Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 23 april 2009
gepubliceerd op 12 mei 2009

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende de "structures d'accompagnement à l'autocréation d'emploi" , afgekort : "S.A.A.C.E."

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009202102
pub.
12/05/2009
prom.
23/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/23/2009202102/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 APRIL 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende de "structures d'accompagnement à l'autocréation d'emploi" (begeleidingsstructuren voor zelftewerkstelling), afgekort : "S.A.A.C.E."


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 15 juli 2008 betreffende de "structures d'accompagnement à l'autocréation d'emploi", afgekort "S.A.A.C.E.", inzonderheid op de artikelen 2 tot 8 en 10 en 11;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), gegeven op 22 december 2008;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 oktober 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 6 november 2008;

Gelet op het advies nr. 46.190/2 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "decreet" : het decreet van 15 juli 2008 betreffende de "structures d'accompagnement à l'autocréation d'emploi", afgekort : "S.A.A.C.E."; 2° "S.A.A.C.E." : de "structure d'accompagnement à l'autocréation d'emploi" bedoeld in artikel 1, 1°, van het decreet; 3. "activiteitencoöperatieve" : de structuur bedoeld in artikel 1, 5°, van het decreet;4. "couveuse d'entreprise" : de structuur bedoeld in artikel 1, 6°, van het decreet;5° "projectdragers" : de personen bedoeld in artikel 1, 2°, van het decreet;6° "Minister" : de Minister die voor Tewerkstelling bevoegd is;7° "Administratie" : de Directie Tewerkstelling van het Departement Tewerkstelling en Beroepsopleiding van het Operationele Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst; 8°. "FOREm" : de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling). HOOFDSTUK II. - Procedures tot toekenning, weigering, hernieuwing, opschorting of intrekking van de erkenning en beroepsprocedures

Art. 2.De erkenningsaanvraag, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, wordt door de verzoekende instelling aan de Administratie gericht, hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij langs de elektronische weg.

Die erkenningsaanvraag gaat vergezeld van een dossier met : 1° de statuten van de verzoekende instelling die, al naar gelang van het geval, één van de in artikel 5, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet aanneemt;2° een kwantitatieve en kwalitatieve omschrijving van de activiteiten die de begeleidingsstructuur voert of van plan is te voeren, alsook een omschrijving van de aangenomen methodologie;3° een maandelijks gemiddelde van het aantal effectieve opvolgingsuren per projectdrager, waarbij dat aantal uren per type begeleiding onderscheiden wordt al naar gelang bij de begeleiding al dan niet voorzien wordt in een fase waarin men in een reële werksituatie geplaatst wordt;4° een beschrijving van de materiële en menselijke middelen die tot stand gebracht worden voor de begeleiding van de projectdragers, met inbegrip van de middelen voorzien om de projectdragers desgevallend in een reële werksituatie te plaatsen;5° een lijst van het personeel dat zal instaan voor de begeleiding van de projectdragers met, voor elk van de leden, de kwalificaties, beroepservaringen en functies binnen de verzoekende instelling;6° de onthaalcapaciteit, uitgedrukt in aantal jaarlijkse plaatsen;7° het afschrift van het inspectieverslag of van de aanvraag om inspectie van de lokalen door de brandweerdienst, alsook elk document afgegeven door een erkende instelling voor het materieel waarvan het gebruik eventuele risico's inhoudt;8° een uitvoerig begrotingsontwerp voor het kalenderjaar na het lopende boekjaar of een uitvoerig begrotingsontwerp voor het lopende kalenderjaar indien de erkenning gevraagd wordt in de loop van het eerste kwartaal van dat jaar en een financieel plan voor de drie komende jaren;9° de verbintenis waarbij een partnersovereenkomst wordt gesloten met de FOREm zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 9°, van het decreet, waarvan het model door de Minister bepaald wordt; 10° de verbintenis waarbij met de projectdragers een overeenkomst wordt gesloten die voorziet in de doelstellingen die in een actieplan binnen de "S.A.A.C.E." gehaald moeten worden en waarvan het model door de Minister bepaald wordt; 11° de verbintenissen bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 5° tot 7° en 10, van het decreet. Onder analytische boekhouding in de zin van artikel 5, § 1, eerste lid, 10°, b), van het decreet wordt verstaan een boekhouding conform artikel 4 van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen.

Art. 3.Binnen vijftien dagen na ontvangst van de erkenningsaanvraag stuurt de administratie naar de verzoekende instelling hetzij een bericht van ontvangst met de melding dat het dossier volledig is, hetzij een bericht waarbij de instelling erom verzocht wordt het dossier aan te vullen.

In het tweede geval stuurt de Administratie een bericht van ontvangst naar de verzoekende instelling zodra zij de ontbrekende stukken ontvangen heeft.

Zodra de Administratie over het volledige dossier beschikt, legt ze het voor advies over aan het "Agence de stimulation économique" (Agentschap voor economische stimulering), afgekort "A.S.E.", zoals bedoeld in artikel 1, § 1, van het programmadecreet van 23 februari 2006 betreffende de prioritaire acties voor de Toekomst van Wallonië.

Het "A.S.E." geeft advies aan de Administratie binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de datum van ontvangst van de aanvraag door de Administratie. Deze termijn wordt tijdens de maanden juli en augustus opgeschort. Zoniet wordt het advies niet meer vereist.

Zodra de Administratie het advies van het "A.S.E." ontvangt, legt ze het dossier aan de Minister over. Indien het erkenningsdossier gunstig is, specificeert het het toegelaten aantal plaatsen, de voorgestelde types begeleiding, alsook de erkenningscategorie, volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten, naar gelang van het aantal projectdragers die jaarlijks door de "S.A.A.C.E." begeleid kunnen worden.

Art. 4.De Minister beslist uiterlijk binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de datum van ontvangst van het door de Administratie overgemaakte dossier. Die termijn wordt tijdens de maanden juli en augustus opgeschort.

De Administratie geeft de verzoekende instelling bij aangetekend schrijven kennis van de ministeriële beslissing binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van de beslissing van de Minister. Indien de ministeriële beslissing gunstig is, vermeldt ze de draagwijdte van de toegekende erkenning, met name het type toegelaten begeleiding en de categorie waarvoor de erkenning toegekend wordt.

De Administratie maakt ook, per gewone post, een afschrift van die beslissing aan het "A.S.E." over.

Art. 5.De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning wordt ten vroegste acht maanden en uiterlijk zes maanden vóór de vervaldatum van de lopende erkenning aan de Administratie gericht volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 2. Ze gaat vergezeld van een dossier met de wijzigingen die aangebracht zijn in het dossier bedoeld in artikel 2, tweede lid.

De onderzoeks-, advies- en beslissingsprocedure is dezelfde als die bedoeld in de artikelen 3 en 4.

De aanvraag tot erkenning van een verhoging van de maximale onthaalcapaciteit wordt uiterlijk 31 december ingediend bij de Administratie, die ontvangst bericht, hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij langs de elektronische weg. De onderzoeks-, advies- en beslissingsprocedure is dezelfde als die bedoeld in de artikelen 3 en 4. In geval van ongunstige beslissing wordt de beslissing tot verhoging van de maximale onthaalcapaciteit evenwel genomen met terugwerkende kracht op 1 januari van het jaar dat volgt op de datum van de aanvraag.

Art. 6.Binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen van de datum van kennisgeving van de beslissing waarbij uitspraak wordt gedaan over de aanvraag tot toekenning of tot hernieuwing van de erkenning van een verhoging van de maximale onthaalcapaciteit, kan de " S.A.A.C.E." bij aangetekend schrijven een gemotiveerd beroep aan de Minister richten.

Dat beroep is niet opschortend.

De Minister bericht ontvangst binnen vijftien dagen, onderzoekt het dossier en maakt het vervolgens voor advies aan het "A.S.E." over binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de datum van ontvangst van het beroep.

De vertegenwoordigers van de "S.A.A.C.E." worden door het "A.S.E." gehoord.

Het "A.S.E." brengt zijn gemotiveerd advies aan de Administratie uit binnen dertig dagen na het verhoor.

Zodra de Administratie het advies van het "A.S.E." ontvangt, legt ze het dossier aan de Minister over.

De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het advies van het "A.S.E." en van het dossier van de Administratie. Deze termijn wordt tijdens de maanden juli en augustus opgeschort.

De Administratie geeft de verzoeker bij aangetekend schrijven kennis van de beslissing van de Minister en stuurt ter informatie een afschrift hiervan aan het "A.S.E." binnen vijftien dagen na ontvangst van de beslissing van de Minister.

Art. 7.Ingevolge een negatieve evaluatie van de Administratie of wanneer de erkende "S.A.A.C.E." niet meer voldoet aan de bij of krachtens dit decreet afgekondigde voorwaarden, kan de Minister, na ontvangst van het door de Administratie overgemaakte dossier, de erkenning van een "S.A.A.C.E." opschorten of intrekken Een beslissing tot intrekking van de erkenning moet niet noodzakelijk voorafgegaan worden door een beslissing tot opschorting ervan.

De erkenning mag niet langer dan honderd tachtig dagen opgeschort worden.

Na afloop van die termijn wordt de erkenning door de Minister ingetrokken indien de instelling niet voldoet aan de motieven van de opschorting.

Binnen een termijn van dertig dagen, met ingang van de datum van kennisgeving van de beslissing waarbij uitspraak wordt gedaan over de opschorting of de intrekking van de erkenning, kan de "S.A.A.C.E." bij aangetekend schrijven een beroep bij de Minister indienen. Dat beroep is opschortend.

De Minister bericht ontvangst binnen vijftien dagen, onderzoekt het dossier en maakt het vervolgens voor advies aan het "A.S.E." over binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de datum van ontvangst van het beroep.

De vertegenwoordigers van de "S.A.A.C.E." worden door het "A.S.E." gehoord.

Het "A.S.E." brengt zijn gemotiveerd advies aan de Administratie uit binnen dertig dagen na het verhoor.

Zodra de Administratie het advies van het "A.S.E." ontvangt, legt ze het dossier aan de Minister over.

De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het advies van het "A.S.E." en van het dossier van de Administratie. Deze termijn wordt tijdens de maanden juli en augustus opgeschort.

De Administratie geeft de verzoeker bij aangetekend schrijven kennis van de beslissing van de Minister en stuurt ter informatie een afschrift hiervan aan het "A.S.E." binnen vijftien dagen na ontvangst van de beslissing van de Minister. HOOFDSTUK III. - Proces van begeleiding van de projectdragers

Art. 8.De erkende "S.A.A.C.E." selecteert de kandidaten-projectdragers op basis van de volgende criteria : 1° het begrip bedrijfscreatieproject moet gedefinieerd worden;2° de kandidaat wil op duurzame wijze in het project opgenomen worden en begeleid worden;3° de bepalingen van de overeenkomst bedoeld in artikel 2, eerste lid, 10°, waarin de rechten en plichten van de kandidaat vastliggen. De criteria bedoeld in het eerste lid kunnen nader bepaald worden door de Minister.

Art. 9.Het huishoudelijk reglement van het valideringscomité van de erkende "S.A.A.C.E." wordt goedgekeurd door de Minister.

Art. 10.De deskundigen van het valideringscomité hebben minimum drie jaar nuttige ervaring inzake bedrijfsbeheer of beschikken over kwalificaties in één van de volgende domeinen : beheer, management, marketing, recht. Die voorwaarden kunnen nader bepaald worden door de Minister.

De "S.A.A.C.E." verleent aan elke deskundige een forfaitair bedrag van 0 à 50 euro per vergadering die hij bijwoont. Dat bedrag is niet hoger dan 200 euro per jaar.

Art. 11.De "S.A.A.C.E." mag maximum 10 % heffen op de ontvangsten van de activiteiten (excl. BTW) ontwikkeld door de projectdrager bij het plaatsen in een reële situatie. HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten betreffende de toekenning en de betaling van de subsidies en de controle erop

Art. 12.De subsidie bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid, 1°, van het decreet bedraagt 45.000 euro. Ze wordt volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten toegekend en betaald zodra de erkenning verleend is.

Het variabele subsidiebedrag bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet wordt bepaald als volgt : 1° een bedrag van 3.500 euro op jaarbasis berekend naar rato het aantal maanden waarin de projectdrager het voorwerp is geweest van begeleidingsacties die uitsluitend betrekking hebben op advies- en opvolgingsacties zonder plaatsing in een reële situatie, alsook t.o.v. de maximale onthaalcapaciteit; 2° een bedrag van 5.500 euro op jaarbasis berekend naar rato het aantal maanden waarin de projectdrager het voorwerp is geweest van begeleidingsacties die betrekking hebben op advies- en opvolgingsacties en plaatsing in een reële situatie, alsook t.o.v. de maximale onthaalcapaciteit.

De modaliteiten voor de berekening van de variabele bedragen en voor de betaling worden door de Minister bepaald.

Bovenbedoelde variabele bedragen mogen gecumuleerd worden voor dezelfde projectdrager.

De subsidiebedragen bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet worden verhoogd met een jaarlijks bedrag van euro 500, vermenigvuldigd met het aantal effectief begeleide werkzoekenden die sinds meer dan vierentwintig maanden werkloos zijn of die niet in het bezit zijn van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs voor zover dat aantal projectdragers gelijk is aan minimum 15 % van het totaalaantal projectdragers die het voorwerp van een begeleiding van de "S.A.A.C.E." hebben uitgemaakt.

Die verhoogde subsidie wordt op basis van de uitgevoerde controle volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten door de Administratie betaald uiterlijk 31 maart van het jaar na het referentiejaar. HOOFDSTUK V. - Evaluatiemodaliteiten

Art. 13.De Administratie gaat na of de erkende "S.A.A.C.E." de in artikel 5 van het decreet bedoelde doelstellingen en opdrachten uitvoert op basis van de volgende criteria : 1° kwantitatieve criteria, namelijk : a) het aantal begeleide projectdragers, per jaar, en de evolutie ervan tijdens de looptijd van de erkenning;b) het aantal begeleide projectdragers die na afloop van hun begeleiding toegang tot het statuut van ondernemer hebben gekregen;c) het aantal begeleide projectdragers die na hun begeleiding een bezoldigde baan hebben gevonden voor zover een voldoende aantal projectdragers toegang tot het statuut van ondernemer hebben gekregen;d) het aantal projectdragers die heroriënteerd worden aan het begin of in de loop van het project; e) het percentage geslaagde projecten die tijdens de looptijd van de erkenning binnen de "S.A.A.C.E." ondernomen werden; f) het aantal projectdragers opgevolgd in postcreatie;g) het aantal projecten die geleid hebben tot een reële activiteit die levensvatbaar is over een periode van zesendertig maanden;2° kwalitatieve criteria, namelijk : a) de aanpassing van het begeleidingsprogramma aan de behoefte van de projectdrager;b) het type begeleiding : waarbij de projectdrager al dan niet in een reële situatie geplaatst wordt;c) de geconventionneerde en de niet-geconventionneerde partnerschappen, al naar gelang van de behoeften van de projectdragers;e) het afstemmen van de materiële middelen op de menselijke middelen;e) de kwalificatie en de beroepservaring van de begeleiders en van de werknemers belast met de ondersteuning van de projectdragers; 3° de factoren i.v.m de socio-economische omgeving, waarbij de "S.A.A.C.E." zal bewijzen dat ze zich daaraan aanpast, namelijk : a) de evolutie van de arbeidsmarkt, de opkomst van nieuwe beroepen en van nieuwe technologieën;b) de evolutie van de sociale en fiscale wetgeving; c) de factoren i.v.m de diversiteit van het publiek en de duurzame ontwikkeling; 4° de volgende voldoeningstekens : a) de deelname van de projectdragers; b) per peiling, de voldoeningsonderzoeken verricht door de "S.A.A.C.E." bij de projectdragers en hun partners Het jaarlijkse activiteitenrapport, dat op basis van genoemde criteria opgemaakt wordt en waarvan het model door de Minister bepaald wordt, wordt door de erkende instelling bij de Administratie ingediend uiterlijk 31 januari van het jaar na het jaar waarop het betrekking heeft, hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij langs de elektronische weg. De Administratie bericht ontvangst van dat rapport.

De Administratie maakt het dossier voor advies aan het "A.S.E." over vóór de verificatie bedoeld in het eerste lid. Het "A.S.E." geeft advies aan de Administratie binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier. Indien het advies niet binnen genoemde termijn gegeven wordt, wordt het niet meer vereist.

In geval van onvoldoende evaluatie of indien het activiteitenvolume kleiner is dan het erkende activiteitenvolume, kan de Minister de toegekende subsidiebedragen in de toekomst verminderen. HOOFDSTUK VI. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 14.Overeenkomstig artikel 10 van het decreet, kunnen de instellingen die in de loop van het jaar dat aan het jaar van inwerkingtreding van het decreet voorafgaat subsidies ontvangen hebben in het raam van proefprojecten en waarvan de activiteit op het moment van hun erkenning aanleiding geeft tot een overschrijding van het maximumbedrag bedoeld in artikel 6 § 1, tweede lid, van het decreet, hetzelfde subsidieniveau blijven genieten tot 31 december 2010.

Art. 15.Het decreet en dit besluit treden in werking op 1 mei 2009, met uitzondering van artikel 6 van het decreet en van artikel 11 van dit besluit, die pas op 1 januari 2009 in werking treden.

Art. 16.De Minister van Tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 23 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT

^