gepubliceerd op 30 december 2010
Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete en waarbij een vrijstelling van een milieueffectonderzoek wordt verleend voor de voorgestelde wijzigingen
16 DECEMBER 2010. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete (bladen 3/24, 9/24, 13/24, 16/24, 17/24, 18/24) en waarbij een vrijstelling van een milieueffectonderzoek wordt verleend voor de voorgestelde wijzigingen
De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;
Gelet op Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D.52 tot D.61 en D.79;
Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D.216 tot D.218 en de artikelen R.284 tot R.290;
Gelet op het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete dat op 10 november 2005 definitief is goedgekeurd door de Waalse Regering en dat op 2 december 2005 in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
WIJZIGING VAN HET SANERINGSPLAN PER ONDERSTROOMGEBIED Gelet op de noodzaak tot wijziging van de saneringsplannen per onderstroomgebied, waarbij die opdracht aan de "S.P.G.E." wordt toevertrouwd;
Overwegende dat de "S.P.G.E." alle aanvragen verzamelt die tijdens de gelopen periode ontvangen zijn, om één enig voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied overeenkomstig artikel R.288 van het Waterwetboek op te stellen;
Overwegende dat de "S.P.G.E." sinds de definitieve goedkeuring van het saneringsplan per onderstroomgebied twaalf aanvragen gestuurd door de erkende saneringsinstellingen en de gemeenten heeft ontvangen;
Overwegende dat de aanvragen betrekking hebben op elke verandering van saneringsstelsel en meer bepaald op : - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van het centrum van Bousval in de gemeente Genepiën (wijziging nr. 03.01); - de overgang van het tijdelijk saneringsstelsel naar het autonoom saneringsstelsel voor een gedeelte en naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel voor het andere gedeelte van het dorp Nethen in de gemeente Graven (wijziging nr. 03.02); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het tijdelijk saneringsstelsel van de agglomeraties van Walhain-Saint-Paul, Tourinnes-Saint-Lambert en Lérinnes-Sart-lez-Walhain in de gemeente van Walhain (wijziging nr. 03.03); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van een gedeelte van de "rue de Biamont" in de gemeente Orp-Jauche (wijziging nr. 03.04); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van de "rue d'Orp" in de gemeente Hannuit (wijziging nr. 03.04); - de overgang van het gemeenschappelijk saneringsstelsel naar het autonoom saneringsstelsel van de "sentier Denis" en de "rue de la Bassette" in de gemeente Rixensart (wijziging nr. 03.06); - de overgang van het tijdelijk saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van de "Val de Croix" tussen de "rue Defalque" en de "rue de Suzeril" in de gemeente Court-Saint-Etienne (wijziging nr. 03.07); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van de wijk Lobra in de gemeente Court-Saint-Etienne (wijziging nr. 03.08); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel in de "rue du Bois des Rêves" in de gemeente Court-Saint-Etienne (wijziging nr. 03.09); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van de "rue Joseph Triffaux" in de gemeente Hannuit (wijziging nr. 03.10); - de overgang van het tijdelijk saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van drie gebieden waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, in de gemeente Rixensart (wijziging nr. 03.11); - de overgang van het tijdelijk saneringsstel naar het autonoom saneringsstelsel voor een gedeelte en naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel voor het andere gedeelte van de "Ri du Pinchart" (wijziging nr. 03.12);
Overwegende dat die aanvragen vergezeld gaan van een onderzoek dat door de betrokken erkende saneringsinrichting uitgevoerd is en dat een overzicht van de bestaande leidingen, een raming van de dichtheid van de bebouwing en een analyse van de topografische toestand van het gebied omvat om de aan te bevelen saneringswijze te objectiveren;
Overwegende dat de "S.P.G.E." een negatief advies heeft uitgebracht over de aanvraag tot wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete betreffende de omtrek van de "sentier Denis" en de "rue de la Bassette" op het gemeentelijke grondgebied van Rixensart (wijziging nr. 03.06); dat de "S.P.G.E." acht dat niets de overgang naar het autonoom saneringsstelstel van die omtrek rechtvaardigt daar die omtrek werkelijk ingesloten is in een gebied onderworpen aan het gemeenschappelijk saneringsstelsel en dat het gebrek aan vermelding van riolering op de kaart van het "Plan d'Assainissement par Sous-bassin hydrographique (PASH)" niet noodzakelijk betekent dat er voor die omtrek in geen riolering wordt voorzien;
Overwegende dat de "S.P.G.E." een positief advies heeft uitgebracht voor de elf andere aanvragen die haar zijn gericht;
Overwegende dat de uitvoering van de periodieke wijzigingen ook de nodige aanpassingen van de plannen met zich meebrengt naar gelang van de ontwikkeling van de beschikbare feitelijke gegevens met name in termen van uitvoering van de netwerken van collectoren en rioleringen binnen de omtrek van de saneringsplannen per onderstroomgebied; dat die aanpassingen in het bijgaande verslag worden omschreven.
VRIJSTELLING VAN DE MILIEUEFFECTBEOORDELING Gelet op de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling voor het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete die door de "S.P.G.E." aan de Waalse Regering gericht is overeenkomstig artikel D.53 van het Milieuwetboek;
Overwegende dat de analyse van de "S.P.G.E." besluit dat het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete het gebruik van kleine gebieden op plaatselijk niveau bepaalt en minder belangrijke wijzigingen vormt met name ten opzichte van de bevolking en van de lozingen van afvalwater die betrokken zijn bij het voorontwerp van wijziging en die in het bijgaande verslag geanalyseerd worden;
Overwegende dat de "S.P.G.E." bovendien acht dat dit voorontwerp wellicht geen aanzienlijke milieueffecten zal teweegbrengen; dat haar aanvraag gerechtvaardigd is ten opzichte van de criteria waardoor de vermoedelijke omvang van de effecten kan worden bepaald, die in artikel D.54 van het Milieuwetboek bedoeld zijn en die in het bijgaande verslag geanalyseerd worden;
Overwegende dat artikel R.288, § 4, van het Waterwetboek bepaalt dat de Regering, indien ze beslist de vrijstelling toe te staan, het voorontwerp van saneringsplan per onderstroomgebied gelijktijdig goedkeurt en de redenen vermeldt, waarvoor beslist werd een vrijstelling van een milieueffectbeoordeling voor dat plan te verlenen;
Overwegende dat de "CWEDD" en de betrokken gemeenten in die context en vóór de aanneming van het voorontwerp van saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete geraadpleegd moet worden over de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling;
Gelet op het verzoek om advies over de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling voor het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete dat op 28 september 2010 aan de "CWEDD" en aan de betrokken gemeenten overeenkomstig artikel D.53 van het Milieuwetboek is gericht;
Overwegende dat de adviezen overeenkomstig artikel D.53 van het Milieuwetboek binnen dertig dagen na de aanvraag van de Regering gezonden worden; dat die adviezen na afloop van die termijn geacht worden gunstig te zijn;
Gelet op het schrijven van de "CWEDD" gezonden op 8 oktober 2010 waarin hij geen stelling neemt over de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling; dat zijn advies bij gebrek aan advies geacht wordt gunstig te zijn;
Gelet op de gunstige adviezen over de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling die respectievelijk op 15, 18, 22, 29 oktober 2010 en 4 november 2010 door de gemeentelijke overheid van Walhain, Court-Saint-Etienne, Hannuit, Graven en Orp-Jauche overgemaakt zijn;
Gelet op de gunstig geachte adviezen van de gemeenten Genepiën, Rixensart en Ottignies-Louvain-la-Neuve;
Overwegende dat een vrijstelling van de milieueffectbeoordeling bedoeld in de artikelen D. 52 tot D.61 van Boek I van het Milieuwetboek dan ook kan worden verleend voor de wijzigingen die vermeld zijn in het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete;
Gelet op het bijgaande verslag betreffende het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De Regering keurt het bijgaande voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete goed.
Art. 2.De Regering beslist een vrijstelling van een milieueffectbeoordeling te verlenen voor de wijzigingen vermeld in het voorontwerp bedoeld in artikel 1 voor de redenen die in het bijgaande verslag gespecificeerd worden.
Art. 3.De Regering belast de "S.P.G.E." ermee het ontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete binnen dertig dagen te onderwerpen aan de raadpleging van de bij het overwogen onderstroomgebied betrokken gemeenten, van de betrokken houders van grondwaterwinningen en van de bevoegde Directoraten-generaal van de Waalse Overheidsdienst; daarna belast ze haar daarna ermee het voorwerp opnieuw ter goedkeuring voor te leggen.
Art. 4.Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 16 december 2010.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY
Bijlage Het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Dijle-Gete omvat een verslag over de wijzigingen van het "PASH" van de Dijle-Gete en de kaarten i.v.m. elke wijziging.
Dat verslag vermeldt de redenen waarvoor beslist werd een vrijstelling van een milieueffectbeoordeling te verlenen voor de wijzigingen van het voorontwerp. Het houdt ook de nodige aanpassingen van de plannen in naar gelang van de ontwikkeling van de beschikbare feitelijke gegevens met name in termen van uitvoering van de netwerken van collectoren en rioleringen binnen de omtrek van de saneringsplannen per onderstroomgebied.
Deze gegevens liggen ter inzage bij de "Société publique de Gestion de l'Eau", avenue de Stassart 14-16, te 5000 Namen alsook op de website van de "S.P.G.E." : http://www.spge.be (rubriek "Les PASH", onderrubriek "Modifications des PASH").