gepubliceerd op 20 augustus 2003
Besluit van de Waalse Regering betreffende de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking
17 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, inzonderheid op artikel 46;
Gelet op het advies van de Hoge raad van steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest, gegeven op 19 maart 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 februari 2003;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 27 februari 2003;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 15 mei 2003 over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens één maand;
Gelet op het advies L.35.212/4 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "decreet" : het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;2° "commissie" : de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking bedoeld in artikel 46 van het decreet;3° "leverancier" : de stroomleverancier bedoeld in artikel 2, 23°, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;4° "netbeheerder" : de beheerder van het elektriciteitsdistributienet. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de commissie
Art. 2.De voorzitter van de commissie is de vertegenwoordiger aangewezen door de raad voor maatschappelijke hulp.
Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door een personeelslid van het openbaar centrum voor maatschappelijke hulp. De secretaris van de commissie is niet stemgerechtigd, behalve als die functie uitgeoefend wordt door de vertegenwoordiger die instaat voor de sociale energetische begeleiding.
Elk lid van de commissie kan zich laten vervangen door een plaatsvervanger die hij aanwijst.
Art. 3.Als de leverancier die instaat voor de gewaarborgde minimale levering aan een beschermde klant die niet kan betalen en voor wie de tussenkomst van de commissie wordt gevraagd, niet de netbeheerder is, wordt hem de in artikel 4, derde lid, bedoelde oproep toegestuurd. De leverancier kan zich binnen de commissie met stemrecht laten vertegenwoordigen. HOOFDSTUK II. - Werking van de commissie
Art. 4.De commissie vergadert op elk verzoek van de netbeheerder die instaat voor de gewaarborgde minimale levering aan een beschermde klant die herhaaldelijk niet kan betalen, naar aanleiding van de procedure bedoeld in artikel 26 van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt.
Het verzoek wordt per post gericht aan de voorzitter van de commissie van de gemeente waar de abonnee woonachtig is. Het gaat vergezeld van een rechtvaardigingsnota waaruit blijkt dat de procedure in geval van niet- betaling integraal werd toegepast. Het verzoek gaat ook vergezeld van de lijst van de verbruiken en van de schulden i.v.m. de gewaarborgde minimale levering, alsmede, in voorkomend geval, van de personalia van de leverancier die in de loop van zes eerste maanden de gewaarborgde minimale levering aan de schuldige klant heeft bezorgd.
De voorzitter maakt het verzoek en de bijlagen binnen tien dagen over aan de leden van de commissie. Hij bepaalt de datum, het uur en de plaats waar de commissie bijeenkomt. Binnen dezelfde termijn worden de oproep en de bijlage eveneens bij aangetekend schrijven gericht aan de klant die herhaaldelijk niet betaalt. De voorzitter bepaalt de procedure en verzoekt de klant om gebruik te maken van zijn hoorrecht, om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon van zijn keuze.
Gelijktijdig en voorzover mogelijk neemt de sociaal assistent die instaat voor de energetische sociale begeleiding zo spoedig mogelijk contact op met betrokken klant.
Art. 5.De commissie evalueert de sociale en financiële moeilijkheden van de klant en beoordeelt of hij zijn betalingsproblemen heeft trachten op te lossen. Op basis van die analyse spreekt de commissie zich uit binnen twintig dagen na verzending van de oproep bedoeld in artikel 4.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De notulen worden tijdens de zitting opgesteld en door de aanwezige partijen ondertekend.
De voorzitter deelt de beslissing binnen drie werkdagen bij aangetekend schijven of tegen bericht van ontvangst mee aan de klant, alsmede aan de netbeheerder.
Art. 6.§ 1. In geval van onderbreking van de gewaarborgde minimale levering, vermeldt de kennisgeving aan de klant dat hij elektriciteit kan verkrijgen als hij zijn prepaykaart laadt en de plaatsen opgeeft waar de kaart geladen wordt. § 2. Als de commissie niet instemt met de onderbreking, vermeldt de beslissing de termijnen en de verspreiding van de schulden i.v.m. de gewaarborgde minimale levering die de klant moet betalen, alsook het aan het O.C.M.W. gerichte verzoek om te zorgen voor een energetische begeleiding van de klant, overeenkomstig artikel 45 van het decreet.
Als de modaliteiten voor een energetische sociale begeleiding al tijdens voorafgaande contacten met de klant zijn vastgelegd, worden ze in extenso vermeld in de beslissing van de commissie.
De verbintenis waarbij de klant zijn schulden belooft te betalen, wordt overgemaakt aan de netbeheerder en, in voorkomend geval, aan de leverancier bedoeld in artikel 2.
De beslissing wordt aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en aan de netbeheerder meegedeeld.
De netbeheerder richt een verzoek aan de Afdeling Energie van het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie om het bedrag i.v.m. de kwijtschelding van schulden bij het Energiefonds te mogen overnemen. Het verzoek gaat vergezeld van de beslissing van de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking, van de stukken voor de bepaling van het bedrag van de schuld i.v.m. de gewaarborgde minimale levering op het moment van de beslissing, alsmede van de personalia van de netbeheerder en, in voorkomend geval, van de leverancier bedoeld in artikel 3. Die stukken worden waar en oprecht verklaard en door de betrokken partijen ondertekend.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Art. 8.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 17 juli 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS