gepubliceerd op 04 juni 2014
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten
24 APRIL 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 3, vierde lid, 21, derde lid en 87, derde lid;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten;
Gelet op het advies nr. 53.778/2 van de Raad van State, gegeven op 12 augustus 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het zeldzamer van de fossiele hulpbronnen (aardolie, gas, koolstof...), het streven naar een geringere energetische afhankelijkheid en de bestrijding van de broeikasgasemissies een hoger beroep op hernieuwbare energiebronnen als gevolg hebben;
Overwegende dat de biomethanisering ook een diversificatiebron is voor de landbouwsector;
Overwegende dat de biomethanisering zich ook in de agro-voedingsmiddelensector ontwikkelt;
Ov Overwegende dat Richtlijn 2009/28/CE ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen de nationale doestellingen bepaalt wat betreft het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie; België moet in 2020 13 % voor het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik halen; dat de Waalse Regering zich er bovendien via haar Gewestelijke beleidsverklaring toe heeft verbonden om tegen 2020 20 % te halen;
Overwegende dat alleen de biomethaniseringsinstallaties die niet-gevaarlijke, gevaarlijke afvalstoffen of dierlijke bijproducten ontvangen tegenwoordig vermeld worden in bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; dat de rubrieken in wat volgt voorzien : "90.23.15.01 : Biomethaniseringsingstallatie die dierlijke bijproducten behandelen in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1774/2002(...)... wanneer de behandelingscapaciteit kleiner dan of gelijk is aan 100 t/dag - klasse 2, of hoger dan 100 t/dag - klasse 1 90.23.15.02 : Biomethaniseringsingstallatie die andere afvalstoffen dan de dierlijke bijproducten, met name afvalstoffen van plantaardige oorsprong en slib uit zuiveringsstations... behandelen, wanneer de behandelingscapaciteit kleiner dan of gelijk is aan 500 t/dag - klasse 2, of hoger dan 500 t/dag - klasse 1";
Overwegende dat een biomethaniseringsinstallatie die meer dan 500 t/dag energieteelten die daartoe worden geproduceerd, zoals bij voorbeeld maïs, behandelt, niet ingedeeld is en dus geen milieuvergunning nodig heeft terwijl ze in klasse 1 opgenomen zou worden en aan een milieueffectonderzoek zou worden onderworpen indien de installatie met 500 t/dag afvalstoffen van maïsteelten bevoorraad was;
Overwegende dat de gevolgen op het leefmilieu van de biomethaniseringsinstallaties die meer dan 500 t/dag afvalstoffen of niet-afvalstoffen behandelen, in termen van verkeer, geluidshinder, stoffen, hoeveelheden geproduceerd digestaat, hinder gebonden aan de opslag van uitgangsmateriaal en van het digestaat, het beheer van biogas, aan de eventuele behandeling van het digestaat, enz... gelijksoortig zijn ongeacht het statuut (afvalstof of niet-afvalstof) van de biomaterie bestemd voor biomethanisering;
Overwegende dat alle biomethaniseringsinstallaties ongeacht of ze met afvalstoffen bevoorraad zijn dus op aangepaste wijze moeten worden geregeld;
Overwegende dat er, om de biomethaniseringsprojecten te beogen die geen afvalstoffen, zoals het product van energieteelten, behandelen, dus voorgesteld wordt om de volgende rubriek in bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten in te voegen : "40.4 : Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water vanaf biomaterie die geen afvalstof vormt; 40.40. Productie van elektriciteit, gas, stoom en warm water vanaf biomaterie die geen afvalstof vormt";
Overwegende overigens dat wanneer de biomethaniseringseenheid bestemd is voor de behandeling van dierlijke bijproducten of afvalstoffen, het project heden beoogd is in de volgende rubrieken : "90.23.15.01: biomethaniseringsingstallatie die dierlijke bijproducten behandelt in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1774/2002(...)... wanneer de behandelingscapaciteit kleiner dan of gelijk is aan 100 t/dag - klasse 2, of hoger dan 100 t/dag - klasse 1 90.23.15.02: biomethaniseringsingstallatie die andere afvalstoffen dan de dierlijke bijproducten met name afvalstoffen van plantaardige oorsprong en slib uit zuiveringsstations... behandelen, wanneer de behandelingscapaciteit kleiner dan of gelijk is aan 500 t/dag - klasse 2, of hoger dan 500 t/dag - klasse 1";
Overwegende dat er wordt vastgesteld dat de biomethaniseringsinstallaties op verschillende wijze ingedeeld worden al naar gelang ze niet-gevaarlijke afvalstoffen of dierlijke bijproducten ontvangen, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en van de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002; dat die Verordening (EG) nr. 1069/2009 de gezondheidsvoorschriften en de veterinairrechtelijke voorschriften bepaalt die van toepassing zijn op : - de verzameling, het vervoer, de opslag, de hantering, de verwerking en het gebruik of de verwijdering van de dierlijke bijproducten; - het op de markt brengen en, in sommige specifieke gevallen, de uitvoer en de doorvoer van dierlijke bijproducten en van hun afgeleide producten;
Overwegende dat de gezondheidswetgevingen enerzijds als hoofddoel hebben de risico's van sommige biologische producten voor de volkgezondheid en voor de diergezondheid te voorkomen; dat de milieuwetgeving er anderzijds hoofdzakelijk toe strekt mens of leefmilieu in een optiek van geïntegreerde aanpak van preventie en vermindering van de milieuverontreiniging te beschermen tegen de gevaren, de hinder of de nadelen die een inrichting rechtstreeks of onrechtstreeks kan veroorzaken tijdens of na de uitbating; dat de hoofdzakelijke doelstellingen van die respectievelijke wetgevende instrumenten bijgevolg als bijkomend en niet als onderling vervangbaar moeten worden beschouwd;
Overwegende dat er ten opzichte van de milieuoverwegingen dan ook geen reden is om een onderscheiding te maken wanneer de afvalstoffen bestemd voor de biomethanisering dierlijke bijproducten omvatten of zijn in de zin van verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn;
Overwegende dat er dan ook voorgesteld wordt om de biomethaniseringsinstallaties die dierlijke bijproducten behandelen in de zin van artikel 3 van bovenvermelde Verordening (EG) nr.1069/2009 en de installaties die andere afvalstoffen dan de dierlijke bijproducten ontvangen, in dezelfde rubriek op te nemen, alsook de hogere drempel van klasse 2 op een behandelingscapaciteit van 500 t/dag te handhaven;
Overwegende dit voorstel geen vermindering van de bescherming van het leefmilieu als gevolg heeft; dat overeenkomstig Verordening (EG) nr.1069/2009 de exploitant van een eenheid voor de productie van biogas die dierlijke bijproducten behandelt, een erkenning moet krijgen;
Overwegende dat een dergelijke erkenning alleen toegekend zou kunnen worden indien de installatie een volwaardige erkenning heeft, indien ze operationeel is (doorlopende werking) en indien ze voldoet aan de voorwaarden vermeld in Verordening (EU) 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn;
Overwegende dat die voorwaarden m.b.t. de toekenning van de erkenning de aard en de uitrusting van de fabrieken betreffen; dat die fabrieken bovendien toezicht- en controlemethoden voor de kritische punten uitvoeren; dat de erkenning onmiddellijk ingetrokken worden als de voorwaarden m.b.t. het verkrijgen ervan niet nageleefd worden;
Overwegende dat het gehalte aan vluchtige vetzuren, die hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor de onaangename geuren van de organische stoffen, overigens dankzij de biomethanisering aanzienlijk verminderd kan worden;
Overwegende dat er voorgesteld wordt om de drempel uitgedrukt op basis van een behandelingscapaciteit in ton/dag, zoals het heden het geval is voor rubriek 90.23.15. te handhaven en een hogere drempel van klasse 2 te bepalen voor de nieuwe rubriek met een gelijkwaardig niveau als het niveau dat in aanmerking is genomen voor de biomethaniseringsinstallaties die afvalstoffen behandelen, namelijk 500t/dag;
Overwegende dat de biomethaniseringsinstallaties onderworpen moeten worden aan een milieueffectonderzoek wanneer hun afmetingen zo belangrijk zijn dat de behandelingscapaciteiten en de nodige opslagcapaciteiten zowel voor het uitgangsmateriaal als voor het eindmateriaal van dien aard zijn dat ze een aanzienlijke impact hebben met name op het landschap, de leefkwaliteit van de burgers, het verkeer en het leefmilieu;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 04/07/2002 pub. 21/09/2002 numac 2002027818 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten sluiten tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten wordt een rubriek 40.4. ingevoegd, luidend als volgt :
Nummer - Installatie of activiteit
Klasse
EIE
Te raadplegen organen
DEELFACTOREN
WG
LWG
BR
40.4 PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT, GAS, STOOM EN WARM WATER VANAF BIOMATERIE DIE GEEN AFVALSTOF VORMT
40.40. Productie van elektriciteit, gas, stoom en warm water vanaf biomaterie die geen afvalstof vormt
40.40.10. Biomethaniseringsinstallatie voor de productie van elektriciteit, gas, stoom en warm water vanaf biomaterie die geen afvalstof vormt Biomaterie : elk voorwerp of materie die aëroob of anaëroob afbreekbaar is.
Biomethanisering: biologische anaërobe verwerking van biomaterie onder gecontroleerde voorwaarden, die leidt tot de productie van biogas en digestaat.
Biomethaniseringsinstallatie: technische eenheid voor de behandeling van biomaterie via de biomethanisering die de volgende elementen kan omvatten: a) parkeerruimten aangelegd voor de voertuigen die op lossing of aflading wachten; b) vangoppervlakten van de aangevoerde biomaterie; c) opslaginfrastructuren van de aangevoerde biomaterie; d) de installatie bestemd voor de voorbereiding van het mengsel van biomaterie met in voorkomend geval additieven die in de gistingstanks zullen worden ingespoten; e) systemen voor de bevoorrading van de gistingstanks met biomaterie; f) gistingstanks; g) nagistingstanks; h) infrastructuren voor de opslag van het digestaat; i) infrastructuren voor de nabehandeling van het digestaat; j) infrastructuren voor de opslag van biogas; k) zuiveringssystemen voor biogas voor het gebruik ervan als brandstof binnen de inrichting; l) fakkels of elk ander systeem met gelijkwaardige garanties in termen van de vernietiging van biogas; m) opslaginfrastructuren voor de verworpen biomaterie; n) installaties voor de valorisatie van biogas geproduceerd binnen de biomethaniseringsinstallatie die wil inspelen op de interne behoeften van de inrichting Behandelingscapaciteit: de behandelingscapaciteit in ton van biomaterie in de gistingstank(s) van de biomethaniseringsinstallatie.
40.40.10.01. als de behandelingscapaciteit kleiner is dan of gelijk is aan 15t/dag
3
40.40.10.02. wanneer de behandelingscapaciteit hoger is dan 15t/dag en kleiner dan of gelijk aan 500 t/dag
2
DEBD, DPD, DPS, DRIGM, AWAC
40.40.10.03. wanneer de behandelingscapaciteit hoger is dan 500t/dag
1
X
DEBD, DPD, DPS, DRIGM, AWAC
Art. 2.Rubriek 90.23.15. van bijlage I bij hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
Nummér - Installatie of activiteit
Klasse
EIE
Te raadplegen organen
DEELFACTOREN
WG
LWG
BR
90.23.15. Biomethaniseringsinstallatie voor biomaterie die een afvalstof vormt Biomaterie : elk voorwerp of materie die aëroob of anaëroob afbreekbaar is.
Biomethanisering: biologische anaërobe verwerking van biomaterie onder gecontroleerde voorwaarden, die leidt tot de productie van biogas en digestaat.
Biomethaniseringsinstallatie: technische eenheid voor de behandeling van biomaterie via de biomethanisering die de volgende elementen kan omvatten: a) parkeerruimten aangelegd voor de voertuigen die op lossing of aflading wachten; b) vangoppervlakten van de aangevoerde biomaterie; c) opslaginfrastructuren van aangevoerde biomaterie; d) de installatie bestemd voor de voorbereiding van het mengsel van biomaterie met in voorkomend geval additieven die in de gistingstanken zullen worden ingespoten; e) systemen voor de bevoorrading van de gistingstanks met biomaterie; f) gistingstanks; g) nagistingstanks; h) infrastructuren voor de opslag van het digestaat; i) infrastructuren voor de nabehandeling van het digestaat; j) infrastructuren voor de opslag van biogas; k) zuiveringssystemen voor biogas voor het gebruik ervan als brandstof binnen de inrichting; l) fakkels of elk ander systeem met gelijkwaardige garanties in termen van de vernietiging van biogas; m) opslaginfrastructuren voor de verworpen biomaterie; n) Installaties voor de valorisatie van biogas geproduceerd binnen de biomethaniseringsinstallatie die wil inspelen op de interne behoeften van de inrichting Behandelingscapaciteit: de behandelingscapaciteit in ton van biomaterie in de gistingstank(s) van de biomethaniseringsinstallatie.
90.23.15.01. als de behandelingscapaciteit kleiner is dan of gelijk is aan 500t/dag
2
DPS, DPD, DEBD, DRIGM, AWAC
90.23.15.02. wanneer de behandelingscapaciteit hoger is dan 500t/dag
1
X
DPS, DPD, DEBD, DRIGM, AWAC
Art. 3.De vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit ingediende vergunningsaanvragen alsmede de desbetreffende administratieve beroepen worden behandeld volgens de regels van kracht op de datum van indiening van de aanvraag.
Art. 4.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 24 april 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY