gepubliceerd op 02 september 1997
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 9 februari 1987, genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten
24 JULI 1997. Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 9 februari 1987, genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten
De Waalse Regering, Gelet op het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten;
Gelet op het decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 3, 7°;
Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;
Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 9 februari 1987, genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, gewijzigd bij de besluiten van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 november 1987, 24 februari 1989, 25 februari 1989, 13 november 1989, 12 juni 1990, 26 juni 1990, 14 januari 1991, 11 juni 1991, 4 september 1991, 16 november 1992, bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 november 1993 en bij de besluiten van de Waalse Regering van 18 juli 1994, 9 en 23 maart 1995, 30 mei 1996 en 21 februari 1997;
Gelet op het voorstel van het beheerscomité van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen) van 29 mei 1997;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 juni 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;
Overwegende dat de werkings- en personeelstoelagen dringend aangepast moeten worden om de subsidiëring van de erkende instellingen te waarborgen;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, 1, van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 36, 2, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 9 februari 1987, genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, gewijzigd bij de besluiten van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 november 1987, 24 februari 1989, 25 februari 1989, 13 november 1989, 12 juni 1990, 26 juni 1990, 14 januari 1991, 11 juni 1991, 4 september 1991, 16 november 1992, bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 november 1993 en bij de besluiten van de Waalse Regering van 18 juli 1994, 9 en 23 maart 1995, 30 mei 1996 en 21 februari 1997, worden de bepalingen van de tweede, derde en vierde leden vervangen als volgt : « Voor 1997 mag het deel van de toelage bestemd voor andere kosten dan personeelskosten geschat worden op minstens 91.942 frank per ten laste genomen persoon onder internaatstelsel, op 44.488 frank per ten laste genomen persoon in semi-internaten voor niet-schoolgaande jongeren en in dagcentra waarvan het aantal ten laste genomen personen lager is dan of gelijk is aan 60, en op 42 369 frank per ten laste genomen persoon in semi-internaten voor niet-schoolgaande jongeren en in dagcentra waarvan het aantal ten laste genomen personen hoger is dan 60 alsook voor semi-internaten voor schoolgaande jongeren en semi-internaten voor schoolgaande en niet-schoolgaande jongeren, wat het aantal ten laste genomen personen ook moge zijn.
Dat deel verschilt naar gelang van het stelsel van de instelling en van het aantal begunstigden dat in aanmerking komt voor de berekening van de toelage.
Het bedraagt : 299 940 frank voor de internaten en de tehuizen voor volwassenen waarvan het aantal ten laste genomen personen voor wie een toelage toegekend wordt, lager is dan of gelijk is aan 60; 260 705 frank voor de internaten en de tehuizen voor volwassenen waarvan het aantal ten laste genomen personen voor wie een toelage toegekend wordt, hoger is dan 60; 190 462 frank voor de semi-internaten voor niet-schoolgaande jongeren en de dagcentra waarvan het aantal ten laste genomen personen voor wie een toelage toegekend wordt, lager is dan of gelijk is aan 60; 181 392 frank voor de semi-internaten, die tegelijkertijd schoolgaande en niet-schoolgaande jongeren opnemen, waarvan het aantal ten laste genomen personen voor wie een toelage toegekend wordt, lager is dan of gelijk is aan 60; 152 511 frank voor de semi-internaten en de dagcentra waarvan het aantal ten laste genomen personen voor wie een toelage toegekend wordt, hoger is dan 60. »
Art. 3.De bedragen vastegesteld bij het besluit van de Franse Geneemschapsexecutieve van 9 februari 1987, genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, gewijzigd bij de besluiten van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 november 1987, 24 februari 1989, 25 februari 1989, 13 november 1989, 12 juni 1990, 26 juni 1990, 14 januari 1991, 11 juni 1991, 4 september 1991, 16 november 1992, bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 november 1993 en bij de besluiten van de Waalse Regering van 18 juli 1994, 9 en 23 maart 1995, 30 mei 1996 en 21 februari 1997, vermeld in het beschikkend gedeelte ervan, worden als volgt aangepast : 1° Bezoldigingsbedragen vastgesteld in artikel 36, 3, en artikel 43bis : 12 028 frank toevoegen aan het bedrag bestemd voor de psychologen, het paramedisch en bijzonder personeel; 11 831 frank toevoegen aan het bedrag bestemd voor de opvoeders van klassen I en II, A en de hoofdopvoeders; 13 000 frank toevoegen aan het bedrag bestemd voor de opvoeders van klassen II, B, en III, de kinderverzorgsters en het ermee gelijkgestelde personeel; 11 982 frank toevoegen aan het bedrag bestemd voor de groepschefs; 18 240 frank toevoegen aan het in artikel 43bis vermelde bedrag.
Deze bedragen moeten vermenigvuldigd worden met een breuk waarvan de teller 136,6251 en de noemer 100 is. 2° Bedrag van de werkingstoelage vastgesteld in bijlage VIII;dit bedrag moet vermenigvuldigd worden met : een breuk waarvan de teller 121,92 en de noemer 100 is.
Art. 4.Artikel 50bis van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld : « Voor het jaar 1997 is de toekenningscoëfficiënt gelijk aan die van het jaar 1996. »
Art. 5.Artikel 54, 1, van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : «
Art. 54.1. De in 1997 toegekende enveloppe wordt in principe vastgesteld op 100,67 % van de in 1996 toegekende enveloppe.
Maar : 1° de instellingen die in 1997 aanspraak maken op een enveloppe die theoretisch hoger is dan de enveloppe van 1996, verhoogd in de mate vermeld in het eerste lid, krijgen een enveloppe met het bedrag waarop ze in 1997 aanspraak kunnen maken. In afwijking van voornoemd lid krijgen de semi-internaten voor schoolgaande jongeren en de semi-internaten voor schoolgaande en niet-schoolgaande jongeren een enveloppe waarvan het bedrag beperkt is tot het bedrag van de in 1996 toegekende toelage, verhoogd in de bovenvermelde mate; in het geval van semi-internaten voor schoolgaande en niet-schoolgaande jongeren wordt de enveloppe van die instellingen niettemin vastgesteld op het bedrag waarop ze in 1997 aanspraak kunnen maken naar verhouding van de gemiddelde bezetting van de niet-schoolgaande jongeren; 2° de instellingen die voor 1997 enkel aanspraak kunnen maken op een enveloppe die lager is dan of gelijk is aan de in 1996 toegekende enveloppe, verhoogd in de bovenvermelde mate, krijgen een enveloppe vastgesteld op het bedrag van de in 1996 toegekende toelage, verhoogd in die mate, voor zover de gemiddelde bezetting, zoals bepaald in artikel 35 van dit besluit, niet lager is dan 90 % van de in 1996 gesubsidieerde capaciteit;3° de instellingen waarvan de gemiddelde bezetting, zoals bepaald in artikel 35 van dit besluit, lager is dan 90 % van de in 1996 gesubsidieerde capaciteit, krijgen een enveloppe die is vastgesteld op minstens 90 % van de in 1996 toegekende enveloppe. In geen geval : 1° mag de toegekende enveloppe hoger zijn dan 110 % van de enveloppe waarop de instellingen aanspraak kunnen maken;2° mag het deel van de toegekende enveloppe bestemd om de kosten van het opvoedend personeel te dekken, hoger zijn dan het deel dat uit de verrichte berekening zou voortvloeien zonder toepassing van de in artikel 50bis vermelde coëfficiënten.»
Art. 6.Artikel 54, 2, van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : «
Art. 54.2. Het getal 60, vanaf hetwelk het bedrag van de werkingstoelage verschilt, wordt voor 1997 vastgesteld naar verhouding van de gemiddelde bezetting, zoals bepaald in artikel 35 van dit besluit. »
Art. 7.Artikel 55, 3, van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : «
Art. 55.3. De werkelijke verstrekkingen van de geneesheren worden in 1997 in overweging genomen binnen de perken van de toelagen die hen in 1986 zijn toegekend. »
Art. 8.Artikel 55bis van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld : « Art. 55bis, i) voor het jaar 1997. De voorwaarden zijn dezelfde als die van het jaar 1996. »
Art. 9.Artikel 56 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen : «
Art. 56.1. In geval van indexering in de loop van het boekjaar 1997 zullen de subsidiëringsparameters en de bedragen van de toelagen dienovereenkomstig herzien worden. 2. Zolang de bepalingen betreffende de vaststelling van de voor 1998 geldende enveloppe niet vastliggen, zullen de overeenkomstig artikel 36, 4, gestorte maandelijkse voorschotten vanaf 1 januari 1998 op basis van de in 1997 toegekende enveloppe uitbetaald worden.»
Art. 10.In hoofdstuk 1, 2, punt 1, van de bijlage 1 bij hetzelfde besluit worden de vermelde bedragen als volgt gewijzigd : het bedrag 23 286 frank wordt 23 441 frank; het bedrag 1 941 frank wordt 1 953 frank.
Art. 11.Hoofdstuk I, I, 2, van bijlage I wordt als volgt aangevuld : « 6. De bijkomende brugpensioenvergoeding die wordt toegekend aan de werknemers in het wetboek van de halftijdse en conventionele brugpensioenen, wordt als een toelaatbare last beschouwd, voor zover de vervroegde gepensioneerde volgens de wettelijke bepalingen vervangen wordt. »
Art. 12.In bijlage VIII, II, 2, wordt de begeleidingscoëfficiënt 0,1143 eenheid voltijds voor elke ten laste genomen begunstigde vervangen door 0,1822.
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Namen, 24 juli 1997.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX