Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 23 maart 2012
gepubliceerd op 10 april 2012

Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2012202022
pub.
10/04/2012
prom.
23/03/2012
ELI
eli/besluit/2012/03/23/2012202022/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MAART 2012. - Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen


De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 31 en 35 tot 43;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202635 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van transitwoningen type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202636 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen sluiten waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 juli 2011;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 14 juli 2011;

Gelet op het advies van de "Société wallonne du Logement", gegeven op 29 augustus 2011;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 13 september 2011;

Gelet op het advies nr. 50.696/4 tot 50.703/4 van de Raad van State, gegeven op 27 december 2011, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur du Logement" (Hoge Huisvestingsraad), gegeven op 31 augustus 2011;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister bevoegd voor Huisvesting;2° bestuur : het Departement Wonen van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst;3° operator : de overheid of instelling bedoeld in artikel 32 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen. De niet-erkende instellingen met een maatschappelijk doel moeten voldoen aan de volgende voorwaarden : tijdens de hele duur bedoeld in artikel 4, § 13, van dit besluit beschikken over de diensten van één of meer gediplomeerde of daarmee gelijkgestelde maatschappelijke werkers die kunnen instaan voor de sociale begeleiding van personen gehuisvest in gerenoveerde of herstructureerde gebouwen. Onder met maatschappelijk werker gelijkgestelde werker wordt verstaan elke persoon die het bewijs kan leveren van minstens 3 jaar ervaring in de sociale sector; b) over voldoende financiële middelen beschikken om de haalbaarheid van de verrichting te waarborgen;4° de kostprijs van de woning : het bedrag van de uitgaven die nodig zijn voor de bouw, de renovatie of de herstructurering van een verbeterbaar gebouw om er één woning van te maken : alle kosten, honoraria en belastingen inbegrepen, met uitzondering van de kostprijs van het gebouw of van het terrein, voor het aanleggen van de directe omgeving en van de overeenkomstig andere regelgevingen gekregen tegemoetkomingen;5° de totale kostprijs van een verrichting : de som van de kostprijzen van elke woning voorzien in het kader van de verrichting;6° honoraria : in de honoraria inbegrepen zijn de kostprijs van de projectontwerpers, de technische studies, de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid, de EPG-verantwoordelijke, de EPG-certificering (energieperformantie gebouwen);7° kosten : in de kostprijs inbegrepen zijn de kostprijs van de bodemtests of de tests voorzien in het bestek, de aansluitingen, de prijsherzieningen, de onvoorziene omstandigheden in verband met de aard van de bodem of de staat van het gebouw;8° het programma : het gemeentelijk actieprogramma inzake huisvesting bedoeld in de artikelen 188 tot en met 190 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen;9° passiefwoning of daarmee gelijkgesteld : - hetzij de woning waarvan de nettobehoeften aan verwarmingsenergie lager zijn dan 15kWu/m2/jaar en waarvoor de globale finale energievraag voor de verwarming, het warm water, de huishoudelijke uitrustingen lager is dan 42 kWu/m2 per jaar; - hetzij de woning waarvan de Ew gelijk is aan 30 of minder en waarvan de K gelijk is aan 20 of minder; - hetzij de woning waarvan de energieproductie het geheel of een deel van het verbruik compenseert en het mogelijk maakt een Ew van 30 of minder te bereiken; 10° minimumafwerking : de minimumafwerking van het gebouw omvat voor elke leefkamer een soepele of harde bodembedekking, zorgvuldig afgewerkte bepleisterde of geverfde of met behang beklede, met hout bedekte of in natuursteen, baksteen of blokken gemetselde of uit zichtbare betonwanden opgetrokken muren, een of bepleisterd, of beschilderd, of met hout overdekt, of een uit een beschilderde betonlaag bestaand plafond of een vals plafond.Daarin inbegrepen zijn eveneens de deuren die de nachtvertrekken van de andere vertrekken scheiden; 11° minimumuitrusting : de minimumuitrusting van de woning bevat een ingebouwd verwarmingssysteem en een verluchtingssysteem aangepast aan de energieperformantie van het gebouw, een keuken bestaand uit minstens een meubel met een gootsteen, een badkamer afzonderlijk van de keuken waarin een douche of een badkuip staan, aangesloten op warm water, een binnentoilet;11° gemeenschappelijke dienstlokalen : de gemeenschappelijke dienstlokalen dienen voor het onderbrengen van huisvuil, tweewielers en kinderwagens.Het lokaal waarin huisvuil wordt opgeslagen moet voldoen aan volgende voorwaarden : het moet afgesloten kunnen worden en makkelijk toegankelijk zijn voor de bewoners, daar gelegen zijn waar huisvuil vlot naar de openbare weg overgebracht kan worden en over voldoende capaciteit beschikken, rekening houdend met het aantal woningen, om het selectief opslaan van huisvuil mogelijk te maken. Er moet minstens plaats zijn voor vier vuilnisbakken. Het lokaal voor het stallen van tweewielers en kinderwagens moet aan volgende voorwaarden voldoen : het moet afgesloten kunnen worden en makkelijk toegankelijk zijn voor de bewoners, daar gelegen zijn waar de overgang naar de openbare weg makkelijk is en onafhankelijk zijn van de parkeerruimtes, over afmetingen beschikken die beantwoorden aan de voorziene functie, rekening houdend met het aantal woningen, met een oppervlakte van minimum 1,2 m2 per woning.

Art. 2.Het Gewest kan een toelage aan de operator toekennen voor de bouw, de renovatie of de herstructurering van een verbeterbaar gebouw om er één sociale woning van te maken.

De toelage is bestemd om het geheel of een deel van de kostprijs van de woning te dekken.

Art. 3.§ 1er. Voor de handelingen in verband met renovatie of herstructurering van een verbeterbaar gebouw, wordt de toelage vastgesteld op : a) 50.000 euro voor een studio; b) 60.000 euro voor een woning met één slaapkamer; c) 75.000 euro voor een woning met twee of drie slaapkamers; d) 80.000 euro voor een woning met vier slaapkamers of meer; e) 30.000 euro per collectieve woning.

Voor de bouwhandelingen, wordt de toelage vastgesteld op : a) 80.000 euro voor een woning met één slaapkamer; c) 100.000 euro voor een woning met twee of drie slaapkamers; c) 120.000 euro voor een woning met vier slaapkamers of meer.

Voor de bouw van passiefwoningen of daarmee gelijkgesteld, opgetrokken als individueel huis, wordt de toelage verhoogd met € 10.000 per woning. Voor de passiefwoningen of daarmee gelijkgesteld, opgetrokken in de vorm van appartementsblokken of meervoudige woningen, wordt de toelage verhoogd met € 5.000 per woning.

Per aanpasbare woning, zoals bepaald in artikel 1, 16°ter, van het Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, wordt de toelage voor de handelingen in verband met de bouw, de renovatie of de herstructurering van een verbeterbaar gebouw, verhoogd met : a) 2.000 euro voor de woningen met één slaapkamer; b) 2.500 euro per woning met twee of drie slaapkamers; c) 3.000 euro per woning met vier slaapkamers of meer. § 2. De in § 1, eerste lid, bedoelde toelage mag niet hoger zijn dan 100 % van de kostprijs van de woning en wordt dus in voorkomend geval tot die kostprijs verminderd.

Als die bedragen overschreden worden, zijn ze voor rekening van de aanvrager, alsook het deel van de kostprijs dat door de toelage niet wordt gedekt. De formele verbintenis aangaande die kostenovername wordt voorafgaandelijk aan het in mededinging stellen van de werken aan het bestuur overgemaakt. § 3. Als een gedeelte van het verbeterbare gebouw gesloopt moet worden, kunnen de werken, bedoeld in artikel 1, 13°, van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, de sloop en de wederopbouw van een volume gelijkwaardig aan het gedeelte van het gesloopte gebouw omvatten. Op voorstel van het bestuur kan de Minister de toelating geven voor de bouw van een afwijkend bouwvolume. § 4. De bedragen van de toelagen bedoeld in § 1 kunnen door de Regering bij de goedkeuring van elk meerjarenprogramma herzien worden. § 5. Het gebouw kan gedeeltelijk bestemd worden voor een andere bestemming dan huisvesting.

Art. 4.§ 1. Om aanspraak te kunnen maken op de toelage, moet worden voldaan aan de voorwaarden bedoeld in de §§ 2 tot 15. § 2. De in artikel 2 bedoelde verrichting moet opgenomen zijn in het programma van de gemeente en door de Regering goedgekeurd zijn. § 3. De operator moet gebruik maken van de administratieve en technische documenten opgemaakt door het Bestuur. De aanvrager dient een subsidieaanvraag in bij het bestuur volgens de door de Minister bepaalde voorwaarden. § 4. De te bouwen woningen moeten thermische en energetische prestaties bereiken die minstens K 35 en Ew 60 evenaren.

De gerenoveerde bouwelementen om een gebouw op te richten in een bestaand gebouw moeten minstens de thermische en energetische prestaties vermeld in de volgende tabel evenaren :

Bouwelementen

Umax (W/m2K)

Rmin (m2K/W)

1. Wanden die het beschermd volume afbakenen, met uitzondering van de wanden die de scheiding met een aangrenzend beschermd volume vormen


1.1. Doorzichtige/doorschijnende wanden, met uitzondering van de deuren en garagedeuren (zie 1.3.), van de lichte gevels (zie 1.4) en van de glazen bouwsteenwanden (zie 1.5)

Uw,max = 2.2 en : Ug,max = 1.3


1.2. Ondoorschijnende wanden met uitzondering van de deuren en garagedeuren (zie 1.3) en van de lichte gevels (zie 1.4)


1.2.1. Daken en plafonds

Umax = 0.27


1.2.2. Muren die niet in contact staan met de bodem, met uitzondering van de muren bedoeld in 1.2.4.

Umax = 0.35


1.2.3. Muren die in contact staan met de bodem

Rmin = 1.3

1.2.4. Verticale en hellende wanden die in contact staan met een kruipruimte of een kelder buiten een beschermd volume

Rmin = 1.2

1.2.5. Plankenvloeren die in contact staan met de buitenomgeving

Umax = 0.35


1.2.6. Andere plankenvloeren (plankenvloeren op aardeophopingen, boven een kruipruimte of een boven een kelder buiten een beschermd volume, ingegraven plankenvloeren ingegraven kelders)

Umax = 0.35

of Rmin = 1.30

1.3. Deuren en garagedeuren (deurkozijn inbegrepen)

Ud,max = 2.2


1.4. Lichte gevels

Ucw,max = 2.2 en : Ug,max = 1.3


1.5. Glazen bouwsteenwanden

Umax = 2.2


2. Wanden tussen 2 beschermde volumes gelegen op aangrenzende percelen

Umax = 1.0


3. De volgende ondoorschijnende wanden binnen het beschermd volume of aangrenzend aan een beschermd volume op hetzelfde perceel met uitzondering van de deuren en garagedeuren : 3.1. tussen afzonderlijke wooneenheden; 3.2. Tussen wooneenheden en gemene ruimten (trappenhuis, hal, gangen,...); 3.3. tussen wooneenheden en ruimten met een niet-residentiële bestemming 3.4. tussen ruimten met een industriële bestemming en ruimten met een niet-industriële bestemming

Umax = 1.0


§ 5. Onmiddellijk vanaf zijn aankoop treft de maatschappij elke bewarende maatregel ten opzichte van het gebouw. § 6. De woningen moeten een voltooiing en een minimumuitrusting zoals bepaald in artikel 1, 10° en 11° genieten en wanneer, als het gaat om een gebouw of als de inrichting van de gebouwen het mogelijk maken, beschikken over gemeenschappelijke dienstlokaken bedoeld in artikel 1, 12°. Op verzoek van de gebruikers zal de operateur een koelkast en het nodige materieel ter beschikking stellen. § 7. De appartements- of flatgebouwen met meerdere woningen zullen over de dienstlokalen bedoeld in artikel 1, 12° moeten beschikken. Op voorstel van het bestuur en naar gelang van de eigenschappen van het bestaande gebouw kan de Minister toestaan dat de werken niet worden uitgevoerd. § 8. De woning beantwoordt aan de criteria die door de Regering inzake gezondheid van de woningen bepaald zijn. § 9. Als de werken een stedenbouwkundige vergunning vereisen, wordt een afschrift van die vergunning voor de toekenning van de toelage afgegeven. § 10. Het dossier voor het stedenbouwkundig en architectonisch voorproject met betrekking tot het ontwerp van de opgerichte woningen moet binnen de twaalf maanden te rekenen van de kennisgeving van het programma aan de operator ter goedkeuring aan het bestuur worden voorgelegd.

Het gunningsdossier met de plannen, de opmetingsstaten, de ramingen en de bestekken moet binnen de achttien maanden te rekenen van de kennisgeving van het programma aan de operator ter goedkeuring aan het bestuur worden voorgelegd.

Het dossier met het resultaat van het in mededinging stellen van de werken moet binnen de vierentwintig maanden te rekenen van de kennisgeving van het programma aan de operator aan het bestuur worden overgemaakt.

Na een gemotiveerd verzoek van de operator kan het bestuur een bijkomende termijn van zes maanden toestaan voor de indiening van het voorontwerp of het in mededinging stellen.

Op gemotiveerd voorstel van het bestuur kan de Minister een bijkomende termijn toekennen. § 11. Het bevel tot aanvatten van de werken dient binnen de drie maanden gegeven te worden te rekenen van de kennisgeving van de toekenning van de subsidie.

Het einde van de werken moet binnen een termijn van twee jaar te rekenen van deze mededeling plaatsvinden.

Met uitzondering van de bewarende of beschermende werkzaamheden mogen de werkzaamheden niet voor de kennisgeving van de subsidie ondernomen worden.

Op gemotiveerd voorstel van het bestuur kan de Minister een bijkomende termijn toekennen. § 12. De operator moet, vóór het in mededinging stellen van de overheidsopdracht, beschikken over de zakelijke rechten over het gebouw. § 13. De woning moet voor transitbewoning bestemd zijn tijdens een periode van vijftien jaar te rekenen vanaf hun eerste bewoning voor de renovaties en herstructureringen en voor een periode van dertig jaar voor de nieuwe gebouwen. Bij eigendomsoverdracht van de woning, blijft deze bestemming voor de resterende duur behouden. § 14. Zoals bedoeld in artikel 1, 11°ter, van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam wonen, waarborgt de operator de toegang tot maatschappelijke begeleiding aan het gezin tijdens de duur van de huisvesting. § 15. Tijdens de duur van de periode waarin de woning als transitwoning wordt bestemd, legt de operator jaarlijks uiterlijk 1 maart een verslag over aan de administratie waarin alle stappen van bedoeld proces uiteen worden gezet.

Dat verslag wordt opgesteld overeenkomstig een model dat door het bestuur wordt afgegeven. In dat verslag wordt melding gemaakt van de maatschappelijke toestand van het gezin, van de betaalde bedragen voor het betrekken van hun woning en van de wijze waarop ze sociaal worden begeleid. § 16. Binnen de drie maanden volgend op de termijnen van § 10 deelt het bestuur de lijst van de termijnoverschrijdende projecten aan de Minister mee, samen met een lijst van de verlengingsaanvragen die de operatoren eventueel hebben ingediend.

De Minister kan een bijkomende termijn verlenen of de Regering voorstellen om de subsidie anders aan te wenden.

Art. 5.Het voorlopige bedrag van de tegemoetkoming van het Gewest wordt bepaald op grond van het voorontwerp van de werken.

Het definitieve bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op grond van het resultaat van het in mededinging brengen van de werken, en wordt door de Minister aan de operator medegedeeld.

Art. 6.De uitbetaling van de subsidie gebeurt als volgt : 1° de eerste schijf van 40 % van het bedrag na overlegging van het bevel tot aanvatten van de werken;2° de tweede schijf, namelijk 30 % van het bedrag, op grond van stukken ter staving van de aanwending van de eerste schijf;3° het resterend bedrag op basis van de eindrekening van de werken en nadat het bestuur zich ter plaatse van hun verwezenlijking is komen vergewissen.

Art. 7.§ 1. Recht op bewoning van dergelijke woningen hebben gezinnen die in een precaire toestand verkeren of door overmacht hun woning verloren hebben.

Het maandbedrag van het inkomen van het in artikel 1, 29°, c), van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam wonen bedoelde gezin dat begeleid wordt door een dienst voor schuldbemiddeling mag niet hoger zijn dan 120 % van het bedrag van het leefloon dat overeenstemt met de samenstelling van het gezin. § 2. Het gezin kan hoogstens zes maanden worden ondergebracht in een transitwoning. Na afloop van die termijn kan de operator die termijn met hoogstens zes maanden verlengen indien het gezin door overmacht nog steeds zonder woning is of in een precaire toestand verkeert, zoals bedoeld in artikel 1, 29°, c), van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam wonen.

Art. 8.De maandelijkse vergoeding voor het betrekken van een transitwoning mag niet meer bedragen dan 20 % van : 1° het maandinkomen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29°, a) of b), van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam wonen;2° het maandinkomen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29°, c), van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam wonen;3° het maandinkomen van het gezin dat om redenen van overmacht zonder woning is. In dat bedrag zitten alle lasten vervat, behalve die voor water, gas, elektriciteit, verwarming, kabelverdeling en telefoon.

De verhouding tussen operator en bewoner wordt geregeld door een overeenkomst voor precaire bewoning conform het door de Minister bepaalde model.

Art. 9.Het bedrag dat door de begunstigde, bij niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden voor de toelage, moet worden terugbetaald, wordt vastgesteld door volgende formule : R = (1 - (D/A)2) x M waarbij : R staat voor het bedrag dat terugbetaald moet worden;

D, voor de in jaren uitgedrukte duur van de periode waarin de voorwaarden werden nageleefd;

A, voor vijftien jaar voor renovaties en herstructureringen en dertig jaar voor nieuwe gebouwen M, voor het bedrag van de subsidie.

Art. 10.Dit besluit is van toepassing op de financiering van de aankoop-, renovatie- of herstructureringsprogramma's van verbeterbare gebouwen met het oog op de oprichting van sociale woningen goedgekeurd door de Regering vanaf het jaar 2012.

Art. 11.Het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/02/1999 pub. 13/03/1999 numac 1999027179 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming wordt verleend aan rechtspersonen met het oog op de oprichting van transitwoningen type besluit van de waalse regering prom. 11/02/1999 pub. 13/03/1999 numac 1999027177 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming wordt verleend aan rechtspersonen met het oog op de oprichting van integratiewoningen type besluit van de waalse regering prom. 11/02/1999 pub. 13/03/1999 numac 1999027176 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de uitrusting van groepen van woningen sluiten waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen wordt opgeheven.

Het blijft evenwel van toepassing voor de programma's goedgekeurd door de Regering voor het jaar 2007.

Het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202635 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van transitwoningen type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202636 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen sluiten waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen wordt opgeheven. Het blijft evenwel van toepassing voor de programma's goedgekeurd door de Regering voor het jaar 2012.

Art. 12.De artikelen 3, 4° en 9°, en 30 van het decreet van 9 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/02/2012 pub. 09/03/2012 numac 2012201381 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode sluiten tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode treden in werking de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 13.De Minister bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 23 maart 2012.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET

^