Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 december 2020
gepubliceerd op 08 februari 2021

Besluit van de Waalse Regering houdende intrekking van de concessie van steenkolenmijnen van het Westen van Bergen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2021200443
pub.
08/02/2021
prom.
16/12/2020
ELI
eli/besluit/2020/12/16/2021200443/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2020. - Besluit van de Waalse Regering houdende intrekking van de concessie van steenkolenmijnen van het Westen van Bergen (nr. 007)


WAALSE OVERHEIDSDIENST De Waalse Regering, Gelet op het decreet op de mijnen van de Waalse Gewestraad van 7 juli 1988, artikel 71;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 30 april 1992 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden betreffende de intrekking van een mijnvergunning, de artikelen 24 tot 26;

Gelet op het verslag, plannen en bijlagen inbegrepen, van 27/09/2020, van de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's (hierna DRIGM genoemd), Departement Leefmilieu en Water, Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu (SPW-ARNE);

Overwegende dat de huidige concessie van het Westen van Bergen krachtens de volgende akten is gevormd : - 1768 : E. de Quicquelberghe verleent twee mijnaders in Elouges aan A. Estievenart; - 1777 : E. de Quicquelberghe verleent dezelfde mijnaders aan andere eigenaren; - 1787 : deze kolenmijn wordt verkocht aan een bedrijf en wordt Sainte-Catherine genoemd; - 1790 : de "Charnonnage de Belle-Vue" wordt gevormd door de vereniging van "Sainte-Catherine", "Ruisseau", "Champs des Avoines", en "Longterne". Deze fusie wordt uitgevoerd door G. Castiau; de concessieakte dateert van 1792; 14 januari 1802 : concessie van Bellevue onder de oppervlakte van de gemeenten Tulin, Montroeul-sur-Haine, Audregnies, Elouges en Wiheries; - 1823 : Fontaine Spitaels is de hoofdaandeelhouder van Belle-Vue en de enige aandeelhouder van Baisieux; hij verenigt de twee bedrijven in één bedrijf; - 24 maart 1834 : verkoop van Belle-Vue Baisieux door het "Maison Fontaine Spitaels" aan Lefebvre Meuret; - 17 mei 1843 : oprichting van de NV van de "Charbonnage de Belle-Vue", Baisieux, Dour en Thulin met meerderheidsparticipatie van de "Société Générale"; - 30 mei 1844 : koninklijk besluit tot handhaving van Belle-Vue (3831 ha) onder Baisieux, Audregnies, Quièvrain, Montrouel-sur-Haine, Thulin, de voormalige heerlijkheden van Dour en Elouges; koninklijk besluit tot uibreiding van de concessie (107 ha) onder Wihéries. De totale oppervlakte bedraagt 3.742 ha (terugvorderingen afgetrokken); - 9 april 1868 : bijdrage van de kolenmijn voor de oprichting van de NV "Charbonnages Unis" van het Westen van Bergen; - 23 mei 1884 : koninklijk besluit tot aanpassing van de grenen met de kolenmijnen "Grand Machine à Feu" en de kolenmijnen "Grande Veine"; - 04 juli 1884 : koninklijk besluit tot vereniging van de concessies van Belle-Vue en "Grande Veine du Bois d'Epinois"; - 05 mei 1886 : koninklijk besluit tot associatie van de concessies van Belle-Vue en Longterne-Ferrand onder de naam "Belle-Vue-Baisieux"; - 17 oktober 1921 : koninklijk besluit tot associatie van de concessies van Belle-Vue-Baisieux, Bois de Boussu, Sainte-Croix, Sainte-Claire en Grand-Hainin onder de naam Belle-Vue, Baisieux en Boussu (5334 ha); - 27 april 1924 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie, tot aanpassing van de grenzen via uitwisseling met Chevalières en "Grande Machine à feu" te Dour en fusie van concessie met een gedeelte van Longterne-Trichères; - 1779 : Toekenning van de concessie op Baisieux en Quiévrain door de hertog van Aremberg; - 1823 : Fontaine Spitaels is de hoofdaandeelhouder van Belle-Vue en de enige aandeelhouder van Baisieux; hij verenigt de twee bedrijven in één bedrijf; - 25 mei 1838 : koninklijk besluit tot oprichting van de NV "Houilles Grasses" van Elouges voor de uitbating van de kolenmijn "Grande Veine du Bois d'Epinois" op Elouges; - 12 februari 1865 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie "Grande Veine du Bois d'Epinois" onder 339ha 51a 31 ca; - 20 april 1882 : Aankoop van de NV "Houilles Grasses" van Elouges door de NV "Charbonnages" en bijproducten te Namen; - 06 juli 1882 : bijdrage van de NV "Charbonnages" en bijproducten te Namen aan de NV "Charbonnages Unis" van het Westen van Bergen; - 23 mei 1884 : koninklijk besluit tot aanpassing van de grenen met de concessies "Grand Machine à Feu" van Dour, "Belle-Vue-Baisieux" en "Grande Veine"; - 04 juli 1884 : koninklijk besluit betreffende de vereniging van de concessies van Belle-Vue en "Grande Veine du Bois d'Epinois"; - 10 april 1768 : concessie door de heer van Elouges Dequicquelberg van steenkolenmijnen "La Désirée", "Le Longterne", "Grande Veine" en "Moriols sous Elouges" op het grondgebied dat naar Audregnies en Baisieux leidt vanaf de beek te André Wallez, Charles Baron, J.B Degueldre en consorten; - 21 november 1784 : huurovereenkomst door de Abdij van Saint-Ghislain aan André Wallez, Charles Baron, J.B Degueldre en consorten voor dezelfde mijnaders op de eigendommen van de abdij; - 29 december 1797 : aankoop van de mijnen "La Désirée", "Le Longterne", "Grande Veine" en "Moriols sous Elouges" door Jean Nicolas Amelin; - 26 april 1798 : verlenging van de concessies aan de vennootschap die de mijnaders "La Désirée", Longterne, "Grande Veine" en Moriols uitbaten; - 12 november 1800 : verlenging van de concessie aan Jean Nicolas Amelin, vertegenwoordiger van de vennootschap Longterne in Elouges, van de mijnaders "La Désirée", Longterne, "Grande Veine" en Moriols, alsook de tussenpersonen in Elouges; - 6 juli 1801 : concessie van "Longterne-Ferrand sous Elouges", van 451 ha 36 a 97 ca; - 10 september 1856 : oprichting van de NV "Longterne-Ferrand" op Elouges; - 05 mei 1886 : koninklijk besluit betreffende de vereniging van de concessies van "Longterne-Ferrand" en "Belle-Vue-Baisieux"; - 1 december 1773 : concessies van de aders gelegen onder het grondgebied van Boussu door de Prins van Chimay aan Henri de Rasse : concessie van de mijnaders ten Noorden van het "Bois de Boussu"; - 19 februari 1783 : de Oostenrijkse gouverneurs hebben de heren Louis de Calonne et cie toestemming gegeven om tussen Doornik en Audrenade op zoek te gaan naar steenkool; - 30 september 1785 : uitbreiding van de concessie en contract voor de oprichting van een vennootschap voor de exploitatie van de mijnaders onder de heerlijkheid van Boussu; - 05 september 1805 : transactie tussen Maurice de Caraman en de vennootschap van het Noorden ven het "Bois de Boussu"; - 17 november 1813 : verenigingsakte tussen de kolenmijnen van "du Nord et du Midi du Bois de Boussu" en de heer Caraman voor de aanleg van een vertakkingskanaal genaamd "de Caraman"; - 11 januari 1828 : toestemming aan de heren Durosoir en cie (Nors du Bois de Boussu) om gebruik te maken van een stoommachine te Fontaine Madame; - 13 juli 1831 : aanvraag tot handhaving en afbakening van de concessie van Boussu en de nieuwe concessie van steenkolenmijnen gelegen onder een gedeelte van de grondgebieden van Thulin en Hainin; - 03 augustus 1831 : besluit van de "Députation des Etats" tot toekenning van de handhaving en de concessie van alle kolenlagen of lagen van steenkool onder het grondgebied van Boussu met uitzondering van 12 lagen die aan de kolenmijnen van "Midi du Bois de Boussu" zijn toegekend en de 5 lagen die aan de "Escouffiaux" zijn toegekend; - 30 september 1831 : verkoopovereenkomst van de kolenmijn van het Noorden van het "Bois de Boussu" aan de vennootschap van Anzin; - 26 april 1833 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie van het Noorden van het "Bois de Boussu" voor een oppervlakte van 1051 ha 60 a 63 ca; - 1836 : bestek voor de aanleg van een ijzerspoorweg door concessie der tolrechten tussen de oevers van Saint-Ghislain en een deel van de steenkolenmijnen van de "Couchant de Mons"; - 27 april 1837 : oprichtingsakte van de NV "Charbonnage du Nord du Bois de Boussu"; de "Cie d'Anzin" levert de koolmijn, de "Société de Commerce" levert kapitalen; - 1839 : fusie van de vennootschappen"Midi du Bois de Boussu" en "Sainte-Croix Sainte-Claire" met de vennootschap "Nord du Bois de Boussu" en oprichting van de vennootschap Boussu en Sainte-Croix, Sainte-Claire; - 14 augustus 1851 : oprichtingsakte van de NV Boussu en Sainte-Croix, Sainte-Claire vóór Meester COPPYN; - 05 september 1851: koninklijk besluit tot oprichting van de NV Boussu en Sainte-Croix, Sainte-Claire; - 15 maart 1854 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie "Midi du Bois de Boussu", tot handhaving en uitbreiding van de concessie Sainte-Croix, Sainte-Claire en tot samenvoeging van de concessies van het "Nord du Bois de Boussu", "het "Midi du Bois de Boussu" en "Sainte-Croix, Sainte-Claire" tot één enkele concessie van 1127 ha; - 21 november 1868 : aankoop door de NV "Charbonnages Unis de l'Ouest de Mons" van de NV "Boussu et Sainte-Croix, Sainte-Claire; 22 januari 1889 : koninklijk besluit tot aanpassing van de grenzen met de concessie van Buisson. De concessie van "Bois de Boussu et de Sainte-Croix, Sainte-Claire" strekt zich uit over een oppervlakte van 27ha 53a 34ca; - 17 oktober 1921 : koninklijk besluit tot vereniging van de concessies van "Bois de Boussu, Grand Hainin et Belle-Vue-Baisieux"; - 27 december 1775 : vennootschapsovereenkomst van de aandeelhouders van de vennootschap "Midi du Bois de Boussu"; - 09 december 1775 : concessieakte van de lagen gelegen ten zuiden van het gebied van Boussu aan de aandeelhouders van de vennootschap "Midi du Bois de Boussu"; - 27 februari 1776 : contract van de stoommachine van de "fosses du Midi du Bois de Boussu"; - 17 november 1813 : akte van associatie tussen de kolenmijnen van "Nord" en "Midi du Bois de Boussu" en de heer Caraman voor de aanleg van een vertakkingskanaal genaamd "de Caraman"; - 22 februari 1817 : overeenkomst tussen de kolenmijnen "Sainte-Croix" en "Midi du Bois de Boussu" betreffende de koolexploitatie tussen de twee kolenmijnen en de exploitatie van verschillende mijnaders; - 1839 : fusie van de vennootschappen "Midi du Bois de Boussu" en "Sainte-Croix Sainte-Claire" met de vennootschap "Nord du Bois de Boussu" en oprichting van de vennootschap "Boussu et Sainte-Croix, Sainte-Claire"; - 25 mei 1840 : verhuur van de concessie aan de heren Charles Finet, J-Bte Abrassart en Louis Bourlars van de put "Petit Buisson" nr.4 van de vennootschap "Midi du Bois de Boussu"; - 14 augustus 1851 : oprichtingsakte van de NV "Boussu et Sainte-Croix, Sainte-Claire" vóór Meester Coppyn; - 05 september 1851 : koninklijk besluit tot oprichting van de NV "Boussu et Sainte-Croix, Sainte-Claire"; - 15 maart 1854 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie "Midi du Bois de Boussu", tot handhaving en uitbreiding van de concessie "Sainte-Croix, Sainte-Claire" en tot samenvoeging van de concessies van "Nord du Bois de Boussu", "Midi du Bois de Boussu et de Sainte-Croix, Sainte-Claire" tot één enkele concessie van 1127 ha; - 1780 : concessie aan de heiligheid van "Sainte-Croix Sainte-Claire" van de mijnaders Maton, Buisson en Bouleau op het gedeelte "Sur de Boussu" en het noordelijke gedeelte van de heerlijkheid van Dour; - 1839 : fusie van de vennootschappen "Midi du Bois de Boussu" en "Sainte-Croix Sainte-Claire" met de vennootschap "Nord du Bois de Boussu" en oprichting van de vennootschap "Boussu et Sainte-Croix, Sainte-Claire"; - 14 augustus 1851 : oprichtingsakte van de NV Boussu en Sainte-Croix, Sainte-Claire vóór Meester Coppyn; - 05 september 1851 : koninklijk besluit tot oprichting van de NV "Boussu et Sainte-Croix, Sainte-Claire"; - 15 maart 1854 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie "Midi du Bois de Boussu", tot handhaving en uitbreiding van de concessie "Sainte-Croix, Sainte-Claire" en tot samenvoeging van de concessies van "Nord du Bois de Boussu", "Midi du Bois de Boussu et de Sainte-Croix, Sainte-Claire" tot één enkele concessie van 1127 ha; - 16 augustus 1827 : koninklijk besluit tot concessie voor 267ha 74a 09ca onder de hele oppervlakte van de gemeente Hainin aan Albert Emmanuel Moreau en Ambroise Joseph Mahieu; - 17 oktober 1921 : koninklijk besluit tot vereniging van de concessies van "Bois de Boussu, Grand Hainin et Belle-Vue-Baisieux"; - 1797 : vereniging van Longterne van Dour met de koolmijn "Petit tas, Moreau et Auvergies" te Warquignies; - 1804 : Philibert Aimé Simon leidt de vennootschap; - 1806 : splitsing van het in 1797 opgerichte bedrijf. Het bedrijf wordt overgedragen aan Pierre Lelong; - 1811-1812 : L Divuy leidt de kolenmijn en besluit te stoppen met de winning; - 1819 : oprichting van de vennootschap "Charbonnage et Hauts Fourneaux du Longterne"; - 25 april 1829 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie voor 92 ha aan het gezin Duvuy (Longterne, "Grande et Petite Veine à Forge" en "Grande Veine de l'Evêque sous Dour"); - 30 december 1836 : oprichting van de NV "Hauts Fourneaux du Longterne" die tot doel heeft de exploitatie van steenkool- en koolzuurhoudende ijzerertsmijnen in het gebied van de "Charbonnage du Longterne et Grande Veine", alsmede de hoogovens die de NV zal kunnen oprichten. L. Divuy en A. Divuy hebben de "Charbonnage du Longterne et de la Grande Veine" ingebracht, terwijl de "Société de Commerce" voor de nodige middelen heeft gezorgd; - 11 juli 1861 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie van de lagen Longterne, "Grande et Petite Veine à Forge" en "Grande Veine de l'Evêque sous Dour" (30 ha); - 21 november 1868 : bijdrage van de kolenmijn Longterne voor de NV "Charbonnages Unis" van het Westen van Bergen; - 27 april 1924 : koninklijk besluit tot vereniging van de concessies van Longterne Trichères en Belle-Vue, Baisieux en Boussu; - 08 juni 1774 : concessie door de Abten van Saint-Ghislain; - 23 november 1779 : concessie door de Abten van Saint-Ghislain; - 25 juni 1782 : concessie door de Abten van Saint-Ghislain; - 22 november 1800 : handhaving van de concessie; - 13 april 1801 : handhaving van de concessie voor 150 ha; - 1839 : de drie concessies die door de Abten van Saint-Ghislain worden toegekend, behoren aan Dominique Lambert; - 22 september 1845 : onderhandse akte voor de oprichting van de burgerlijke maatschappij "Charbonnage du grand Bouillon et de Sauwartan sur Dour"; - 22 februari 1856 : onderhandse akte voor de heroprichting van de vennootschap; - 10 augustus 1860 : oprichtingsakte van de NV "Charbonnage de Saint-Ghislain" te Dour; - 02/1862: overneming van de concessie "Grande Veine du Bois de Saint-Ghislain"; - 21 april 1890 : koninklijk besluit tot handhaving en uitbreiding van de concessie na aanpassing van de grenzen van de voormalige koolmijn "Grand Bouillon du Bois de Saint-Ghislain"; - 12 december 1912 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie : 33 ha van de concessie "midi" van Dour; - 14 december 1920 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie : 9 ha 68 a van de concessie "Escouffiaux"; - 15 december 1923 : ontbinding van de NV "Charbonnage du Bois de Saint-Ghislain"; - 01 mei 1925 : koninklijk besluit tot vereniging van de concessies "Chevalières" en "Grande Machine à feu de Dour et du Bois de Saint-Ghislain" onder de naam "Chevalière et Grande Machine à Feu de Dour"; - 7 april 1769 : eerste toekenning van concessie; - 20 februari 1786 : toekenning van concessie; - 06 april 1824 : verkoop van een deel van de concessie aan de baron van Mecklembourg; - 13 april 1842 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie van 271 ha aan de baron van Mecklembourg (van de mijnader "Raton à Tire Terre sous Dour"); - 01/1867 : oprichting van de NV "Charbonnage de la Grande Machine à Feu" te Dour. De vennootschap is in meerderheid eigendom van het gezin Mecklembourg;03 mei 1884 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie; - 23 mei 1884 : koninklijk besluit tot aanpassing van de grens met de concessie van Belle-Vue; - 11 januari 1921 : koninklijk besluit tot aankoop van de concessie "Grande Machine à Feu de Dour" door de NV "Chevalières de Dour" en oprichting van de NV "Chevalières" en "Grande Machine à Feu" van Dour; - 27 april 1924 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie van de NV "Chevalières" en "Grande Machine à Feu" van Dour van de onderste mijnaders van de "Grande Veine l'Evêque" en de bovenste laag van de "Grande Chevalière sous Dour" (97 ha); voor de onderste aders bij de Ratonlaag onder Dour (51ha) - 23 februari 1925 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie (982 ha); - 01 mei 1925 : koninklijk besluit tot vereniging van de concessies "Chevalières" en "Grande Machine à Feu de Dour" met de concessie "Bois de Saint-Ghislain"; - 16 maart 1791 : toekenning van concessie door Royer, Heer van Dour aan J. Aubry en B. Saussez (recht om de "Grande Chevalière" onder een deel van Dour te exploiteren); - 24 februari 1797 : overdracht door Aubry en Saussez van de verworven rechten op de koolmijn "Grande Chevalière" aan M.A. Butin, weduwe van Ph. Hecquet; deze overdracht wordt bij akte van 03/04/1809 vernieuwd; - 31 mei 1826 : verkoop door de weduwe Hecquet en J. Ph. Hecquet aan E. de Cruyshautem van de koolmijn "Grande et Petite Chevalière" van Dour; - 08 september 1837 : verkoop van de rechten op de koolmijnen van de "Chevalières" en "Midi de Dour" door de weduwe van de graaf Vendermeere de Cruyshautem aan François-Joseph Carion-Delmotte en oprichting van een nieuwe vennootschap; - 11 april 1843 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie van de kolenlaag "Grande Chevalière sous Dour" aan F.J. Carion-Delmotte; - 11 april 1843 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie "Midi de Dour" en tot vereniging van de concessies "Midi de Dour" en "Grande Chevalière" onder de naam "Grande Chevalière et Midi de Dour" (652 ha); - 04 december 1866 : koninklijk besluit tot oprichting van de NV "Chevalières" en "Midi de Dour"; - 30 april 1894 : koninklijk besluit tot handhaving van de concessie van de "Grande Chevalière" op een deel van Dour (91 ha) en uitbreiding van concessie voor alle lagen onder de "Grande Chevalière", binnen dezelfde omtrek; - 11 januari 1921 : koninklijk besluit tot aankoop van de concessie "Grande Machine à Feu de Dour" door de NV "Chevalières de Dour" en oprichting van de NV "Chevalières" en "Grande Machine à Feu" van Dour; - 17 januari 1827 : handhaving van concessie aan de graaf van Cruyshautem sur Dour, 594 ha. - 08 september 1837 : de Weduwe van de graaf van Cruyshautem doet afstand van haar rechten aan Carion Delmotte; - 11 april 1843 : koninklijk besluit tot uitbreiding van de concessie "Midi de Dour" voor een oppervlakte van 48 ha 57a en tot vereniging van de concessies "Midi de Dour" en "Grande Chevalière" onder de naam "Grande Chevalière et Midi de Dour" (652 ha); - 1857 : de koolmijn wordt geëxploiteerd door de "Société minéralogique" van Henegouwen; - 30 januari 1866 : verkoop van de koolmijn aan de "Société des Chevalières"; - 04 december 1866 : koninklijk besluit tot oprichting van de NV "Chevalières" en "Midi de Dour"; - 01 maart 1950 : koninklijk besluit tot vereniging van de concessies "Belle-Vue-Baisieux en Boussu" met de concessie "Chevalières et de la Grande Machine à Feu de Dour". Overneming van de NV "Chevalières et de la Grande Machine à Feu de Dour" door de NV "Charbonnages Unis de l'Ouest de Mons";

Overwegende dat de aldus opgerichte concessie "Ouest de Mons" krachtens bovengenoemde akten thans eigendom is van de "société anonyme des Charbonnages du Borinage (BCE 0401.157.851), in vereffening, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is Wildewoudstraat 17 te 1000 Brussel en waarvan de administratieve zetel gevestigd is Rue des Alliés 115 te 7340 Colfontaine;

Overwegende dat de concessie "Ouest de Mons" zoals aangegeven op het plan in bijlage wordt afgebakend; dat zij zich over 6374 ha 21 a 95 ca uitstrekt: - onder de nieuwe gemeenten van Bernissart, Hensies, Boussu, Quievrain en Dour; - onder de voormalige gemeenten van Pommeroeul, Mont-sur-Haine, Thulin, Hainin, Boussu, Quievrain, Baisieux, Audregnies, Elouges, Dour en Wiheries;

Overwegende dat de concessie "Ouest de Mons" gelegen is tussen : - in het noorden : de ingetrokken concessies van Hensies, Pommeroeul en "Nord de Quiévrain" (nr. 005), Thulin (nr. 006) en Hautrage en Hornu (nr. 006); - in het zuiden: niet-geconcessioneerd gebied en de ingetrokken concessie van Blaugie (nr. 020); - in het oosten : de concessie van Agrappe-Escouffiaux en Hornu-Wasmes (nr. 009); - in het westen : geconcessioneerd gebied;

Overwegende dat de NV "Charbonnages du Borinage", in vereffening, de Waalse Regering op 22 maart 1989 een aangetekende brief heeft gestuurd waarin zij verklaart afstand te doen van de concessie die zij onder de naam "Ouest de Mons", waarvan zij de eigenaar is, heeft geëxploiteerd; dat deze verklaring door de Heren Guy PAQUOT en André TOINT ondertekend is;

Overwegende dat het dossier, na onderzoek, als volledig kan worden beschouwd;

Overwegende dat uit de inventaris blijkt dat 254 schachten of uitgangen over de gehele concessie zijn waargenomen;

Overwegende dat 70 schachten en mijnuitgangen zichtbaar zijn of gemakkelijk bereikbaar zijn; dat werkopdrachten betreffende beveiliging aan de concessiehouder zijn gericht; dat er verslagen over de uitvoering van deze maatregelen zijn opgesteld;

Overwegende dat 184 overblijvende schachten en mijnuitgangen niet meer zichtbaar zijn op de oppervlakte; dat de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's geen verslag heeft betreffende de voorwaarden waaronder ze zijn beveiligd vóór het achterlaten ervan;

Overwegende dat, voor deze categorie van schachten en mijnuitgangen: - de in coördinaten X/Y uitgedrukte posities als bij benadering moeten worden beschouwd en in de toekomst kunnen worden verbeterd in geval van ontdekking van het ene of het andere gangenwerk; - uit de analyse van de risico's blijkt dat het niet nodig is de concessiehouder te vragen zware en dure werkzaamheden te verrichten om ze op te sporen en te beveiligen; dat 36 schachten te strenge technische toegangsvereisten vertonen; dat 148 schachten een lage inzet vertonen;

Overwegende dat uit het onderzoek van het dossier, blijkt dat de concessiehouder aan zijn verplichtingen voldoet; dat bijgevolg, de Directie Industriële, Geologische en Mijnrisico's een gunstig advies uitbrengt over het verzoek tot intrekking van de concessie "Ouest de Mons";

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De concessie van steenkolenmijnen "Ouest de Mons" wordt ingetrokken.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Namen, 16 december 2020.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER

^