gepubliceerd op 10 april 2012
Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen
23 MAART 2012. - Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen
De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 32 en 35 tot 43;
Gelet op ht besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202636 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202635 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van transitwoningen sluiten waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 juli 2011;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 14 juli 2011;
Gelet op het advies van de "Société wallonne du Logement", gegeven op 29 augustus 2011;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 13 september 2011;
Gelet op het advies nrs. 50.696/4 tot 50.703/4 van de Raad van State, gegeven op 27 december 2011, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur du Logement" (Hoge Huisvestingsraad), gegeven op 31 augustus 2011;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister bevoegd voor Huisvesting;2° bestuur : het Departement Wonen van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst;3° operator : de overheid of instelling bedoeld in artikel 32 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen; De niet-erkende sociale instellingen moeten de volgende voorwaarden naleven : a) tijdens de hele duur bedoeld in artikel 4, § 13, over de diensten van één of meerdere sociale gediplomeerde of gelijkgestelde werknemers beschikken, die kunnen zorgen voor de sociale begeleiding van de personen die in gerenoveerde of geherstructureerde woningen wonen. Onder gelijkgestelde sociale werknemer wordt verstaan elke persoon die een ervaring van minstens drie jaar heeft op het sociale gebied; b) over voldoende financiële middelen beschikken die de haalbaarheid van de verrichting waarborgen;4° de kostprijs van de woning : het bedrag van de uitgaven die nodig zijn voor de renovatie of de herstructurering van een verbeterbare woning om er integratiewoningen van te maken : alle kosten, honoraria en belastingen inbegrepen, met uitzondering van de kostprijs voor de aankoop, het aanleggen van de directe omgeving en de tegemoetkomingen verkregen overeenkomstig andere regelgevingen;5° de totale kostprijs van een verrichting : de som van de kostprijzen van elke woning voorzien in het kader van de verrichting;6° honoraria : in de honoraria inbegrepen zijn de kostprijs van de projectontwerpers, de technische studies, de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid, de EPG-verantwoordelijke, de EPG-certificering (energieperformantie gebouwen);7° kosten : in de kostprijs inbegrepen zijn de kostprijs van de bodemtests of de tests voorzien in het bestek, de aansluitingen, de prijsherzieningen, de onvoorziene omstandigheden in verband met de aard van de bodem of de staat van het gebouw;8° het programma : het gemeentelijk actieprogramma inzake huisvesting bedoeld in de artikelen 188 tot en met 190 van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen;9° minimumafwerking : de minimumafwerking van het gebouw omvat voor elke leefkamer een soepele of harde bodembedekking, zorgvuldig afgewerkte bepleisterde of geverfde of met behang beklede, met hout bedekte of in natuursteen, baksteen of blokken gemetselde of uit zichtbare betonlagen opgetrokken muren, een of bepleisterd, of beschilderd, of met hout overdekt, of een uit een beschilderde betonlaag bestaand plafond of een vals plafond.Daarin inbegrepen zijn eveneens de deuren die de nachtvertrekken van de andere vertrekken scheiden; 10° minimumuitrusting : de minimumuitrusting van de woning bevat een ingebouwd verwarmingssysteem en een verluchtingssysteem aangepast aan de energieperformantie van het gebouw, een keuken bestaand uit minstens een meubel met een gootsteen, een badkamer afzonderlijk van de keuken waarin een douche of een badkuip staan, aangesloten op warm water, een binnentoilet;11° gemeenschappelijke dienstlokalen : de gemeenschappelijke dienstlokalen dienen voor het onderbrengen van huisvuil, tweewielers en kinderwagens.Het lokaal waarin huisvuil wordt opgeslagen moet voldoen aan volgende voorwaarden : het moet afgesloten kunnen worden en makkelijk toegankelijk zijn voor de bewoners, daar gelegen zijn waar huisvuil vlot naar de openbare weg overgebracht kan worden en over voldoende capaciteit beschikken, rekening houdend met het aantal woningen, om het selectief opslaan van huisvuil mogelijk te maken. Er moet minstens plaats zijn voor vier vuilnisbakken. Het lokaal voor het stallen van tweewielers en kinderwagens moet aan volgende voorwaarden voldoen : het moet afgesloten kunnen worden en makkelijk toegankelijk zijn voor de bewoners, daar gelegen zijn waar de overgang naar de openbare weg makkelijk is en onafhankelijk zijn van de parkeerruimtes, over afmetingen beschikken die beantwoorden aan de voorziene functie, rekening houdend met het aantal woningen, met een oppervlakte van minimum 1,2 m2 per woning.
Art. 2.Het Gewest kan een toelage aan de operator toekennen voor de renovatie of herstructurering van een verbeterbaar gebouw om er één of meer integratiewoningen van te maken, voor zover de in artikel 3 bedoelde werken niet overgenomen worden door overheden krachtens andere wet- of regelgevende bepalingen.
De toelage is bestemd om het geheel of een deel van de kostprijs van de woning te dekken.
Art. 3.§ 1. De toelage wordt bepaald op : a) 50.000 euro voor een studio; b) 60.000 euro voor een woning met één slaapkamer; c) 75.000 euro voor een woning met twee of drie slaapkamers; c) 80.000 euro voor een woning met vier slaapkamers of meer; e) 30.000 euro voor een collectieve woning.
Per verbeterbare woning, zoals bepaald in artikel 1, 16°ter, van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, wordt de toelage verhoogd met : a) 2.000 euro voor de woningen met één slaapkamer; b) 2.500 euro per woning met twee of drie slaapkamers; c) 3.000 euro per woning met vier slaapkamers of meer. § 2. De in § 1, eerste lid, bedoelde toelage mag niet hoger zijn dan 100 % van de kostprijs van de woning en wordt dus in voorkomend geval tot die kostprijs verminderd.
De overschrijding van die bedragen alsook het deel van de kostprijs die niet door de subsidie wordt gedekt, wordt door de aanvrager gedragen. De formele verbintenis aangaande die kostenovername wordt voorafgaandelijk aan het in mededinging stellen van de werken aan het bestuur overgemaakt. § 3. Als een gedeelte van het verbeterbare gebouw gesloopt moet worden, kunnen de werken, bedoeld in artikel 1, 13°, van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, de sloop en de wederopbouw van een volume gelijkwaardig aan het gedeelte van het gesloopte gebouw omvatten. Op voorstel van het bestuur kan de Minister de toelating geven voor de bouw van een afwijkend bouwvolume. § 4. De bedragen van de toelagen bedoeld in § 1 kunnen door de Regering bij de goedkeuring van elk meerjarenprogramma herzien worden. § 5. Het gebouw kan gedeeltelijk bestemd worden voor een andere bestemming dan huisvesting.
Art. 4.§ 1. Om aanspraak te kunnen maken op de toelage, moet worden voldaan aan de voorwaarden bedoeld in de §§ 2 tot 14. § 2. De in artikel 2 bedoelde verrichting moet opgenomen zijn in het programma van de gemeente en door de Regering goedgekeurd zijn. § 3. De operator moet gebruik maken van de administratieve en technische documenten opgemaakt door het Bestuur. Hij dient een subsidieaanvraag in bij het bestuur volgens de door de Minister bepaalde voorwaarden. § 4. De gerenoveerde bouwelementen om een gebouw op te richten in een bestaand gebouw moeten minstens de thermische en energetische prestaties vermeld in de volgende tabel evenaren :
Bouwelementen
Umax (W/m2K)
Rmin (m2K/W)
1. Wanden die het beschermd volume afbakenen, met uitzondering van de wanden die de scheiding met een aangrenzend beschermd volume vormen
1.1. Doorzichtige/doorschijnende wanden, met uitzondering van de deuren en garagedeuren (zie 1.3.), van de lichte gevels (zie 1.4) en van de glazen bouwsteenwanden (zie 1.5)
Uw,max = 2.2 en Ug,max = 1.3
1.2. Ondoorschijnende wanden met uitzondering van de deuren en garagedeuren (zie 1.3) en van de lichte gevels (zie 1.4)
1.2.1. Daken en plafonds
Umax = 0.27
1.2.2. Muren die niet in contact staan met de bodem, met uitzondering van de muren bedoeld in 1.2.4.
Umax = 0.35
1.2.3. Muren die in contact staan met de bodem
Rmin = 1.3
1.2.4. Verticale en hellende wanden die in contact staan met een kruipruimte of een kelder buiten een beschermd volume
Rmin = 1.2
1.2.5. Plankenvloeren die in contact staan met de buitenomgeving
Umax = 0.35
1.2.6. Andere plankenvloeren (plankenvloeren op aardeophopingen, boven een kruipruimte of een boven een kelder buiten een beschermd volume, ingegraven plankenvloeren ingegraven kelders)
Umax = 0.35
of Rmin = 1.30
1.3. Deuren en garagedeuren (deurkozijn inbegrepen)
Ud,max = 2.2
1.4. Lichte gevels
Ucw,max = 2.2 en Ug,max = 1.3
1.5. Glazen bouwsteenwanden
Umax = 2.2
2. Wanden tussen 2 beschermde volumes gelegen op aangrenzende percelen
Umax = 1.0
3. De volgende ondoorschijnende wanden binnen het beschermd volume of aangrenzend aan een beschermd volume op hetzelfde perceel met uitzondering van de deuren en garagedeuren : 3.1. tussen afzonderlijke wooneenheden; 3.2. Tussen wooneenheden en gemene ruimten (trappenhuis, hal, gangen,...); 3.3. tussen wooneenheden en ruimten met een niet-residentiële bestemming 3.4. tussen ruimten met een industriële bestemming en ruimten met een niet-industriële bestemming
Umax = 1.0
§ 5. Onmiddellijk vanaf zijn aankoop treft de operator elke bewarende maatregel ten opzichte van het gebouw. § 6. De woningen moeten een voltooiing en een minimumuitrusting zoals bepaald in artikel 1, 9°en 10°, krijgen en wanneer de inrichting van de woningen het mogelijk maakt, beschikken over gemeenschappelijke dienstlokalen bedoeld in artikel 1, 11°. § 7. De appartements- of flatgebouwen moeten beschikken over dienstlokalen bedoeld in artikel 1, 11°. Op voorstel van het bestuur en naar gelang van de eigenschappen van het bestaande gebouw kan de Minister toestaan dat de werken niet worden uitgevoerd. § 8. De woning beantwoordt aan de criteria die door de Regering inzake gezondheid van de woningen bepaald zijn. § 9. Als de werken een stedenbouwkundige vergunning vereisen, wordt een afschrift van die vergunning voor de toekenning van de toelage afgegeven. § 10. Het dossier voor het stedenbouwkundig en architectonisch voorproject met betrekking tot het ontwerp van de opgerichte woningen moet binnen de twaalf maanden te rekenen van de kennisgeving van het programma aan de operator ter goedkeuring aan het bestuur worden voorgelegd.
Het gunningsdossier met de plannen, de opmetingsstaten, de ramingen en de bestekken moet binnen de achttien maanden te rekenen van de kennisgeving van het programma aan de operator ter goedkeuring aan het bestuur worden voorgelegd.
Het dossier met het resultaat van het in mededinging stellen van de werken moet binnen de vierentwintig maanden te rekenen van de kennisgeving van het programma aan de operator aan het bestuur worden overgemaakt.
Na een gemotiveerd verzoek van de operator kan het bestuur een bijkomende termijn van zes maanden toestaan voor de indiening van het voorontwerp of het in mededinging stellen.
Op gemotiveerd voorstel van het bestuur kan de Minister een bijkomende termijn toekennen. § 11. Het bevel tot aanvatten van de werken dient binnen de drie maanden gegeven te worden te rekenen van de kennisgeving van de toekenning van de subsidie.
Het einde van de werken moet binnen een termijn van twee jaar te rekenen van deze mededeling plaatsvinden.
Met uitzondering van de bewarende of beschermende werken mogen de werken niet voor de kennisgeving van de subsidie ondernomen worden.
Op gemotiveerd voorstel van het bestuur kan de Minister een bijkomende termijn toekennen. § 12. De operator moet voor het in mededinging stellen van de overheidsopdracht voor aanneming van werken beschikken over de zakelijke rechten over het gebouw. § 13. De woning moet, te rekenen van de eerste bewoning, als integratiewoning verhuurd worden tijdens een periode van vijftien jaar. Bij een eigendomsoverdracht moet die bestemming voor de blijvende duur gehanhaafd worden. § 14. Tijdens de duur van de huurovereenkomst waarborgt de operator aan het gezin dat in zijn sociale begeleiding zoals bedoeld in artikel 1, 11°ter, van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen wordt voorzien. § 15. Tijdens de eerste vijftien jaar waarin de woning betrokken wordt, legt de operator jaarlijks uiterlijk 1 maart een verslag over aan het bestuur waarin alle stappen van de verrichting uiteen worden gezet.
Dat verslag wordt opgesteld overeenkomstig een model dat door het bestuur afgegeven wordt. In dat verslag wordt melding gemaakt van de sociale toestand van de gezinnen, van de bedragen die betaald werden voor het betrekken van hun woning en van de wijze waarop ze sociaal worden begeleid. § 16. Binnen de drie maanden volgend op de termijnen van § 10 deelt het bestuur de lijst van de termijnoverschrijdende projecten aan de Minister mee, samen met een lijst van de verlengingsaanvragen die de operatoren eventueel hebben ingediend.
De Minister kan een bijkomende termijn verlenen of de Regering voorstellen om de subsidie anders aan te wenden.
Art. 5.Het voorlopige bedrag van de tegemoetkoming van het Gewest wordt bepaald op grond van het voorontwerp van de werken.
Het definitieve bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op grond van het resultaat van het in mededinging brengen van de werken, en wordt door de Minister aan de operator medegedeeld.
Art. 6.De uitbetaling van de subsidie gebeurt als volgt : 1° de eerste schijf van 40 % van het bedrag na overlegging van het bevel tot aanvatten van de werken;2° de tweede schijf, namelijk 30 %, op grond van stukken ter staving van de aanwending van de eerste schijf;3° het resterend bedrag op basis van de eindrekening van de werken en nadat het bestuur zich ter plaatse van hun verwezenlijking is komen vergewissen.
Art. 7.Recht op bewoning van dergelijke woningen hebben gezinnen die in een precaire toestand verkeren.
Het maandbedrag van het inkomen van het in artikel 1, 29, c), van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen bedoelde gezin dat begeleid wordt door een dienst voor schuldbemiddeling mag niet hoger zijn dan 120 % van het leefloon dat overeenstemt met de samenstelling van het gezin.
Art. 8.De huurprijs mag niet hoger zijn dan 20 % van : 1° het maandinkomen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29, a) of b), van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen;2° het maandinkomen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29, c), van het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen. In dat bedrag zijn alle lasten vervat, behalve die met betrekking tot water, gas, elektriciteit, verwarming, teledistributie en telefoon.
De huurovereenkomst loopt minstens drie jaar en wordt voor het overige geregeld krachtens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huur van de hoofdverblijfplaats van de huurder.
De Minister bepaalt het model van de huurovereenkomst.
Art. 9.Het bedrag dat door de begunstigde bij niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden voor de toelage terugbetaald moet worden, wordt vastgesteld door volgende formule : R = (1 - (D/15)2) x M, waarbij : R staat voor het bedrag dat terugbetaald moet worden;
D, voor de in jaren uitgedrukte duur van de periode waarin de voorwaarden werden nageleefd;
M, voor het bedrag van de subsidie.
Art. 10.Dit besluit is van toepassing op de financiering van de renovatie- of herstructureringsprogramma's voor verbeterbare gebouwen met het oog op de oprichting van integratiewoningen goedgekeurd door de Regering vanaf het jaar 2012.
Art. 11.Het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 1999 waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen wordt opgeheven. Het blijft evenwel van toepassing voor de programma's goedgekeurd door de Regering voor het jaar 2007.
Het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202636 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen type besluit van de waalse regering prom. 19/07/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007202635 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan rechtspersonen verleent voor de oprichting van transitwoningen sluiten waarbij het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen verleent voor de oprichting van integratiewoningen wordt opgeheven. Het blijft evenwel van toepassing voor de programma's goedgekeurd door de Regering voor het jaar 2012.
Art. 12.De Minister bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 23 maart 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET