19 MAART 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de activiteiten m.b.t. de verhuring of de terbeschikkingstelling van kajaks en kano's

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 7, 8 en 9;

Gelet op advies 44.333/4 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2008, overeenkomstig artikel 84, § 1,° eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen

Artikel 1.Deze integrale en sectorale voorwaarden zijn van toepassing op de activiteiten m.b.t. de verhuring of de terbeschikkingstelling van kajaks en kano's bedoeld in rubriek 92.61.14 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieu-effectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.

Art. 2.Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder bestaande inrichting, de inrichting die behoorlijk vergund of aangegeven is vóór de inwerkingtreding van dit besluit. De inrichting waarvoor een vergunningsaanvraag vóór de inwerkingtreding van dit besluit is ingediend, wordt gelijkgesteld met een bestaande inrichting. De ombouw of de uitbreiding van een inrichting die de exploitant vóór de inwerkingtreding van dit besluit opgenomen heeft in het register bedoeld in artikel 10, § 2, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning wordt gelijkgesteld met een bestaande inrichting. HOOFDSTUK II. - Uitbating

Art. 3.De exploitant zorgt voor de goede staat van de kajaks en van kano's die ter beschikking worden gesteld van de klanten.

Voor de inscheping stelt de exploitant een aangepaste reddingsvest ter beschikking van elke klant.

Art. 4.De exploitant zorgt ervoor dat de inrichting over een huishoudelijk reglement beschikt, waarin minstens vermeld wordt dat : 1° de reddingsvest ter beschikking wordt gesteld van elke klant en dat het dragen van de reddingsvest verplicht is voor de kinderen van minder dan één meter;2° de gevaarlijke bewegingen zoals met name de vrijwillige botsingen tussen kajaks en kano's strikt verboden zijn;3° het verboden is vuur te maken tijdens de afvaart;4° het verboden is huisvuil, uitwerpsel en afvalstoffen ongeacht het soort ergens anders te werpen dan in de vuilnisbakken of verzamelbakken die daartoe zijn geplaatst;5° de werking van de radiotoestellen, pick-upelementen en andere geluidsapparaten de buurt niet mag storen;6° het verboden is de rust van de bezochte plaatsen te verstoren en de plaatselijke fauna of flora aan te tasten. HOOFDSTUK III. - Afvalbeheer

Art. 5.De inrichting wordt zowel wat betreft de laadplaatsen als de losplaatsen, uitgerust met een aangepaste afvalverzamelaar, die ofwel uit vuilnisbakken met deksels, ofwel uit plastic tasjes, ofwel uit gesloten containers bestaat en die voortdurend operationeel is.

Art. 6.De vernietiging van afvalstoffen door verbranding is verboden. HOOFDSTUK IV. - Informatie van de klanten

Art. 7.Vóór de inscheping informeert de exploitant zijn klanten over de inhoud van het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement wordt aangeplakt op een duurzame drager zoals met name de kajak of de kano of een emmer die ter beschikking wordt gesteld van de klant. De verspreiding van het huishoudelijk reglement op ongezegeld papier is verboden.

De exploitant informeert zijn klanten over de risico's van het kajak- en kanovaren door op zichtbare wijze een vlag te hijsen van minimum 75 cm x 100 cm; die vlag is groen of rood naargelang het verkeer al dan niet verboden is op de betrokken waterloop overeenkomstig het besluit betreffende het verkeer in of op de waterlopen.

De exploitant moet zijn boodschap aanpassen aan de cliënteel na ontvangst van de gegevens betreffende de voorwaarden van het alarmdebiet die beschikbaar zijn op de website betreffende de kajakken van het Waalse Gewest. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 8.Dit besluit is van toepassing op de inrichtingen die vanaf zijn inwerkingtreding bestaan.

In afwijking van het eerste lid, zijn de artikelen 4 en 7 van toepassing op de bestaande inrichtingen vanaf 1 oktober 2009.

Art. 9.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 maart 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN