
Art. 3.§ 1. De toelage bedoeld in artikel 2 wordt vastgelegd op 150.000 euro per studentenhuivestingscomplex van openbaar nut bestaande uit vijf wooneenheden, met inbegrip van de gemeenschappelijke plaatsen, verhoogd met 30.000 euro per bijkomende wooneenheid.
Voor elk studentenhuivestingscomplex van openbaar nut dat gebruik maakt van biogebaseerde materialen voor een totale kostprijs exclusief onkosten hoger dan dertig procent van de kostprijs van de huisvesting exclusief kosten, honoraria en belastingen, wordt de toelage, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met 5.000 euro.
Voor elk studentenhuivestingscomplex van openbaar nut dat gerecycleerde en/of hergebruikte materialen gebruikt voor een totale kostprijs exclusief onkosten van meer dan twintig procent van de kostprijs van de huisvesting exclusief kosten, honoraria en belastingen, wordt de toelage bedoeld in lid 1 verhoogd met 5.000 euro per woning.
Voor het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut dat voor de warmtebehoefte voor verwarming en warm sanitair water gebruik maakt van een koolstofarme energievoorziening, wordt de toelage, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met 1.000 euro.
Voor het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut dat een systeem voor de opwekking van hernieuwbare energie ontwikkelt dat ten minste vijftig procent van het totale theoretische primaire energieverbruik van de huisvesting dekt, wordt de toelage, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met 3.000 euro.
Wanneer de kosten van het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut lager zijn dan het in lid 1 vastgestelde toelagebedrag, mag de toelage niet meer bedragen dan 100% van de kosten van de huisvesting. In voorkomend geval wordt de toelage verminderd met het overschot dat is vastgesteld op grond van het resultaat van het in mededinging stellen met deze kostprijs. § 2. De Regering kan aan de Minister de mogelijkheid delegeren om de in § 1 vastgestelde subsidietoelagen te herzien bij de goedkeuring van elk programma van de Waalse Regering of ingeval een wijziging van de bouwkosten wordt vastgesteld.
De Regering kan aan de Minister de mogelijkheid delegeren om te voorzien in een aanvulling op de in § 1 bepaalde toelagebedragen op basis van de prioriteiten die zij in een programma vastlegt.
Het gebouw dat wordt aangekocht, gebouwd, hersteld, verbouwd of aangepast, zoals bedoeld in artikel 2, kan gedeeltelijk worden gebruikt voor een andere bestemming dan het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut, overeenkomstig de bepalingen van het Waals Wetboek van Duurzaam Wonen en met de formele instemming van de S.W.L.
Art. 4.§ 1. Om aanspraak te kunnen maken op de toelage bedoeld in artikel 2, moet worden voldaan aan de voorwaarden bedoeld in de §§ 2 tot 19. § 2. De in artikel 2 bedoelde verrichting wordt in een programma opgenomen. § 3. De maatschappij gebruikt de door de "S.W.L." verstrekte administratieve documenten gedurende het onroerendgoedproces van de totstandbrenging van de woningen. § 4. Het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut levert thermische, energetische en milieuprestaties die overeenkomen met het minimum dat vereist wordt door de regelgeving die van kracht is op het moment dat de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend. § 5. Het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut moet afgewerkt zijn en over minimale uitrusting en meubilair beschikken, alsook over gemeenschappelijke dienstlokalen. § 6. Het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut moet vijf tot tien wooneenheden bevatten. § 7. Het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut heeft baat bij de installatie van een systeem voor het opvangen en terugwinnen van regenwater door middel van aftappunten in ten minste de gemeenschappelijke ruimten, kelders, garages en externe omgeving. § 8. Het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut voldoet aan de door de Regering bepaalde gezondheidscriteria voor gemeenschappelijke woningen. § 9 Zodra het gebouw is verworven, neemt het bedrijf alle bewarende maatregelen ten aanzien van het gebouw, voor operaties die gericht zijn op de herstructurering, het herstel of de aanpassing van een bestaand gebouw.
De kostprijs voor de aankoop van het gebouw wordt overgenomen voor zover de authentieke aankoopakte van minder dan vier jaar dateert ten opzichte van de datum van toekenning van de toelage. § . 10. De toegelaten maximale kostprijs kosten per studentenhuivestingscomplex van openbaar nut wordt vastgesteld op 280.000 euro voor een studentenwoning van openbaar nut met vijf kamers, plus maximaal 50.000 euro per extra kamer. De kostprijs van de gemeenschappelijke ruimten en de kosten van de gemeenschappelijke dienstlokalen zijn inbegrepen in de kostprijs van het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut.
De per studentenhuivestingscomplex van openbaar nut toegestane maximumbedragen worden in voorkomend geval verhoogd met de verhogingen van de toelagebedragen, bedoeld in artikel 3, § 1, en met de aanvullingen ingevolge artikel 3, § 2, tweede lid.
De toegelaten maximale kostprijs per verrichting stemt overeen met de som van de per studentenhuivestingscomplex van openbaar nut maximale toegelaten kosten.
De kostprijs van het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut, die de kostprijs van de minimale voltooiing, van het minimale meubilair en van de minimale uitrusting omvat en die berekend wordt op grond van het resultaat van het in mededinging stellen van de overheidsopdracht voor aanneming van werken, kan de per woning toegelaten maximale kostprijs overschrijden voor zover de maximale kostprijs per verrichting in acht genomen wordt. § 11. De Regering kan aan de Minister bevoegd voor Huisvesting de mogelijkheid delegeren om de in § 10 bepaalde bedragen te herzien wanneer de in artikel 3, § 1 bedoelde bedragen worden herzien overeenkomstig artikel 3, § 2, eerste lid, of in geval van vaststelling van een wijziging van de bouwkosten. § 12. Wanneer de kostprijs van een verrichting berekend op grond van het resultaat van het in mededinging stellen van de opdracht voor aanneming van werken met maximum 20 % hoger is dan de per verrichting maximale toegelaten kostprijs bedoeld in de §§ 9 en 10, kan de "Société wallonne" op gemotiveerd verzoek van de maatschappij een afwijking van de in de §§ 9 en 10 bedoelde bedragen toekennen. De Société Wallonne maakt haar beslissing aan de maatschappij over.
Indien de in de §§ 9 en 10 bedoelde maximaal toegestane kosten per verrichting met meer dan 20 % worden overschreden, is geen afwijking mogelijk. § 13. Het dossier voor het stedenbouwkundig en architectonisch voorontwerp met betrekking tot het ontwerp van de opgerichte woningen moet aan de "S.W.L." worden voorgelegd. De analyse van de "S.W.L." is toegespitst op de naleving van de wettelijke voorschriften en de verwezenlijking van het programma, alsmede op de kostenaspecten van het dossier.
Het dossier bestemd voor het in mededinging stellen van de werken of het ontwerp en de uitvoering van de werken met betrekking tot de te creëren woningen wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de "S.W.L.".
Behalve in het geval van een dossier opgesteld op basis van een overheidsopdracht voor ontwerp en uitvoering, kan het dossier bestemd voor het in mededinging stellen van de werken slechts worden ingediend indien een voorontwerpdossier met betrekking tot de te bouwen woningen door de "S.W.L." is goedgekeurd en de maatschappij over een geldige stedenbouwkundige vergunning beschikt.
Het dossier bestaande uit het in mededinging stellen van de werken of het ontwerp en de uitvoering van de werken met betrekking tot de te creëren woningen wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de "S.W.L.". Het dossier met het resultaat van het in mededinging stellen van de werken kan slechts worden ingediend indien een dossier voor het in mededinging stellen van de werken of het ontwerp en de uitvoering van de werken voor de tot stand te brengen woningen door de "S.W.L." werd goedgekeurd.
In het geval van buitenplanse aankopen of gebouwde woningen die geen werkzaamheden vereisen, dient de maatschappij een aanvraag in bij de "S.W.L." voor de verwerving van zakelijke rechten. § 14. De einddatum van de in artikel 3, lid 1, bedoelde aangemelde toelage wordt nader bepaald in de uitvoeringsvoorschriften van de programma's. Deze termijn heeft betrekking op de uiterste datum van ontvangst door de "S.W.L." van alle resultaten van het in mededinging stellen van de werken aan de te bouwen woningen.
Op met redenen omkleed verzoek van de maatschappij vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn, kan de "S.W.L." een aanvullende globale termijn van ten hoogste achttien maanden toestaan voor de indiening van alle resultaten van de het in mededinging stellen van de werken met betrekking tot het op te richten woningbouwproject. Deze termijn kan alleen worden toegekend als de maatschappij haar aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning bij de bevoegde administratie heeft ingediend.
Na de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen vervalt de geldigheid van de toelage definitief. § 15. Met uitzondering van de bewarende of beschermende werken, mogen de werken niet voor het verlopen van de termijn waarin de "S.W.L." de opdracht kan schorsen of nietig verklaren, noch in geval van schorsing van de opdracht door de "S.W.L." ondernomen worden. Het bevel tot aanvatting van de werken wordt gegeven binnen drie maanden, te rekenen van de datum waarop voornoemde termijn verstrijkt of van de datum waarop de "S.W.L" toestemming geeft om de werken te verordenen. § 16. Voorafgaand aan de indiening bij de "S.W.L." van het dossier bestemd voor het in mededinging stellen van de werken, beschikt de maatschappij over de reële rechten op de te herstructureren, te renoveren of aan te passen terreinen of gebouwen, alsook over de nodige stedenbouwkundige vergunningen.
Uiterlijk bij de indiening van het resultaat van het in mededinging stellen van de werken verstrekt de maatschappij een kopie van de documenten waaruit de zakelijke rechten van de maatschappij blijken. § 17. Het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut wordt ten gunste van studenten verhuurd tijdens een periode van dertig jaar, te rekenen van de datum van eerste ingebruikneming. § 18. De vennootschap kan het studentenhuivestingscomplex van openbaar nut verkopen met toestemming van de "S.W.L". ten vroegste op het einde van het 30ste jaar na de datum van de eerste ingebruikneming.
De opbrengst van de verkoop wordt eerst aangewend voor de vervroegde terugbetaling van de schulden aangegaan voor de oprichting of de renovatie van die woningen. § 19. Binnen drie maanden na de in § 14 bedoelde termijnen moet de S.W.L. aan de Minister de lijst meedelen van de projecten die de termijn niet hebben gehaald.
De Minister kan aan de Regering voorstellen om de toelage anders aan te wenden.
Art. 5.Het definitieve bedrag van de toelage wordt vastgesteld bij de kennisgeving van de goedkeuring van het resultaat van het in mededinging stellen van de werken door de "S.W.L.", met uitzondering van de ontwerp- en bouwcontracten waarvoor de toelage wordt vastgesteld nadat de stedenbouwkundige vergunning is verkregen.
Art. 6.§ 1. De financiering van de bouw van studentenhuivestingscomplexen van openbaar nut wordt gewaarborgd door het toelagebedrag bedoeld in artikel 3 en door de voorschotten van de "S.W.L." of de beschikbare gelden van de maatschappij, waarvan de aanwending vooraf goedgekeurd wordt door de "S.W.L.". § 1. De S.W.L. zorgt voor de aanvullende financiering van de in artikel 2 bedoelde toelage door middel van leningen die door het Gewest worden gewaarborgd overeenkomstig artikel 135 van het Waals Wetboek van Duurzaam Wonen.
De Waalse Regering voorziet in een regeling van de voorschotten met het oog op de berekening van : 1° het bedrag van de voorschotten;2° het bedrag van de terugbetaling;3° de annuïteiten, de jaarlijkse rentevoet, de progressie en gangbare looptijd ervan ;4° de verschuldigde interesten.
Art. 7.De S.W.L. maakt de toelage en de aanvullende financiering vrij aan de maatschappijen op basis van de facturen die door hen moeten worden betaald naarmate het programma wordt uitgevoerd.
Art. 8.Het bedrag dat door de maatschappij bij niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden voor de toelage bedoeld in artikel 2 terugbetaald moet worden, wordt vastgesteld door volgende formule : R = (1 - (D/30) 2) x M waarbij : R = het terug te betalen bedrag ;
D = de in jaren uitgedrukte periode waarin de voorwaarden werden vervuld ;
M = het bedrag van de toelage.
Art. 9.§ 1. Het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 12/07/2012 pub. 01/08/2012 numac 2012204306 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij de « Société wallonne du Logement » een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere sociale woningen ten behoeve van studenten sluiten waarbij de "Société wallonne du logement" (Waalse huisvestingsmaatschappij) een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere sociale woningen ten behoeve van studenten wordt opgeheven. § 2. In afwijking van § 1, blijft het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 12/07/2012 pub. 01/08/2012 numac 2012204306 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij de « Société wallonne du Logement » een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere sociale woningen ten behoeve van studenten sluiten waarbij de "Société wallonne du logement" (Waalse huisvestingsmaatschappij) een tegemoetkoming aan de openbare huisvestingsmaatschappijen verleent voor de bouw van één of meerdere sociale woningen ten behoeve van studenten van toepassing voor de programma's die vóór 2021 door de Waalse Regering worden goedgekeurd.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.
Art. 11.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 24 november 2021.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen, en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON