gepubliceerd op 08 februari 2002
Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van de gewijzigde statuten van de "Société wallonne du Logement" en tot vaststelling van diens minimumkapitaal
17 JANUARI 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van de gewijzigde statuten van de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) en tot vaststelling van diens minimumkapitaal
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 86, § 3 en § 5;
Gelet op de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van de "Société wallonne du Logement", de dato 21 december 2001;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Besluit :
Artikel 1.Het minimumkapitaal van de "Société wallonne du Logement" wordt op 31.000 euro vastgesteld.
Art. 2.De statuten van de "Société wallonne du Logement", zoals gewijzigd bij de acte van diens algemene vergadering van 21 december 2001 en volledig in de bijlage weergegeven, worden goedgekeurd.
Art. 3.Het besluit van de Waalse Regering van 10 juni 1999 tot goedkeuring van de gewijzigde statuten van de "Société wallonne du Logement" en tot vaststelling van haar minimumkapitaal, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 14 september 2000 tot goedkeuring van de gewijzigde statuten van de "Société wallonne du Logement", wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 21 december 2001.
Namen, 17 januari 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN
Bijlage Statuten van de "Société wallonne du logement" ("Waalse Huisvestingsmaatschappij") HOOFDSTUK I. - Oprichting. Zetel. Doel en duur van de Maatschappij.
Artikel 1.De "Société wallonne du logement" is een publiekrechtelijke rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid die de rechtsvorm van een naamloze vennootschap aanneemt.
Zonder haar burgerlijk karakter te verliezen wordt ze, voor al wat niet in de Waalse Huisvestingscode en in haar statuten is voorzien, beheerst door de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, onder voorbehoud van wat hierna in artikel 43 bepaald is.
Onder voorbehoud van de bepalingen van de Waalse Huisvestingscode valt de Maatschappij onder de gezamenlijke bepalingen die vastliggen in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wat betreft de instellingen B bedoeld in artikel 1 van voormelde wet en in de uitvoeringsbesluiten ervan.
Haar zetel is gevestigd te Charleroi, rue de l'Ecluse 21.
Art. 2.De Waalse Maatschappij heeft tot doel : 1. De openbare huisvestingsmaatschappijen te erkennen, hen advies te geven en er toezicht op uit te oefenen en wordt belast met de volgende opdrachten : - de openbare huisvestingsmaatschappijen in alle gemeenten ondernemingszin inblazen en tot een coherente werking aanzetten, o.a. door het uitwerken van het globale programma bedoeld in artikel 141 van de Waalse Huisvestingscode; - de openbare huisvestingsmaatschappijen aansporen tot samenwerking, zowel onderling als met andere plaatselijke partners; - die maatschappijen de nodige middelen verschaffen voor de verwezenlijking van hun doel; - de activiteit van de maatschappijen regelmatig evalueren; - de aanvragen en klachten betreffende de maatschappijen onderzoeken; - de beroepen onderzoeken van de adviescomités van huurders en eigenaars; - de kandidaturen tellen van de huurders van een door een openbare huisvestingsmaatschappij beheerde woning en de initiatieven bevorderen die erop gericht zijn veelvoudige verzoeken te voorkomen, tenminste op het grondgebied van éénzelfde gemeente. 2. Aan de uitvoering van het woonrecht mee te werken en wordt belast met de volgende opdrachten : - de aankoop, de bouw, de herstructurering, de renovatie, de aanpassing, de sloping en het beheer van eengezins- of gemeenschappelijke woningen die voldoen aan door de Regering gestelde technische en economische normen; - het afstaan of verwerven van zakelijke rechten op eengezins- of gemeenschappelijke woningen die voldoen aan door de Regering gestelde technische en economische normen; - de aankoop van de nodige gronden met het oog op een harmonische ontwikkeling van het woonklimaat, de wederafstand aan de erkende openbare huisvestingsmaatschappijen, de verkoop per perceel of de toekenning van zakelijke rechten erop, desnoods door de begunstigden verplichtingen op te leggen voor het behoud van het uitzicht en van de functionele inrichting van de groepen; - het aansporen van de openbare huisvestingsmaatschappijen tot het nemen van initiatieven in die zin, het coördineren en het bevorderen van initiatieven die met andere partners uit de openbare en de privé-sector worden gevoerd; - de toekenning van hypotheekleningen aan natuurlijke personen voor de aankoop, de bouw, de herstructurering of de renovatie van woningen, of voor de terugbetaling van hypotheekschulden, en de financiering van levensverzekeringspremies die dienen om leners te dekken; - de verlening van de in artikelen 54 tot 77 van de Waalse Huisvestingscode bedoelde tegemoetkomingen aan de openbare huisvestingsmaatschappijen; 3. De openbare huisvestingsmaatschappijen, de plaatselijke besturen en de autonome gemeentebedrijven technische en financiële steun te verlenen.Daartoe kan de maatschappij de openbare huisvestingsmaatschappijen ertoe machtigen overeenkomsten te sluiten met elk plaatselijk bestuur of autonoom gemeentebedrijf dat over een pandenbestand beschikt, ten einde het beheer en het onderhoud ervan op zich te nemen.
Ze mag de plaats innemen van de openbare huisvestingsmaatschappijen die niet in staat zijn deze functie uit te oefenen; 4. Experimenten en studies inzake huisvesting te bevorderen; 5. De Regering nieuwe beleidsvormen voor te leggen of haar advies te geven over de beleidsvormen die o.a. gericht zijn op een betere samenwerking met de gemeenten inzake het huisvestingsbeleid en op de bevordering van de samenwerking tussen de openbare huisvestingsmaatschappijen en andere actoren uit de openbare en de privé-sector, alsook uit het verenigingsleven. 6. Elke andere opdracht uit te voeren die rechtstreeks verband houdt met degene die hierboven vermeld staan, mits toestemming van de Regering.
Art. 3.De Maatschappij voert haar in artikel 2 bedoelde opdrachten overeenkomstig de prioritaire doelstellingen en de richtlijnen die vastliggen in het tussen haar en de Regering gesloten beheerscontract.
Art. 4.Overeenkomstig artikel 91 van de Waalse Huisvestingscode garandeert de maatschappij de terugbetaling van de leningen die ze met de levensverzekering heeft toegestaan.
Daartoe neemt ze deel aan de oprichting en het beheer van een dochtermaatschappij.
Art. 5.Om haar opdrachten uit te voeren kan de maatschappij elk stuk grond of gebouw kopen en verhuren, of er een zakelijk recht op overdragen.
De door de Maatschappij gebouwde, gekochte, gehuurde of te huur aangeboden gebouwen zijn hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd.
De Maatschappij voorziet zelf of laat de openbare huisvestingsmaatschappij voorzien in de uitrusting van groepen van gebouwen die zij of de openbare huisvestingsmaatschappijen gekocht of gebouwd hebben of van stukken grond die ze uitgerust hebben, met wegen, rioleringen, openbare verlichting, watervoorziening, gezamenlijke toegangswegen, alsook in de aanleg van installaties van gemeenschappelijk nut die noodzakelijk deel uitmaken van het geheel.
Bovendien kan ze de kosten van dergelijke werkzaamheden financieren.
De Maatschappij is bevoegd om een gebouwd of ongebouwd onroerend goed te onteigenen waarvan de Regering eerst het algemeen nut heeft vastgesteld.
Art. 6.De Maatschappij kan met de toestemming van de Regering deelnemen aan de oprichting en het beheer van instellingen of vennootschappen waarvan het maatschappelijk doel bijdraagt tot de uitvoering en de coördinatie van het gewestelijk huisvestingsbeleid.
De maatschappij mag eveneens, mits toelating van de Regering, de uitgaven van voornoemde instellingen of vennootschappen financieren of voorfinancieren of hen de nodige middelen verschaffen voor de verwezenlijking van hun doel.
Art. 7.De duur van de maatschappij is onbepaald en begint te lopen op 8 mei 1985. Haar ontbinding kan slechts bij een decreet uitgesproken worden, waarin de wijze en de voorwaarden van haar vereffening worden bepaald. HOOFDSTUK II. - Maatschappelijk kapitaal. Leningen en obligaties.
Beleggingen
Art. 8.Het aanvangskapitaal van de maatschappij wordt vastgesteld op eenendertigduizend frank. Het wordt verdeeld in duizend aandelen zonder aanduiding van de nominale waarde, waarvan elk één duizendste van het kapitaal vertegenwoordigt.
Deze duizend aandelen worden door de comparanten ingeschreven als volgt : 1. Het Waalse Gewest : vijfhonderd negenentachtig;2. De provincie Henegouwen : honderd achtennegentig;3. De provincie Luik : negenennegentig;4. De provincie Namen : achtenveertig;5. De provincie Luxemburg : vijfenveertig;6. De provincie Waals-Brabant : eenentwintig. Het bedrag van het kapitaal staat ter beschikking van de Maatschappij.
Art. 9.Het maatschappelijk kapitaal kan mits voorafgaand akkoord van de Regering verhoogd worden met inschrijvingen op onverdeelbare aandelen van duizend tweehonderd vijftig frank, die aangegaan worden door het Gewest en door de in artikel 8 van deze statuten vermelde provincies.
Art. 10.Het onbetaalde bedrag van de nieuwe inschrijvingen wordt op de door de raad van bestuur bepaalde data gestort, mits bij ter post aangetekende brief gegeven opzeggingstermijn van drie maanden.
Art. 11.De aandeelhouders zijn voor de verplichtingen van de maatschappij slechts ten belope van het bedrag van hun inschrijving gehouden.
Art. 12.De zelfs volgestorte aandelen zijn nominatief en onvervreemdbaar.
Art. 13.De beschikbare fondsen van de Waalse maatschappij kunnen gebruikt worden voor de aankoop van door het Gewest geschapen en gewaarborgde waarden; ze mogen ook voorlopig in deposito gehouden worden of in rekening-courant geplaatst worden in de openbare instellingen of banken die met de goedkeuring van de Regering door de raad van bestuur worden aangewezen. HOOFDSTUK III. - Bestuur. Directie en toezicht I. De Raad van bestuur.
Art. 14.§ 1. De maatschappij wordt beheerd door een raad bestaande uit 23 leden benoemd en ontslagen door de Waalse Gewestraad : - zestien bestuurders gekozen uit een dubbeltal dat voorgedragen wordt door de Regering; - een bestuurder gekozen uit een dubbeltal dat voorgedragen wordt door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap; - zes bestuurders gekozen uit een dubbeltal dat voorgedragen wordt door de Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest. § 2. De Raad van bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en drie ondervoorzitters aan.
De voorzitter en de drie ondervoorzitters mogen de functie van voorzitter, directeur-zaakvoerder of bestuurder van een openbare huisvestingsmaatschappij niet uitoefenen. § 3. Het mandaat van bestuurder eindigt van rechtswege als de titularis ervan de leeftijd van zevenenzestig jaar bereikt. Het geldt zes jaar en is verlengbaar.
Bij vacature van een mandaat van bestuurder voleindigt de nieuwe aangewezen bestuurder het mandaat van zijn voorganger.
Het aantal bestuurders die toegelaten zijn hun mandaat te cumuleren met dat van bestuurder van een openbare huisvestingsmaatschappij, wordt beperkt tot zes.
Het mandaat van bestuurder is onverenigbaar met de hoedanigheid van personeelslid van een openbare huisvestingsmaatschappij. § 4. De Directeur-generaal en de Adjunct-directeur-generaal hebben zitting met raadgevende stem in de raad van bestuur en nemen het secretariaat van de vergaderingen waar. Ze worden bijgestaan door een griffier voor de materiële uitvoering van deze opdracht.
De Commissarissen van de Regering en de Waarnemer van de Regering hebben tevens zitting met raadgevende stem in de Raad.
De Directeur-generaal van Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium of, bij diens verhindering, de inspecteur-generaal van de Afdeling Huisvesting hebben bovendien zitting met raadgevende stem in
de Raad. § 5. De Raad van bestuur kan uit zijn midden commissies oprichten.
Art. 15.De bestuurders hebben geen persoonlijke verplichting betreffende de verbintenissen van de maatschappij. Ze zijn aansprakelijk voor de uitvoering van hun mandaat en voor de in het beheer begane fouten, met name de overschrijding van de bevoegdheden, zoals blijkt uit het maatschappelijk doel en uit de statuten.
Art. 16.Na bijeenroeping door zijn voorzitter of, bij diens verhindering, door één van de ondervoorzitters vergadert de raad van bestuur telkens als de belangen van de maatschappij het vereisen.
De raad moet vergaderen wanneer ten minste vijf bestuurders erom verzoeken. De vergaderingen vinden plaats op de maatschappelijke zetel of op de in de oproepingen vermelde plaats.
Ze worden voorgezeten door de voorzitter van de Raad en, bij diens verhindering, door één van de ondervoorzitters of, in voorkomend geval, door de oudste bestuurder.
Art. 17.§ 1. De Raad kan slechts beraadslagen en beslissingen nemen als de meerderheid van zijn leden aanwezig is.
De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige bestuurders. Bij staking van stemmen wordt het voorstel verworpen. § 2. Het is de bestuurders van de Maatschappij verboden aanwezig te zijn op beraadslagingen over aangelegenheden waarbij zijzelf of hun bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk of rechtstreeks belang hebben, of waarbij hun vennootschap een rechtstreeks belang heeft als ze er bestuurder van zijn.
Dit verbod geldt niet voor bloed- en aanverwanten tot de tweede graad als het gaat om een voordracht van kandidaten, om benoemingen, gedwongen ontslagen of schorsingen. § 3. De bestuurders mogen niet deelnemen aan de gunning van opdrachten met de Maatschappij, noch rechtstreeks noch onrechtstreeks.
Art. 18.Indien het quorum na regelmatige bijeenroeping niet bereikt is, beraadslaagt de Raad op geldige wijze bij de bij de tweede oproeping bepaalde zitting, ongeacht het aantal aanwezige bestuurders, over de items die twee keer achtereen op de agenda zijn voorgekomen.
Art. 19.De beraadslagingen van de raad van bestuur worden in notulen vermeld, die op de zetel van de maatschappij worden bewaard.
De goedgekeurde notulen worden door de voorzitter, de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal of door hun vervangers ondertekend.
Art. 20.Mits goedkeuring van de Regering kan de algemene vergadering de bestuurders een vergoeding verlenen die, per derde, bestaat uit een vaste bezoldiging, presentiegeld en verblijfsvergoedingen.
Art. 21.§ 1. De raad van bestuur beschikt over al de voor de uitvoering van het maatschappelijk doel van de maatschappij nodige bevoegdheden, met uitzondering van die bestemd voor de algemene vergadering. Hij bezit de meest uitgebreide bevoegdheden om de maatschappij te beheren en te besturen. § 2. Hij bevordert de oprichting van openbare huisvestingsmaatschappijen, erkent ze overeenkomstig de door de Regering bepaalde voorwaarden, criteria en regels.
Hij keurt de statuten van de openbare huisvestingsmaatschappij en de wijziging ervan alsmede de vereffening van de openbare huisvestingsmaatschappijen goed. § 3. In het kader van de uitoefening van zijn toezicht op de erkende maatschappijen zorgt hij voor de naleving van de wetgeving, van de regelgeving, van hun statuten en van het algemeen belang. § 4. Hij behandelt de aanvragen en klachten van de openbare huisvestingsmaatschappijen. § 5. Hij behandelt de beroepen van de adviescomités van huurders en eigenaars. § 6. Hij spreekt zich binnen zestig dagen uit over de beroepen betreffende de toezichtbeslissingen die genomen zijn door de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal. § 7. Hij legt jaarlijks de meerjarige investeringsprogramma's van de maatschappij ter goedkeuring voor aan de Regering. § 8. Hij koopt en verhuurt elk terrein of gebouw of draagt er een zakelijk recht op over. § 9. Hij oefent een recht van wederinkoop uit op de onroerende goederen waarop de maatschappij of haar erkende maatschappijen een zakelijk recht hebben verleend wanneer deze onroerende goederen niet binnen de voorgeschreven termijnen en volgens de door de Regering bepaalde voorwaarden zijn gebouwd. § 10. Hij wordt door de Regering gemachtigd om onder de door haar bepaalde voorwaarden door het Gewest gewaarborgde leningen uit te schrijven, aan te gaan of te beheren.
Hij verstrekt de Regering elk gegeven over deze leningen, alsook over de belegging van de tegoeden en beschikbare gelden van de maatschappij.
Hij verstrekt waarborgen tot zekerheid van de aangegane verbintenissen en neemt de waarborgen ter zekerheid van de tegenover haar aangegane verbintenissen aan. § 11. Wat de begroting en de rekeningen van de maatschappij betreft, voldoet hij aan de in artikel 41 vermelde verplichtingen. § 12. Hij ontvangt alle sommen en waarden die aan de maatschappij toekomen of laat ze door zijn vertegenwoordigers innen. § 13. Hij doet de Regering voorstellen inzake de personeelsformatie en het personeelsstatuut, met inbegrip van de leidend ambtenaren.
Hij benoemt de personeelsleden binnen de perken van het aantal in de personeelsformatie beschikbare betrekkingen, schorst ze en ontslaat ze. Hij bepaalt hun loon, wedde, gratificatie en, in voorkomend geval, het bedrag van hun borgsom. § 14. Hij handelt, gaat dadingen of compromissen aan betreffende de belangen van de maatschappij, staat alle rechtsvorderingen toe; hij doet afstand van alle zakelijke rechten, voorrechten en rechtsvorderingen tot ontbinding. § 15. Hij gaat tot onteigeningen ten algemenen nutte over met het oog op de uitvoering van zijn opdracht. § 16. Hij machtigt de erkende maatschappijen leningen aan te gaan, hun onroerende goederen te vervreemden, ze te hypothekeren of de waarborgen die ze bezitten, aan derden af te staan.
Hij machtigt de erkende maatschappijen giften en legaten te ontvangen, zakelijke rechten op elk al dan niet bebouwd onroerend goed te verwerven of over te dragen, ze te verhuren of onroerende goederen te bestemmen voor de behoeften van hun bestuur. § 17. Hij legt jaarlijks de Regering een evaluatieverslag voor over de uitvoering van het beheerscontract uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het boekjaar waarop het betrekking heeft en maakt het binnen de volgende maand aan de Waalse Gewestraad over. § 18. Hij doet de Regering voorstellen i.v.m. wijzigingen in de decreten of besluiten die hij moet toepassen en geeft haar advies over de vigerende of ontworpen teksten betreffende de door de Maatschappij behandelde aangelegenheden, en over de toekomstige beleidsvormen. § 19. Hij maakt zijn huishoudelijk reglement op en onderwerpt het aan de goedkeuring van de Regering.
Art. 22.De Raad van bestuur kan onder eigen verantwoordelijkheid een deel van zijn bevoegdheden opdragen aan één of meer van zijn bestuurders alsmede aan de directeur-generaal.
In overeenstemming met de raad van bestuur verdelen de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal de bevoegdheden onder elkaar.
Art. 23.§ 1. Er wordt bij de raad van bestuur een coördinatiecomité van de aandeelhouders ingesteld, dat ermee belast is de samenwerking te ontwikkelen tussen de provincies, het Gewest en de maatschappij en initiatiefadvies of advies over de aangelegenheden die hem door de raad van bestuur onderworpen zijn, uit te brengen. § 2. Het coördinatiecomité van de aandeelhouders is samengesteld uit : 1° een vertegenwoordiger van elke provincie, aandeelhouder, die door de algemene vergadering benoemd en ontslagen wordt;2° twee vertegenwoordigers van het Gewest, die door de Regering aangewezen worden. § 3. Bij vacature van een in § 2, 1°, bedoelde betrekking van een lid van het comité voorziet de algemene vergadering bij haar eerste vergadering in deze vacature.
Degene die een in § 2, 1°, bedoeld lid vóór het verstrijken van het hem toevertrouwde mandaat moet vervangen, voleindigt het onderbroken mandaat. § 4. Er wordt aan de leden van dit comité een presentiegeld verleend dat gelijk is aan welk dat overeenkomstig artikel 20 aan de bestuurders verleend wordt.
De werkings- en secretariaatskosten van het comité zijn voor rekening van de maatschappij. § 5. Eén keer per jaar brengt het comité de raad van bestuur verslag uit over zijn activiteiten.
II. Directie.
Art. 24.De Waalse maatschappij wordt geleid door een directeur-generaal bijgestaan door een adjunct-directeur-generaal. Ze worden door de Regering die hun basisloon vaststelt, benoemd, geschorst of ontslagen.
De ambten van directeur-generaal en adjunct-directeur-generaal zijn onverenigbaar met die van voorzitter, bestuurder of directeur-zaakvoerder van een door de maatschappij erkende openbare huisvestingsmaatschappij.
Bij ontstentenis van de directeur-generaal vervult de adjunct-directeur-generaal zijn functies. Bij ontstentenis van deze laatste wordt hij vervangen door de ambtenaar met de hoogste rang.
Art. 25.§ 1. Naast de door de raad van bestuur bepaalde delegaties zijn de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal belast met de uitvoering van de beslissingen van de Raad van bestuur en van de Algemene vergadering zonder ten opzichte van derden van een machtiging of van een bijzondere bevoegdheid te moeten doen blijken.
Ze zorgen voor het dagelijkse beheer en vertegenwoordigen de maatschappij in alle desbetreffende handelingen, met inbegrip van de gerechtelijke vorderingen. § 2. Onder eigen verantwoordelijkheid kunnen ze een deel van hun bevoegdheden betreffende het dagelijkse beheer opdragen aan personeelsleden van de maatschappij. § 3. Ze houden toezicht op de openbare huisvestingsmaatschappijen wat betreft de in de artikelen 161, 163, § 1, 1° en 6° en 164 van de Waalse Huisvestingscode bedoelde handelingen. § 4. Ze geven de afschriften en uittreksels van de notulen van de Raad, van het Comité voor financieel beheer en van de algemene vergadering af.
Ze ondertekenen alle cheques, overschrijvingen en kwitanties. § 5. Ze verlenen opheffing van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen wanneer de akte de bevrijding van de schuldenaar vaststelt en, mits voorafgaande toestemming van de Raad van bestuur, verlenen ze opheffing van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen wanneer de akte de bevrijding van de schuldenaar, overschrijvingen, inbeslagnemingen, verzetten en andere beletsels niet vaststelt zonder van de delging van de schuldvorderingen van de maatschappij of van betalingen te moeten doen blijken.
Onder eigen verantwoordelijkheid kunnen ze deze bevoegdheden opdragen : 1° aan personeelsleden van de maatschappij die met de graad van directeur of met een hogere graad bekleed zijn; 2° aan iedere (alle) andere persoon (personen) die afzonderlijk kunnen handelen voor zover ze aangewezen worden voor een bijzondere volmacht, die in brevet opgesteld kan worden.) § 6. Ze leiden en controleren de personeelsleden van de maatschappij. § 7. De gerechtelijke vorderingen worden op hun verzoek uitgeoefend.
Art. 26.De directeur-generaal vervult de taak van de griffier bij de zittingen van de raad van bestuur. Daartoe kan hij worden bijgestaan door een personeelslid van de maatschappij.
III. Toezicht en controle.
Art. 27.§ 1. De maatschappij is aan de controlebevoegdheid van de Regering onderworpen.
Deze controle wordt uitgeoefend door bemiddeling van twee commissarissen die door de Regering worden benoemd op de voordracht van respectievelijk de Minister van Huisvesting en de Minister van Begroting. § 2. Een door de Regering aangewezen waarnemer is ook belast met de opvolging van het beheerscontract. § 3. De waarnemer bezorgt de Regering elk halfjaar een verslag over de uitvoering van het beheerscontract door de maatschappij. § 4. De ambten van commissaris en waarnemer mogen niet gecumuleerd worden met dat van voorzitter, bestuurder of directeur-zaakvoerder van een openbare huisvestingsmaatschappij, noch met dat van personeelslid van de maatschappij.
Art. 28.§ 1. Er wordt een comité voor financieel beheer ingesteld dat bestaat uit : 1° drie bestuurders aangewezen door de raad van bestuur van de maatschappij;2° twee vertegenwoordigers van het Gewest, aangewezen door de Regering binnen de Afdeling Thesaurie, Begroting, Financiën en Departementale Boekhouding en binnen de Inspectie van Financiën;3° een vertegenwoordiger van het Rekenhof;4° de in artikel 29 bedoelde revisoren;5° de commissarissen en de waarnemer van de Regering;6° de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal van de maatschappij;7° twee deskundigen inzake begroting en financiën die de provincies vertegenwoordigen en die op de voordracht van de provincies door de Regering worden aangewezen;8° drie vertegenwoordigers van de krachtens punt 7° van dit lid nog niet vertegenwoordigde provincies, die door deze laatste worden aangewezen. § 2. Het comité voor financieel beheer kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris die de notulen ondertekenen.
Het comité vergadert driemaandelijks.
Bovendien zijn de artikelen 16, 17, 18 en 19 van deze statuten mutatis mutandis van toepassing op de vergaderingen van het comité voor financieel beheer. § 3. Het comité voor financieel beheer brengt initiatiefadvies of advies uit over de aangelegenheden die hem door de Raad van bestuur voorgelegd zijn.
Eén keer per jaar brengt het comité voor financieel beheer voor de algemene vergadering verslag uit over zijn activiteiten.
Er wordt aan de in § 1 van dit artikel bedoelde personen een presentiegeld verleend dat gelijk is aan welk dat overeenkomstig artikel 20 aan de bestuurders wordt verleend.
Art. 29.De Regering wijst binnen de Waalse maatschappij één of verscheidene revisoren aan die gekozen worden onder de leden van het Instituut der bedrijfsrevisoren.
De revisoren moeten de boekhouding controleren en de juistheid en oprechtheid ervan bevestigen.
Ze kunnen ter plaatse inzage nemen van de boeken en boekhoudkundige stukken, de briefwisseling, de notulen, de periodieke toestandsopgaven en, in het algemeen, van alle geschriften. Ze onderzoeken de samenstelling van de goederen en waarden die de Maatschappij in eigendom heeft of beheert.
De revisoren bezorgen de Regering en de bestuursorganen van de Maatschappij een verslag over de activa en passiva, alsook over de bedrijfsresultaten, ten minste één keer per jaar, bij het opmaken van de balans, de winst- en verliesrekening of de jaarrekening. Ze stellen hen onmiddellijk in kennis van elke nalatigheid, onregelmatigheid en, in het algemeen, van elke toestand die de solvabiliteit en de liquiditeit van de Maatschappij in gevaar brengen.
De bezoldiging van de revisoren die voor rekening is van de Maatschappij wordt bepaald door de algemene vergadering.
Art. 30.De commissarissen van de Regering en de waarnemer van de Regering hebben de ruimste bevoegdheden om hun opdracht uit te voeren.
Ze nemen inzage van elk stuk dat nuttig is voor de uitoefening van hun opdracht. HOOFDSTUK IV. - Algemene vergadering
Art. 31.De Algemene vergadering bestaat uit de aandeelhouders, de bestuurders, de commissarissen van de Regering, de waarnemer van de Regering, de directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal.
Alleen de aandeelhouders zijn stemgerechtigd.
Elke vennoot kan zich slechts door één afgevaardigde laten vertegenwoordigen; deze beschikt over evenveel stemmen als zijn lastgever aandelen bezit. Niemand kan echter aan de stemming deelnemen voor een aantal aandelen dat het vijfde deel van de aandelen waarop wordt ingeschreven of twee vijfde van de bij de algemene vergadering vertegenwoordigde aandelen overschrijdt.
Art. 32.Jaarlijks wordt uiterlijk op 30 april een algemene vergadering van de aandeelhouders gehouden.
Art. 33.De algemene vergadering neemt kennis van het verslag van de raad van bestuur. Ze beslist over de conclusies van deze verslagen alsmede over het ontwerp van balans.
Art. 34.Onder voorbehoud van de goedkeuring van de rekeningen door de Regering verleent ze kwijting van hun beheer aan de bestuurders.
Art. 35.De raad van bestuur kan buitengewone algemene vergaderingen bijeenroepen.
Hij moet ze binnen dertig dagen bijeenroepen op verzoek van aandeelhouders die minstens één vijfde van het kapitaal vertegenwoordigen.
Art. 36.De oproepingen voor elke algemene vergadering vermelden de agenda en worden minstens 8 dagen vóór de datum van deze vergadering bij ter post aangetekende brief gestuurd. De vergadering mag slechts over de in de agenda vermelde punten beslissen.
Art. 37.De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur of, in voorkomend geval, door één van de ondervoorzitters.
Een afgevaardigde van de aandeelhouders wordt als stemopnemer aangewezen.
Een presentielijst waarin de namen van de aandeelhouders en hun aantal aandelen worden vermeld, wordt ondertekend door elke vertegenwoordiger van de aandeelhouders bij de opening van de vergadering.
Art. 38.De algemene vergadering wordt regelmatig samengesteld ongeacht het aantal vertegenwoordigde aandelen.
De beslissingen worden bij meerderheid van stemmen genomen; bij staking van stemmen wordt het voorstel verworpen.
Wanneer over voorstellen ter wijziging van de statuten moet worden beraadslaagd, is de vergadering slechts op geldige wijze samengesteld als de oproepingen dit voorwerp vermelden en als de op de vergadering aanwezige leden de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen.
Wordt deze voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe regelmatige oproeping nodig en beraadslaagt de nieuwe vergadering op geldige wijze ongeacht de verhouding van het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde kapitaal.
In beide gevallen wordt geen voorstel aangenomen als het de drie vierde van de stemmen niet behaalt.
Elk voorstel tot wijziging van de statuten behoeft de goedkeuring van de Regering.
Art. 39.De notulen van de algemene vergaderingen worden ondertekend door de voorzitters, de stemopnemer, de leden van de raad van bestuur voor zover ze aanwezig zijn, de directeur-generaal alsmede door de vertegenwoordigers van aandeelhouders die erom verzoeken. HOOFDSTUK V. - Financiële middelen. Begrotingen. Rekeningen en balansen
Art. 40.De Maatschappij beschikt over de volgende financiële middelen : 1. de in de gewestelijke begroting opgenomen toelagen en kredieten;2. de middelen die uit haar activiteiten voortkomen;3. de opbrengst van de leningen die ze mag uitschrijven, aangaan of beheren, volgens de bepalingen van artikel 21, § 10;4. de giften en legaten.
Art. 41.§ 1. De raad van bestuur maakt jaarlijks zijn begroting op en legt ze ter goedkeuring voor aan de Regering. Deze begroting, die per activiteit wordt opgesplitst, wordt aan de Regering voorgelegd uiterlijk 30 april van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarop ze betrekking heeft. § 2. Binnen de door de Regering bepaalde perken, mogen de kredieten waarin het begrotingsontwerp van de Maatschappij voorziet, gebruikt worden als de begroting niet is goedgekeurd op de eerste dag van het begrotingsjaar, behalve als het gaat om uitgaven die gegrond zijn op een nieuw beginsel dat niet opgenomen was in de begroting van het voorafgaande jaar. § 3. Overdrachten van kredieten tussen activiteiten vereisen de goedkeuring van de Regering, evenals overschrijdingen van kredieten voor dezelfde activiteit, die in de begroting van de Maatschappij opgenomen zijn.
Vermoedelijke kredietoverschrijdingen die een hogere tegemoetkoming van het Gewest vergen dan die waarin de begroting aanvankelijk voorzag, moeten eerst goedgekeurd worden door een overeenstemmend krediet uit te trekken op de uitgavenbegroting van het Gewest. § 4. De raad van bestuur maakt, uiterlijk 30 april van het jaar na het betrokken boekjaar, de jaarrekening van uitvoering van zijn begroting op, en geeft een overzicht van de activa en passiva op 31 december van het betrokken jaar. § 5. De rekeningen van de Maatschappij worden vastgelegd door de algemene vergadering, op voorstel van de Raad van bestuur en goedgekeurd door de Regering.
De Raad van bestuur bezorgt de Regering periodieke toestandsopgaven en een jaarlijks verslag over zijn activiteit, uiterlijk 1 juli van het boekjaar waarop het betrekking heeft.
Art. 42.Met de voorafgaande toestemming van de Regering mag de raad van bestuur de overschotten van de vorige boekjaren gebruiken, die voortkomen uit de kapitaaldotaties die ze beheert.
Art. 43.Behalve de voorschriften van het Wetboek op de handelsvennootschappen die de naamloze vennootschappen beheersen en die in strijd zijn met deze statuten, zijn de artikelen of delen van de artikelen tweeënzestig, zevenenzestig, achtenzestig, drieënzeventig, zesenzeventig, achtenzeventig, negenenzeventig, tachtig, achtennegentig, honderd, honderd en één, honderd en twee, honderd en vier, honderd en vijf, honderd dertig, honderd eenendertig, honderd vierendertig, honderd vijfendertig, honderd achtendertig, honderd eenenveertig, honderd tweeënveertig, honderd vijfenzestig, honderd zesenzestig, honderd zevenenzestig, driehonderd veertien, vierhonderd negenendertig, vierhonderd veertig t.e.m. vierhonderd negenenveertig, vierhonderd zesenvijftig t.e.m. vierhonderd eenenzestig, vierhonderd drieënzestig t.e.m. vierhonderd achtenzestig, vierhonderd zesenzeventig, vierhonderd achtenzeventig, vierhonderd drieëntachtig, vierhonderd zesentachtig t.e.m. vijfhonderd en vier, vijfhonderd en tien, vijfhonderd en elf, vijfhonderd en twaalf, vijfhonderd achttien, vijfhonderd negentien, vijfhonderd tweeëntwintig, vijfhonderd dertig, vijfhonderd vijfendertig, vijfhonderd zevenendertig, vijfhonderd drieënvijftig, vijfhonderd zestig, vijfhonderd achtenzestig t.e.m. vijfhonderd eenenzeventig, vijfhonderd drieënzeventig t.e.m. vijfhonderd eenentachtig, vijfhonderd drieëntachtig t.e.m. vijfhonderd vierennegentig, vijfhonderd zesennenegentig t.e.m. zeshonderd en drie, zeshonderd en vijf, zeshonderd en zes, zeshonderd en tien t.e.m. zeshonderd vijftien, zeshonderd drieëndertig, zeshonderd vierendertig, zeshonderd vijfenveertig, zeshonderd zesenveertig en achthonderd vierenzeventig van het Wetboek van de handelsvennootschappen die opgesteld werden met een rechtstreeks of onrechtstreeks verband met de artikelen tien, negenentwintig, negenentwintig bis, negenentwintig ter, negenentwintig quater, vijfendertig, vijfendertig bis, eenenveertig, vierenvijftig, vijfenvijftig, drieënnzestig ter, vierenzestig, vierenzestig quater, eenenzeventig, tweeënzeventig, tweeënzeventig bis, tweeënzeventig ter, tachtig t.e.m. honderd en vier bis van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen niet van toepassing op de Waalse maatschappij.
Art. 44.Bij wijze van overgangsmaatregel tot 1 januari 2001 wordt de in artikel 14, § 3, bedoelde leeftijdsgrens beperkt tot zeventig jaar.
Art. 45.Het mandaat van de leden van het in artikel 23 bedoelde coördinatiecomité van de aandeelhouders en van het in artikel 28 bedoelde comité voor financieel beheer wordt vernieuwd op hetzelfde ogenblik als het mandaat van de leden van de raad van bestuur.
Art. 46.Het in artikel 23 bedoelde coördinatiecomité van de aandeelhouders wordt van rechtswege ontbonden zodra elke provincie binnen de raad van bestuur wordt vertegenwoordigd.
Gezien en goedgekeurd om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van de gewijzigde statuten van de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) en tot vaststelling van diens minimumkapitaal.
Namen, 17 januari 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN