Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 juli 2007
gepubliceerd op 04 september 2007

Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van transitwoningen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007202635
pub.
04/09/2007
prom.
19/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/19/2007202635/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2007. - Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van transitwoningen


De Waalse Regering, Gelet op de Waalse huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 31, 35 tot 43 en 188 tot 190;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 1999 waarbij door het Gewest een tegemoetkoming wordt verleend aan rechtspersonen met het oog op de oprichting van transitwoningen;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 28 maart 2007;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur du logement" (Hoge Huisvestingsraad), gegeven op 28 maart 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 en 7 maart 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 9 maart 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2007;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister van Huisvesting, 2° de administratie : de afdeling Huisvesting van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest;3° de aanvrager : de overheden of instellingen bedoeld in artikel 31 van de Waalse Huisvestingscode; De niet erkende instellingen met een maatschappelijk doel voldoen aan de volgende voorwaarden : a) tijdens de hele duur bedoeld in artikel 11 van dit besluit beschikken over de diensten van één of meer gediplomeerde of daarmee gelijkgestelde maatschappelijke werkers die kunnen instaan voor de sociale begeleiding van personen gehuisvest in gerenoveerde of herstructureerde gebouwen.Onder met maatschappelijk werker gelijkgestelde werker wordt verstaan elke persoon die het bewijs kan leveren van minstens 3 jaar ervaring in de sociale sector; als zulks niet het geval is, wordt vóór de toekenning van de subsidie een overeenkomst met het O.C.M.W. gesloten; b) over voldoende financiële middelen beschikken om de haalbaarheid van de verrichting te waarborgen;4° de kostprijs van de woning : het bedrag van de uitgaven die de aanvrager als dusdanig geboekt heeft voor de uitvoering van gepaste saneringswerken in een woning, alle kosten inbegrepen, behalve de waarde van het terrein en de kostprijs van de inrichting van de omgeving en van de tegemoetkomingen verkregen overeenkomstig andere regelgevingen;5° het programma : het gemeentelijk actieprogramma inzake huisvesting bedoeld in de artikelen 188 tot 190 van de Code.

Art. 2.Zodra de administratie het onderzoeksrapport over de gezondheid van de woning heeft overgemaakt, kan de Minister de aanvrager een subsidie verlenen voor een handeling i.v.m. de renovatie van een verbeterbaar gebouw of de herstructurering van een gebouw om er transitwoningen van te maken, voor zover de kosten voor de werken bedoeld in artikel 3 niet gedragen worden door de overheid krachtens andere wettelijke of regelgevende bepalingen en voor zover de aanvrager alle bewarende maatregelen heeft genomen of laten nemen m.b.t. het gebouw.

Art. 3.§ 1. De subsidie wordt vastgelegd op 100 % van de kostprijs van de woning. § 2. Als een gedeelte van het verbeterbare gebouw gesloopt moet worden, omvatten de noodzakelijke werken bedoeld in artikel 1, 13°, van de Waalse huisvestingscode de sloping en de wederopbouw van een gebouwvolume dat overeenstemt met het gesloopte gedeelte. Op voorstel van de administratie kan de Minister instemmen met de wederopbouw van een ander volume. § 3. De aanvrager kan het gebouw gedeeltelijk bestemmen voor andere doeleinden dan bewoning. In dit geval wordt de subsidie verleend op grond van de oppervlake die voor huisvesting bestemd is. § 4. Bij de berekening van de subsidie wordt geen rekening gehouden met : 1° garages, kelders en zolders;2° werken tot verfraaiing van gevels die geen oplossing voor onbewoonbaarheidsproblemen met zich meebrengen;3° voltooiingswerken, behalve die betreffende de gemeenschappelijke ruimtes van de gebouwen;4° werken tot inrichting van de omgeving.

Art. 4.§ 1. Om de subsidie te kunnen genieten, moeten de voorwaarden bedoeld in de §§ 2 tot 6 vervuld worden. § 2. De handeling bedoeld in artikel 2 van dit besluit moet opgenomen zijn in het gemeentelijk programma en goedgekeurd worden door de Regering. § 3.Voor de berekening van de subsidie is de gemiddelde kostprijs van een woning niet hoger dan euro 52.000 per verrichting die het voorwerp van de subsidie uitmaakt, en dan euro 26.000 voor een collectieve woning. Bovendien is de gemiddelde kostprijs van de werken per vierkante meter nuttige oppervlakte (excl. BTW) niet hoger dan volgende waarde : euro 1.050, verminderd met euro 6 per vierkante meter nuttige oppervlakte.

Als de bestemming tot transitwoning voor minstens 15 jaar gewaarborgd wordt, worden de in het vorige lid bedoelde bedragen verhoogd met 20 % .

De overschrijding van die bedragen wordt door de aanvrager of de eigenaar van het goed gedragen. De formele verbintenis tot die tenlasteneming wordt vóór de aanbesteding van de werken aan de administratie overgemaakt.

Voor appartementsgebouwen en collectieve woningen is de kostprijs van de gemeenschappelijke ruimten inbegrepen in de kosten van de woningen.

De werken voor de isolatie van de zolder of van het dakwerk van de woningen worden ten laste van de eigenaar uitgevoerd in het kader van de werken voor het conform maken van woningen.

Op gemotiveerd voorstel van de administratie kan de Minister een afwijking van die bedragen toestaan als het gebouw een belangrijke patrimoniale waarde heeft of als de meerkosten aan een specifieke verrichting gebonden zijn. § 4. De dienstopdracht voor het projectonderzoek en het voorontwerpdossier worden binnen 12 maanden na de datum van kennisgeving van het programma aan de administratie overgemaakt.

Het dossier met het aanbestedingsresultaat wordt binnen twee jaar na de datum van kennisgeving van het programma aan de administratie overgemaakt.

De opdracht tot het aanvatten van de werken wordt gegeven binnen zes maanden na de datum van kennisgeving van de toekenning van de subsidie.

De werken moeten binnen twee jaar na de datum van diezelfde kennisgeving beëindigd worden.

Op gemotiveerd voorstel van de administratie kan de Minister een bijkomende termijn toestaan. § 5. De woning voldoet aan de door de Regering vastgelegde criteria inzake de gezondheid van woningen. § 6. Als een stedenbouwkundige vergunning voor de werken vereist wordt, wordt vóór de toekenning van de subsidie een afschrift van die vergunning overgemaakt.

Art. 5.De aanvrager richt de subsidieaanvraag aan de administratie volgens de modaliteiten die de Minister bepaalt.

Art. 6.Het voorlopige bedrag van de tegemoetkoming wordt berekend op grond van de raming van het voorontwerp van de werken.

Het definitieve bedrag wordt bepaald op grond van de aanbesteding van de werken.

Dat bedrag wordt verhoogd met 10 % als tegemoetkoming in de algemene kosten.

Het definitieve bedrag van de subsidie kan pas worden aangepast indien tijdens de werken blijkt dat onverwachts moeilijkheden opduiken, wat door overlegging van bewijsstukken moet worden gestaafd.

De werken, met uitzondering van de beveiligingswerken, mogen niet vóór de kennisgeving van de subsidie ondernomen worden.

Art. 7.De subsidie wordt uitbetaald als volgt : 1° een eerste schijf van 40 % van het bedrag na overlegging van de opdracht tot het aanvatten van de werken;2° een tweede schijf van 30 % op grond van stukken ter staving van de aanwending van de eerste schijf;3° het saldo, op basis van de eindafrekening van de werken en na controle door de administratie.

Art. 8.§ 1. Recht op bewoning van dergelijke woningen hebben gezinnen die in een precaire toestand verkeren of door overmacht hun woning verloren hebben.

Het maandbedrag van het inkomen van het in artikel 1, 29°, c, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde gezin dat begeleid wordt door een dienst voor schuldbemiddeling mag niet hoger zijn dan 120 % van het bedrag van het leefloon dat overeenstemt met de samenstelling van het gezin. § 2. Het gezin kan hoogstens zes maanden worden ondergebracht in een transitwoning. Na afloop van die termijn kan de aanvrager die termijn met hoogstens zes maanden verlengen indien het gezin door overmacht nog steeds zonder woning is of in een precaire toestand verkeert, zoals bedoeld in artikel 1, 29°, c, van de Waalse Huisvestingscode.

Art. 9.De maandelijkse vergoeding voor het betrekken van een transitwoning mag niet meer bedragen dan 20 % van : 1° het maandinkomen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29°, a of b, van de Waalse Huisvestingscode;2° het maandinkomen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29°, c, van de Waalse Huisvestingscode;3° het maandinkomen van het gezin dat om redenen van overmacht zonder woning is. In dat bedrag zitten alle lasten vervat, behalve die voor water, gas, elektriciteit, verwarming, kabelverdeling en telefoon.

De verhouding tussen aanvrager en bewoner wordt geregeld door een overeenkomst voor precaire bewoning conform het door de Minister bepaalde model.

Art. 10.Door de aanvrager wordt aan het gezin gewaarborgd dat het tijdens het bewonen van de transitwoning sociaal begeleid wordt met het oog op diens overplaatsing naar een vaste woning.

Door die begeleiding moet voorzien worden in het actieve zoeken naar een andere woning binnen een termijn die verenigbaar is met de toestand van het gezin, met het rechttrekken van diens administratieve en maatschappelijke toestand, met het bijeensparen van het geld nodig voor de huurwaarborg en de geregelde betaling van de vergoeding voor het betrekken van een transitwoning.

Indien nodig wordt door de begeleiding ervoor gezorgd dat het treffen van de nodige beslissingen, de responsabilisering van de betrokkenen, het adequate gebruik van de woning en het respect voor buurt en omgeving worden bijgebracht.

Art. 11.Tijdens de eerste negen of vijftien jaar waarin de woning betrokken wordt legt de maatschappij jaarlijks uiterlijk 1 maart een verslag over aan de administratie waarin alle stappen van bedoeld proces uiteen worden gezet.

Dat verslag wordt opgesteld overeenkomstig een model dat door de administratie afgegeven wordt. In dat verslag wordt melding gemaakt van de maatschappelijke toestand van het gezin, van de bedragen die betaald werden voor het betrekken van de toegewezen woning en van de wijze waarop ze sociaal worden begeleid.

Art. 12.Het bedrag dat de tegemoetkomingsgerechtigde moet terugbetalen in geval van niet-naleving van de voorwaarden betreffende de toekenning van de subsidie, wordt berekend als volgt : R = (1 - (D/30)2) x M, waarbij : R = het terug te betalen bedrag;

D = de in jaren uitgedrukte duur van de periode waarin de voorwaarden werden vervuld;

P = de periode waarin de woning als transitwoning bestemd wordt (9 of 15 jaar);

M = het bedrag van de subsidie.

Art. 13.Dit besluit is van toepassing op de financiering van de programma's die door de Regering goedgekeurd worden vanaf het jaar 2007.

Art. 14.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^