Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 17 juli 2003
gepubliceerd op 17 oktober 2003

Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003201475
pub.
17/10/2003
prom.
17/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/17/2003201475/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 7, 8 en 9;

Gelet de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State 34.344/4 gegeven op 4 februari 2003 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving

Artikel 1.Bij dit besluit wordt Richtlijn 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest, gewijzigd bij Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991, inzonderheid op de artikelen 7 en 8, omgezet.

Art. 2.Deze integrale voorwaarden zijn van toepassing op de werven van minder belang voor de verwijdering of de isolatie van asbest, en op de asbesthoudende gebouwen of kunstwerken met inbegrip van de bijbehorende installaties, bedoeld in rubriek 26.65.03.04.01 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.

Art. 3.Voor de toepassing van deze voorwaarden wordt verstaan onder : 1° asbest : de vezelachtige vorm van de hierna vernoemde silicaatmineralen behorende tot de groep der serpentijnen en amfibolen : a) actinoliet (nr.CAS 77536-66-4); b) amosiet (bruin asbest, nr.CAS 12172-73-5); c) anthofylliet (nr.CAS 77536-67-5); d) chrysotiel (wit asbest, nr.CAS 12001-29-5); e) crocidoliet (blauw asbest, nr.CAS 12001-28-4); f) tremoliet (nr.CAS 77536-68-6).

Worden gelijkgesteld met asbest : a) asbesthoudende materialen;b) materialen die in contact zijn gekomen met of besmet zijn door asbestvezels en die niet ter plaatse kunnen worden ontsmet met behulp van een stofzuiger en/of water.2° broos asbest : asbest waarvan de vezels makkelijk afbrokkelen en waarvan de lijst van de toepassingen in bijlage 1 bij dit besluit wordt vermeld;3° niet-broos asbest : asbest waarvan de vezels sterk gebonden zijn door een bindmiddel en waarvan de lijst van de toepassingen in bijlage 1 bij dit besluit wordt vermeld;4° isolatie van asbest : fixatie van asbest door oppervlaktebedekking, impregnatie of afscherming;5° oppervlaktebedekking : techniek die erin bestaat rechtstreeks op het asbest een bedekkingslaag aan te brengen;6° impregnatie : techniek die erin bestaat een verdund bindmiddel aan te brengen dat door capillariteit diep in de bedekking zal doordringen, bij voorkeur tot de drager, en vervolgens ofwel rechtstreeks ofwel door toevoeging van een tweede bestanddeel zal polymeriseren;7° afscherming : techniek die erin bestaat opnieuw een wand zonder contact met de bedekking aan te brengen of een laag op een drager aan te brengen die stevig aan de bedekking wordt vastgehecht;8° algemeen hermetisch afgesloten zone : door middel van een rooktest ondoorlaatbaar verklaarde werkzone die in onderdruk wordt gebracht door extractoren met absolute filters.De wanden zijn met een dubbele plasticlaag bedekt en de toegang gebeurt via sassen; 9° afgebakende zone : veiligheidsperimeter die de werkzone door middel van reglementaire linten en pictogrammen ontoegankelijk maakt voor het publiek;10° couveusezak-methode : techniek die erin bestaat kleine hoeveelheden broos asbest (met name warmte-isolatie, ventielen, voegen) te verwijderen in een zone die plaatselijk hermetisch wordt afgesloten door middel van een plastic zak die het mogelijk maakt de drager met behulp van handschoenen te behandelen. HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw

Art. 4.Het publiek mag de werf niet betreden. Dit verbod wordt door de gepaste borden aangegeven. HOOFDSTUK III. - Exploitatie

Art. 5.Alvorens asbest te behandelen, moeten de lokalen waar asbest wordt verwijderd of geïsoleerd, geledigd zijn van hun verplaatsbare inhoud. In die lokalen, aanpalende lokalen en lokalen waar asbest wordt opgeslagen dienen de luchtverversing en -ventilatie buiten dienst te worden gesteld, behalve de extractoren die de zones in onderdruk houden. De niet-verplaatsbare inhoud wordt tegen mogelijke asbestbesmetting beschermd.

Art. 6.De afvoergangen en uitgangen moeten steeds van elke hindernis, en met name van alle materiaal en afval, worden vrijgehouden.

Art. 7.Materiaal in asbestcement en wandpanelen mogen voorzichtig worden verwijderd in een afgebakende zone voor zover ze niet worden aangetast en elk middel wordt gebruikt om te voorkomen dat er asbestvezels in de lucht vrijkomen, zoals bevochtiging of binding.

Broos asbest, dat onder andere gebruikt wordt voor warmte-isolatie, voegen en touwen, wordt verwijderd via een methode die voorkomt dat er asbestvezels in de lucht vrijkomen. Onverminderd de voorschriften inzake arbeidsbescherming vastgesteld door de federale overheid moet voor de verwijdering van warmte-isolatie gebruik worden gemaakt van de « couveusezak »-methode zoals omschreven in artikel 3 van dit besluit.

Art. 8.Het asbestafval wordt per categorie gesorteerd en verpakt in ondoorlaatbare verpakkingen (dikte 100 µm) alvorens uit de algemeen hermetisch afgesloten werkzone te worden weggevoerd via het materiaalsas waar het wordt ontstoft en vervolgens opnieuw in een ondoorlaatbare verpakking van PE of PVC of van een vergelijkbaar type wordt verpakt (dikte 200 µm) alvorens te worden vervoerd naar een tijdelijke opslagplaats.

Scherp afval, wandpanelen, golfplaten, leien in asbestcement, "Menuiserite", "Glasal", "Massal", "Fassal", "Pical", "Pierrite", "Granité vloertegels" en de buizen van kleine en middelgrote afmeting in asbestcement worden verpakt in speciale verpakkingen : zakken met een dubbele wand waarvan de binnenwand in doorzichtig polyethyleen is (dikte van minstens 80 µm) en waarvan de buitenwand in gevlochten polypropyleen is (dikte hoger dan 200 µm of waarvan de wand bestaat uit bandjes in gewast polypropyleen van minimum 100g/cm2). Alvorens uit de algemeen hermetisch afgesloten werkzone te worden weggevoerd via het materiaalsas, worden ze ontstoft.

De dubbele verpakking bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel wordt hermetisch gesloten en voorzien van een etiket dat de aanwezigheid van asbest aangeeft overeenkomstig de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2001 tot beperking van het op de markt brengen, de vervaardiging en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest).

Materiaal dat niet kan worden ontstoft, wordt behandeld als asbestafval.

Art. 9.Het transport van het afval tussen de werf en de containers of het opslaglokaal gebeurt buiten de uren waarop de meeste bezetters van het gebouw aanwezig zijn als het traject van het asbestafval het traject kruist van de bezetters die niet werkzaam zijn bij de onderneming die het asbest verwijdert.

Art. 10.Met het oog op het transport wordt het verpakte asbestafval in afgesloten scheepscontainers of in een afgesloten lokaal opgeslagen. De containers worden van een merkteken voorzien zodat de aard, de samenstelling en de hoeveelheid vervoerd afval kunnen worden herkend. Op de deur van het opslaglokaal wordt de vermelding "gevaar asbest" aangebracht.

De containers die op de openbare weg staan, worden omringd door een vaste omheining die elke toegang verhindert, behalve als het om containers gaat die onmiddellijk geladen zullen worden. Bij elke werkonderbreking, met inbegrip van de middagpauze, moeten de containers gesloten worden, zodat niemand toegang kan hebben tot de eventueel open gebleven zakken. HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie

Art. 11.In afwezigheid van bijkomende voorwaarden bedraagt het vereiste aantal bluseenheden per 100 m2 te beschermen vloeroppervlakte minstens twee bluseenheden voor een hermetisch afgesloten zone en één bluseenheid buiten de hermetisch afgesloten zone.

Elke muurhaspel kan voor drie blusapparaten worden gerekend.

De haspels en blusapparaten zijn te allen tijde bereikbaar en worden jaarlijks gecontroleerd. HOOFDSTUK V. - Lucht

Art. 12.De luchtmetingen kunnen het voorwerp uitmaken van bijkomende voorwaarden. HOOFDSTUK VII. - Afval

Art. 13.De exploitant of zijn aangestelde houdt dagelijks een overzichtstabel van het geproduceerde afval bij overeenkomstig de tabel in bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 14.De verrichtingen inzake de verzameling, de behandeling, de technische ingraving of de verwijdering worden uitgevoerd overeenkomtig de regelgeving die van toepassing is in het Gewest of het land waar de verwijdering plaatsheeft.

Bovendien moet het afval zodanig worden verwijderd dat de negatieve effecten voor de bodem, de flora, de fauna, de lucht en het water worden beperkt en dat er, in het algemeen, geen schade aan het leefmilieu of aan de gezondheid van de mens wordt toegebracht. HOOFDSTUK VIII. - Controle, zelfcontrole en -toezicht Afdeling 1. - Individuele beschermingsuitrustingen

Art. 15.Met het oog op de controle binnen de werkzones wordt er voorzien in twee individuele beschermingsuitrustingen voor de inspecteurs. Afdeling 2. - Ontvangbewijs van het afvalstoffenvervoer

Art. 16.Het ontvangbewijs dat bij de verwijdering van het afval door de vervoerder of de ophaler erkend krachtens het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen aan de aannemer wordt overhandigd, vermeldt minstens de datum van overdracht, de aard, de hoeveelheid, de eigenschappen en de samenstelling van het afval, de naam en het adres van de aannemer en de erkende vervoerder of ophaler, alsook de plaats van bestemming van het afval, de vervoerwijze en de verwerkingsmethode.

De aannemer die het asbest verwijderd heeft, dient een afschrift van de ontvangbewijzen vijf jaar lang te bewaren. HOOFDSTUK VIII. - Bij het aangifteformulier te voegen documenten

Art. 17.Bij het aangifteformulier dienen de volgende gegevens te worden gevoegd : 1. Leesbare uitvoeringsplannen voor de verdiepingen op een aangepaste schaal. De plannen van de verdiepingen waar de installaties zich bevinden, moeten de volgende informatie bevatten : a) de werkzone en de eventueel afgesloten zones;b) de personeels- en afvalstromen;c) de belendende zones die bezet zijn door personen die niet tot de saneringswerf behoren;d) de punten waar de concentraties asbesthoudende vezels in de lucht worden gemeten.2. Aard van de uit te voeren saneringswerken : ( ) Verwijdering ( ) Isolatie 3.Geraamde hoeveelheid afval per asbesttoepassing (warmte-isolerend materiaal, platen,...) 4. Beschrijving van de verwijderings-/isolatiemethode 5.Beschrijving van de maatregelen die genomen zijn om de hinder of het gevaar te verminderen (collectieve beschermingsmaatregelen, verpakking van het afval,...) 6. Begin- en einddatum van de werken 7.Persoonsgegevens van de bouwheer. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 18.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE 1 Indicatieve lijst voor broos en niet-broos asbest 1. Broos asbest Vlokken via allerlei methodes Warmte-isolatie van leidingen, waterverwarmingstoestellen, verwarmingsketels, stoomleidingen,...

Asbestpapier en -karton Thermische isolatie van kabels, warmwaterleidingen,...

Elektrische apparatuur Kleine keuken- en huishoudapparatuur Picalasbest (naargelang van het geval) Geweven asbest : ? pakkingringen en cilinderpakkingen; ? hittebestendige transportbanden; ? brandschermen; ? filters; ? lint voor elektrische isolatie; ? warmte-isolatiestrips; ? brandwerende kledij, handschoenen, schort,... ? asbesttouw. 2. Niet-broos asbest Asbestcement : ? golfplaten, leien, dakbedekkingplaten; ? decoratieve gevelplaten; ? vensterbladen; ? leidingen voor waterafvoer, schouwen, ventilatiekokers; ? ...

In asfaltbitumenbedekking gebonden asbest : ? wrijvingspakkingen, koppelingen en remmen van voertuigen, van apparatuur,...; ? tegels, pannen (vinyl).

Asbest in lijm, mastiek, verf : ? allerlei toepassingen Picalasbest (naargelang van het geval) Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest. Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE 2 Overzichtstabel van de geproduceerde afvalstoffen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Code en benaming : volgens het besluit van de Waalse Regering van 24 januari 2002 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot vaststelling van een afvalcatalogus (2) Types : Materiaal dat al dan niet broos asbest bevat; Met asbest besmet materiaal;

Niet-besmet materiaal. (3) Aard : asbest in vlokvorm, hout, schroot, warmte-isolerende stoffen, platen, plastics, enz. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering houdende integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest.

Namen, 17 juli 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^