gepubliceerd op 21 augustus 2014
Besluit van de Waalse Regering betreffende de toegankelijke woning, de aanpasbare woning en de aangepaste woning
15 MEI 2014. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toegankelijke woning, de aanpasbare woning en de aangepaste woning
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, de artikelen 1, 16°, 16°bis, en 16°ter;
Gelet op het advies van de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij), gegeven op 17 februari 2014;
Gelet op het advies van het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen), gegeven op 29 oktober 2013;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 24 mei 2013;
Gelet op het advies nr. 51.022/4 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2014, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de "Commission wallonne des Aînés" (Waalse Commissie voor Senioren), gegeven op 22 april 2013;
Gelet op het advies van de "Commission wallonne des Personnes handicapées" (Waalse Commissie voor Gehandicapte Personen), gegeven op 22 april 2013;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur du Logement" (Hoge Huisvestingsraad), gegeven op 19 april 2013;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° draaioppervlakte : horizontale oppervlakte met een diameter van minstens honderd vijftig centimeter, vrij van obstakels, die de bediening van een rolstoel toelaat; 2° overbrengingsplaats : vrije ruimte met een minimumbreedte van negentig centimeter op een minimumlengte van honderd vijftig centimeter, die t.o.v. een uitrusting zijdelings gelegen is; 3° vrije doorgang : werkelijk beschikbare ruimte, met uitzondering van de vaste obstakels;4° voorbehouden oppervlakte : oppervlakte die niet rechtstreeks beschikbaar is in de leefeenheid of in een kamer van de leefeenheid maar die gemakkelijk kan leeggemaakt worden door elk element dat in de weg staat, te verwijderen, hetzij a) door verplaatsing in het geval van meubilair;b) door demontage in het geval van een afneembare tussenwand;5° afneembare tussenwand : lichte tussenwand zonder technische moeilijkheden zoals leidingen of kabels voor de elektriciteitstoevoer, geplaatst op een afgewerkte vloerbedekking en tegen één of meer afgewerkte muren of wanden of plafonds;6° leefeenheid : ruimte bestaande uit de volgende kamers die op hetzelfde niveau gelegen zijn als de ingang van de woning: a) een verblijfsruimte;b) een keuken in de verblijfskamer of apart;c) een slaapkamer;d) een badkamer;e) een WC in de badkamer of apart;7° Minister : de Minister van Huisvesting;8° CWATUPE : Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie. Een draaioppervlakte wordt beschouwd als een overbrengingsplaats wanneer ze een zijdelingse toegang toelaat tot een uitrusting. HOOFDSTUK II. - Technische kenmerken van de toegankelijke woning
Art. 2.Een toegankelijke woning in een flatgebouw of een ééngezinswoning is toegankelijk als zij voldoet aan de technische kenmerken inzake parkeerruimte voorgeschreven in artikel 415 van het "CWATUPE", en aan de technische kenmerken inzake inritten, deuren, gangen, trappenhuizen, niveaus van de lokalen en de liften voorgeschreven in de artikelen 415/1, 415/2, 415/3, 415/4 et 415/5 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie. HOOFDSTUK III. - Criteria van de aanpasbare woning
Art. 3.Een toegankelijke woning in een flatgebouw of een ééngezinswoning is een aanpasbare woning als zij aan de criteria omschreven in de artikelen 4 tot 13 voldoet.
Art. 4.Een parkeerplaats bestemd voor een aanpasbare woning voorziet een voorbehouden oppervlakte met een minimumbreedte van driehonderd dertig centimeter op een minimumlengte van vijfhonderd centimeter.
De parkeerplaats bestemd voor een aanpasbare woning ligt naast de inrit van de woning en bestaat uit een gestabiliseerde bedekking dat geen oneffenheid van de oppervlakte vertoont en met een helling van maximum 2 percent.
Wanneer de parkeerplaats bestemd voor een aanpasbare woning gelegen is in een box of een garage, bedragen de binnenafmetingen van de vrije doorgang van deze parkeerplaats een minimumbreedte van vierhonderd centimeter op een minimumlengte van zeshonderd vijftig centimeter.
Art. 5.De woning moet, zowel op het niveau van de functionele inrichting als op het niveau van de bouwtechniek, zonder treden noch opstappen worden uitgevoerd aan de ingang van de woning en tussen de kamers van de leefeenheid.
Art. 6.Het verkeer in de kamers van de leefeenheid van de woning wordt geregeld volgens de volgende normen : 1° de gangen hebben een voorbehouden oppervlakte voor een minimumbreedte van honderd twintig centimeter;2° er is een draaioppervlakte voorzien aan beide kanten van elke deur en op elke richtingswijziging;3° de deurvleugel in loodrechte stand tegenover de deuropening mag de draaioppervlakte niet innemen.
Art. 7.De deuren van de leefeenheid hebben een vrije doorgang van minstens vijfentachtig centimeter in een inspringing met een tussenruimte van minstens drieënnegentig centimeter en een deuropening voor de ruwbouw met een minimumbreedte van honderd centimeter.
De lengte van de muur gelegen in de verlenging van de gesloten deur, aan de kant van de deurklink, bedraagt minstens vijftig centimeter, aan beide kanten van de muur.
Art. 8.De keuken beschikt over een oppervlakte voorbehouden voor een draaioppervlakte die het geheel van het meubilair en de huishoudelijke apparaten bedient buiten de oppervlakte die door de slingerkromme van de deur en de vaste uitrustingen is ingenomen.
Art. 9.In minstens één slaapkamer van de leefeenheid, buiten de oppervlakte van 200 cm lang en 180 cm breed van de inneming van het bed, buiten de oppervlakte van 180 cm lang en 60 cm breed van de inneming van de kleerkast en buiten de slingerkromme van de ingang, moet er een draaioppervlakte aan de ene kant van het bed voorzien zijn, moet er een draaioppervlakte tegenover het venster voorzien zijn en moet er een draaioppervlakte tegenover de kleerkast voorzien zijn.
Deze draaioppervlakten kunnen elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen.
Art. 10.De badkamer beschikt over een oppervlakte voorbehouden voor een draaioppervlakte die het geheel van het meubilair en de huishoudelijke apparaten bedient buiten de oppervlakte die door de slingerkromme van de deur en de vaste uitrustingen is ingenomen.
Er is een overbrengingsplaats voorzien naast elke WC-pot, zowel in de badkamer als in een apart lokaal.
De overbrengingsplaats voorbehouden voor de WC-pot kan tot stand komen door de samenvoeging van de plaats waar de WC zich bevindt en de badkamer na het verwijderen van de afneembare tussenwand tussen deze twee vertrekken.
De badkamer bestaat uit een douche op de gelijkvloers die over en voorbehouden oppervlakte beschikt voor deze overbrengingsplaats, waarvan de vloer samengesteld is, hetzij uit een douchebak gelegen op hetzelfde niveau als de vloer van de badkamer, hetzij uit een waterdichte bedekking in het verlengde van de vloer van de badkamer en bestaande uit een waterafvoer via de vloer. Een wand van deze douche is uitgerust met een watervoorziening.
Art. 11.De schakelaars en minstens één stopcontact per kamer worden geplaatst op een hoogte tussen tachtig centimeter en honderd tien centimeter t.o.v. de vloer en worden geplaatst op vijftig centimeter van elke muur die er naast staat.
Art. 12.Er moet een draaioppervlakte voorzien worden tegenover minstens één venster van elke kamer van de leefeenheid met uitzondering van de toiletten, badkamers en keukens en de kamers in overtal t.o.v. de hoofdslaapkamer.
De hoogte van de borstwering van dit venster bedraagt maximum honderd centimeter.
Art. 13.Wanneer een balkon of een terras op de leefeenheid uitkomt wordt de toegangsdeur tot het balkon of het terras niet uitgerust met een onderdwarsbalk of kozijndorpel. HOOFDSTUK IV. - Criteria van de aangepaste woning
Art. 14.§ 1. Een woning is aangepast als zij een inrichting vertoont die voldoet aan de criteria die eigen zijn aan één van de volgende situaties : 1° hetzij wordt de woning erkend als een zorgwoning overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 1 april 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 01/04/1999 pub. 03/06/1999 numac 1999027437 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot bevordering van de projecten van « AVJ »-cellen ten gunste van gehandicapte personen die op een zelfstandige manier in sociale woonwijken wensen te leven sluiten tot bevordering van de projecten van "AVJ"-cellen ten gunste van gehandicapte personen die op een zelfstandige manier in sociale woonwijken wensen te leven;2° hetzij is de woning een aanpasbare woning, in voorkomend geval, aangevuld met apparatu(u)r(en) bevestigd aan het gebouw of verwerkt in het gebouw, omschreven in bijlage 82 bij het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid of de reglementering die terzake van toepassing is bij de Duitstalige Gemeenschap, en bezet door een gezin waarvan één van de leden een handicap heeft inzake mobiliteit; 3° hetzij stemt de woning overeen met de criteria bepaald in de artikelen 5 tot 7 en in de artikelen 9 tot 10 en bevat één of meerdere specifieke inrichtingen i.v.m. de handicap van een lid van het gezin dat de woning bewoont; 4° hetzij stemt de woning overeen met de criteria bepaald in artikel 2 en vereist de erkende handicap van het of de gezinslid(leden) geen inrichting of apparatuur die de mobiliteit van de bewoners moet mogelijk maken. § 2. De criteria betreffende de toestanden bedoeld in § 1, 3° of 4°, worden bevestigd door het Departement Huisvesting van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst, op gemotiveerd verzoek van het gezin dat de woning bewoont. § 3. De woning voldoet niet meer aan de criteria van de aangepaste woning voor de situaties bedoeld in § 1, 2°, 3° of 4°, door het einde van de huurovereenkomst of door de afstand van een zakelijk recht op de woning.
Art. 15.De Minister van Huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 15 mei 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX