gepubliceerd op 15 maart 2005
Besluit van de Waalse Regering betreffende de legitimatiekaart van de personeelsleden die de overtredingen van de wettelijke bepalingen inzake het kijk- en luistergeld moeten opsporen en vaststellen
24 FEBRUARI 2005. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de legitimatiekaart van de personeelsleden die de overtredingen van de wettelijke bepalingen inzake het kijk- en luistergeld moeten opsporen en vaststellen
De Waalse Regering, Gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld, gewijzigd bij het decreet van 27 maart 2003, inzonderheid op de artikelen 20, 21, 22, 23 en 30;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 april 2003 betreffende het kijk- en luistergeld;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2002, inzonderheid op de artikelen 87 en 88;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, inzonderheid op de artikelen 4 en 5;
Gelet op het decreet van 1 december 1997 houdende oprichting van de Dienst voor Heffing van het Kijk- en Luistergeld van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 oktober 1998 houdende delegaties van bevoegdheid en handtekening aan de leidend ambtenaren van de Dienst voor Heffing van het Kijk- en Luistergeld van de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juli 2000 en 18 december 2000;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 1999 betreffende het toezicht uitgeoefend door de ambtenaren van de Dienst voor Heffing van het Kijk- en Luistergeld van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 april 2003 tot bepaling van de nadere regels voor de overdracht van het personeel van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld naar de Regering van het Waalse Gewest;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 april 2003 houdende de overdracht van rechtswege van de personeelsleden van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld naar de Waalse Regering;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2003 tot oprichting van een tijdelijke administratieve cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 maart 2004 houdende de integratie van de personeelsleden van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld die overgedragen zijn naar de Waalse Regering, in de tijdelijke administratieve cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting en Financiën, gegeven op 21 februari 2005;
Overwegende dat enkele personeelsleden van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld van het Waalse Gewest door de leidend ambtenaar van de Dienst aangewezen en beëdigd worden om in de uitoefening van hun ambt de overtredingen van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld en van de overeenkomstig deze wet genomen besluiten op te sporen en vast te stellen;
Overwegende dat de ambtenaren en de leden aangewezen en beëdigd door de leidend ambtenaar van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld van het Waalse Gewest over een commissiekaart beschikken, die hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie bewijst en die uitgewerkt is door de Dienst en die verschillend is van die waarover de ambtenaren en de leden van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld van de Franse Gemeenschap beschikten vóór hun overdracht naar het Waalse Gewest;
Overwegende dat het nodig is dat de ambtenaren en personeelsleden die door de Waalse Regering beëdigd zijn, onmiddellijk identificeerbaar zijn door de gecontroleerde personen;
Op de voordracht van de Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.De aanwijzing van de personeelsleden van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld van het Waalse Gewest die de overtredingen van de bepalingen betreffende het kijk- en luistergeld moeten opsporen en vaststellen, wordt bevestigd door een legitimatiekaart die door de leidend ambtenaar van de Dienst wordt ondertekend en die hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie bewijst. Het model ervan wordt gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. HOOFDSTUK II. - Legitimatiekaart
Art. 2.De legitimatiekaart is wit, geplastificeerd en heeft de vorm van een rechthoek (10 centimeter lang 7 centimeter breed).
Art. 3.§ 1. Op de voorzijde van de legitimatiekaart worden de volgende vermeldingen aangebracht : 1° op het linker bovenste gedeelte, de volgende tekst in zwart : « Royaume de Belgique » 2° onder 1°, de volgende tekst in zwart : « Koninkrijk België »;3° onder 2°, de volgende tekst in zwart : « Königreich Belgien »;4° op het rechter bovenste gedeelte, de volgende tekst in hoofdletters en in zwart : « POLICE JUDICIAIRE »;5° onder 4°, de volgende tekst in hoofdletters en in zwart : « GERECHTELIJKE POLITIE »;6° onder 5°, de volgende tekst in hoofdletters en in zwart : « GERICHTSPOLIZEI »;7° op het linker centrale gedeelte, in een zwart gemarkeerd kader, de volgende tekst in wit : « Radio-Télévision Redevances + Kijk- en Luistergeld « op de eerste lijn en « RundFunk und Fernsehgebühren » op de tweede lijn;8° op het linker onderste gedeelte : een recente identiteitsfoto in kleur van de houder van de legitimatiekaart (minimale afmetingen van 2,5 centimeter bij 3,2 centimeter en maximale afmetingen van 3 centimeter bij 3,9 centimeter);9° op het lagere centrale gedeelte, rechts van de foto, in hoofdletters en in zwart : « NOM PRENOM (van de houder van kaart) »; 10 ° onder 9°, de volgende tekst in zwart : « Né(e) à 'geboorteplaats van de houder van de kaart' le 'geboortedatum van de houder van de kaart' »; 11° onder 10°, de volgende tekst in zwart : « a la qualité d'Officier de Police judiciaire »;12° onder 11°, de volgende tekst in zwart : « heeft de hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie »;13° onder 12°, de volgende tekst in zwart : « hat die Befugnisse eines Offizier der Gerichtspolizei »;14° op het rechter centrale gedeelte : het officiële logo van het Waalse Gewest;15° op het centrale onderste gedeelte, de volgende tekst in zwart : « Signature du titulaire »;16° onder 15°, de volgende tekst in zwart : « Handtekening van de houder »;17° onder 16°, de volgende tekst in zwart : « Unterschrift des Inhabers »;18° rechts van de punten 15°, 16° en 17° : de handtekening van de houder van de kaart;19° dwars door de kaart, schuin, vanuit het linker bovenste gedeelte tot het rechter onderste gedeelte, als achtergrond onder de tekst : een band van 0,5 centimeter met de drie nationale kleuren. § 2. Op de keerzijde van de legitimatiekaart worden de volgende vermeldingen aangebracht : 1° op het linker bovenste gedeelte, de volgende tekst in zwart : « Le titulaire est investi d'un mandat d'officier de police judiciaire, conformément à la loi du 13 juillet 1987 relative aux redevances radio et télévision.»; 2° onder 1°, de volgende tekst in zwart : « Les autorités constituées le reconnaîtront en cette qualité : elles sont invitées à lui prêter aide et protection dans l'exercice de ses fonctions.»; 3° op het centrale bovenste gedeelte, de volgende tekst in zwart : « De titularis is belast met een mandaat van officier van gerechtelijke politie gelet op de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld.»; 4° onder 3°, de volgende tekst in zwart : « De gestelde overheden zullen hem in die hoedanigheid erkennen en hem hulp en bescherming verlenen in de uitoefening van zijn ambt.»; 5° op het rechter bovenste gedeelte, de volgende tekst in zwart : « Der Inhaber wurde unter Berüchsichtigung des Gesetzes vom 13 Juli 1987 bezüglich der Rundfunk- und Fernsehgebühren.»; 6° onder 5°, de volgende tekst in zwart : « Die bestehenden Behörden werden ihn in dieser Eigenschaft anerkennen und ihm Hilfe leisten und Schutz gewähren in der Ausübung seines Amtes.»; 7° op het linker onderste gedeelte van de kaart, de volgende tekst in zwart : « Le fonctionnaire dirigeant : 'Naam en Voornaam' (van de leidend ambtenaar van de Dienst voor de Inning van het Kijk- en Luistergeld) »;8° rechts van punt 7° : de handtekening van de leidend ambtenaar van de Dienst;9° in het midden, als achtergrond onder de tekst : het officiële logo van het Waalse Gewest. HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 4.§ 1. De legitimatiekaart wordt aan de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld teruggegeven wanneer : 1. - de kaart beschadigd is; - één of meer gegevens die op de kaart vermeld staan, worden gewijzigd of wanneer de foto niet meer gelijkend is; 2. de houder zijn functie niet meer kan uitoefenen of wanneer hij ertoe niet meer gemachtigd is;3. de houder zijn functies definitief neerlegt. § 2. De Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld neemt de legitimatiekaart van de geschorste of ontslagen houder voorlopig terug, ongeacht de duur van de maatregel. De kaart wordt aan de houder teruggegeven zodra hij zijn functie opnieuw uitoefent § 3. Het verlies, de diefstal of de vernietiging van de legitimatiekaart moeten onmiddellijk medegedeeld worden aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld. Elke persoon die een legitimatiekaart terugvindt, stuurt ze aan de Dienst gelegen « avenue Gouverneur Bovesse 29, te 5100 Jambes », ter attentie van de leidend ambtenaar. Als de kaart na haar vernieuwing wordt teruggevonden, wordt ze onmiddellijk aan de leidend ambtenaar of aan de door hem aangewezen persoon bezorgd om vernietigd te worden. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 5.De aan de ambtenaren en personeelsleden van de Dienst voor Inning van het Kijk- en Luistergeld van de Franse Gemeenschap afgegeven controlekaarten zijn niet meer geldig op de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 24 februari 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld