gepubliceerd op 25 februari 1999
Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid
21 JANUARI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een verzekering tegen het risico van inkomensverlies wegens verlies van betrekking of arbeidsongeschiktheid
De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 23, § 1, 5°;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding van de Waalse Huisvestingscode op 1 maart 1999, waarbij de uitvoeringsbesluiten van de voormalige Huisvestingscode vóór deze datum verplicht aangepast moeten worden aan de nieuwe decretale bepalingen;
Overwegende dat de aanpassing van de verschillende informatiesystemen per 1 maart 1999 doorgevoerd moet zijn;
Overwegende dat daarmee bedoeld worden de informatica- en bestuursprocedures, maar ook de bij de uitvoeringsbesluiten van de Code opgelegde administratieve documenten, alsmede de voorlichting van de personeelsleden;
Overwegende dat de bepalingen van de Code omwille van de rechtszekerheid en de continuïteit van de diensten bijgevolg dringend aangenomen moeten worden;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister van Huisvesting;2° woning : - het individuele huis of het appartement dat hoofdzakelijk voor bewoning bestemd is, zowel wat betreft de oppervlakte ervan als in fiscale zaken; - de woning kan één of meer lokalen voor beroepsuitoefening bevatten; 3° renovatiewerken : alle werken die uitgevoerd worden aan een woning die gebouwd of vroeger gekocht is door de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, voor zover de totale kosten ervan, geschat door de kredietinstelling, niet minder bedragen dan : a) F 300 000, exclusief BTW, wanneer de leners een bestaande woning kopen waaraan ze deze werken uitvoeren;b) F 650 000, exclusief BTW, wanneer de leners deze werken uitvoeren aan een woning waarvan ze eigenaar zijn;4° kredietinstelling : een instelling bedoeld bij de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet;5° bestuur : de Afdeling Huisvesting van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art. 2.Onder de bij dit besluit vastgestelde voorwaarden verleent het Gewest aan de natuurlijke personen die uiterlijk zes maanden na het verlijden van de akte van lening een aanvraag in die zin indienen, een verzekering waarbij, in geval van verlies van beroepsinkomsten, de betaling gewaarborgd wordt van de lasten die verbonden zijn aan de hypothecaire leningen die ze aangegaan hebben met het oog op de verrichting van vastgoedtransacties.
De niet-inachtneming van de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden heeft tot gevolg dat de aanvraag afgewezen wordt.
Art. 3.§ 1. In aanmerking voor het genieten van bedoelde verzekering komen de natuurlijke personen die één van de hierna vermelde vastgoedtransacties verrichten voor zover ze worden gefinancierd door middel van een hypothecaire lening, toegestaan door een kredietinstelling : 1° als ze voor eigen rekening een woning bouwen of verwerven krachtens een met een privé-onderneming gesloten overeenkomst, ongeacht de aard en de kwalificatie van deze overeenkomst en voor zover de woning nooit betrokken is;2° als ze voor eigen rekening een woning kopen die aan een andere publiekrechtelijk persoon toebehoort;3° als ze een bestaande woning kopen waaraan ze renovatiewerken uitvoeren waarvan een deel van ten minste F 300 000, exclusief BTW, gefinancierd wordt door de hypothecaire lening;4° als ze renovatiewerken uitvoeren aan een woning waarvan ze eigenaar zijn, en waarvan een deel van ten minste F 650 000, exclusief BTW, gefinancierd wordt door de hypothecaire lening. § 2. Er wordt geen verzekering verleend aan wie een aanvullende lening aangaat, behalve : 1° als het om een lening in tweede rang gaat waarmee de renovatie wordt gefinancierd van een woning die door de aanvrager gebouwd of gekocht is d.m.v. een lening in eerste rang, op voorwaarde dat laatstgenoemde lening al niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een dergelijke dekking; 2° bij woningbouw, indien met de lening in eerste rang de aankoop van het terrein is gefinancierd.
Art. 4.§ 1. De waarborg wordt geleverd indien het verlies van de beroepsinkomsten onder de volgende voorwaarden en in de volgende omstandigheden geleden werd : 1° het totale en definitieve onvrijwillige verlies van een voltijdse of deeltijdse betrekking voor onbepaalde duur, van contractuele of statutaire aard, voor zover de verzekerde op grond van de wets- en verordeningsbepalingen die het onvrijwillige verlies van betrekking regelen, recht heeft op toelagen of vergoedingen of op het gedeeltelijke behoud van zijn loon;2° het totale en definitieve onvrijwillige verlies van een voltijdse of deeltijdse tijdelijke betrekking in het onderwijs, voor zover de verzekerde enerzijds het bewijs kan leveren dat hij ten minste acht jaar dienstanciënniteit heeft, en anderzijds op grond van de wets- en verordeningsbepalingen die het onvrijwillige verlies van betrekking regelen, recht heeft op toelagen of vergoedingen of op het gedeeltelijke behoud van zijn loon,;3° de onvrijwillige en totale arbeidsongeschiktheid die recht geeft op een wettelijke vergoeding inzake ziekte en ongeschiktheid. § 2. De Minister bepaalt wat wordt verstaan onder "deeltijds werk" in de zin van § 1.
Art. 5.§ 1. De verzekering waarborgt acht jaar lang de betaling van drie jaar hypothecaire lasten, waarbij bedoelde termijn van acht jaar ingaat op de datum van de eerste inhouding op de hypothecaire lening ter financiering van de in artikel 3, § 1, bedoelde vastgoedtransactie.
De tegemoetkoming waarin de verzekering voorziet, wordt beperkt tot F 250 000 per verzekeringsjaar.
De totale tegemoetkoming voor het geheel van de periodes van inkomensverlies wordt beperkt tot driemaal de jaarlijkse lasten, met een maximum van F 750 000. § 2. De tegemoetkoming waarin de verzekering voorziet, wordt bepaald naar gelang van de vervanginkomens. De tegemoetkoming waarin de verzekering voorziet, wordt met het vervangsinkomen samengeteld; deze som mag het brutoberoepsinkomen dat de verzekerde genoten zou hebben indien hij geen inkomensverlies had geleden, niet overschrijden. § 3. De Minister bepaalt de voorwaarden voor de verzekeringspolis waarbij o.a. een wachttijd, de uitsluitingsvoorwaarden i.v.m. de waarborg en de voorwaarden voor de tegemoetkoming van de verzekering vastgesteld worden.
Art. 6.Op de datum van de aanvraag en in de loop van de periode van twee jaar voorafgaand aan deze datum, mogen de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenleeft, geen volle eigenaars of vruchtgebruikers zijn of zijn geweest, alleen of samen, van een andere woning in haar geheel.
Van deze voorwaarde wordt afgeweken wanneer het om een onverbeterbare of onbewoonbare woning gaat en voor zover deze woning door de aanvrager en zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenleeft, betrokken werd tijdens minstens zes maanden in de loop van de twee jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum, of voor zover het gaat om de laatste woning die ze in de loop van deze periode betrokken hebben.
De woning wordt als onverbeterbaar of onbewoonbaar verklaard door het bestuur of bij een besluit van de burgemeester.
Art. 7.De verzekerde moet de hele woning betrekken waarvoor de lening is aangegaan en er zijn hoofdverblijfplaats van maken, en dit, in geval van aankoop en aankoop met renovatie, uiterlijk binnen twaalf maanden na verlijden van de authentieke akte, of, in geval van bouw of renovatie, binnen zes maanden na de voorlopige oplevering of de voltooiing van het werk. De verplichting vervalt aan het einde van de door de verzekering gedekte periode.
De verzekerde verliest het genot van de verzekering in geval van gehele of gedeeltelijke verkoop of verhuur van de woning tijdens de door de verzekering gedekte periode.
Art. 8.§ 1. De aanvraag wordt aan het bestuur gericht door middel van het door het bestuur afgeleverde formulier. Binnen vijftien dagen nadat de aanvraag is overgemaakt, zendt het bestuur de aanvrager een ontvangstbericht van zijn aanvraag en, in voorkomend geval, wordt de aanvrager verzocht elk document toe te sturen dat nuttig is om de aanvraag aan te vullen. § 2. Om als volledig beschouwd te worden bevat de aanvraag : 1° een uittreksel uit het bevolkingsregister ten bewijze van de samenstelling van het gezin van de aanvrager;2° een getuigschrift van het bevoegde bestuur van het Ministerie van Financiën waarin melding wordt gemaakt van de rechten die de aanvrager, zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij ongehuwd samenleeft tijdens de in artikel 6 bedoelde periode hebben of hebben gehad op één of meer woningen;3° de belofte van toekenning van de lening door de kredietinstelling of, indien de hypothecaire lening reeds is aangegaan, een afschrift van de akte van lening die door de instrumenterende notaris opgemaakt is;4° de geschreven verbintenis van de aanvragers om de verplichting van betrekking en van niet-vervreemding van de woning in acht te nemen; § 3. De datum van de aanvraag is die van de poststempel die voorkomt op de verzending met alle vereiste documenten of, in voorkomend geval, het laatste document of de laatste documenten die de aanvraag aanvullen.
Art. 9.§ 1. Binnen drie maanden na verzending van de volledige aanvraag of, in voorkomend geval, van het laatste document of de laatste documenten die de aanvraag aanvullen, geeft het bestuur kennis aan de aanvrager van de ontvankelijkheid van zijn aanvraag of van de redenen waarom deze kennisgeving hem niet afgegeven kan worden.
Het verzuim van kennisgeving aan de aanvrager binnen de in het eerste lid bedoelde termijn wordt met een weigering gelijkgesteld. § 2. De aanvrager beschikt over één maand vanaf de kennisgeving van verwerping of na het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn om, bij aangetekend schrijven gericht aan het bestuur, bij de Minister een beroep in te dienen. De Minister beslist binnen drie maanden na ontvangst van dit beroep.
Art. 10.Op hetzelfde ogenblik als de verzending van de in artikel 9, § 1, bedoelde kennisgeving van ontvankelijkheid zendt het bestuur de aanvrager documenten die bestemd zijn voor de verzekeringsinstelling; bedoelde documenten moet de aanvrager terugzenden na ze te hebben aangevuld of te hebben laten aanvullen.
De aanvraag wordt verworpen als de in het eerste lid bedoelde documenten aan het bestuur niet overgemaakt zijn door de aanvrager binnen twaalf maanden na de datum van de in artikel 8, § 3, bedoelde indiening ervan.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1999.
Art. 12.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 21 januari 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX