Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 22 mei 2003
gepubliceerd op 08 juli 2003

Besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van een programma inzake installatie van kort verblijfbedden in rustoorden en houdende overgangsbepalingen voor rustoorden en serviceflats

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027571
pub.
08/07/2003
prom.
22/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/22/2003027571/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MEI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van een programma inzake installatie van kort verblijfbedden in rustoorden en houdende overgangsbepalingen voor rustoorden en serviceflats


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse raad voor de derde leeftijd), inzonderheid op artikel 4, § 1, gewijzigd bij het decreet van 6 februari 2003;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge", gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 6 mei 1999, 13 januari 2000, 18 juli 2000, 11 januari 2001, 22 maart 2001, 7 maart 2002 en 4 juli 2002;

Gelet op het akkoordprotocol inzake het gezondheidsbeleid voor bejaarden, gesloten op 1 januari 2003 tussen de federale Regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 135 en 138 van de Grondwet;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 7 april 2003;

Gelet op het advies van de « Conseil wallon du troisième âge », gegeven op 18 april 2003;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het akkoordprotocol inzake het gezondheidsbeleid voor bejaarden, gesloten op 1 januari 2003 tussen de federale Regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 135 en 138 van de Grondwet, voor het jaar 2003 in de mogelijkheid voorziet om een financiering te verkrijgen van de federale overheid voor de uitbreiding van de opvangcapaciteiten, met name wat de plaatsen voor kort verblijf in rustoorden betreft;

Overwegende dat het kort verblijf in rustoorden op gepaste wijze inspeelt op tijdelijke behoeften van gezinnen met bejaarden ten laste of van bejaarden die tijdelijk minder autonoom zijn;

Overwegende dat dus zo spoedig mogelijk maatregelen moeten worden getroffen voor de installatie van bedden voor kort verblijf in rustoorden;

Overwegende anderzijds dat de inrichtingen die aan de begripsomschrijving van serviceflats beantwoorden en die op 6 februari 1999 in dienst waren, tot 6 februari 2003 tijd hebben gehad om zich naar de normen te richten;

Overwegende dat het decreet van 6 februari 2003 houdende wijziging van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge » afwijkende bepalingen voor die inrichtingen bevat;

Overwegende dat die bepalingen evenwel pas bij de aanneming van het uitvoeringsbesluit van dat decreet in werking zullen treden;

Overwegende dat die termijn zo spoedig mogelijk verlengd moet worden om redenen van rechtsveiligheid en om het bestaan van de inrichtingen die blijkbaar niet binnen de gestelde termijn aan de normen kunnen voldoen, niet in gevaar te brengen;

Overwegende tenslotte dat artikel 25 van het decreet van 6 februari 2003 tot wijziging van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge » bepaalt dat de principiële akkoorden verleend overeenkomstig het besluit van de Franse Gemeenschap van 27 juli 1992, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 1 februari 1996, slechts tot 31 december 2003 van toepassing zijn;

Overwegende dat de betrokken inrichtingen in het kader van een goed beleid over voldoende tijd moeten beschikken om zich aan hun nieuwe rechtstoestand aan te passen en dat bovenvermeld artikel 25 dan ook zo spoedig mogelijk in werking moet treden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.Het kort verblijf in een rustoord duurt maximum drie maanden per kalenderjaar.

Art. 3.Overeenkomstig het akkoordprotocol inzake het gezondheidsbeleid voor bejaarden, gesloten op 1 januari 2003 tussen de federale Regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 135 en 138 van de Grondwet, dat voor het jaar 2003 in de mogelijkheid voorziet om een financiering te verkrijgen van de federale overheid voor de uitbreiding van de wooncapaciteiten, met name wat betreft de plaatsen voor kort verblijf in een rustoord, wordt een programma inzake de installatie van bedden voor kort verblijf in rustoorden opgesteld.

Dat programma voorziet voor het Franse taalgebied in 7,8 bedden per tienduizend inwoners van minstens zestig jaar.

Het programma wordt per arrondissement uitgevoerd opdat geen enkel arrondissement over meer dan 10 bedden per tienduizend inwoners van minstens zestig jaar zou beschikken.

Minimum 29 % van de bedden zijn bestemd voor de openbare sector, minimum 21 % voor de non-profit sector en maximum 50 % voor de commerciële privé-sector.

Geen enkel rustoord komt in aanmerking voor kort verblijfbedden boven het aantal bedden gelijk aan 10 % van de capaciteit die in de werkingsvergunning vastligt, naar boven afgerond.

Als het rustoord op verschillende sites een erkenning geniet, mag het aantal kort verblijfbedden op één site niet hoger zijn dan 20 % van de totale capaciteit van die site.

In afwijking van het vorige lid mogen de beheerders van rustoorden die onder dezelfde sector ressorteren en in dezelfde gemeente of in gemeenten van hetzelfde administratief arrondissement gevestigd zijn, in het laatste geval maximum 10 km van elkaar verwijderd, een overeenkomst sluiten op grond waarvan één of meer onder hen voor één of meer rustoorden om één of meer principiële akkoorden vragen voor maximum 10 % van het naar boven afgeronde totaalaantal bedden dat vastligt in de werkingsvergunningen van de betrokken rustoorden.

De enige beheerder van verschillende rustoorden kan ook onder de in het vorige lid bedoelde voorwaarden vragen om één of meer principiële akkoorden voor maximum 10 % van het naar boven afgeronde totaalaantal bedden dat vastligt in de werkingsvergunningen van zijn rustoorden.

In de gevallen bedoeld in de twee vorige leden mag het aantal kort verblijfbedden van dezelfde site niet hoger zijn dan 20 % van de totale capaciteit die vastligt in de werkingsvergunning van het rustoord waar ze geïnstalleerd worden.

Art. 4.In artikel 39, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge » wordt de termijn « vier jaar » vervangen door « vijf jaar ».

Art. 5.Artikel 2, punt 4, 11°, artikel 4, punt 1, artikel 23, punt 5, en artikel 25 van het decreet van 6 februari 2003 tot wijziging van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge » treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt, met uitzondering van artikel 4, dat uitwerking heeft op 6 februari 2003.

Art. 7.De Minister van Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 22 mei 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE

^