gepubliceerd op 30 mei 2014
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie wat betreft de toekenning van subsidies voor het uitvoeren van een instandhoudingsverrichting, voorafgaande onderzoeken en restauratiewerken op beschermde monumenten
13 MAART 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie wat betreft de toekenning van subsidies voor het uitvoeren van een instandhoudingsverrichting, voorafgaande onderzoeken en restauratiewerken op beschermde monumenten
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, inzonderheid op de artikelen 187, 10°, 212, § 3, 213, lid 3, 214, 215 en 216 zoals vervangen bij het
decreet van 1 april 1999Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
01/04/1999
pub.
22/05/1999
numac
1999027393
bron
ministerie van het waalse gewest
Decreet betreffende het behoud en de bescherming van het patrimonium
sluiten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 29 juli 1993 tot subsidiëring van werken voor de instandhouding van beschermde monumenten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 januari 2013;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 maart 2014;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 7 mei 2013;
Gelet op het advies 54.025/4 van de Raad van State, gegeven op 14 oktober 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de Koninklijke Commissie van Monumenten, Landschappen en Opgravingen van 28 maart 2013;
Op de voordracht van de Minister van Erfgoed;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In Titel III van Boek V van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt een hoofdstuk III/2 ingevoegd dat de artikelen 514 tot 514/21 bevat, luidend als volgt : « HOOFDSTUK III/ 2. - Subsidies voor de uitvoering van een instandhoudingsverrichting, voorafgaande onderzoeken en restauratiewerken op beschermde monumenten Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen
Art. 514.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° bouwheer;de eigenaar van het beschermd monument of de persoon die diens schriftelijke instemming bezit om het bouwheerschap op zich te nemen; 2° administratie : het Departement Erfgoed van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst. Afdeling 2. - Algemene regels
Art. 514/1.Voor de beschermde monumenten en, in voorkomend geval, de monumenten die de beschermingsprocedure doorlopen of op de beschermingslijst staan, kent de Minister binnen de perken van de begrotingskredieten subsidies toe als de bouwheer zich ertoe verbindt zijn aandeel in de kostprijs van de instandhoudingsverrichting, de voorafgaande onderzoeken en de restauratiewerken op zich te nemen.
De bouwheer voegt de verbintenis dat hij het niet door de subsidie gedekte saldo op zich neemt, bij zijn subsidieaanvraagdossier.
De bouwheer mag de instandhoudingsverrichting, de voorafgaande onderzoeken en de restauratiewerken niet aanvatten voor kennisgeving van het besluit tot toekenning van de subsidie, op straffe van definitief verlies van het voordeel van die subsidie.
De subsidie wordt berekend op grond van het in aanmerking komend bedrag van de instandhoudingsverrichting, de voorafgaande onderzoeken en de restauratiewerken, verhoogd met het niet-terugvorderbaar aandeel in de btw.
De bouwheer moet het monument verzekeren tegen schade uit risico's zoals brand, blikseminslag, ontploffing, noodweer en moedwillige vernieling de dag zelf van indiening van de subsidieaanvraag tot aan het begin van de instandhoudingsverrichtingen of de restauratiewerken. Afdeling 3. - Instandhoudingsverrichtingen
Art. 514/2.Voor de beschermde monumenten die de beschermingsprocedure doorlopen of op de beschermingslijst staan bedraagt het subsidiepercentage 80 percent van de kostprijs van de verrichtingen.
Het maximumbedrag van de kostprijs van de instandhoudingsverrichtingen is 22.000 euro, btw niet inbegrepen.
Voor de beschermde monumenten die de beschermingsprocedure doorlopen of op de beschermingslijst staan bedraagt het subsidiepercentage 100 percent, met een maximumbedrag van 10.000 euro btw inbegrepen, wanneer de kostprijs van de materialen, vervoer en uitvoeringsmiddelen inbegrepen, in overweging genomen worden die in verband staan met instandhoudingsverrichtingen uitgevoerd door de bouwheer of vrijwilligers met diens schriftelijke instemming of de technische diensten van een overheid als eigenaar.
Art. 514/3.Als gewone leden van het Comité voor de instandhouding van het erfgoed in de zin van artikel 214 worden aangewezen: 1° de vertegenwoordiger van de Minister;2° twee leden van de Commissie;3° de Directeur-generaal van het Operationele Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie of diens vertegenwoordiger;4° de gemachtigde ambtenaar of diens vertegenwoordiger;5° de Directeur van de Directie Restauratie van het Departement Erfgoed van het Operationele Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie of diens vertegenwoordiger. Een vertegenwoordiger van het « Institut du Patrimoine wallon » (Instituut voor het Waalse Erfgoed) woont de vergaderingen van het comité voor de instandhouding van erfgoed zonder beslissende stem bij wanneer de vergadering betrekking heeft op een goed opgenomen op één van de lijsten vermeld in artikel 218.
Art. 514/4.Onverminderd artikel 514/1 bevat het subsidieaanvraagdossier : 1° een aanvraag, opgesteld via het formulier vastgelegd door de Minister van Erfgoed, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en beschikbaar op het webportaal van de Waalse Overheidsdienst;2° een omstandige omschrijving van de instandhoudingsverrichtingen;3° een fotoreportage waarin het monument in zijn context geplaatst kan worden en de beschadigingen die de aanvraag verantwoorden duidelijk herkenbaar zijn;4° een document waaruit blijkt dat de bouwheer eigenaar van het monument is of over diens schriftelijke instemming beschikt om het bouwheerschap op zich te nemen;5° minstens drie aanvragen voor prijsoffertes gericht aan verschillende ondernemingen, behoudens indien dit wegens de technische specificiteit van de instandhoudingsverrichting onmogelijk is;6° de offertes gekregen van de gecontacteerde ondernemingen en de keuze van de bouwheer;7° in afwijking van 5° en 6°, wanneer het subsidiepercentage het percentage is voorzien in artikel 514/2, lid 3, een offerte voor levering van materialen, vervoer en uitvoeringsmiddelen;8° in voorkomend geval, een verklaring van de btw-administratie betreffende de btw-plicht van de subsidie-aanvrager en de mogelijkheid om de btw terug te vorderen;9° een afschrift van de verzekeringspolis genomen door de bouwheer om de schade te dekken, die het monument zou kunnen ondergaan wegens risico's zoals brand, blikseminslag, ontploffingen, noodweer en moedwillige vernielingen. De ontbrekende stukken worden in voorkomend geval door de administratie bij de bouwheer opgevraagd.
Wanneer de aanvrager de vereiste stukken heeft verstrekt, geeft de administratie een bericht van ontvangst van de aanvraag binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de ontvangst ervan.
De aanvraag wordt aan het instandhoudingscomité voorgelegd, dat over een termijn van dertig dagen beschikt om advies uit te brengen.
Het besluit tot toekenning van de subsidie wordt aan de bouwheer medegedeeld. Die kennisgeving bevat uitdrukkelijk de ingebrekestelling om de instandhoudingsverrichtingen in de zin van artikel 211, lid 2, aan te vatten en wordt ter informatie naar de gemeente en de Commissie gestuurd.
De bouwheer licht de administratie en de bouwheer over de datum van aanvang van de uitvoering van de instandhoudingsverrichting in, ten minste tien dagen voor die verrichting wordt aangevat.
Bij overmacht kan de bouwheer, als de instandhoudingsverrichtingen niet aangevat kunnen worden binnen de termijn bedoeld in artikel 211, lid 2, 2°, voor verstrijken van de termijn, de administratie daarover inlichten en verzoeken dat de termijn met maximum zestig dagen verlengd wordt. De administratie geeft kennis van zijn beslissing binnen de tien dagen na ontvangst van de aanvraag.
Art. 514/5.Een eerste schijf, overeenstemmend met 50 percent van het totaalbedrag van de subsidie, wordt vereffend zodra het besluit tot toekenning van de subsidie aan de bouwheer wordt medegedeeld.
Wanneer de instandhoudingsverrichtingen zijn uitgevoerd, verzoekt de bouwheer de administratie om dit na te kijken en maakt haar, in tweevoudig exemplaar, de facturen, de betalingsbewijzen, evenals een schuldvorderingsaangifte over.
Als er voorbehoud bestaat over de conformiteit van de instandhoudingsverrichtingen of als die verrichtingen niet conform zijn, licht de administratie de bouwheer daarover in.
De bouwheer beschikt over een termijn, vastgesteld door het bestuur, dat niet minder mag bedragen dan 180 dagen, om de verrichtingen te regulariseren, wat door de administratie gecontroleerd wordt.
De tweede schijf van de subsidie wordt vereffend zodra de administratie instemt met de conformiteit van de instandhoudingsverrichtingen.
De schijven worden aan de bouwheer uitbetaald. Afdeling 4. - Voorafgaande onderzoeken
Art. 514/6.Voor de beschermde monumenten bedraagt het subsidiepercentage 80 percent van de kostprijs van de eventuele voorafgaande onderzoeken en, in voorkomend geval, de onderzoekingen, daarin inbegrepen reinigings- of vrijmakingswerken nodig om het onderzoekswerk te verrichten.
Voor alle voorafgaande onderzoeken en de onderzoekingen bedoeld in vorig lid is de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van toepassing op de privé-personen.
Art. 514/7.Onverminderd artikel 514/1 bevat het subsidieaanvraagdossier : 1° een aanvraag, opgesteld via het formulier vastgelegd door de Minister van Erfgoed, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en beschikbaar op het webportaal van de Waalse Overheidsdienst;2° een afschrift van de goedgekeurde notulen van de vergadering van het begeleidingscomité dat de aard en de voorwaarden voor de uitvoering van het voorafgaand onderzoek bepaalt;3° een omstandige omschrijving van het voorafgaand onderzoek;4° een fotoreportage waarin het monument in zijn context geplaatst kan worden en het voorwerp van het voorafgaand onderzoek verduidelijkt wordt;5° de stukken vereist door de procedure die van toepassing is volgens de wet op de overheidsopdrachten;6° de offertes gekregen van de dienstverstrekkers en de keuze van de bouwheer;7° een document waaruit blijkt dat de bouwheer eigenaar van het monument is of over diens schriftelijke instemming beschikt om het bouwheerschap op zich te nemen;8° in voorkomend geval, een verklaring van de btw-administratie in verband met de btw-plicht van de subsidie-aanvrager en met de mogelijkheid tot terugvordering van de btw;9° een afschrift van de verzekeringspolis genomen door de bouwheer om de schade te dekken die het monument zou kunnen ondergaan wegens risico's zoals brand, blikseminslag, ontploffingen, noodweer en moedwillige vernielingen. In voorkomend geval worden de ontbrekende stukken door de administratie bij de bouwheer opgevraagd.
Wanneer de aanvrager de vereiste documenten heeft verstrekt, geeft de administratie een bericht van ontvangst van de aanvraag binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de ontvangst ervan.
Het besluit tot toekenning van de subsidie wordt aan de bouwheer medegedeeld.
Na ontvangst van de kennisgeving van het besluit tot toekenning van de subsidie licht de bouwheer de leden van het begeleidingscomité minstens tien dagen voor aanvatten van de verrichting in over de datum van aanvang van de uitvoering van het voorafgaand onderzoek.
Art. 514/8.Een eerste schijf, overeenstemmend met 50 percent van het totaalbedrag van de subsidie, wordt vereffend zodra de administratie het afschrift van de kennisgeving, door de bouwheer, van de overheidsopdracht aan de begunstigde belast met de uitvoering van de voorafgaande onderzoeken in ontvangst heeft genomen.
Het saldo wordt vereffend zodra de voorafgaande onderzoeken door de administratie zijn goedgekeurd en de administratie het onderzoek zelf en, in tweevoud, het afschrift van de facturen, de betalingsbewijzen en een schuldvorderingsaangifte heeft ontvangen.
De schijven worden aan de bouwheer uitbetaald. Afdeling 5. - Restauratiewerken
Art. 514/9.De eerste fiche in verband met de gezondheidstoestand van een beschermd monument in de zin van artikel 212, paragraaf 1, wordt door de administratie en op haar kosten opgesteld, overeenkomstig het model vastgesteld door de Regering. Zodra die fiche door de Minister of diens afgevaardigde is goedgekeurd, wordt daar door de administratie aan de eigenaar kennis van gegeven.
Art. 514/10.Voor de beschermde monumenten, de monumenten vallend onder artikel 208 uitgezonderd, bedraagt het subsidiepercentage 40 percent maximum van de kostprijs van de restauratiewerken in de zin van artikel 514/13.
Voor de beschermde monumenten die opgenomen zijn op de lijst van het uitzonderlijk erfgoed van het Waalse Gewest in de zin van artikel 196, leden 2 en 3, bedraagt het subsidiepercentage maximum 55 percent.
Als de eigenaar zijn verplichtingen nakomt overeenkomstig de fiche in verband met de gezondheidstoestand, goedgekeurd door de Minister of diens afgevaardigde, in de zin van artikel 212, paragraaf 1, worden de aanvankelijke percentages bedoeld in de leden 1 en 2 met 10 percent van de kostprijs van de in aanmerking komende werken verhoogd. Indien de eerste fiche in verband met de gezondheidstoestand nog niet door de administratie is medegedeeld, wordt het aanvankelijke percentage automatisch met 10 percent van de kostprijs van de in aanmerking komende werken verhoogd.
De subsidievoeten van 40 percent en 55 percent worden met 5 percent verhoogd van de kostprijs van de in aanmerking komende werken als de hoofdfunctie van het beschermd monument openbaar is of als de bouwheer de openstelling van zijn goed voor het publiek garandeert of verbetert, overeenkomstig een overeenkomst gesloten met de Minister op voorstel van de administratie.
De subsidievoeten van 40 percent en 55 percent worden met maximum 10 percent verhoogd van de kostprijs van de in aanmerking komende werken als het beschermd monument een opdracht van openbaar nut vervult, die bijdraagt tot de ontwikkeling van de streek via een culturele, toeristische of educatieve activiteit. De activiteit is gewoonlijk en past in het kader van een vijfjarenprogramma dat de overwogen culturele, toeristische of educatieve bepaalt en de goedkeuring krijgt van de Minister van Erfgoed na advies van de administratie.
Tegen dezelfde voorwaarden als die verwoord in lid 5 kunnen de maximumpercentages van 40 percent en van 55 percent met 15 percent van de in aanmerking komende werken worden verhoogd als de eigenaars van bedoelde goederen gemeenten of provincies zijn.
De verhogingen bedoeld in de leden 3, 4 en 5 of 6 kunnen worden samengevoegd.
Art. 514/11.Het kaderakkoord in de zin van artikel 216 omvat volgende gegevens : 1° de identiteit van elke partij;2° de aard, het belang en de kostprijs van de restauratiewerken in de zin van artikel 514/13;3° de geraamde duur van de uitvoering van de restauratiewerken;4° de globale en jaarlijkse bijdrage van elke partij in de kostprijs van de restauratiewerken;5° het tijdsschema voor de uitvoering van de restauratiewerken;
Art. 514/12.Het minimumpercentage van de gemeentelijke en de provinciale bijdrage mag niet minder bedragen dan 1 percent en 4 percent van de in aanmerking komende werken.
De subsidie-aanvraag heeft zowel betrekking op de gewestelijke subsidie als op de gemeentelijke en respectievelijk provinciale subsidie. De bouwheer heeft de mogelijkheid om van de gemeente en de provincie waar het goed gelegen is om een verhoging van het percentage te verzoeken. In dat geval licht hij de administratie daarover in bij de indiening van zijn subsidie-aanvraag, met overmaking van een afschrift van de beraadslagingen en besluiten van de betrokken colleges.
Het besluit tot toekenning van de gewestelijke subsidie vermeldt het percentage van de gemeentelijke en, respectievelijk, provinciale tussenkomst of bevat als bijlage het individuele besluit tot toekenning van de gemeentelijke en, respectievelijk, provinciale subsidie.
De vereffening van de gemeentelijke en, respectievelijk, provinciale subsidie aan de bouwheer wordt door de gemeente en de provincie verricht bij voltooiing van de werken op grond van de eindafrekening, goedgekeurd door de administratie.
Art. 514/13.De subsidieerbare werken zijn: 1° de onderhoudswerken ander dan die vallend onder de instandhouding, met name de werken waarvan het totaalbedraag het bedrag van 22.000 euro, btw niet meegerekend, overschrijdt;; 2° de bescherming tegen noodweer, brand, ondergrondse waterbewegingen of elk ander natuurincident;3° de voorlopige of dringende bescherming voor uitvoering van de definitieve werken;4° de bescherming tegen vandalisme of diefstal van de elementen die het treffen van beschermingsmaatregelen verantwoord hebben;5° de behandelingen tot vrijwaring, instandhouding, stabilisatie, herstel, consolidatie of restauratie van het monument, geheel of gedeeltelijk;6° de vervanging van originele stukken van het monument die niet geconsolideerd of gestabiliseerd kunnen worden;7° het vrijmaken en onderstrepen van archeologische elementen die de karakteristieken die de beschermingsmaatregelen verantwoord hebben, versterken;8° het verwijderen van toevoegingen die de karakteristieken die de beschermingsmaatregelen verantwoord hebben, geweld aandoen;9° bovengemiddelde voorzichtigheidsmaatregelen nodig voor de uitvoering van de restauratiewerken;10° de ruwbouw om een nieuwe bestemming te geven aan het monument;11° het in overweging nemen van de bijzondere weersomstandigheden nodig voor de instandhouding van de waardevolle onderdelen van het monument;12° de voorwaarden voor de verbetering van de energieprestatie op voorwaarde dat ze verenigbaar zijn met de belangen die de bescherming van het monument verantwoord hebben. De algemene onkosten, met daarin inbegrepen de kosten en het ereloon van de architect, worden gelijkgesteld met de werken vernoemd in lid 1. De algemene onkosten worden forfaitair berekend tegen 7 percent van het bedrag van de in aanmerking komende werken bedoeld in lid 1.
Art. 514/14.In afwijking van artikel 514/1, lid 2, kunnen de dringende bewarende handelingen en werken uitgevoerd worden zodra kennis is gegeven van de beslissing in de zin van artikel 513/2, lid 4. Zodra de dringende bewarende handelingen en werken aangevat worden, licht de bouwheer de administratie en de Minister daarover in.
Art. 514/15.Voor alle restauratiewerken in de zin van artikel 514/13 is de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van toepassing op de privé-personen.
Wat betreft de privé-personen, vindt de opening van de offertes plaats ten zetel en in aanwezigheid van de administratie. Van de opening van de offertes wordt een proces-verbaal opgesteld door de bouwheer.
Art. 514/16.In de tweehonderd tweeënzeventig dagen te rekenen van de kennisgeving van de vergunning in de zin van de artikelen 84, 88 of 89 of van de voltooiing van de voorafgaande verklaring in de zin van artikel 84, paragraaf 1, 14°, wordt de subsidie-aanvraag door de bouwheer ingediend na afloop van overheidsopdrachtprocedure.
Onverminderd artikel 514/1 bevat het subsidieaanvraagdossier : 1° in één enkel exemplaar : a) een aanvraag, opgesteld via het formulier vastgelegd door de Minister van Erfgoed, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en beschikbaar op het webportaal van de Waalse Overheidsdienst; b) een afschrift van de vergunning van de stukken waaruit de voltooiing van de procedure van de voorafgaande verklaring blijkt, w.o. de omschrijving van de werken; c) de schriftelijke verbintenis van de bouwheer dat hij het saldo van de kostprijs van de restauratiewerken die niet onder de subsidie vallen, voor eigen rekening neemt, gedagtekend en ondertekend;c) een afschrift van de verzekeringspolis genomen door de bouwheer om de schade te dekken die het monument zou kunnen ondergaan wegens risico's zoals brand, blikseminslag, ontploffingen, weersomstandigheden en moedwillige vernielingen;e) in voorkomend geval, het veiligheids- en gezondheidsplan;f) de niet in aanmerking genomen offertes;g) een afschrift van het bijzonder bestek;2° in viervoudig exemplaar : a) een afschrift van de in aanmerking genomen offerte;b) in voorkomend geval, een afschrift van de aankondiging van de opdracht;c) in voorkomend geval, een afschrift van het proces-verbaal van opening van de offertes;d) bij onderhandelde procedure, een afschrift van het bewijs van adviesinwinning bij minstens drie ondernemingen;e) het verslag van onderzoek van de offertes door de architect-projectontwerper, gedagtekend en ondertekend;f) de instemming van de bouwheer met de keuze van de begunstigde onderneming, gedagtekend en ondertekend. In voorkomend geval worden de ontbrekende stukken door de administratie bij de bouwheer opgevraagd.
Wanneer de aanvrager de vereiste documenten heeft verstrekt, geeft de administratie een bericht van ontvangst van de aanvraag binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de ontvangst ervan.
Art. 514/17.Het voorstel van subsidiebesluit wordt, in voorkomend geval samen met de toelating om de dringende bewarende handelingen en werken bedoeld in artikel 514/14, door de administratie voorgelegd aan de Minister onmiddellijk na ontvangst van het gunstig advies van de Inspectie van Financiën.
Het besluit tot toekenning van de subsidie wordt aan de bouwheer medegedeeld. Die kennisgeving houdt uitdrukkelijk de ingebrekestelling in om de uitvoering van de restauratiewerken in de zin van artikel 211, lid 2, aan te vatten. Wanneer de bouwheer artikel 211, lid 2, 4°, niet nageleefd heeft, wordt het saldo van de subsidie niet vereffend en gaat de administratie over tot de terugvordering van de eerste schijf van de subsidie.
Een afschrift van het besluit tot toekenning van de subsidie wordt ter informatie aan de gemeente, aan de gemachtigde ambtenaar, aan de provincie en aan de Commissie, evenals aan het "Institut du Patrimoine wallon" gericht indien het een goed betreft opgenomen op één van de lijst bedoeld in artikel 218 van het Wetboek.
Art. 514/18.De bouwheer licht de administratie, de gemeente en de provincie minstens twintig dagen op voorhand in over de datum van aanvang van de restauratiewerken. De administratie licht de Commissie in.
De bouwheer licht de administratie in over de planning van de werken en van alle daarin aangebrachte wijzigingen.
De bouwheer nodigt de administratie uit om deel te nemen aan de werfvergaderingen en overlegt alle notulen van vergaderingen. De administratie verzoekt de Commissie de werfvergaderingen bij te wonen.
Naar gelang de werken vorderen, maakt de bouwheer de eventuele aanhangsels bij de werken, gesloten met de onderneming belast met de opdracht, evenals de vorderingsstaten, aan de administratie over.
Art. 514/19.Een eerste schijf, overeenstemmend met 20 percent van het totaalbedrag van de subsidie, wordt vereffend zodra de administratie het afschrift van de kennisgeving, door de bouwheer, van de overheidsopdracht aan de begunstigde belast met de uitvoering van de voorafgaande onderzoeken.
Een tweede schijf, overeenstemmend met 50 percent van het totaalbedrag van de subsidie, wordt vereffend zodra de administratie de betalingsbewijzen van de bouwheer voor meer dan 50 percent van de totale kostprijs van de in aanmerking komende werken heeft ontvangen.
De bouwheer voegt de betalingsbewijzen, de dienovereenkomstige facturen en de vorderingsstaten, samen met een schuldvorderingsaangifte, in tweevoud, bij zijn aanvraag.
Wanneer de restauratiewerken zijn uitgevoerd, vindt een voorlopige oplevering plaats waarvoor de bouwheer de administratie uitnodigt, waarbij laatstgenoemde de werken nakijkt. Ten gevolge van de voorlopige oplevering maakt de bouwheer de betalingsbewijzen, de dienovereenkomstige facturen en een schuldvorderingsaangifte in tweevoud aan de administratie over.
Als er voorbehoud bestaat bij de conformiteit van de restauratiewerken of als die werken niet conform zijn, licht de administratie de bouwheer daarover in. Te rekenen van de ontvangst van die informatie beschikt de bouwheer over een termijn, vastgesteld door het bestuur, dat niet minder mag bedragen dan 180 dagen, om een regulariserende stedenbouwkundige vergunning aan te vragen of om de werken te regulariseren. De administratie controleert de regularisatie van d werken.
De administratie kan te allen tijde een controle uitoefenen over de geldigheid van de vorderingsstaten, de facturen en de restauratietechnieken uitgevoerd door de ondernemingen.
Het saldo wordt na de voorlopige oplevering vereffend.
De schijven worden aan de bouwheer uitbetaald.
Art. 514/20.De bouwheer meldt elk schadegeval aan de administratie de schadevergoeding, betaald door de verzekering, aan de restauratie van het beschermd monument. Als de schadevergoeding van de verzekering de gezamenlijke kosten van de restauratiewerken niet dekt, kan een subsidie aangevraagd worden die berekend wordt op het niet onder de schadevergoeding vallend deel.
Art. 514/21.Na afloop van de uitvoering van de restauratiewerken kan de bouwheer om de toekenning van een buitengewone subsidie verzoeken wanneer de werf aanleiding heeft gegeven tot bijkomende, tijdens de subsidieaanvraag niet te voorziene kosten die onontbeerlijk zijn voor de voortzetting van de werken of de vrijwaring van de belangen die de beslissing tot bescherming van het monument verantwoord hebben.
Onverminderd artikel 514/1 bevat het buitengewone subsidieaanvraagdossier in één exemplaar: 1° een aanvraag, opgesteld via het formulier vastgelegd door de Minister van Erfgoed, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en beschikbaar op het webportaal van de Waalse Overheidsdienst;2° de juiste omschrijving van de werken van het aanhangsel;3° een afschrift van de facturen van de begunstigde onderneming;4° de stukken waaruit de overzending van de aanhangsels en de vorderingsstaten in de zin van artikel 514/18, lid 4, blijkt;5° een verslag van de projectontwerper over het niet te voorziene en onontbeerlijke karakter van de werken die tot een verhoging van de kosten aanleiding gaven. De artikelen 514/13 en 514/20 zijn eveneens van toepassing.
De hoogte van de bijkomende kosten die in overweging worden genomen wordt beperkt tot 25 percent van de kostprijs van de bij de aanvankelijke opdracht in aanmerking genomen kosten.
Het buitengewone subsidiepercentage op het bedrag van de bijkomende werken bedraagt maximum 40 percent van de bijkomende kostprijs van de in aanmerking komende kosten in de zin van artikel 514/13 en lid 4, zonder het percentage van de basissubsidie te mogen overschrijden.
Het voorstel van buitengewoon subsidiebesluit wordt door de administratie aan de Minister voorgelegd zodra het gunstig advies van de Inspectie van Financiën is verkregen.
Het besluit tot toekenning van de buitengewone subsidie wordt aan de bouwheer medegedeeld.
Het besluit tot toekenning van de buitengewone subsidie wordt voor informatie gestuurd aan de gemeente, aan de provincie en aan de Commissie.
Het totaalbedrag van de subsidie wordt vereffend zodra de kennisgeving van het besluit tot toekenning van de subsidie aan de bouwheer is verricht.".
Art. 2.Het besluit van de Waalse Regering van 29 juli 1993 tot subsidiëring van werken voor de instandhouding van beschermde monumenten wordt opgeheven.
Art. 3.Het besluit van de Waalse Regering van 29 juli 1993 tot subsidiëring van werken voor de instandhouding van beschermde monumenten blijft van toepassing op de subsidieaanvragen ingediend voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit met betrekking tot de instandhoudingswerken waarvoor een erfgoedcertificaat in de zin van artikel 109 is verstrekt.
Art. 4.De Minister bevoegd voor Erfgoed is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 13 maart 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO