Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 15 januari 2004
gepubliceerd op 18 maart 2004

Besluit van de Waalse Regering houdende sommige uitvoeringsbepalingen van het decreet van 3 juli 2003 tot oprichting van het "Centre wallon de Recherches agronomiques" en van een Oriëntatie- en evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004200747
pub.
18/03/2004
prom.
15/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/15/2004200747/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JANUARI 2004. - Besluit van de Waalse Regering houdende sommige uitvoeringsbepalingen van het decreet van 3 juli 2003 tot oprichting van het "Centre wallon de Recherches agronomiques" (Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek) en van een Oriëntatie- en evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 3 juli 2003 tot oprichting van het "Centre wallon de Recherches agronomiques" (Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek) en van een Oriëntatie- en evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek, inzonderheid op de artikelen 5, tweede lid, 7, derde lid, 10, § 1, eerste lid, 11 en 12, § 4;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 november 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 november 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 november 2003;

Gelet op het advies nr 36.098/4 van de Raad van State, gegeven op 9 december 2003, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1o decreet : het decreet van 3 juli 2003 tot oprichting van het "Centre wallon de Recherches agronomiques" en van een Oriëntatie- en evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek; 2o Centrum : het "Centre wallon de Recherches agronomiques" opgericht bij artikel 2 van het decreet; 3o Comité : het Oriëntatie- en evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek opgericht bij artikel 12 van het decreet; 4o Minister : de Waalse minister bevoegd voor Landbouw.

Art. 2.De overdrachten van bevoegdheden worden toegekend aan de statutaire personeelsleden van het Centrum.

De overdrachten die worden toegekend aan de titularis van een ambt worden eveneens toegekend aan de ambtenaar die met dat ambt belast is.

Art. 3.Bij afwezigheid of verhindering van de directeur-generaal worden de overdrachten waarmee hij is belast, bij gebreke van andersluidende regelgevende bepalingen of bijzondere schikkingen die door de titularis van het ambt zijn getroffen, tijdens de duur van de afwezigheid of de verhindering toegekend aan de adjunct-directeur-generaal.

Bij afwezigheid of verhindering van de adjunct-directeur-generaal worden de overdrachten waarmee hij is belast, alsmede de overdrachten bedoeld in het eerste lid, bij gebreke van andersluidende regelgevende bepalingen of van bijzondere schikkingen die door de titularis van het ambt zijn getroffen, tijdens de duur van de afwezigheid of de verhindering toegekend aan de wetenschappelijk inspecteur-generaal van de betrokken afdeling.

Art. 4.De hiërarchische oversten van een gedelegeerd ambtenaar kunnen, ongeacht de reden, de overdrachten die hem bij dit besluit zijn toegekend, uitoefenen. Zij kunnen hun beslissing evenwel niet in de plaats stellen van de beslissing die de gedelegeerd ambtenaar getroffen en medegedeeld zou hebben.

Art. 5.De bedragen bepaald in dit besluit dekken het geheel van de uitgave en luiden BTW niet inbegrepen.

Wordt er een abonnement genomen op een tijdschrift, een periodiek of een databank of wordt er een voorwerp gehuurd, dekken de uitgaven de jaarlijkse kosten van het abonnement of van de huur, BTW niet inbegrepen.

Art. 6.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1o opdracht die kadert in het beleid der internationale betrekkingen : elke buitenlandse reis die of rechtstreeks of onrechtstreeks, ofwel de internationale bevordering van het Gewest beoogt, ofwel het zoeken naar of het uitvoeren van elke vorm van internationale samenwerking waarbij Waalse actoren bij betrokken zijn; 2o opdracht met een technisch karakter : elke buitenlandse reis met het oog op de deelname aan acties of evenementen die niet beantwoorden aan de doelstellingen bedoeld onder 1o, met uitzondering van de opleidings opdrachten in het buitenland; 3o uitgave met betrekking tot de vertegenwoordigingskosten : elke uitgave met betrekking tot restaurant-, receptiekosten en/of kosten voor relatiegeschenken die wegens dienstbehoeften verricht zijn in het kader van de betrekkingen met vertegenwoordigers van instellingen die niet verbonden zijn met het Ministerie van het Waalse Gewest.

TITEL II. - Overdrachten van bevoegdheden in personeelszaken

Art. 7.Gemachtigd om de beslissingen te treffen met betrekking tot het jaarlijkse vakantieverlof, het uitzonderlijk verlof en het omstandigheidsverlof en opdrachten anders dan buitenlandse opdrachten zijn : 1o de directeur-generaal ten overstaan van de adjunct-directeur-generaal; 2o de adjunct-directeur-generaal ten overstaan van de wetenschappelijke inspecteurs-generaal die onder zijn gezag vallen; 3o elke wetenschappelijk inspecteur-generaal ten overstaan van het personeel dat aan zijn Afdeling is toegewezen.

Art. 8.De directeur-generaal is gemachtigd om aan het personeel dat onder zijn gezag valt, dienstvrijstellingen te verlenen die door overmacht ingegeven zijn.

Art. 9.De directeur-generaal is gemachtigd om de beslissingen te treffen met betrekking tot : 1o het verlenen van ouderschapsverlof en het verlof om de cursussen van de school voor burgerlijke bescherming bij te wonen, om prestaties te verrichten in vredestijd, een kind op te vangen met het oog op adoptie of pleegvoogdij; 2o de aangelegenheden inzake beroepsongevallen en beroepsziekten; 3o de vaste benoeming van personeelsleden in de niveaus 2+, 2, 3 en 4; 4o de aanwijzing van personeelsleden; 5o de loopbaanonderbreking; 6o de aangelegenheden inzake het verlof om dwingende redenen van familiaal belang, om het volbrengen van de stage of het doorlopen van een proefperiode in een overheidsdienst mogelijk te maken of op te komen voor de parlements- of provincieverkiezingen, om prestaties te verrichten ten gunste van erkende politieke fracties in de nationale, communautaire of gewestelijke vergaderingen of ten gunste van de fractievoorzitters, wegens verminderde prestaties in geval van ziekte of gebrekkigheid, terbeschikkingstelling van de Koning, opdracht, vakbondsopdracht, afwezigheid van lange duur die gerechtvaardigd is door familiale redenen, verminderde prestaties die gerechtvaardigd zijn door maatschappelijke of familiale redenen of om persoonlijke redenen, om hun intellectuele, morele en sociale vorming te vervolmaken in het kader van een verlof voor sociale promoties; 7o de aangelegenheden inzake politiek verlof.

Art. 10.De directeur-generaal is gemachtigd om in het kader van de aangelegenheden die door de beroepskamer worden behandeld, de ambtenaar belast met de verdediging van het betwiste voorstel aan te wijzen.

Art. 11.De directeur-generaal is gemachtigd om de terbeschikkingstelling uit te spreken wegens ziekte of gebrekkigheid die geen definitieve werkonbekwaamheid met zich brengt, maar afwezigheden veroorzaakt waarvan de duur, de duur van het ziekte- of gebrekkigheidsverlof evenals van de terbeschikkingstelling om persoonlijke redenen overschrijdt.

Art. 12.De directeur-generaal is gemachtigd om ter uitvoering van de beslissingen van de Regering of de daartoe gedelegeerde minister, arbeidscontracten van het niet-statutaire personeel te ondertekenen.

Art. 13.De directeur-generaal is gemachtigd om, in toepassing van artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende het arbeidscontract, de beslissingen te treffen inzake ontslag om ernstige redenen van het niet-statutaire personeel.

Art. 14.De directeur-generaal is gemachtigd om de beslissingen te treffen betreffende de vastlegging en de betaling van de wedde van de personeelsleden, met inbegrip van het weddevoorschot en de uitkering voor de uitoefening van een hoger ambt, evenals de betaling van uitzonderlijke prestaties.

Art. 15.De directeur-generaal is gemachtigd om de personeelsleden van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 de eed te laten afleggen.

Art. 16.De directeur-generaal is gemachtigd om de beslissingen te treffen betreffende de aangelegenheden inzake ziekte- of gebrekkigheidsverlof behalve het gevolg dat gegeven dient te worden aan de beslissingen inzake lichamelijke onbekwaamheid die getroffen worden door de Administratieve Gezondheidsdienst.

TITEL III. - Overdrachten van bevoegdheden inzake uitgaven Art. 17 . De titularissen van de volgende ambten worden tot en met het bedrag dat naast de ambtstitel afgedrukt staat gemachtigd om het bestek vast te stellen, de gunningswijze te kiezen, de procedure in te leiden, de gegadigden te kiezen en de opdracht toe te kennen, evenals om in het kader van de activiteiten van de afdelingen of de directies die onder hun respectievelijke gezag vallen, elk op de basisallocaties van de begroting van het Centrum verrekenbare uitgave vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren : - directeur-generaal : 31.000 euro; - adjunct-directeur-generaal : 25.000 euro.

Art. 18 . Wat betreft de opdrachten die kaderen in het beleid der internationale betrekkingen, is de directeur-generaal gemachtigd om vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren : 1o de uitgaven tot en met 5.000 euro met betrekking tot de buitenlandse reizen van de personeelsleden van het Centrum; 2o op advies van de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen en na de visa van de directeur-generaal en de vakminister en de instemming van de Minister bevoegd voor Internationale Betrekkingen, de uitgaven hoger dan 5.000 euro betreffende de buitenlandse reizen van de personeelsleden van het Centrum.

Wat betreft de opdrachten met een technisch karakter is de directeur-generaal gemachtigd om vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren : 1o de uitgaven tot en met 2.500 euro betreffende de buitenlandse reizen van de personeelsleden van het Centrum; 2o na instemming van de vakminister en informatie aan het Directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen, de uitgaven hoger dan 2.500 euro betreffende de buitenlandse reizen van de personeelsleden van het Centrum.

TITEL IV. - Oriëntatiecomité en comité van het collectieve merk Art. 19 . § 1. Naast de leden bedoeld in artikel 12, § 4, 1o, 2o, 7o en 8o, van het decreet, is de aanwijzingsprocedure van de leden van het Comité als volgt : 1o de leden worden gekozen op een lijst van instellingen of verenigingen die door de Minister worden aangesproken om de sectoren of organisaties bedoeld in het decreet te vertegenwoordigen. Zij leggen de Minister een voordacht van leden over. Bij die voordracht wordt een lijst kandidaten met curriculum vitae van elke kandidaat gevoegd;

Op de voordracht van de Minister worden de leden van het Comité door de Regering benoemd voor een periode van vijf jaar.

Voor de hernieuwing van de mandaten worden de kandidaturen voorgedragen minstens drie maanden vóór het verstrijken van de termijn van vijf jaar bedoeld in vorig lid. § 2. De Regering ontzet het lid van één van het Comité indien : 1o hij zonder geldige reden niet aan drie opeenvolgende vergaderingen deelgenomen heeft; 2o zijn mandaat vacant wordt na overlijden, na ontslag of enige andere reden; 3o de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij benoemd werd; 4o tekort komt in zijn taak.

Op de voordracht van de betrokken Minister, de vereniging of de instelling die door het te vervangen lid vertegenwoordigd was, benoemt de Regering een nieuw lid. Dat lid wordt door de Regering benoemd, binnen de twee maanden volgend op de vervangingsbeslissing. De vervanger voltooit het mandaat van het lid dat hij opvolgt. § 3. De ambten van voorzitter en ondervoorzitter van het Comité worden toegekend aan personen wier bevoegdheid inzake onderzoek van landbouwproducten van gedifferentieerde kwaliteit erkend zijn.

In geval van afwezigheid of verhindering wordt de voorzitter vervangen door de ondervoorzitter. Bij ontslag of overlijden van de voorzitter neemt de ondervoorzitter het voorzitterschap waar tot en met de aanwijzing van een nieuwe voorzitter. § 4. Het Comité wordt samengeroepen door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door de ondervoorzitter of door de Minister.

Het huishoudelijk reglement van elk Comité geeft onder meer aan : 1o de wijze van samenroeping van de leden, van agendering, van notulering, van opstelling van adviezen of andere stukken in de naam van het Comité; 2o de regels voor deelname aan de vergaderingen, evenals het oplossen van belangenconflicten; 3o de delegatie inzake handtekeningen; 4o de werking van het secretariaat. § 5. Het Comité beraadslagt op geldige wijze enkel indien minstens de helft van de leden aanwezig is.

Indien die voorwaarde niet vervuld is, wordt het Comité opnieuw samengeroepen met dezelfde agenda en beslist op geldige wijze ongeacht het aanwezige ledental.

De beslissingen worden bij gewone meerderheid van de aanwezige stemmen getroffen.

Indien een aanwezig lid verzet aantekent tegen het advies dat door de meerderheid is uitgebracht, kan in het advies melding worden gemaakt van het afwijkend advies. § 6. Het is voor elk lid van het comité verboden om te beraadslagen over onderwerpen waarbij zij ofwel persoonlijk ofwel als zaakgelastigde vóór of na beraadslaging belang hebben.

Art. 20 . De leden van het Comité hebben recht op terugbetaling van hun verplaatsingskosten overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de algemene ambtenaren van het Waalse Gewest.

Art. 21 . Het jaarlijkse activiteitenverslag en de evaluatie van de gevoerde acties worden samen met een advies van het Comité aan de Regering voorgelegd uiterlijk op 15 februari van het jaar volgend op het betrokken jaar.

Art. 22 . Het voorstel van gemotiveerde prioriteiten in het kader van een geïntegreerd en overeengekomen beleid inzake landbouwkundig onderzoek zoals bedoeld in artikel 12, 1o, van het decreet, wordt aan de Regering overhandigd binnen de drie maanden volgend op de benoeming van de leden van het Comité. Het Centrum formuleert vervolgens minstens elke twee jaar de aanpassingen van deze prioriteiten of hun vernieuwing op grond van een globale evaluatie.

Art. 23 . Indien een verzoek om advies aan de voorzitter van het Comité gericht wordt met afschrift aan alle leden, stelt de voorzitter de termijn vast waarin een advies gegeven dient te worden door het Comité, waarbij die termijn niet minder dan twee maanden mag bedragen.

Het Secretariaat van het Comité wordt door het Directoraat-generaal Landbouw waargenomen.

Art. 24 . Het Centrum maakt aan de Regering de verslagen over en de situatieoverzichten bedoeld in de artikelen 10, § 1, en 11, § 1, 4o van het decreet, tegen de tiende werkdag van elke maand. De stukken bedoeld in artikel 11, § 1, 4o, bevatten alle bewegingen van de maand, evenals alle samengetelde bewegingen sinds het begin van het boekjaar.

Art. 25 . Het Centrum legt aan de Minister het voorontwerp van begroting over uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat het betrokken jaar voorafgaat. Dat voorontwerp wordt door het Comité van een advies voorzien, dat daarbij wordt gevoegd.

Art. 26.Het decreet en dit besluit treden in werking op 15 januari 2004.

Namen, 15 januari 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART

^