gepubliceerd op 26 juni 2008
Besluit van de Waalse Regering betreffende de boekhouding en de rekeningen van het "Centre wallon de Recherches agronomiques"
5 JUNI 2008. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de boekhouding en de rekeningen van het "Centre wallon de Recherches agronomiques" (Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek)
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 3 juli 2003 tot oprichting van het "Centre wallon de Recherches agronomiques " (Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek) en van een Oriëntatie- en Evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek, inzonderheid op de artikelen 10, §§ 1 en 3, en 11;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 november 2007;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 6 december 2007;
Gelet op het advies nr. 44.014/4 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2008, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° decreet : het decreet van 3 juli 2003 tot oprichting van het "Centre wallon de Recherches agronomiques " (Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek) en van een Oriëntatie- en Evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek;2° Centrum : het Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek opgericht bij artikel 2 van het decreet;3° Minister : de Minister bevoegd voor Landbouw;4° het boekhoudrecht van de ondernemingen : de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen alsook haar uitvoeringsbesluiten. HOOFDSTUK II. - Boekhouding
Art. 2.Het boekjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december.
Art. 3.Het Centrum voert een algemene boekhouding volgens de gebruikelijke regels en de principes van het dubbel boekhouden, alsook, gelijktijdig, een begrotingsboekhouding en een analytische boekhouding.
Art. 4.De algemene boekhouding van het Centrum omvat al haar verrichtingen, tegoeden, rechten, schulden, verplichtingen en engagementen van welke aard. Ze wordt gevoerd op basis van een boekhoudplan gebaseerd op het boekhoudrecht van de ondernemingen en aangepast aan de aard van de activiteiten van het Centrum. Dit boekhoudplan wordt voorgesteld door het Centrum en goedgekeurd door de Minister.
Art. 5.De begrotingsboekhouding, die wordt gevoerd in relatie met de algemene boekhouding, moet een permanente contrôle mogelijk maken van de voortgang van de uitvoering van de begroting van het Centrum.
Art. 6.De analytische boekhouding is een hulpboekhoudsysteem bij de algemene boekhouding, waarbinnen de boekingen van de opbrengsten en de kosten van de algemene boekhouding worden herwerkt teneinde specifieke aspecten van de activiteiten van het Centrum te kunnen analyseren, de samenstelling van zijn globale resultatenrekening te kunnen bepalen en de bijdrage van de verschillende activiteiten tot deze resultaten te kunnen onderscheiden.
Art. 7.De analytische boekhouding omvat drie assen : 1° de kostenplaatsas;2° de projectas;3° de sectoriële as. De kostenplaatsas wordt opgesteld op basis van een analytische structuur die de boekhoudkundige entiteit opdeelt in administratieve eenheden volgens hun hiërarchische structuur.
De projectas wordt opgesteld op basis van een analytische structuur die het Centrum opdeelt in projecten zoals de contracten en de onderzoeksovereenkomsten.
De sectoriële as wordt opgesteld op basis van een analytische structuur die het Centrum opdeelt in geografische sectoren, activiteitensectoren, of departementen.
De keuze van de assen wordt bepaald in overeenstemming met de Minister.
Art. 8.Alle verrichtingen dienen, zonder uitstel, getrouw en volledig en chronologisch te worden "ingeschreven" in het grootboek van de rekeningen en in een of meer journalen. Die documenten worden op zodanige wijze bijgehouden en bewaard dat de materiële continuïteit ervan, evenals de regelmatigheid en de onveranderlijkheid van de boekingen verzekerd worden.
Art. 9.De registraties verwijzen naar en steunen op bewijsstukken die in volgorde van hun inschrijving in de diverse journalen worden geklasseerd en die gedurende een periode van tien jaar worden bewaard.
Voor de werken, leveringen en diensten worden ofwel het afschrift van de contracten, ofwel de bestelbons, ofwel de processen-verbaal van toewijzing van de opdracht en van oplevering bijgehouden. Bij gebrek aan een proces-verbaal, moet de aftekening voor ontvangst op de factuur zelf worden aangebracht. Indien deze documenten apart worden geklasseerd, kunnen ze worden teruggevonden op basis van het boekhoudsysteem.
De uitgaven voor lonen worden gestaafd door de loonjournalen waarop alle gegevens die deze uitgaven rechtvaardigen, worden vermeld.
Art. 10.De kosten en de opbrengsten worden geboekt ongeacht de dag waarop ze betaald of geïnd worden, met inachtneming van de principes van specialisatie van de uitoefening, van verwezenlijking en van vergelijking van de lasten en de opbrengsten.
Die principes vereisen, in het bijzonder, dat : 1° de opbrengsten van de dienstverleningen, van de contracten en van de overeenkomsten op het ogenblik van de levering van goederen en diensten worden geboekt, wanneer de verkoopprijs kan worden bepaald en de overeenstemmende lasten op de resultatenrekening, in dezelfde periode, worden geboekt; 2° de opbrengsten van de tegemoetkomingen van het Gewest - w.o. meer bepaald de werkingstoelagen - in resultaat worden genomen in de periode waarop ze betrekking hebben en, ten vroegste, op het ogenblik van de definitieve toekenning; 3° de lasten verbonden aan de aankopen van goederen en dienstverleningen in resultaat worden geboekt in de periode van levering van de goederen, van opleveringen van de dienstverleningen en van de werken, ongeacht de datum van de budgettaire vastlegging.
Art. 11.De vastleggingen van uitgaven worden geboekt in de begrotingsboekhouding op rekeningen van klasse "0" die betrekking heeft op de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen.
Art. 12.Alle aankopen van materiële vaste activa worden in het inventarisboek ingeschreven. De inschrijvingsnummers verwijzen naar het jaar van verwerving en vormen een doorlopende reeks.
Art. 13.De waarderingsregels en de bijzondere boekhoudkundige bepalingen, aangepast aan de aard van de activiteiten van het Centrum, worden vastgesteld door de Minister. HOOFDSTUK III. - Rekening en verantwoording
Art. 14.Het Centrum verricht, omzichtig en te goeder trouw, ten minste eens per jaar de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen om de inventaris per 31 december op te maken van al zijn bezittingen en rechten, schulden en verplichtingen van welke aard ook en van de daartoe bestemde eigen middelen.
Die inventaris wordt opgesteld overeenkomstig de balansklassen van het algemene boekhoudplan bedoeld in artikel 4. De balans wordt opgesteld na overeenstemming met de gegevens uit de inventaris.
Art. 15.De jaarrekening moet een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële situatie en het resultaat van het Centrum, overeenkomstig de regels en de beginselen van het boekhoudkundig recht van de ondernemingen.
Ze omvatten de volgende documenten die een geheel vormen : 1. de balans;2. de resultatenrekening, bevattende alle kosten en opbrengsten;3. het kasstroomoverzicht;4. de biljlage met, met name : a) een overzicht van de verplaatsingen van de vaste activa onderverdeeld per rubriek;b) de rechtvaardigingen van de mutaties van de permanente kapitalen;c) de vergelijkende onderverdeling van de hoofdrubrieken van de balans en van de resultatenrekening;d) een samenvattende opgave van de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen;e) een samenvatting van de waarderingsregels en de toelichtingen bij afwijking;f) een sociale balans;g) een commentaar van de hoofdrubrieken van de jaarrekeningen;h) een overzicht van de reconciliatie tussen het resultaat van de algemene boekhouding en het resultaat van de begrotingsboekhouding. De balans, de resultatenrekening en het kasstroomoverzicht vermelden, ter vergelijking, de cijfers van de laatste twee boekjaren. Ze worden gepresenteerd in de vorm van schema's aangepast aan de eisen van het Centrum, die afgeleid zijn van de bepalingen van het boekhoudrecht van de ondernemingen of op algemene toegepaste praktijken.
Art. 16.De algemene rekening bestaat uit de jaarrekeningen en de uitvoeringsrekeningen van de begroting, opgesteld op basis van de begrotingsboekhouding in dezelfde vorm als de begroting. Deze rekeningen worden opgemaakt met inachtneming van artikel 6, § 3, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.
Art. 17.Na goedkeuring worden de jaarrekeningen op de website van het Centrum gepubliceerd.
Art. 18.Het Centrum richt aan de Minister driemaandelijkse boekhoudkundige situaties met een overzicht van de budgettaire verrichtingen, alsook een financiële toestand, een resultatenrekening en een kasstroomoverzicht op 30 juni. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 19.Wat betreft de verrichtingen of situaties die in dit besluit niet worden behandeld, laat het Centrum zich leiden door de bepalingen van het boekhoudrecht van de ondernemingen met inachtneming van de regelgeving die van toepassing is in het Waalse Gewest.
Art. 20.Artikel 24 van het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2004 houdende sommige uitvoeringsbepalingen van het decreet van 3 juli 2003 tot oprichting van het Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek en van een Oriëntatie- en Evaluatiecomité voor landbouwkundig onderzoek wordt opgeheven.
Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
Art. 22.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 5 juni 2008.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN