15 JUNI 2000. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van het bedrag van de vergoedingen en de presentiegelden die toegekend worden aan de voorzitter en de leden van het begeleidingscomité van de centra voor levens- en gezinsvragen

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 18 juli 1997 betreffende de centra voor levens- en gezinsvragen, inzonderheid op artikel 33;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 juni 1998 tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de centra voor levens- en gezinsvragen, inzonderheid op artikel 25;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 mei 2000;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 mei 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 33 van bovenvermeld decreet van 18 juli 1997, een begeleidingscomité ingesteld is bij het besluit van de Waalse Regering van 18 juni 1998;

Overwegende dat de leden zich ten minste één keer per maand van hun beroepsverplichtingen moeten bevrijden om de vergaderingen van het begeleidingscomité bij te wonen;

Overwegende dat ze derhalve zo spoedig mogelijk beloond moeten worden voor het werk dat ze in de loop van hun mandaat verrichten;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.De voorzitter en de leden van het begeleidingscomité van de centra voor levens- en gezinsvragen krijgen presentiegeld voor elke vergadering van het begeleidingscomité die ze bijwonen.

Het presentiegeld bedraagt 600 frank voor de voorzitter en 500 frank voor de andere leden.

Art. 3.Op vertoon van bewijsstukken of, bij gebreke daarvan, van een staat van de onkosten, worden de reiskosten van de voorzitter en de leden van het begeleidingscomité onder de volgende voorwaarden terugbetaald voor het traject tussen hun woning en de vergaderplaats van het begeleidingscomité : - bij gebruik van het openbaar vervoer worden de reiskosten terugbetaald op basis van de officiële tarieven. Als het openbaar vervoer verschillende klassen telt, wordt de prijs van een kaartje eerste klas terugbetaald; - het gebruik van een eigen wagen geeft recht op een bepaalde kilometervergoeding op grond van het tarief vastgesteld in de reglementering die van toepassing is op de gewestelijke ambtenaren van rang A 4; - de aan het gebruik van een eigen wagen inherente risico's worden niet door het Gewest gedekt.

Art. 4.Het presentiegeld en de reiskostenvergoeding worden bepaald per dag aanwezigheid vermeld op de daartoe opgemaakte presentielijsten.

Art. 5.Onverminderd de statutaire bepalingen die op hen toepasselijk zijn, hebben de vertegenwoordigers van de Regering die deel uitmaken van een ministerieel kabinet en van de Administratie, geen recht op een vergoeding.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2000.

Art. 7.De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 15 juni 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE