14 MAART 2002. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de regelgeving voor het contractuele personeel van de "t interim" van de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en tewerkstelling)

De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi", inzonderheid op artikelen 3, § 1, 6° en 32°, en 35;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 20 juli 1999 tot regeling van haar werking;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1999 tot vaststelling van bijkomende en specifieke taken binnen de "Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de l'emploi" (Gemeenschaps- en Gewestdienst voor beroepsopleiding en tewerkstelling) (FOREm), inzonderheid op artikel 2, eerste lid, 9°, waarin bepaald wordt dat binnen de "FOREm-t interim" specifieke taken vervuld moeten worden;

Overwegende dat de in dit besluit bedoelde functies dienen te worden bestempeld als management-, begeleidings-, handels- en productiefuncties en dat niet voorzien is in een tekst met een algemene reikwijdte om de toestand van het voor bovenbedoelde functies in dienst genomen personeel te regelen;

Overwegende dat artikel 35 van voornoemd decreet van 6 mei 1999 bepaalt dat voorzien moet worden in een reglementair kader voor de uitoefening van bovenbedoelde functies, waarbij rekening dient te worden gehouden met de concurrentie uit de privé-sector;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 2 augustus 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 september 2001;

Gelet op het protocol van de vakbondsonderhandelingen nr. 337 van het Sectorcomité nr. XVI, opgemaakt op 9 november 2001;

Gelet op het advies van het Exploitatiecomité van de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi", gegeven op 13 november 2001;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 januari 2002, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Vorming en van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Dit besluit is toepasselijk op de contractuele personeelsleden van de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" die management-, begeleidings-, handels- en productiefuncties uitoefenen binnen de "t interim"-dienst, zoals bedoeld in artikel 2, 9° van het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1999 tot vaststelling van bijkomende en specifieke taken binnen de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi".

Art. 2.De management-, begeleidings-, handels- en productiefuncties binnen de "t interim"-dienst zijn de volgende : 1° op de hoofdzetel : a) de algemeen manager suggereert de strategieën van de "t interim", staat in voor hun coördinatie in alle materies en voor het beheer van de "t interim", met inbegrip van de personeelsrelaties;b) de productiedirecteur staat voornamelijk in voor de uitvoering van de strategieën en van het beleid betreffende de dienstontwikkeling;c) de directeur van de algemene diensten staat voornamelijk in voor de coördinatie van de diensten belast met logistiek;d) de financiële verantwoordelijke staat voornamelijk in voor de toepassing van de boekhoudvoorschriften en voor de ontwikkeling van een beheerinstrument; e) de verantwoordelijke voor rechtsaangelegenheden staat voornamelijk in voor het beheer van alle wettelijke aspecten i.v.m. de vlotte werking van de dienst; f) de verantwoordelijke human resources staat voornamelijk in voor de evaluatie van de behoeften, de selectie, de aanwerving en de voortgezette basisopleiding;g) de verantwoordelijke informatica staat voornamelijk in voor voor het ontwerpen, het coördineren en het superviseren van de verschillende informatica-projecten;h) de verantwoordelijke operationele marketing staat voornamelijk in voor de organisatie en de coördinatie van de marketingstudies;hij suggereert handelsstrategieën en zorgt ervoor dat ze worden uitgevoerd; i) de verantwoordelijke kwaliteitsbeheer staat voornamelijk in voor het uitwerken van een globaal beleidsplan inzake kwaliteitszorg en voor de ISO-certificering zolang ze vereist wordt;j) de verantwoordelijke organisatie en methoden staat voornamelijk in voor de valorisatie van de hulpmiddelen van de dienst;k) de verantwoordelijke ontwikkeling staat voornamelijk in voor het beheer en de coördinatie van projecten die niet onder de klassieke terbeschikkingstelling van werknemers vallen;l) de verantwoordelijke data-process staat voornamelijk in voor de operationaliteit van het beheersysteem voor de uitbetaling van de lonen van de tijdelijke uitzendkrachten;m) de district manager staat voornamelijk in voor de analyse van de behoeften van de productie-eenheden en moet ervoor zorgen dat de door de diensten van de hoofdzetel verleende hulp geschikt is;n) de beheerscontroleur staat voornamelijk in voor de evaluatie van het prestatievermogen van de dienst;o) de preventieadviseur vervult bij de klanten van "t interim" voornamelijk alle opdrachten bepaald bij de wetgeving op de arbeidsbescherming en het welzijn op het werk;p) de projectleider staat voornamelijk in voor het beheer van activiteiten die niet onder de klassieke terbeschikkingstelling van werknemers vallen;q) de hoofdboekhouder zorgt voor de vlotte uitvoering van de boekhoudverrichtingen;r) de eerste medewerker van de onder a) tot p) bedoelde diensten moet voornamelijk deelnemen aan de handels- en productietaken van zijn dienst;s) de medewerker van de onder a) tot p) bedoelde diensten staat voornamelijk in voor de uitvoering van de handels- en productietaken van zijn dienst;2° op de bijkantoren : a) de verantwoordelijke van een bijkantoor staat in voor de leiding en het beheer van een productie-eenheid;b) de handelsadviseur staat voornamelijk in voor prospectie;c) de interimadviseur staat voornamelijk in voor het onthaal, het interviewen en de selectie van uitzendkrachten;d) de eerste medewerker van de onder a) tot en met p) bedoelde diensten moet voornamelijk deelnemen aan de handels- en productietaken; e) de medewerker staat voornamelijk in voor de uitvoeringstaken i.v.m. het commerciële beheer van de productie-eenheid. HOOFDSTUK II. - Indienstneming

Art. 3.§ 1. Het personeel wordt in dienst genomen na te zijn geslaagd voor een examen dat georganiseerd wordt door de administrateur-generaal. Het examen wordt afgelegd voor een interne jury voorgezeten door de algemeen manager of diens afgevaardigde en samengesteld uit een gelijk aantal hiërarchische verantwoordelijken van wie het later zal afhangen en leden die door het bedrijfscomité aangewezen worden. Het examen bestaat o.m. uit een psychologische evaluatie.

De algemeen manager wordt in dienst genomen na te zijn geslaagd voor een examen waarvan de gemengde jury samengesteld is uit leden die deel uitmaken van de "FOREm" en uit leden die door het bedrijfscomité worden aangewezen. Het examen wordt georganiseerd en voorgezeten door de administrateur-generaal van de "FOREm" en bestaat o.m. uit een psychologische evaluatie. § 2. De sollicitanten moeten voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° voor de betrekking van algemeen manager : houder zijn van een universitair of daarmee gelijkgesteld diploma en het bewijs leveren van vijf jaar nuttige beroepservaring;2° voor alle betrekkingen van verantwoordelijke voor de hoofdzetel, district manager, preventieadviseur, beheerscontroleur, projectleider en manager op een bijkantoor : houder zijn van een universitair of daarmee gelijkgesteld diploma en het bewijs leveren van drie jaar nuttige beroepservaring.Bij gebrek aan het vereiste diploma moet het bewijs worden geleverd van zeven jaar nuttige beroepservaring; 3° voor de betrekkingen van hoofdboekhouder, adviseur en eerste medewerker : houder zijn van een graduaat en het bewijs leveren van twee jaar nuttige beroepservaring.Bij gebrek aan een graduaat, beschikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs en het bewijs leveren van vijf jaar nuttige beroepservaring; 4° voor de betrekkingen van medewerker : houder zijn van een graduaat. Als dat niet het geval is, beschikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs en het bewijs leveren van één jaar nuttige beroepservaring. Bij gebrek aan een diploma van het hoger secundair onderwijs, het bewijs leveren van vijf jaar nuttige beroepservaring.

Wat de algemeen manager betreft, wordt de nuttige beroepservaring vóór de oproep tot de kandidaten door de administrateur-generaal bepaald.

Wat de andere betrekkingen betreft, wordt ze door de algemeen manager bepaald. § 3. Iedere bij "FOREm - t interim" in te vullen betrekking is het voorwerp van een ruime publiciteit. § 4. De personeelsleden worden in dienst genomen op grond van een arbeidscontract voor werknemers waarin een proefperiode opgenomen is.

Art. 4.§ 1. Het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest is van toepassing op dit besluit. De hieronder vermelde weddeschalen zijn de weddeschalen bepaald bij hetzelfde besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 : - schaal A3 : algemeen manager; - schaal A4 : productiedirecteur en directeur algemene diensten; - schaal A5 : financieel verantwoordelijke, verantwoordelijke rechtsaangelegenheden, verantwoordelijke human resources, verantwoordelijke operationele marketing, verantwoordelijke kwaliteitsbeheer, verantwoordelijke organisatie en methoden, verantwoordelijke data-process, district manager en verantwoordelijke ontwikkeling; - schaal A6S : verantwoordelijke informatica; - schaal A6 : preventieadviseur, manager bijkantoor, beheerscontroleur en projectleider; - schaal B1 : hoofdboekhouder; - schaal B2 : adviseur bijkantoren en eerste medewerker; - schaal B3 : medewerker. § 2. In afwijking van de artikelen 6, 13 en 14 van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest, wordt bij de bepaling van de geldelijke anciënniteit ook rekening gehouden met de nuttige diensten verstrekt in de privé-sector of als zelfstandige in een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland. § 3. Het personeel van de "FOREm-t interim" geniet een flexibiliteitspremie. Het bedrag ervan is gelijk aan de verhouding tussen de gemiddelde bruto loonmassa en het gemiddelde capitatief personeelsbestand van het vorige boekjaar. De brutoloonmassa bestaat louter uit de bezoldiging, de vakantiepremie en de eindejaarspremie, met uitzondering van alle andere vergoedingen en voordelen. De gemiddelden worden berekend in twaalfden. De premie wordt uiterlijk aan het einde van de maand maart uitbetaald.

Als een personeelslid niet het hele kalenderjaar voltijds gewerkt heeft, waardoor hij aanspraak kan maken op een flexibiliteitspremie, wordt zijn premie op grond van zijn dienstverstrekkingen berekend. Het personeelslid dat wegens een ernstige fout wordt ontslagen, verliest het recht op de premie.

Art. 5.§ 1. In afwijking van artikel 129, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest krijgt het voltijds tewerkgestelde personeelslid dat minstens drie jaar effectieve dienst telt bij "FOREm-t interim" en zijn functies niet normaal kan uitoefenen wegens ziekte of ongeschiktheid, tijdens een periode van dertig kalenderdagen per twaalf maanden dienstanciënniteit, een vergoeding waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen zijn gewoon loon en de vergoeding voor werkongeschiktheid; de dagen waarvoor de "FOREm-t interim" krachtens de wet op de arbeidsovereenkomsten gehouden is het loon uit te betalen worden in mindering gebracht van bovenbedoelde periode.

Die vergoeding wordt uitbetaald binnen de maand die volgt op de datum waarop de bewijsstukken worden ingediend.

Als de afwezigheid van een personeelslid te wijten is aan een ongeval veroorzaakt door een derde, wordt de in het eerste lid bedoelde vergoeding hem slechts als voorschot op de door de derde verschuldigde vergoeding verleend en is ze verhaalbaar ten laste van deze laatste.

Betrokkene ontvangt de vergoeding slechts op voorwaarde dat de "FOREm-t interim" bij iedere betaling in zijn rechten gesteld wordt tegen de persoon die het ongeval heeft veroorzaakt, ten belope van het door de "FOREm-t interim" gestorte bedrag. § 2. Het deeltijds tewerkgestelde personeel valt onder het stelsel bedoeld in § 1, al naar gelang zijn dienstverstrekkingen. HOOFDSTUK III. - Evaluatie

Art. 6.§ 1. De evaluatie moet elk personeelslid tot positief gedrag aanzetten, alsmede zijn zwakke punten helpen opsporen en rechtzetten.

De eerste evaluatie wordt meegedeeld vóór het einde van de proefperiode en vervolgens jaarlijks uitgevoerd. De evaluatie dient met name als basis voor de organisatie van voortgezette individuele opleidingen en voor ieder overweegbare initiatief tot remediatie. § 2. De evaluatie wordt uitgevoerd na een gesprek tussen het personeelslid, diens hiërarchisch hogere en de algemeen manager of diens afgevaardigde. Het personeelslid ontvangt binnen dertig dagen een verslag over dat gesprek en stuurt het binnen vijftien dagen terug, eventueel vergezeld van opmerkingen. De algemeen manager stelt het personeelslid in kennis van de eindevaluatie. § 3. Wanneer het personeelslid niet instemt met de evaluatie, kan hij ze aanhangig maken bij de beroepscommissie, die samengesteld is uit de administrateur-generaal van de "FOREm", diens adjunct en de algemeen manager van de "FOREm-t interim" en een vertegenwoordiger van iedere representatieve vakbondsorganisatie bij het bevoegde Sectorcomité. Die commissie wordt voorgezeten door de administrateur-generaal.

Het personeelslid mag zich laten bijstaan door personen die hij aanwijst, en zijn verweermiddelen laten gelden. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 7.§ 1. Met uitzondering van artikel 4, § 1, treedt dit besluit in werking de eerste dag van de maand volgend op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. § 2. Artikel 4, § 1, heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000.

Art. 8.De Minister van Tewerkstelling en Vorming en de Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat haar/hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 maart 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA