Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 12 juli 2007
gepubliceerd op 28 september 2007

Besluit van de Waalse Regering tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007202868
pub.
28/09/2007
prom.
12/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/12/2007202868/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JULI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte oliën;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 november 2003 betreffende de registratie van de ophalers en vervoerders van andere afval dan gevaarlijke afval;

Gelet op het advies van de Afvalcommissie, gegeven op 23 januari 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2007, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op Richtlijn nr. 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, inzonderheid op de artikelen 9 "Keuring van airconditioningsystemen" en 10 "Onafhankelijke deskundige";

Gelet op Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen;

Gelet op Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme en de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving en algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° koelvoorziening : elke voorziening voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus met dampcompressie, met absorptie of adsorptie of elk proces dat resulteert uit een evolutie van de techniek op dat vlak;2° vaste koelvoorziening : koelvoorziening die normaal gezien niet in beweging is tijdens de werking ervan;3° koelvoorziening met hermetisch circuit : koelvoorziening waarin alle delen die koelmiddelen bevatten hermetisch gemaakt worden door lassen, hardsolderen of door een gelijkaardige techniek die een duurzame assemblage mogelijk maakt, waarbij de assemblage voorzien kan worden van bedekte kleppen en uitgangsopeningen die een herstel of een verwijdering volgens de regels mogelijk maken en waarvan het lekpercentage (na uittesten) onder een druk van minstens één vierde van de toegelaten maximumdruk minder dan 3 gram per jaar bedraagt;4° koelmiddel : koelvloeistof die dient voor het vervoer van warmte in een koelvoorziening die de warmte bij lage temperatuur en lage druk absorbeert en warmte bij hoge temperatuur en hoge druk loost, waarbij de toestand van die vloeistof verandert;5° gefluoreerd koelmiddel : koelmiddel dat voor een gedeelte of voor het geheel ervan uit HCFK of CFK bestaat en bedoeld in de bijlage XVII;6° gespecialiseerd koeltechniekbedrijf : elke natuurlijke of rechtspersoon die erkend is overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;7° gespecialiseerde koeltechnicus : elke natuurlijke persoon die gespecialiseerd is in het gebruik van gefluoreerde koelmiddelen en die houder is van het milieucertificaat inzake koeltechnieken bedoeld in artikel 25;8° airconditioningssysteem : een combinatie van alle bestanddelen die nodig zijn om de lucht te behandelen zodat de temperatuur gecontroleerd wordt of verlaagd kan worden, eventueel in samenvoeging met een controle op de verluchting, de vochtigheid of de zuiverheid van de lucht;9° deskundige energie-airconditioning : elke natuurlijke persoon die houder is van het certificaat voor energie-inspectie van de airconditioningssystemen bedoeld in artikel 54;10° Chloorfluorkoolwaterstof (HCFK) : organische verbinding die enkel uit koolstof, waterstof, chloor en fluor bestaat en in de molecule waarvan niet meer dan drie chlooratomen aanwezig zijn;11° chloorfluorkoolstof (CFK) : organische verbinding die enkel uit koolstof, chloor en fluor bestaat en in de molecule waarvan niet meer dan drie koolstofatomen aanwezig zijn;12° nominale koelmiddelmassa : koelmiddelmassa die een koelvoorziening bevat om te functioneren in de omstandigheden waarvoor ze ontworpen is. Deze waarde : a) hetzij is de hoeveelheid ingebracht bij de eerste inbedrijfstelling.Als de koelvoorziening in de fabriek voorzien wordt van het geheel of van een gedeelte van het koelmiddel, wordt dat deel in aanmerking genomen bij de raming van de nominale koelmiddelmassa; b) hetzij wordt bepaald na lediging en vervolgens vulling van de koelvoorziening, waarbij de gasflessen vóór en na de handeling gewogen worden;13° relatief koelmiddelverlies : het deel van de nominale koelmiddelmassa die over een periode van één jaar verloren gaat ingevolge de uitstoten.Het relatieve koelmiddelverlies wordt berekend op basis van de koelmiddelhoeveelheden die toegevoegd worden aan of verwijderd worden van een koelvoorziening; die hoeveelheden worden in het controleboek geregistreerd. De vulling toegevoegd tijdens een controle die uitgevoerd wordt terwijl het relatieve koelmiddelverlies bepaald wordt, wordt in aanmerking genomen; 14° emissies : de emissies van koelmiddel, olie of secundaire vloeistof afkomstig uit koelvoorzieningen;15° ingedeelde installaties : de installaties bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten;16° controleboek : document waarin de informatie wordt opgenomen die vereist wordt overeenkomstig artikel 19 van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus;17° afval : alle afval zoals omschreven in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;18° afval van elektrische of elektronische uitrustingen : de afvalstoffen zoals omschreven in artikel 1, 18, van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan;19° inzameling : de inzamelactiviteit zoals omschreven in artikel 2, 14° van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;20° vervoer : de transportactiviteit zoals omschreven in artikel 2, 15° van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;21° recuperatie van koelmiddelen, oliën en warmtegeleidende of koudedragende vloeistoffen : handeling uitgevoerd op de koelvoorzieningen bij het onderhoud of vóór de verwijdering ervan en waarbij de koelmiddelen, oliën en warmtegeleidende of koudedragende vloeistoffen die deze voorzieningen bevatten naar aangepaste recipiënten worden overgebracht.22° DGRNE : "la Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement" (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) van het Ministerie van het Waalse Gewest;23° directeur-generaal : de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of zijn gemachtigde;24° Minister : de Minister van Leefmilieu;25° toezichthoudende ambtenaar : de ambtenaren aangewezen overeenkomstig het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 december 1992 tot aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor het opsporen en vaststellen van overtredingen inzake de leefmilieubescherming, om overtredingen van de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging op te sporen en vast te stellen.

Art. 2.§ 1. Dit besluit beoogt : 1° de preventie van verontreiniging die zich tijdens of na de volgende handelingen zou kunnen voordoen : a) de installatie van delen van een vaste koelvoorziening die een gefluoreerde koelmiddel bevat of zou kunnen bevatten;b) de in- of buitenbedrijfstelling, afbraak inbegrepen, van een koelvoorziening bedoeld in punt a ;c) elke interventie op de delen van een vaste koelvoorziening bedoeld in punt a, behalve in geval van nood als de interventie noodzakelijk is voor de veiligheid van personen;d) de hantering van gefluoreerde koelmiddelen in het kader van de handelingen bedoeld in de punten a tot c ;e) de handelingen inzake afvalbeheer voortvloeiend uit de handelingen bedoeld in de punten a tot c ;2° de energieprestatie van de airconditioningssystemen waarborgen via een energie-inspectie die een evaluatie omvat van het rendement van de airconditioning en de afmetingen ervan ten opzichte van de eisen inzake afkoeling van het gebouw. De koelvoorzieningen met hermetisch circuit die minder dan drie kg gefluoreerde koelmiddel bevatten worden uit het toepassingsveld van dit besluit uitgesloten. § 2. De handelingen bedoeld in § 1, 1°, a tot d, kunnen enkel uitgevoerd door een persoon : 1° die de hoedanigheid van gespecialiseerde koeltechnicus heeft;2° en die in naam en voor rekening van een gespecialiseerd koeltechniekbedrijf werkt, behalve als de gespecialiseerde koeltechnicus deze handelingen uitvoert in het bedrijf waarvan hij personeelslid is. In afwijking van het eerste lid kan de handeling bedoeld in § 1, 1°, a, worden uitgevoerd door personen die geen gespecialiseerde koeltechnicus zijn op voorwaarde dat de installatie onder de verantwoordelijkheid van een dergelijke technicus plaats vindt.

De handelingen bedoeld in § 1, 1°, e) worden uitgevoerd : 1° door personen die over de vereiste vergunningen, erkenningen of registraties beschikken voor het beheer van bedoelde afval;2° of door gespecialiseerde koeltechniekbedrijven als bedoelde handelingen bestaan in het vervoeren van de afval voortvloeiend uit de interventies van de gespecialiseerde koeltechnici die zij tewerkstellen of uit het voorlopig opslaan van deze afval. § 3. De inspectie bedoeld in § 1, 2°, kan alleen door een deskundige energie-aiconditioning worden uitgevoerd. HOOFDSTUK II. - Erkenning van gespecialiseerde koeltechniekbedrijven Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 3.Om erkend te worden moet het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° onder de bestuurders of personen die de vennootschap kunnen binden, enkel personen tellen die hun politieke en burgerlijke rechten genieten;2° onder de bestuurders of personen die de vennootschap kunnen binden, geen enkele persoon tellen die veroordeeld is bij een beslissing die in kracht van gewijsde is getreden wegens een inbreuk op titel I van het Algemeen Reglement van de arbeidsbescherming, op de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, op de wet van 22 juli 1974 op de giftige afval, op de wet van 9 juli 1984 betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van afvalstoffen, het decreet van 5 juli 1985 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belasting op afvalstoffen in het Waalse Gewest, Verordening 259/93/EEG van de Raad van 1 februari 1993 met betrekking tot de overbrenging van afvalstoffen bij de invoer in, de uitvoer uit en binnen de Europese Gemeenschap, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, de uitvoeringsbesluiten ervan of iedere andere gelijkwaardige wetgeving van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap;3° geen intrekking van de erkenning hebben ondergaan binnen de drie jaar die voorafgaan aan de erkenningsaanvraag;4° onder zijn personeelsleden minstens een gespecialiseerde koeltechnicus tellen die houder is van het milieucertificaat in koeltechnieken bedoeld in artikel 25;5° over financiële garanties beschikken en beschikken over of zich ertoe verbinden over de technische middelen te beschikken die de activiteiten waarvoor een erkenning wordt aangevraagd mogelijk maken; 6°. door een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn of zich ertoe verbinden om een verzekeringsovereenkomst te sluiten ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit de activiteiten waarvoor een erkenning wordt aangevraagd.

De verzekeringsovereenkomst bevat minstens : a) een bepaling ten gunste van elke benadeelde derde, waarbij de excepties, nietigheden of vervallen niet tegengeworpen kunnen worden; b ) een clausule waarbij bepaald is dat de schorsing of de verbreking van het contract slechts uitwerking heeft na het verstrijken van een termijn van zes maanden vanaf de datum waarop de oorzaak van de schorsing of de verbreking aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu werd betekend. Afdeling 2. - Procedure tot toekenning van de erkenning

Art. 4.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt bij aangetekend schrijven verzonden of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal afgegeven aan de hand van een formulier waarvan het model in bijlage I vastligt. § 2. De directeur-generaal stuurt zijn beslissing waarbij hij de aanvraag volledig en ontvankelijk bevindt binnen vijftien dagen aan de aanvrager, te rekenen van de datum van ontvangst ervan.

De aanvraag is onvolledig als vereiste gegevens of stukken ontbreken. § 3. Indien de aanvraag onvolledig is, wijst de directeur bij aangetekend schrijven op de ontbrekende gegevens of stukken. De aanvrager beschikt vervolgens over dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het schrijven, om de gevraagde ontbrekende gegevens of stukken bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal over te maken. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvullende gegevens en stukken richt de directeur-generaal zijn beslissing waarbij hij de aanvraag volledig en ontvankelijk bevindt aan de aanvrager. § 4. De aanvraag is onontvankelijk : 1° als ze in overtreding van § 1 wordt ingediend;2° als ze tweemaal onvolledig wordt bevonden;3° als de aanvrager de ontbrekende gegevens en stukken niet verstrekt binnen de termijn bedoeld in § 3. Indien de aanvraag onontvankelijk is, wijst de directeur-generaal op de motieven van de onontvankelijkheid. § 5. De directeur-generaal richt zijn beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager binnen een termijn van vijfenveertig dagen, te rekenen van de datum van verzending van zijn beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk is bevonden. Afdeling 3. - Beroep

Art. 5.De aanvrager kan bij de Minister een beroep indienen tegen de beslissing bedoeld in artikel 4, § 5. Het beroep wordt bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal gericht binnen twintig dagen na ontvangst van de betwiste beslissing. Het wordt ingediend aan de hand van een formulier waarvan het model in bijlage XIV vastligt.

De Minister stuurt zijn beslissing bij ter post aangetekend schrijven binnen vijfenveertig dagen aan de aanvrager, te rekenen van de ontvangst van het beroep. Afdeling 4 - Tenuitvoerlegging van de erkenning.

Art. 6.Behalve als een afschrift van de verzekeringsovereenkomst bedoeld in artikel 3, 6°, in het dossier van erkennings aanvraag is opgenomen, is de tenuitvoerlegging van deze erkenning onderworpen aan de verzending van dit afschrift naar het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat een vaste verzend- of ontvangstdatum waarborgt. Afdeling 5 - Opschorting en intrekking van de erkenning

Art. 7.De directeur-generaal kan de erkenning opschorten of intrekken als het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf : 1° de bepalingen van dit besluit overtreedt;2° de controle van zijn activiteiten door de toezichthoudende ambtenaren belemmert.

Art. 8.§ 1. Als de directeur-generaal van plan is de erkenning op te schorten of in te trekken, geeft hij betrokken gespecialiseerd koeltechniekbedrijf kennis daarvan in een aangetekend schrijven. Het voorstel tot opschorting of tot intrekking vermeldt de motieven op grond waarvan ze gewettigd is.

Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf beschikt over dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het voorstel tot opschorting of intrekking, om zijn geschreven opmerkingen aan de directeur-generaal over te maken.

Het bedrijf wordt ook gehoord op zijn verzoek. § 2. De directeur-generaal beslist binnen en termijn van dertig dagen, te rekenen van : 1° hetzij de datum van ontvangst van de opmerkingen bedoeld in § 1, tweede lid of, bij gebreke daarvan, de datum waarop de termijn van dertig dagen bedoeld in hetzelfde lid verstrijkt;2° hetzij, in voorkomend geval, de datum van het verhoor bedoeld in § 1, derde lid; De beslissing wordt bij aangetekend schrijven naar betrokken gespecialiseerd koeltechniekbedrijf verstuurd. § 3. Bij intrekking van de erkenning moet het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf de originele erkenning alsook de eventuele afschriften ervan, die voor eensluidend verklaard zijn binnen veertien dagen na verzending van de beslissing, terug overmaken aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. § 4. De directeur-generaal kan de erkenning onmiddellijk opschorten in geval van speciaal gemotiveerde dringende noodzakelijkheid.

Art. 9.Betrokken gespecialiseerd koeltechniekbedrijf kan bij de Minister een beroep indienen tegen de beslissingen tot opschorting of intrekking van de erkenning.

Het beroep wordt bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal gericht binnen twintig dagen na ontvangst van de betwiste beslissing. Het wordt ingediend aan de hand van een formulier waarvan het model in bijlage XIV vastligt.

De beslissing van de Minister wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager betekend binnen zestig dagen, te rekenen van de ontvangst van het beroep.

Het beroep is opschortend, behalve in het geval bedoeld in artikel 8, § 4. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen in geval van interventie op koelvoorzieningen Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 10.Om de koelmiddelemissies te beperken, worden de handelingen bedoeld in artikel 2, § 1, uitgevoerd met inachtneming van de aanbevelingen van : 1° de norm NBN EN 378 : Koelsystemen en warmtepompen - Eisen inzake veiligheid en milieu, of elke norm die deze norm vervangt of aanvult;2° of elke buitenlandse norm of code van goede praktijk erkend door het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. Voor deze erkenning verstrekt het bedrijf het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu de gegevens die aantonen dat deze buitenlandse norm of code van goede praktijk een niveau van milieubescherming biedt dat gelijkwaardig is aan de norm NBN EN 378.

Het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu erkent de buitenlandse norm of code van goede praktijk binnen dertig dagen na ontvangst van de gegevens.

De handelingen worden door de gespecialiseerde koeltechnicus genummerd volgens de volgende nomenclatuur : " nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken/kalenderjaar/nummering in stijgende volgorde hernieuwd aan het begin van elk kalenderjaar".

Art. 11.De gespecialiseerde koeltechniekbedrijven zorgen ervoor dat hun gespecialiseerde koeltechnici over een technische uitrusting beschikken die in goede staat van werking is.

De technische uitrusting moet minstens overeenkomen met het materieel vermeld in bijlage II. De meetapparatuur worden voor het eerste gebruik en minstens een keer per jaar geijkt overeenkomstig de internationaal erkende normen of, bij gebreke daarvan, volgens de aanwijzingen verstrekt door de producent of invoerder van de apparatuur.

De onderhouds- en ijkcertificaten van de meetapparatuur liggen ter inzage van de toezichthoudende ambtenaren.

Art. 12.§ 1. De gespecialiseerde koeltechniekbedrijven vermelden de minimale bepalingen opgenomen in bijlage III, a tot n, in een register dat voor elk kalenderjaar wordt opgesteld. § 2. Het registerformaat dat voor het volgende jaar geldig is, wordt uiterlijk 1 december ter beschikking gesteld van de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven op de Internetsite van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. § 3. Het register wordt uiterlijk 31 januari van het jaar na bedoeld jaar bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu overgemaakt in de vorm van een spreadsheet of, bij gebreke daarvan, op papier.

Het register ligt ter inzage van de toezichthoudende ambtenaar. § 4. Gelijktijdig met het overmaken van het register maakt het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf een bijgewerkte lijst over met de gespecialiseerde koeltechnici die door het bedrijf tewerkgesteld zijn.

Dit document vermeldt het nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken. § 5. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf geeft binnen de maand bij aangetekend schrijven aan de directeur-generaal kennis van elke wijziging die het bedrijf aangaat en die betrekking heeft op de gegevens opgenomen in het formulier bedoeld in artikel 4, § 1.

Art. 13.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op inrichtingen die over koelvoorzieningen beschikken waarvoor de handelingen bedoeld in artikel 2, § 1, worden uitgevoerd door gespecialiseerde koeltechnici die deel uitmaken van hun personeel. Afdeling 2. - Bijzondere bepalingen van toepassing op

koelvoorzieningen van ingedeelde installaties

Art. 14.In geval van interventie op een ingedeelde installatie noteert de gespecialiseerde koeltechnicus in het controleboek van de voorziening de gegevens bedoeld in artikel 19 van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus.

Art. 15.Indien op basis van de gegevens betreffende de koelmiddelen blijkt dat de koelvoorziening van een ingedeelde installatie relatieve koelmiddelverliezen vertoont die hoger liggen dan de maximumwaarden omschreven in artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus, verwittigt het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf de uitbater schriftelijk. In zijn schrijven wordt uitgelegd hoe het probleem verholpen kan worden.

Elke partij bewaart een afschrift van dit schrijven.

Het eerste lid is niet van toepassing als het relatieve koelmiddelverlies door een gespecialiseerde koeltechnicus wordt vastgesteld in het bedrijf waarvan hij personeelslid is.

Art. 16.De dichtheidscontrole zoals bedoeld in de artikelen 22, § 3 en 23, § 2, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus, wordt uitgevoerd volgens de modaliteiten omschreven in bijlage IV.

Art. 17.In geval van een interventie op een koelvoorziening van een ingedeelde installatie die niet over een exploitatievergunning beschikt of op een voorziening die niet voldoet aan de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen of Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen, mag de gespecialiseerde koeltechnicus enkel de volgende interventies uitvoeren : 1° het technisch conform maken;2° het beperken of voorkomen van de koelmiddelverliezen;3° het stopzetten gevolgd door de afbraak. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf laat de uitbater weten dat hij onverwijld orde op zaken moet stellen.

Het tweede lid is niet van toepassing als de interventie wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde koeltechnicus in het bedrijf waarvan hij personeelslid is. HOOFDSTUK IV. - Afvalbeheer

Art. 18.§ 1. De gespecialiseerde koeltechnicus is gemachtigd tot het uitvoeren van de volgende handelingen die afval kunnen produceren : 1° de in de koelvoorzieningen vervatte koelmiddelen recupereren;a) door de gedeeltelijke of volledige verversing van de in de voorziening vervatte koelmiddelen, met inbegrip van de oliën die koelmiddelen kunnen bevatten, en het overbrengen ervan naar gepaste recipiënten;b) door te werken in een vaste lijn die de behandeling van koelvoorzieningen tot doel heeft;2° de lekvrije afzondering van het koelmiddel in een deel van de koelvoorziening, alsook van de oliën die koelmiddelen kunnen bevatten, als deze handeling wordt uitgevoerd in het kader van een onderhoud, herstel of voor de afbraak van de voorziening;3° de afbraak van een voorziening uitvoeren na de afzondering;4° een deel van de afgezonderde voorziening gescheiden houden van de rest van de voorziening overeenkomstig punt 2°;5° recuperatie van de oliën die geen koelmiddelen bevatten, van de koudedragende of warmtegeleidende vloeistoffen in de koelvoorziening en ze opslaan in gepaste recipiënten. § 2. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf heeft machtiging om : 1° de hieronder opgesomde afvalstoffen te vervoeren die uitsluitend voortvloeien uit de interventies op koelvoorzieningen door de in dienst genomen gespecialiseerde koeltechnici, met inbegrip van de voorzieningen met hermetisch circuit en de voorzieningen die minder dan drie kg gefluoreerd koelmiddel bevatten : a) gevaarlijke afvalstoffen, met name : - koelmiddelen, met inbegrip van de oliën waarin koelmiddelen worden opgelost; - afgewerkte oliën die niet onder het eerste streepje opgenomen worden; - oliefilters; - koudedragende of warmtegeleidende vloeistoffen die gevaarlijke stoffen bevatten; - delen van voorzieningen die koelmiddelen, oliën, koudedragende of warmtegeleidende vloeistoffen bevatten voor zover deze worden afgezonderd om elk lekkagerisico te voorkomen; - resten van reiniging en ketelsteenverwijdering die gevaarlijke stoffen bevatten; - elk ander afval dat als gevaarlijk wordt beschouwd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus; b) andere afval dan gevaarlijke afval, met name : - de koudedragende of warmtegeleidende vloeistoffen die geen gevaarlijke stoffen bevatten; - de resten van reiniging en ketelsteenverwijdering die geen gevaarlijke stoffen bevatten; - de gesaneerde voorzieningen of delen van voorzieningen, met name de voorzieningen en delen van voorzieningen die geen koelmiddelen, oliën of andere gevaarlijke stoffen meer bevatten; - defecte stukken; - metaalafval; - resten van isolerende stoffen; - plasticresten; - elk ander afval dat als niet-gevaarlijk of inert wordt beschouwd bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus; 2° de afvalstoffen bedoeld in punt 1° voorlopig opslaan.

Art. 19.§ 1. Als er afvalstoffen voortkomen uit de interventie die hij heeft uitgevoerd op een koelvoorziening, bezorgt de gespecialiseerde koeltechnicus de uitbater van deze voorziening of diens afgevaardigde een attest waarvan het model in bijlage V opgenomen is. Als het gaat om een voorziening met een controleboek geldt de inschrijving in dit boek van de informatie bedoeld in bijlage V als attest.

De gespecialiseerde koeltechnicus vult een tweede exemplaar van dit attest in of maakt er een afschrift van.

De gespecialiseerde koeltechnicus maakt dit tweede exemplaar over aan het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf dat hem tewerkstelt als de gezamenlijke afvalstoffen die uit de interventie voortkomen : 1° onmiddellijk worden ingezameld door een behoorlijk erkende of geregistreerde ophaler;2° of onmiddellijk naar een vergunde installatie worden vervoerd door een erkende of geregistreerde vervoerder;3° of op de site van de koelvoorziening worden achtergelaten overeenkomstig de bepalingen van § 2. Als het geheel of een deel van deze afvalstoffen wordt teruggenomen door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf dat de koeltechnicus die de interventie heeft uitgevoerd, tewerkstelt, geldt het tweede exemplaar van het attest als algemeen document voor de opvolging van deze afvalstoffen. Als de afvalstoffen, met uitzondering van de flessen voor de recuperatie van koelmiddelen die nog niet voor 80 % gevuld zijn, in vergunde installaties zijn ondergebracht, wordt het document voor de opvolging van de afvalstoffen bewaard door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf.

Hetzelfde attest of algemeen opvolgingsdocument mag niet worden gebruikt voor afvalstoffen voortkomend uit interventies op verschillende locaties. § 2. De gespecialiseerde koeltechnicus kan de afvalstoffen die uit zijn interventie voortkomen op de locatie achterlaten voor zover ze later door gemachtigde ophalers worden ingezameld of door gemachtigde vervoerders vervoerd worden naar installaties die een vergunning hebben om dergelijke afvalstoffen te ontvangen. Onder gemachtigd ophaler of vervoerder wordt verstaan een ophaler of vervoerder die over de vereiste erkenningen of registraties beschikt om gevaarlijke afvalstoffen, afgewerkte oliën en andere afval dan gevaarlijke afval in te zamelen of te vervoeren.

De gespecialiseerde koeltechnicus maakt een inventaris van de afvalstoffen die voor de ophaler of vervoerder bestemd zijn en voegt er alle nodige instructies bij om tijdens de opslag, vervoer en behandeling ervan elk emissierisico van de afvalstoffen voor het milieu te voorkomen. Deze inventaris, waarvan het model in de punten 5 en 6 van bijlage V opgenomen is, wordt gedateerd en getekend door de gespecialiseerde koeltechnicus en door de uitbater van de koelvoorziening of diens afgevaardigde.

De identiteit en de interventietermijn van de ophalers en vervoerders moet aan het einde van de interventie van de gespecialiseerde koeltechnicus gekend zijn en wordt vermeld in de inventaris bedoeld in het tweede lid.

Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf zorgt ervoor dat de ophalers en vervoerders of uitbaters van de installaties die de afvalstoffen ontvangen een attest aan het bedrijf overmaken waarvan het model in punt 6 van bijlage V opgenomen is, alsook een afschrift aan de uitbater van de koelvoorziening. Dit attest kan opgemaakt worden naar elk ander model dat voldoet aan de bepalingen van de besluiten van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen en afgewerkte olie en het besluit van de Waalse Regering van 13 november 2003 betreffende de registratie van de ophalers en vervoerders van andere afval dan gevaarlijke afval.

Art. 20.§ 1. In geval van interventie op een koelvoorziening en meer bepaald van recuperatie van koelmiddelen is elke ontgassing verboden, behalve als ze nodig is voor de veiligheid van personen en de veilige werking van de voorzieningen. § 2. Als de koelvoorziening met een carterweerstand uitgerust is of met elk ander systeem dat het koelmiddel opgelost in olie opneemt, gebruikt de gespecialiseerde koeltechnicus dit systeem vooraleer hij de verversing van de voorziening onderneemt. § 3. De koelmiddelen worden d.m.v. een daartoe voorziene recuperatiegroep gerecupereerd.

Tijdens de vulling wordt het recipiënt constant op een geschikte weegschaal gewogen om overmatige vulling te voorkomen. Een vullingsfactor van 80 % mag niet overschreden worden. § 4. Voor zover het geen atmosferische emissies teweegbrengt in verband met het gebruik van de recuperatiegroepen, zorgt de gespecialiseerde koeltechnicus voor het opslaan in specifieke recipiënten van : 1° elk type koelmiddel dat gerecycleerd kan worden;2° het geheel van de vloeistoffen die vernietigd moeten worden of de niet-geïdentificeerde vloeistoffen. § 5. Vóór elke demontering of afbraak van een koelvoorziening voert de gespecialiseerde koeltechnicus de recuperatie-handelingen uit van : 1° de koelmiddelen overeenkomstig § 3;2° de oliën die koelmiddelen kunnen bevatten;3° de oliën die niet onder 2° opgenomen zijn;4° de warmtegeleidende en koudedragende vloeistoffen. In afwijking van het eerste lid, 1° en 2°, kan de de gespecialiseerde koeltechnicus overgaan tot de afzondering zoals bedoeld in artikel 18, § 1, 2°, en het deel van de afgezonderde voorziening scheiden van de rest van de vooziening.

Na uitvoering van de handelingen tot recuperatie van de vloeistoffen bedoeld in het eerste lid of van de handelingen tot afzondering of scheiding bedoeld in het tweede lid, maakt de gespecialiseerde koeltechnicus het saneringsattest waarvan het model in bijlage VI vastligt, in drievoud op Eén exemplaar wordt bij het controleboek gevoegd, het tweede op zichtbare wijze op de koelvoorziening aangeplakt en het laatste onverwijld overgemaakt aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

De oliën, de warmtegeleidende en koudedragende vloeistoffen worden gerecupereerd en overgebracht naar hermetische recipiënten.

De koelvoorzieningen of delen ervan die geen koelmiddel, olie, warmtegeleidende of koudedragende vloeistof meer bevatten en die voorzien zijn van het attest bedoeld in het eerste lid kunnen door een ander persoon dan een gespecialiseerde koeltechnicus worden afgebroken.

Art. 21.§ 1. De flessen die door de gespecialiseerde koeltechnicus worden gebruikt voor de recuperatie van koelmiddelen en die door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf worden gebruikt om vervoerd te worden, voldoen hoe dan ook aan de volgende voorschriften : 1° ze voldoen aan de Europese normen die gelden voor de flessen die nieuwe koelmiddelen moeten bevatten, in het bijzonder wat betreft de drukweerstand, de weerstand tegen schokken en de stevigheid van de afsluiters;2° ze zijn van binnen vrij van roest, vuil, vocht of olieresten;3° vóór het eerste gebruik worden ze onder vacuüm geplaatst;4° ze worden bestendig genummerd en voorzien van een opvolgingsdocument waarvan het model in bijlage VII vastligt.Dit document wordt bij elke fles gevoegd via een systeem waarbij het efficiënt beschermd wordt en de leesbaarheid ervan waarborgt. Indien het uit verschillende bladzijden bestaat, worden deze doorlopend continu genummerd, waarbij elke bladzijde verwijst naar de nummer van de fles.

Het koeltechniekbedrijf laat het document medeondertekenen en neemt er een afschrift van als het zich van de fles ontdoet. Het originele document blijft bij de recuperatiefles.

Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf neemt de nodige contractuele maatregelen opdat de installatie voor de eindbehandeling van de afvalstoffen van koelmiddelen een afschrift van het ingevulde en ondertekende document naar het bedrijf terugstuurt met een verwijderings- of valorisatiecertificaat. § 2. De recipiënten gebruikt door de gespecialiseerde koeltechnicus voor de recuperatie van andere vloeistoffen en gebruikt door de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven voor hun vervoer laten toe om elk lekkagerisico te voorkomen. § 3. De recipiënten gebruikt door de gespecialiseerde koeltechnicus voor de recuperatie van vaste stoffen, o.a. poedervormige delen, en gebruikt door de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven voor hun vervoer laten toe om elk verspreidingsrisico te voorkomen.

Art. 22.§ 1. Onverminderd de toepassing van de rubrieken 63.12.05, 90.21, 90.22, 90.23 en 90.24 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten kunnen de afvalstoffen bedoeld in artikel 18 buiten hun productielocatie enkel in een gespecialiseerd koeltechniekbedrijf tijdelijk opgeslagen worden. § 2. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf dat de opslag bedoeld in § 1 uitvoert, houdt een register van de opgeslagen afvalstoffen waarvan het model in bijlage VII vastligt. Dit register wordt bijgewerkt telkens als een afvalstof naar de opslaglocatie wordt gebracht of ervan wordt weggehaald.

Dit register kan elektronisch worden bijgehouden. In dit geval wordt hij regelmatig en minstens om de maand uitgeprint. De opvolgende versies worden gedateerd, doorlopend genummerd en samen bewaard.

Uiterlijk 1 december wordt een registerformaat dat voor het volgende jaar geldig is, ter beschikking gesteld van de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven op de Internetsite van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

Dit register gaat vergezeld van : 1° de afschriften van de attesten bedoeld in artikel 19, § 1, tweede lid;2° de algemene opvolgingsdocumenten betreffende de afvalstoffen bedoeld in artikel 19, § 1, vierde lid;3° de opvolgingsdocumenten betreffende de flessen voor de recuperatie van de koelmiddelen bedoeld in artikel 22, als de flessen worden overhandigd aan ophalers van gevaarlijke afvalstoffen of aan installaties tot hergroepering, voorbehandeling, valorisatie of verwijdering van afvalstoffen met de gepaste exploitatievergunning;4° de attesten van de overname van de afvalstoffen bedoeld in § 5°;5° de certificaten van verwijdering of valorisatie van de afvalstoffen. De inventaris van de opgeslagen afvalstoffen bedoeld in punt 4 van bijlage VIII wordt regelmatig opgemaakt, minstens om de maand. De opeenvolgende inventarissen worden gedateerd, doorlopend genummerd en samen bewaard. § 3. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf vertrouwt de gevaarlijke afvalstoffen en de afgewerkte oliën die het bedrijf opgeslagen heeft toe aan : 1° hetzij een ophaler van gevaarlijke afvalstoffen en afgewerkte oliën die erkend is overeenkomstig de bepalingen van de besluiten van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen en afgewerkte olie;2° hetzij een installatie tot hergroepering, voorbehandeling, valorisatie of verwijdering van afvalstoffen met een geschikte exploitatievergunning.In dit geval wordt het vervoer aan een erkende vervoerder toevertrouwd. § 4. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf vertrouwt de niet-gevaarlijke afvalstoffen die het bedrijf opgeslagen heeft toe aan : 1° hetzij een ophaler van niet-gevaarlijke afvalstoffen die geregistreerd is overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 13 november 2003 betreffende de registratie van de ophalers en vervoerders van andere afval dan gevaarlijke afval;2° hetzij een installatie tot hergroepering, voorbehandeling, valorisatie of verwijdering van afvalstoffen met een geschikte exploitatievergunning.In dit geval wordt het vervoer aan een geregistreerde vervoerder toevertrouwd. § 5. In de gevallen bedoeld in de § 3 en 4 wordt het document bedoeld in bijlage IX in tweevoud ingevuld door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf en betrokken ophaler of vervoerder.

Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf bewaart een exemplaar dat als attest van de overname van de afvalstoffen geldt. Dit attest wordt gevoegd bij het register bedoeld in bijlage VIII. De ophaler of vervoerder bewaart een exemplaar dat als begeleidingsdocument voor de afvalstoffen geldt.

Als de afvalstoffen aan een installatie tot hergroepering, voorbehandeling, valorisatie of verwijdering van afvalstoffen worden toevertrouwd, wordt het exemplaar dat als begeleidingsdocument wordt gebruikt, of een afschrift ervan, ingevuld en ondertekend door de installatie-uitbater en teruggestuurd naar het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf.

Art. 23.Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf maakt de gegevens bedoeld in bijlage X jaarlijks over aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

Uiterlijk 1 december worden de formaten van de verklaringen die voor het volgende jaar geldig zijn op de Internetsite van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu ter beschikking gesteld van de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven en van de uitbaters van vaste lijnen die de behandeling van koelvoorzieningen tot doel hebben.

De verklaring wordt uiterlijk 1 maart van het jaar na bedoeld jaar aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen) overgemaakt in de vorm van een spreadsheet of, bij gebreke daarvan, op papier bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat een vaste verzend- of ontvangstdatum waarborgt.

Art. 24.De bedrijven die rechtstreeks koelvoorzieningen beheren en waarvan de gespecialiseerde koeltechnici uitsluitend op deze voorzieningen interventies uitvoeren, worden vrijgesteld van de verplichtingen vermeld in de artikelen 19, § 1, tweede tot vijfde lid en 22. Bovendien kunnen bovengenoemde exemplaren in dit geval tot één exemplaar worden herleid als de bepalingen van dit besluit een document in verschillende exemplaren opleggen waarvan één voor de uitbater van de koelvoorziening bestemd is en een ander voor de gespecialiseerde koeltechnicus of het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf. HOOFDSTUK V. - Milieucertificaat in koeltechnieken. Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 25.Onverminderd de toepassing van de artikelen 37 en 40 wordt het milieucertificaat in koeltechnieken afgegeven door een examencentrum dat door de directeur-generaal erkend is.

Het bekrachtigt het slagen voor een examen conform de bepalingen van bijlage XI, I. De Minister kan bijkomende bepalingen vastleggen.

Het geldt voor onbepaalde duur. Afdeling 2. - Erkenning van de examencentra

Art. 26.Om erkend te worden moet het examencentrum aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° een examenjury samenstellen overeenkomstig de bepalingen van bijlage XII, I, A ; 2° over procedures beschikken voor de organisatie van examens i.v.m. de onderwerpen omschreven in bijlage XI, I, overeenkomstig de bepalingen van bijlage XII, I, B. De Minister kan proceduremodaliteiten vastleggen ter aanvulling van de modaliteiten bedoeld in bijlage XII, I, B ; 3° over een technische infrastructuur beschikken overeenkomstig de bepalingen van bijlage XII, I, C.

Art. 27.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt bij aangetekend schrijven ingediend of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal afgegeven.

Ze wordt ingediend door middel van een formulier waarvan het model in bijlage XIII vastligt. § 2. De directeur-generaal stuurt zijn beslissing waarbij hij de aanvraag volledige en ontvankelijk acht naar de aanvrager binnen vijftien dagen, te rekenen van de datum waarop de aanvraag in ontvangst wordt genomen.

De aanvraag is onvolledig als vereiste gegevens of documenten ontbreken. § 3. Indien de aanvraag onvolledig is, wijst de directeur de aavrager bij aangetekend schrijven op de ontbrekende gegevens of stukken. De aanvrager beschikt vervolgens over dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het schrijven, om de gevraagde gegevens of stukken bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal over te maken. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvullende gegevens en stukken richt de directeur-generaal zijn beslissing waarbij hij de aanvraag volledig en ontvankelijk bevindt aan de aanvrager. § 4. De aanvraag is onontvankelijk : 1° als ze in overtreding van § 1 wordt ingediend;2° als ze tweemaal onvolledig wordt bevonden;3° als de aanvrager de ontbrekende gegevens en stukken niet verstrekt binnen de termijn bedoeld in § 3. Indien de aanvraag onontvankelijk is, wijst de directeur-generaal op de motieven van de onontvankelijkheid. § 5. De directeur-generaal richt zijn beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager binnen een termijn van vijfenveertig dagen, te rekenen van de datum van verzending van zijn beslissing waarbij de aanvraag volledig en ontvankelijk is bevonden. Als de erkenning wordt toegekend, wordt een erkenningsnummer aan het examencentrum toegewezen.

Art. 28.De erkenning van het examencentrum wordt voor een periode van vijf jaar verleend.

Art. 29.De aanvrager kan bij de Minister een beroep indienen tegen de beslissing bedoeld in artikel 27, § 5. Het beroep wordt bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal gericht binnen twintig dagen na ontvangst van de betwiste beslissing.

Het wordt ingediend aan de hand van een formulier waarvan het model in bijlage XIV vastligt.

De Minister stuurt zijn beslissing bij ter post aangetekend schrijven binnen vijfenveertig dagen aan de aanvrager, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep.

Art. 30.§ 1. De directeur-generaal kan de erkenning opschorten of intrekken als het examencentrum : 1° de bepalingen van dit besluit overtreedt;2° de controle van zijn activiteiten door de toezichthoudende ambtenaar belemmert. § 2. Als de directeur-generaal van plan is de erkenning op te schorten of in te trekken, geeft hij de verantwoordelijke van betrokken examencentrum kennis daarvan in een aangetekend schrijven. Het voorstel tot opschorting of intrekking vermeldt de motieven op grond waarvan ze gewettigd is.

De verantwoordelijke van het examencentrum beschikt over dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het voorstel tot opschorting of intrekking, om zijn geschreven opmerkingen aan de directeur-generaal over te maken.

De verantwoordelijke van het examencentrum wordt ook gehoord op zijn verzoek. § 3. De directeur-generaal beslist binnen een termijn van dertig dagen, te rekenen van : 1° hetzij de datum van ontvangst van de opmerkingen bedoeld in § 2, tweede lid of, bij gebreke daarvan, de datum waarop de termijn van dertig dagen verstrijkt;2° hetzij de datum van het verhoor bedoeld in § 2, derde lid. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven gestuurd naar de verantwoordelijke van het examencentrum. § 4. Bij intrekking van de erkenning moet de verantwoordelijke van het examencentrum de originele erkenning en alle voor eensluidend verklaarde afschriften ervan binnen veertien dagen na verzending van de beslissing naar het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu terugsturen.

Art. 31.Het examencentrum kan bij de Minister een beroep indienen tegen de beslissingen tot opschorting of intrekking van de erkenning.

Het beroep wordt bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal gericht binnen twintig dagen na ontvangst van de betwiste beslissing. Het wordt ingediend aan de hand van een formulier waarvan het model in bijlage XIV vastligt.

De beslissing van de Minister wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager betekend binnen zestig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep.

Art. 32.Het examencentrum geeft de directeur-generaal binnen de maand bij aangetekend schrijven kennis van elke wijziging die het bedrijf aangaat en die betrekking heeft op de gegevens opgenomen in het formulier bedoeld in artikel 27, § 1. Afdeling 3. - Examen inzake de milieukennis en aflevering van het

milieucertificaat in koeltechnieken

Art. 35.Het examencentrum geeft de directeur-generaal minstens vijftien werkdagen vóór het examen bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs kennis van de geplande data van het examen.

De directeur-generaal of de toezichthoudende ambtenaar kan het examen bijwonen.

Om het vlotte verloop van het examen te garanderen, kan hij elk ogenblik nagaan of de technische infrastructuur voldoet aan de bepalingen van bijlage XII, I, C. Het examencentrum verstrekt elk gegeven of document waarom hij verzoekt.

Art. 34.Binnen vijftien werkdagen na het examen geeft het examencentrum het milieucertificaat in koeltechnieken af aan de kandidaten die voor het examen geslaagd zijn.

Het certificaat wordt opgesteld overeenkomstig het model bedoeld in bijlage XV.

Art. 35.§ 1. Binnen dertig werkdagen na het examen wordt bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs een verslag over de examenperiode aan de directeur-generaal gericht.

Dit verslag bevat op zijn minst de volgende gegevens : 1° de lijst van de juryleden die het examen hebben bijgewoond;2° de presentielijst getekend door de kandidaten;3° de inhoud van de examens;4° de lijst van de kandidaten die het milieucertificaat in koeltechnieken hebben behaald;5° het percentage behaald door de verschillende kandidaten voor de verschillende delen van het examen. Het verslag wordt ondertekend door elk jurylid dat de examens heeft bijgewoond; § 2. Bij het verslag wordt een afschrift of een duplicaat van de milieucertificaten in koeltechnieken gevoegd.

Art. 36.Om de kosten van de organisatie van de examenprocedures te dekken, mag het examencentrum bij de kandidaten inschrijvingsgeld innen.

De Minister kan het maximumbedrag van het inschrijvingsgeld bepalen. Afdeling 4. - Titels en diploma's die recht geven op de toekenning van

een milieucertificaat in koeltechnieken

Art. 37.Een milieucertificaat in koeltechnieken wordt toegekend op grond van een titel of diploma uitgereikt door onderwijsinrichtingen of opleidingscentra erkend door de directeur-generaal en die een geslaagde opleiding in de door bijlage XI, I bepaalde vakken bekrachtigen.

Art. 38.Om erkend te worden, moeten de onderwijsinrichtingen of opleidingscentra over een technische infrastructuur beschikken overeenkomstig de bepalingen van bijlage XII, I, C.

Art. 39.De artikelen 27 tot 32 zijn mutatis mutandis van toepassing op de erkenning van de onderwijsinrichtingen of opleidingscentra.

Art. 40.Het milieucertificaat in koeltechnieken wordt door de erkende onderwijsinrichting of het erkende opleidingscentrum gelijktijdig uitgereikt met de titel of het diploma bedoeld in artikel 37 of, desgevallend, een voorlopig attest van welslagen.

Het wordt opgesteld overeenkomstig het model dat in bijlage XV vastligt.

Een afschrift ervan wordt onverwijld aan de directeur-generaal overgemaakt.

Art 41. De directeur-generaal of de toezichthoudende ambtenaar kan elk ogenblik nagaan of de technische infrastructuur voldoet aan de bepalingen van bijlage XII, I, C. Het examencentrum of opleidingscentrum verstrekt elk gegeven of document waarom hij verzoekt. Afdeling 5 - Voortgezette opleiding.

Art. 42.§ 1. Om de vijf jaar, te rekenen van de datum van uitreiking van het certificaat bedoeld in artikel 25, volgt de gespecialiseerde koeltechnicus een opleiding van minstens acht uur die betrekking heeft op de vakken bedoeld in artikel 43, tweede lid, 1° en 2°. § 2. De directeur-generaal kan de de gespecialiseerde koeltechnicus die een gelijkaardige opleiding in het Vlaamse Gewest, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in een andere Lidstaat van de Europese unie heeft gevolgd, vrijstellen van de opleiding bedoeld in § 1.

Art. 43.De opleiding bedoeld in artikel 42, § 1, wordt gegeven door de voortgezette opleidingscentra die door de directeur-generaal worden erkend.

De inhoud ervan wordt vastgelegd door de Minister op basis van de evolutie : 1° van de wetgevingen i.v.m. de certificatie van gespecialiseerde koeltechnici; 2° van de koeltechnieken en -praktijken die kunnen bijdragen tot een beperking van de emissies uit koelvoorzieningen.

Art. 44.Om erkend te worden moet het voortgezette opleidingscentrum aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° beschikken over opleiders gespecialiseerd in koeltechnieken die houder zijn van een geldig milieucertificaat in koeltechnieken en die onder de verantwoordelijkheid staan van een burgerlijk, industrieel of technisch ingenieur of van een persoon die het bewijs kan overleggen van drie jaar ervaring in het geven van koeltechniekopleidingen;2° acht uur opleiding geven overeenkomstig artikel 43, tweede lid, 1° en 2°.

Art. 45.De artikelen 27 tot 32 zijn mutatis mutandis van toepassing op de erkenning van de voortgezette opleidingscentra.

Art. 46.Om de kosten van de organisatie van de voortgezette opleiding te dekken, kan het opleidingscentrum bij de kandidaten inschrijvingsgeld innen.

De Minister kan het maximumbedrag van het inschrijvingsgeld bepalen.

Art. 47.Het voortgezette opleidingscentrum maakt aan de gespecialiseerde koeltechnicus die zich voor een opleiding ingeschreven heeft een document over dat als steun moet dienen voor deze opleiding. Eén exemplaar wordt ook aan de directeur-generaal overgemaakt.

Art. 48.Na afloop van de opleiding bezorgt het opleidingscentrum de gespecialiseerde koeltechnici die de opleiding hebben gevolgd een certificaat van voortgezette opleiding opgesteld overeenkomstig het model dat in bijlage XVI vastligt.

Art. 49.Het opleidingscentrum geeft per kwartaal de namen en certificaatnummers van de gespecialiseerde koeltechnici die een opleiding hebben gevolgd elektronisch aan bij het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. Deze aangifte gebeurt uiterlijk een maand na afloop van bedoeld kwartaal.

Het elektronische formaat wordt ter beschikking van de voortgezette opleidingscentra gesteld op de Internetsite van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu. Afdeling 6. - Opschorting en intrekking van het milieucertificaat in

koeltechnieken

Art. 50.De directeur-generaal kan het milieucertificaat in koeltechnieken opschorten of intrekken als de gespecialiseerde koeltechnicus de bepalingen van dit besluit overtreedt.

Art. 51.Als uit de overeenkomstig artikel 12 overgemaakte gegevens blijkt dat een gespecialiseerde koeltechnicus sinds minstens twee jaar geen interventies meer heeft uitgevoerd in het Waalse Gewest, trekt de directeur-generaal het milieucertificaat in koeltechnieken in, tenzij de technicus kan bewijzen dat hij tijdens dezelfde periode een gelijkaardige activiteit buiten het Waalse Gewest heeft uitgeoefend.

Art. 52.§ 1. Als de directeur-generaal van plan is het milieucertificaat in koeltechnieken op te schorten of in te trekken, geeft hij de gespecialiseerde koeltechnicus kennis daarvan in een aangetekend schrijven. Het voorstel tot opschorting of intrekking vermeldt de motieven op grond waarvan ze gewettigd is.

De gespecialiseerde koeltechnicus beschikt over dertig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het voorstel tot opschorting of intrekking, om zijn geschreven opmerkingen aan de directeur-generaal over te maken.

De gespecialiseerde koeltechnicus wordt ook gehoord op zijn verzoek. § 2. De directeur-generaal beslist binnen en termijn van dertig dagen, te rekenen van : 1° hetzij de datum van ontvangst van de opmerkingen bedoeld in § 1, tweede lid of, bij gebreke daarvan, de datum waarop de termijn van dertig dagen verstrijkt;2° hetzij, in voorkomend geval, de datum van het verhoor bedoeld in § 1, derde lid. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven naar betrokken gespecialiseerde koeltechnicus en naar zijn eventuele werkgever verstuurd. § 3. Bij intrekking van de erkenning moet de gespecialiseerde koeltechnicus het originele certificaat en de eventuele voor eensluidend verklaarde afschriften ervan binnen veertien dagen na verzending van de beslissing naar het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu terugsturen. § 4. De directeur-generaal kan het certificaat onmiddellijk opschorten in geval van speciaal gemotiveerde dringende noodzakelijkheid.

Art. 53.De gespecialiseerde koeltechnicus kan bij de Minister een beroep indienen tegen de beslissingen tot opschorting of intrekking van het milieucertificaat in koeltechnieken. Het beroep wordt bij aangetekend schrijven of tegen ontvangbewijs aan de directeur-generaal gericht binnen twintig dagen na ontvangst van de betwiste beslissing.

Het wordt ingediend aan de hand van een formulier waarvan het model in bijlage XIV vastligt.

De beslissing van de Minister wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager betekend binnen zestig dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van het beroep.

Het beroep is opschortend, behalve in het geval bedoeld in artikel 52, § 4. HOOFDSTUK VI. - Bepalingen betreffende de energieprestatie van de airconditioningssystemen

Art. 54.§ 1. Onverminderd artikel 56 wordt het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen afgegeven door een examencentrum dat door de directeur-generaal erkend is.

Het bekrachtigt het welslagen voor een examen conform de bepalingen van bijlage XI, II. De Minister bevoegd voor energie kan bijkomende bepalingen vastleggen.

Het geldt voor onbepaalde duur. § 2. Om erkend te worden moet het examencentrum aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° een examenjury samenstellen overeenkomstig de bepalingen van bijlage XII, II, A°; 2° beschikken over procedures voor de organisatie van examens i.v.m. de onderwerpen omschreven in bijlage XI, II, overeenkomstig de bepalingen van bijlage XII, II, B°; 3° beschikken over een technische infrastructuur zoals omschreven door de Minister bevoegd voor energie. De Minister bevoegd voor energie kan proceduremodaliteiten vastleggen ter aanvulling van de procedures bedoeld in bijlage XII, II, B. De artikelen 27 tot 32 zijn mutatis mutandis van toepassing op de erkenning van examencentra.

Art. 55.De artikelen 33, eerste en tweed lid, tot 36 zijn mutatis mutandis van toepassing op het evaluatie-examen inzake energiekennis en op de uitreiking van het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen.

De Minister bevoegd voor energie kan het maximumbedrag van het inschrijvingsgeld bepalen.

Art. 56.Het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen wordt toegekend op grond van een titel of diploma uitgereikt door onderwijsinrichtingen of opleidingscentra erkend door de directeur-generaal en dat het welslagen van een opleiding in de door bijlage XI, II bepaalde materies bekrachtigt.

De artikelen 33 tot 40 zijn mutatis mutandis van toepassing op de titels en diploma's die recht geven op de toekenning van een certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen.

Art. 57.De artikelen 50 tot 53 zijn mutadis mutandis van toepassing op de opschorting en intrekking van het energiecertificaat inzake airconditioningssystemen.

Art. 58.§ 1. Elk bedrijf dat deskundigen energie-airconditioning in dienst neemt, vermeldt de minimale bepalingen opgenomen in bijlage III, o en p, in een register dat voor elk kalenderjaar wordt opgesteld.

Artikel 12, § § 2 en 3 is van toepassing op het register bedoeld in het eerste lid. § 2. Gelijktijdig met het overmaken van het register aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu bezorgt het bedrijf datzelfde Directoraat-generaal een bijgewerkte lijst van de deskundigen energie-airconditioning die het in dienst genomen heeft.

Dit document vermeldt het nummer van het certificaat de energie-inspectie van de airconditioningssystemen. HOOFDSTUK VII. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 59.§ 1. Onverminderd de toepassing van § 2 staat het bezit van één van de volgende documenten gelijk met het bezit van het milieucertificaat in koeltechnieken bedoeld in artikel 25 : 1° het bekwaamheids- en voortgezette opleidingscertificaat uitgereikt overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 december 1974 tot bepaling van de eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen. Dit certificaat moet uiterlijk een jaar na de datum van bekendmaking van dit besluit zijn behaald; 2° het attest, certificaat of diploma betreffende een opleiding in koeltechnieken dat uiterlijk een jaar na de datum van bekendmaking van dit besluit is behaald;3° een geldig attest of elk daarmee gelijkgesteld document dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het Vlaamse Gewest of in een andere Lidstaat van de Europese unie is behaald, overeenkomstig de minimumopleidingseisen bedoeld in de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr.2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen of artikel 5 van Verordening (EG) Nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefloreerde broeikasgassen; 4° een verklaring op erewoord ondertekend door de verantwoordelijke van betrokken bedrijf voor zover : a) dit attest aangeeft dat de technicus beschikt over de technische vaardigheden bedoeld in de eerste module van bijlage I;b) de datum van indienstneming van de technicus voorafgaat aan de datum waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. § 2. De directeur-generaal geeft de gespecialiseerde koeltechnicus bedoeld in § 1 bij ter post aangetekend schrijven kennis van de termijn waarbinnen hij het milieucertificaat in koeltechnieken bedoeld in artikel 25 moet ontvangen. Als hij dit certificaat binnen deze termijn niet krijgt, vervalt de voorlopige gelijkstelling bedoeld in § 1.

Art. 60.§ 1. Onverminderd § 2 wordt elk bedrijf dat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit bestaat en waarvan de koeltechnici geheel of gedeeltelijk de handelingen uitvoeren bedoeld in artikel 2, § 1, als erkend beschouwd gedurende de zes maanden die volgen op de inwerkingtreding van dit besluit. § 2. Elk bedrijf bedoeld in § 1 wordt tot de datum van de door de Directeur-generaal overeenkomstig artikel 4, § 4 of § 5 genomen beslissing als erkend beschouwd op voorwaarde dat een aanvraag overeenkomstig artikel 4, § 1, wordt ingediend binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 61.De inrichtingen die over koelvoorzieningen beschikken waarvoor de handelingen bedoeld in artikel 2, § 1, worden uitgevoerd door gespecialiseerde koeltechnici die deel uitmaken van hun personeel, richten de lijst van hun koeltechnici, samen met de documenten bedoeld in artikel 59, § 1, binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

Art. 62.Artikel 2 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : "De erkenning als gespecialiseerd koeltechniekbedrijf verkregen op basis van het besluit van Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt geldt in de zin van dit besluit als erkenning voor het vervoer van gevaarlijke afvalstoffen die uitsluitend voortkomen uit de interventies op koelvoorzieningen van de gespecialiseerde koeltechnici die door het bedrijf in dienst genomen zijn."

Art. 63.Artikel 8 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de afgewerkte olie wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : "De erkenning als gespecialiseerd koeltechniekbedrijf verkregen op basis van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt geldt in de zin van dit besluit als erkenning voor het vervoer van afgewerkte oliën die uitsluitend voortkomen uit de interventies op koelvoorzieningen door de gespecialiseerde koeltechnici die door het bedrijf in dienst genomen zijn."

Art. 64.§ 1. In bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus : 1° wordt het opschrift van hoofdstuk 14 vervangen door het volgende opschrift : "14 Afval van organische oplosmiddelen, koelmiddelen en drijfgassen (behalve hoofdstukken 07 en 08) en afval uit interventies op koelvoorzieningen."; 2° het opschrift van afdeling 14.06 wordt vervangen door het volgende opschrift : "Afval van oplosmiddelen en drijfgassen voor aërosolen/schuim."; 3° er wordt een afdeling 14.07 ingevoegd, luidend als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art 65. Artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 13 november 2003 betreffende de registratie van de ophalers en vervoerders van andere afval dan gevaarlijke afval wordt aangevuld met een vierde lid, luidend als volgt : "De erkenning als gespecialiseerd koeltechniekbedrijf verkregen op basis van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt geldt in de zin van dit besluit als erkenning voor het vervoer van gevaarlijke afvalstoffen die uitsluitend voortkomen uit de interventies op koelvoorzieningen door de gespecialiseerde koeltechnici die door het bedrijf in dienst genomen zijn."

Art. 66.Dit besluit treedt in werking tien dagen na de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van : 1° de artikelen 12 en 58, die op 1 januari 2009 in werking treden;2° bijlage XI, module II, die in werking treedt op de datum die de Regering bepaalt.

Art. 67.De Minister van Leefmilieu en de Minister bevoegd voor Energie zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage I : Model van formulier voor de aanvraag tot erkenning van een gespecialiseerd koeltechniekbedrijf Waartoe dient dit formulier ? Aan de hand van dit formulier kan een erkenning als gespecialiseerd koeltechniekbedrijf in het Waalse Gewest aangevraagd worden.

Adres waaraan dit formulier gericht moet worden : Ministère de la Région wallonne Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement, 15 avenue Prince de Liège 5100 NAMUR (Jambes) Naam van het bedrijf : Adres : Postcode/Gemeente : Telefoonnr. : Telefoonnr. : Bedrijfsnr. : BTW : RPR (*) : (*) Uitsluitend voor de als rechtspersoon opgerichte bedrijven E-mail adres : Gegevens betreffende de houder(s) van het milieucertificaat in koeltechnieken en/of het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen, die in uw bedrijf wordt(en) tewerkgesteld (of die over een gelijkwaardig document beschikt(ken), overeenkomstig artikel 59, § 1).

Opmerking : Indien artikel 59, § 1, van toepassing is (periode waarin overgangsbepalingen erin voorzien dat het bezit van bepaalde documenten gelijk staat met het bezit van een milieucertificaat in koeltechnieken, voor elke technicus die nog geen houder is van een milieucertificaat in koeltechnieken), "zonder voorwerp"antwoorden op de vraag "nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken behaald in het Waalse Gewest" en een afschrift van het gelijkwaardige document bij dit formulier voegen.

Indien uw bedrijf zoveel houders van dit certificaat telt dat ze niet allemaal op het formulier vermeld kunnen worden, maak dan een afschrift van het formulier en vul het in alvorens het bij het formulier te voegen.

Aantal bijlagen : Voornaam : Naam : Nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken (indien relevant) : Nummer van het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen (indien relevant) : In dienst genomen bij (*) : Hoofdzetel nevenvestiging (*) Het gepaste vakje aankruisen Adres van de hoofdzetel of van de nevenvestiging : Voornaam : Naam : Nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken (indien relevant) : Nummer van het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen (indien relevant) : In dienst genomen bij(*) : Hoofdzetel Nevenvestiging (*) Het gepaste vakje aankruisen Adres van de hoofzetel of van de nevenvestiging : Voornaam : Naam : Nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken (indien relevant) : Nummer van het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen (indien relevant) : In dienst genomen bij (*) : Hoofdzetel Nevenvestiging (*) Het gepaste vakje aankruisen Adres van de hoofzetel of van de nevenvestiging : Voornaam : Naam : Nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken (indien relevant) : Nummer van het certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen (indien relevant) : In dienst genomen bij (*) : Hoofdzetel Nevenvestiging (*) Het gepaste vakje aankruisen Adres van de hoofdzetel of van de nevenvestiging : Over te maken bewijsstukken : 1. Voor de bestuurders en personen die bevoegd zijn om de vennootschap te verbinden : een recent strafbladuittreksel.2. De volgende documenten waaruit blijkt dat het bedrijf over financiële middelen beschikt : ? een attest van de bevoegde administratie waaruit blijkt dat de aanvrager zijn sociale zekerheidsverplichtingen nakomt; ? een attest van de bevoegde administratie waaruit blijkt dat de aanvrager zijn verplichtingen inzake directe belastingen nakomt; ? een attest van de bevoegde administratie waaruit blijkt dat de aanvrager zijn btw-verplichtingen nakomt.

Wat betreft de bedrijven waarvan de maatschappelijke zetel in België gevestigd is, kan het attest van de bevoegde administratie waaruit blijkt dat de aanvrager zijn sociale zekerheidsverplichtingen nakomt vervang zijn sociale zekerheidsverplichtingen is nagekomen. 1. Een verklaring waaruit blijkt dat het vereiste materiaal beschikbaar, in goede staat en nauwkeurig geijkt is, op zijn minst de apparatuur bedoeld in bijlage II.2. Een afschrift van de verzekeringsovereenkomst bedoeld in artikel 3, 6°, van dit besluit, goedgekeurd door het bedrijf of, bij gebreke daarvan, een formele verbintenis om een dergelijke overeenkomst te onderschrijven vóór elke tenuitvoerlegging van de erkenning.3. De naam en het adres van de ophalers van gevaarlijke afvalstoffen of van de installaties tot hergroepering, voorbehandeling, valorisatie of verwijdering van afvalstoffen waar de aanvrager de koelmiddelafval uit zijn activiteiten zal afgeven. VERZEKERINGSOVEREENKOMST : TYPE VERBINTENISFORMULE TOT ONDERSCHRIJVING VAN EEN VERZEKERINGSOVEREENKOMST DIE DE BA DEKT Ondergetekende, ......................................................................., bestuurder van de vennootschap ...................................................., verbindt zich ertoe namens bovengenoemde vennootschap een verzekeringsovereenkomst te onderschrijven ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit de handelingen uitgevoerd op koelvoorzieningen door werknemers van de vennootschap en uit de handelingen i.v.m. het ophalen en vervoeren van afval uit hun activiteiten door werknemers van de vennootschap en een afschrift aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu over te maken vóór elke tenuitvoerlegging van de erkenningsakte, met dien verstande dat de overeenkomst moet bepalen : - dat geen nietigheid, exceptie of verval wordt tegengeworpen aan benadeelde derden; - dat de schorsing of ontbinding ervan pas uitwerking heeft na het verstrijken van een termijn van zes maanden, te rekenen van de datum waarop de oorzaak van de schorsing of ontbinding aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu wordt betekend Gedaan te ............................, op .................

Handtekening Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage II : Minimale technische uitrusting voor de gespecialiseerde koeltechnici De gespecialiseerde koeltechnicus moet minstens over de volgende uitrusting beschikken om werken uit te voeren op voorzieningen met een emissierisico van gefluoreerde koelmiddelen : ? fles voor de recuperatie van koelmiddelen; ? fles met nieuw koelmiddel (of gerecycleerd); ? fles met inert gas voor spoeling (droge stikstof, argon, helium) voorzien van reduceerventiel en debietmeter ? recuperatiegroep voor koelmiddelen om het dode volume van de koelmiddelen die na recuperatie in de groep blijven of in de atmosfeer worden uitgestoten zoveel mogelijk te beperken en die het toepassen van een onderdruk van 0,5 bar op de koelvoorziening moet mogelijk maken; ? vacuümpomp tweetraps; ? weegschaal voor koelmiddelen (met een aanwijsnauwkeurigheid van minstens 10 g voor de flessen met een koelmiddelinhoud van minder dan 30 kg, met een aanwijsnauwkeurigheid van minstens 100 g voor de flessen met een koelmiddelinhoud tussen 30 kg en 300 kg en met een aanwijsnauwkeurigheid van minstens 0,3 % van de koelmiddelinhoud voor de flessen met een koelmiddelinhoud van meer dan 300 kg); ? soldeerinstallatie met drukregelaar van de gasbrandstof en zuurstofdruk, leidingen met terugslagklep en flexibele buizen; ? elektronische vacuümmeter; ? vierweg manifold ? elektronische lekdetector; ? zeepoplossing of een gelijkaardig product; ? digitale thermometer met contactsonde of Infra-Rood thermometer; ? elektrische multimeter; ? ampèremeter; ? (...) ? testkit voor het oliezuur.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage III : Minimumbepalingen die in het door de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven opgestelde register opgenomen moeten worden a) het interventienummer, zoals omschreven in artikel 10, vierde lid;b) de naam van de uitbater;c) het adres van de locatie;d) de datum waarop de interventie is uitgevoerd;e) voor de ingedeelde installaties, de identificatiecode van de koelvoorziening zoals bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus;f) voor de niet-ingedeelde installatie, het nuttig nominaal koelvermogen van de koelvoorziening;g) voor de niet-ingedeelde installatie, het elektrisch vermogen van de koelvoorziening; h) de gerecupereerde hoeveelheid koelmiddel, bepaald door de code ervan (inzake koelmiddelen) "R-..." in overeenstemming met de norm ISO 817, of elke andere norm die deze norm vervangt of aanvult; i) de ingebrachte hoeveelheid koelmiddel, bepaald door de code ervan (inzake koelmiddelen) "R-..." in overeenstemming met de norm ISO 817, of elke andere norm die deze norm vervangt of aanvult; j) de nominale last van koelmiddelen (uitgedrukt in kg);k) een schatting van de toevallige emissies (uitgedrukt in kg);l) het geraamde relatief koelmiddelverlies (uitgedrukt in %/jaar); n) de jaarlijks geraamde emissie (uitgedrukt in kg/jaar), d.m.v. het product van de nominale capaciteit in koelmiddel methet geraamde relatief verlies (kg/an); n) de aard van de interventie;o) het rendement van het airconditioningssysteem;p) de kennisgeving van de uitvoering en van het resultaat van de evaluatie van de afmeting van het airconditioningssysteem ten opzichte van de eisen inzake afkoeling van het gebouw. Voor elk volledig kalenderjaar wordt een optelling gemaakt van de gegevens die onder h), i), j), k), m) worden ingezameld.

In dit elektronisch register worden twee grafieken opgenomen waarop de volgende gegevens voorkomen : - een eerste grafiek, met op de x-as het interventienummer zoals omschreven in artikel 10, vierde lid, en op de y-as het geraamde jaarlijks relatief verlies door lekkage (%/jaar); - een tweede grafiek, met op de x-as het interventienummer zoals omschreven in artikel 10, vierde lid, en op de y-as de geraamde jaarlijkse emissies (kg/jaar).

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage IV : Modaliteiten inzake de dichtheidsverificatie a) De dichtheidsverificatie na herstel van een lek (overeenkomstig artikel 23, § 2, derde lid van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus) wordt volgens de hieronder omschreven directe methode uitgevoerd.b) De dichtheidsverificatie in het kader van een dichtheidscontrole (overeenkomstig artikel 22, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus) wordt hetzij via de directe methode, hetzij via de hieronder omschreven indirecte methode uitgevoerd. Indien er een vermoeden van lekkage is na afloop van de tenuitvoerlegging van een dichtheidscontrole via de indirecte methode, wordt de plaats ervan bepaald door de tenuitvoerlegging van de directe methode.

Directe methode : De na te kijken delen zijn : ? in het kader van een dichtheidscontrole na het herstel van een lek, de delen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een herstel. ? in het kader van een dichtheidscontrole, elke potentiële bron van lekkage.

Voor de dichtheidsverificatie wordt een manuele lekdetector gebruikt die vóór elk na te kijken deel wordt geplaatst.

De detector reageert op een minimum gevoeligheidsdrempel van 4 ppm of 5 g per jaar. Afwijkingshalve wordt de minimumdrempel gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit vastgelegd op 5 ppm of 7 g/jaar voor de voorzieningen die vóór deze inwerkingtreding zijn verworven. Het gebruik van vlamdetectoren is verboden. De controles op het lagedrukgedeelte van de koelvoorziening worden bij stilstand uitgevoerd. De koelvoorziening blijft werken tijdens de controles op het hogedrukgedeelte tenzij de werking ervan luchtstromen zou teweegbrengen die het opsporen van eventuele lekkages zou kunnen verstoren. In dit geval worden de controles op het hogedrukgedeelte ook bij stilstand uitgevoerd.

Als alternatief kan met de instemming van de toezichthoudende ambtenaar een andere directe methode aangewend worden om zich met een vergelijkbare gevoeligheid van de degelijke dichtheid van de koelvoorziening te vergewissen. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf bezorgt de ambtenaar de gegevens waaruit blijkt dat de voorgestelde methode een degelijke dichtheid van de koelvoorziening of, desgevallend, de lokalisatie van de oorsprong van een lekkage garandeert met een gevoeligheid die minstens gelijkwaardig is aan de gevoeligheid die voor de geprezen directe methode wordt voorgeschreven.

Indirecte methode : Tijdens de dichtheidscontrole wordt ervoor gezorgd dat het niveau van het relatieve koelmiddelverlies, bepaald op basis van de toegevoegde vullingen van koelmiddel en geregistreerd het controleboek, niet hoger ligt dan de niveaus bedoeld in artikel 13, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus.

Als alternatief kan met de instemming van de toezichthoudende ambtenaar een andere indirecte methode toegepast om zich met een voldoende gevoeligheid van de degelijke dichtheid van de koelvoorziening te vergewissen. Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf bezorgt de ambtenaar de gegevens waaruit blijkt dat de voorgestelde methode een degelijke dichtheid van de koelvoorziening met een voldoende gevoeligheid garandeert.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage V : Attest met de gegevens betreffende de afval uit interventies uitgevoerd door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf Algemeen document voor de opvolging van de afvalstoffen Waartoe dient dit document ? Dit document, in tweevoud ingevuld, vormt het attest bedoeld in het eerste lid van artikel 19, § 1, van het besluit.

Als de gespecialiseerde koeltechnicus (of het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf dat hemin dienst neemt) het geheel of een deel van de afval uit de interventie terugneemt en vervoert, dient het tweede exemplaar als algemeen document voor de opvolging van de afvalstoffen zoals bedoeld in het vierde lid van hetzelfde artikel.

Bovendien moeten de flessen voor de recuperatie van koelmiddelen voorzien zijn van het specifieke document bedoeld in bijlage VII. Aan wie moet het afgegeven worden ? Het eerste exemplaar moet aan de uitbater van de koelvoorziening afgegeven worden.

Als de koelvoorziening van een controleboek voorzien is, wordt de gevraagde informatie er rechtstreeks in opgenomen (in dit geval geldt het controleboek als attest) of bijgevoegd, of gevoegd bij het afvalregister bedoeld in de bepalingen van artikel 59 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen of in elke andere reglementaire bepaling die deze bepalingen vervangt of aanvult. : Als de koelvoorziening van geen controleboek voorzien is, wordt de informatie schriftelijk op een losse bladzijde afgegeven aan de uitbater, die ze vervolgens bij bovengenoemd register voegt.

Als er verschillende bladzijden zijn, worden ze doorlopend genummerd en verwijst elke bladzijde naar het interventienummer dat in het vak nr. 4 van het document vermeld wordt.

Als de gezamenlijke afvalstoffen die uit de interventie voortkomen rechtstreeks door een erkende of geregistreerde ophaler worden opgehaald, door een erkende of geregistreerd vervoerder naar een vergunde installatie worden vervoerd of op de locatie van de koelvoorziening worden achtergelaten overeenkomstig de bepalingen van artikel 19, § 2, maakt de koeltechnicus een afschrift van dat document over aan het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf waardoor hij in dienst genomen is zodat het de gegevens kan opnemen in het luik nr. 3 van de jaarlijkse verklaring bedoeld in bijlage X. Het algemeen document voor de opvolging van de afvalstoffen gaat bij de afvalstoffen die uit elke interventie van een gespecialiseerde koeltechnicus voortkomen als ze afvalstoffen worden vervoerd door de technicus of het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf waardoor hij in dienst genomen is. Dit document wordt aan de toezichthoudende ambtenaren overgelegd op hun verzoek.

Als de afvalstoffen door de gespecialiseerde koeltechnicus worden vervoerd, wordt het algemeen document voor de opvolging van de afvalstoffen aan het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf overgemaakt wanneer het geheel van de teruggenomen afvalstoffen in de vergunde installaties zijn ondergebracht, eventueel met uitzondering van de flessen voor de recuperatie van koelmiddelen die door de koeltechnicus kunnen worden bewaard tot ze op een optimale manier zijn gevuld, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20.

Opmerkingen.

Onder vergunde installatie wordt verstaan een milieuvergunde locatie voor hergroepering, voorbehandeling, valorisatie of verwijdering van afvalstoffen of een tijdelijke opslaglocatie beheerd door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf overeenkomstig de bepalingen van artikel 22.

De gegevens betreffende de plaats en data van de afgifte van de afvalstoffen worden alleen op het tweede exemplaar vermeld.

Het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf gebruikt de gegevens die in dit document worden om de jaarlijkse verklaring bedoeld in bijlage X op te maken. 1. Identificatie van de koelvoorziening.1. Als deze gegevens al in het controleboek van de voorziening voorkomen, moeten ze niet meer vermeld worden.1. Referenties van de voorziening. Als het gaat om een ingedeelde installatie, de identificatiecode van de koelvoorziening specificeren zoals bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007... tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus.

Bij gebreke daarvan : naam van de producent, model en reeksnummer, bouwjaar. 2. Lokalisatie.1. Stad PC Straat : NR.Bus Lokaal (als verschillende koelvoorzieningen op dezelfde locatie gevestigd zijn) 1. Type voorziening 1.Koeling Bevriezing I. Airconditioning Warmtepomp Andere (nader bepalen) 1. Koelmiddel(en) : Aard (R-...) nominale capaciteit van de voorziening : 2. Eventuele secundaire vloeistoffen (koudedragende of warmtegeleidende vloeistoffen) : Aard Hoeveelheid(heden) 3.Vermogens Nuttig nominaal koelvermogen 1. Nuttig nominaal elektrisch vermogen 1.Identificatie van de uitbater van de koelvoorziening. 1. 2. Als deze gegevens al in het controleboek van de voorziening voorkomen, moeten ze niet meer vermeld worden.1. Als de uitbater een vennootschap/rechtspersoon is. 1. Handelsnaam Adres van de maatschappelijke zetel Verantwoordelijke/contactpersoon (Naam, voornaam, functie en telefoonnummer, e-mail) 2.2. Als de uitbater een natuurlijke persoon is. 1. Naam, voornaam, adres, telefoonnr., e-mail 1. Identificatie van het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf en van de gespecialiseerde koeltechnicus Naam van de koeltechnicus Voornaam : Nr.van het milieucertificaat in koeltechnieken. 1. 2. Als deze gegevens al in het controleboek van de voorziening voorkomen, moeten ze niet meer vermeld worden. Naam van het bedrijf : Nummer of datum van de erkenning Adres Telefoon E-mail 1. Gegevens betreffende de uitgevoerde interventie. Datum van de interventie (DD/MM/JJJJ) Nummer van de interventie zoals bedoeld in artikel 10, vierde lid. 1. Als deze gegevens al in het controleboek van de voorziening voorkomen, moeten ze niet meer vermeld worden. Type interventie Montage Inbedrijfstelling Onderhoud Herstel Verandering van koelmiddel (aard en hoeveelheden nader bepalen) Toevoeging van koelmiddel (aard en hoeveelheden nader bepalen) Verandering of toevoeging van koudedragende of warmtegeleidende vloeistof (aard en hoeveelheden nader bepalen) Sanering vóór afbraak 1. Ontmanteling Andere (nader bepalen) : 1.Gegevens betreffende de aard en hoeveelheden voortgebrachte afval. 1. Gevaarlijke afvalstoffen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijkomende gegevens 1.Aard en schatting van de hoeveelheden koelmiddelen, oliën en koudedragende of warmtegeleidende vloeistoffen die in de niet gesaneerde voorzieningen of delen van voorzieningen nog aanwezig zijn.

Instructies om elk lekkage- of emissierisico te voorkomen bij de opslag, het vervoer en de behandeling van afvalstoffen die op de locatie worden achtergelaten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 19, § 2.

Opmerkingen.

A. Algemeenheden.

Als de tabel handgeschreven wordt ingevuld, gebruikt de technicus hoofdletters met uitzondering van de getalwaarden en de eenheden die gebruikelijk in kleine letters worden uitgedrukt.

De eenheden betreffende de hoeveelheden moeten vermeld worden (l, kg, m3,...).

Om na te gaan of een afvalstof al dan niet gevaarlijke stoffen bevat, wordt uitgegaan van de criteria van het besluit van de Waalse Regering van 10.07.1997 tot opstelling van een afvalcatalogus. In geval van twijfel richt het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf zich tot de "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen) ( avenue Prince de Liège 15, 5100 Jambes, tel. 081-33 65 75, fax 081-33 65 22, courriel owd.dgrne@mrw.wallonie.be ).

De te gebruiken codes zijn de codes van afvalcatalogus, zoals gewijzigd.

De lijsten van de erkende ophalers en vervoerders zijn beschikbaar op de site www.environnement.wallonie.be B. Opmerkingen betreffende bepaalde kolommen.

De datum en de plaats van afgifte worden alleen vermeld op het exemplaar dat als algemeen document voor de opvolging van de afvalstoffen moet dienen, namelijk voor de afvalstoffen die door de gespecialiseerde koeltechnicus of door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf worden vervoerd.

De operator en de ophaaltermijn worden alleen bepaald voor de afvalstoffen die niet door de gespecialiseerde koeltechnicus of door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf worden teruggenomen, namelijk de afvalstoffen die rechtstreeks door een erkende ophaler zijn opgehaald, die rechtstreeks naar een vergunde installatie zijn vervoerd door een erkende vervoerder of die op de locatie zijn achtergelaten, overeenkomstig artikel 19, § 2.

De gespecialiseerde koeltechnicus vermeldt in de kolom "operator" de naam van de ophaler of vervoerder en in de kolom"ophaaltermijn" de termijn in de loop waarvan de operator van plan is de afvalstoffen terug te nemen (als de afvalstoffen onmiddellijk worden teruggenomen, vermeldt hij de terugnamedatum).

In de kolom "bestemming" vermeldt hij de naam en het adres (op zijn minst de stad) van de maatschappij waarnaar de afvalstoffen worden verstuurd. Als de afvalstoffen door een ophaler worden teruggenomen, vermeldt de technicus het woord "ophaler" in deze kolom.

C. Opmerkingen betreffende bepaalde regels.

Voor de regel betreffende de koelmiddelen : ? de gespecialiseerde koeltechnicus vult het opschrift aan en bepaalt de aard volgens de "R-..." nomenclatuur in overeenstemming met de norm ISO 817, of elke andere norm die deze norm vervangt of aanvult en door gebruik te maken van de aangepaste afvalcode onder de codes 14.07.01 tot 14.07.22 ? het vakje betreffende de verpakking zal het (de) identificatienummer(s) van de recuperatiefles(sen) vermelden; ? zolang het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf de recuperatiefles bewaart omdat ze nog niet voor 80 % gevuld is, schrijft de technicus de vermelding "FLES NOG NIET VOL" in de vakjes bestemd voor de data en plaats van afgifte.

Voor de regel betreffende de niet gesaneerde voorzieningen of delen van voorzieningen komt de afvalcode 16.02.11 overeen met "Afgedankte voorzieningen die CFK's, HCFK's of HFK's bevatten", de afvalcode 16.02.13 met "Afgedankte voorzieningen die gevaarlijke bestanddelen bevatten", de afvalcode 16.02.15 met "Gevaarlijke bestanddelen verwijderd uit afgedankte voorzieningen." 1. Andere afval dan gevaarlijke afval. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Opmerkingen.

A. Algemeenheden.

Zie de algemene opmerkingen betreffende tabel 5.1. door het woord "erkend" te vervangen door het woord "geregistreerd" B. Opmerkingen betreffende bepaalde kolommen.

Zie de algemene opmerkingen i.v.m. tabel 5.1. door het woord "erkend" te vervangen door het woord "geregistreerd" C. Opmerkingen betreffende bepaalde regels.

Voor de andere ongevaarlijke of inerte afval moet de afvalcode niet vermeld worden. Voor deze afvalstoffen alsook voor de resten van isolerende stoffen volstaat een schatting van de hoeveelheden.

Traceerbaarheid van de interventies van de verschillende operatoren Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage VI : Attest van de sanering van een koelvoorziening Waartoe dient dit document ? Aan de hand van dit document kan bewezen worden dat een definitief buiten bedrijf gestelde koelvoorziening wel degelijk is gesaneerd vóór de afbraak ervan, m.a.w. dat een gespecialiseerde koeltechnicus er alle koelmiddelen, oliën en koudedragende en warmtegeleidende vloeistoffen heeft uit weggehaald heeft.

Desgevallend kan de gespecialiseerde koeltechnicus de koelmiddelen en de oliën die koelmiddelen kunnen bevatten afzonderen in een deel van de voorziening dat lekvrij geïsoleerd kan worden en overgaan tot de scheiding tussen dit afgezonderde deel en de rest van de voorziening.

Hij moet er evenwel voor zorgen dat de rest van de voorziening geen andre vloeistoffen bevat, zoals oliën, koudedragende of warmtegeleidende vloeistoffen.

Aan wie moet het overgemaakt worden ? De koeltechnicus maakt dit document in drievoud op : ? hij brengt één exemplaar op zichtbare wijze aan op de gesaneerde voorziening; ? hij voegt het tweede exemplaar bij het controleboek : ? hij maakt het derde exemplaar over aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

Opmerkingen.

Als het controleboek van de installatie al een bladzijde telt waarop het attestmodel voorkomt, kan de koeltechnicus die bladzijde invullen die dan geldt als attest dat bij het controleboek gaat. Afschriften van deze bladzijde en van de bladzijden die de in de vakken 1, 2 en 3 bedoelde gegevens bevatten, gelden als attest dat op de gesaneerde voorziening moet worden aangebracht en aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu moet worden overgemaakt.

De hoeveelheden afvalstoffen uit deze saneringsoperatie moeten niet vermeld worden aangezien die gegevens al moeten voorkomen in de informatie bedoeld in bijlage V. Het aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu overgemaakte exemplaar kan elektronisch worden verstuurd.

Attest Ondergetekende ........................, gespecialiseerde koeltechnicus, bevestigt dat de hiernavermelde koelvoorziening werd gesaneerd alvorens afgebroken te worden. Ze bevat geen koelmiddel, olie of warmtegeleidende of koudedragende vloeistof meer.

Datum : Handtekening : 1. Identificatie van de koelvoorziening 1.Referenties van de voorziening.

Als het gaat om een ingedeelde installatie, de identificatiecode van de koelvoorziening specificeren zoals bepaald in het besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale en sectorale voorwaarden betreffende de vaste installaties voor de productie van koude of warmte waarbij gebruik wordt gemaakt van een koelcyclus.

Bij gebreke daarvan : naam van de producent, model en reeksnummer, bouwjaar. 2. Lokalisatie.1. Stad PC Straat Nr.Bus Lokaal (als verschillende koelvoorzieningen op dezelfde locatie gevestigd zijn) 1. Identificatie van de uitbater van de koelvoorziening 1.1. Als de uitbater een vennootschap/rechtspersoon is. 1. Handelsnaam Verantwoordelijke/contactpersoon (Naam, voornaam, functie en telefoonnummer, e-mail) 2.2. Als de uitbater een natuurlijke persoon is. 1. Naam, voornaam, adres, telefoonnr., e-mail 1. Identificatie van het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf en van de gespecialiseerde koeltechnicus Naam van het bedrijf Nummer of datum van de erkenning Adres Telefoon E-mail Naam van de koeltechnicus Voornaam Nr.van het milieucertificaat in koeltechnieken.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage VII : Opvolgingsdocument betreffende de flessen voor de recuperatie van koelmiddelafval Waartoe dient dit document ? Dit document dient om de traceerbaarheid van koelmiddelafval te waarborgen.

Een document van dit type moet elke fles voor de recuperatie van de afval uit koelmiddelen vergezellen. Dit document wordt aan de toezichthoudende ambtenaren overgelegd op hun verzoek.

Aan wie moet dit document overgemaakt worden ? Het koeltechniekbedrijf laat het document medeondertekenen en neemt er een afschrift van als het zich van de fles ontdoet, m.a.w. : ? als het de fles afgeeft aan een installatie voor het beheer van gevaarlijke afvalstoffen, ? als het de fles afgeeft aan een erkende ophaler van gevaarlijke afvalstoffen, ? als het een erkende vervoerder de opdracht geeft om de fles naar een installatie voor het beheer van gevaarlijke afvalstoffen te vervoeren. ? als het de fles op de locatie van de koelvoorziening achterlaat overeenkomstig de bepalingen van artikel 19 § 2 (In dit geval bevat de fles alleen maar koelmiddelen uit koelvoozieningen die door dezelfe uitbater of dezelfde locatie worden geëxploiteerd).

Het originele document blijft bij de recuperatiefles.

Het koeltechniekbedrijf neemt de nodige contractuele maatregelen opdat de installatie voor de eindbehandeling van dekoelmiddelafval een afschrift van het ingevulde en ondertekende document naar het bedrijf terugstuurt met een verklaring van verwijdering of valorisatie. 1. Gegevens betreffende het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf dat gebruik maakt van de recuperatiefles Naam van het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf Adres Telefoon Fax E-mail 2.Identificatie van de recuperatiefles en traceerbaarheid tijdens het gebruik.

Fles Nr. ....................................... Maximumcapaciteit Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3. 4. Traceerbaarheid van de recuperatiefles na gebruik door het koeltechniekbedrijf. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage VIII : Register van de afvalstoffen die tijdelijk opgeslagen worden door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf Waartoe dient dit document ? Overeenkomstig artikel 22, § 2, moeten de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven die afval uit de door hun technici uitgevoerde interventies op koelvoorzieningen tijdelijk wensen op te slaan een register van de opgeslagen afval bijhouden.

Waar moet dat register worden bewaard ? Dat register moet op de tijdelijke opslaglocatie worden bewaard.

Het wordt aan de toezichthoudende ambtenaren overgelegd op hun verzoek.

Opmerkingen.

Dat register kan elektronisch worden bijgehouden. In dit geval wordt hij regelmatig en minstens om de maand uitgeprint. De opeenvolgende versies worden gedateerd, continu genummerd en samen bewaard.

Een registerformaat wordt ter beschikking van de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven gesteld op de Internetsite van het "DGRNE" (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu). 1. Gegevens betreffende het koeltechniekbedrijf en de opslaglocatie. Naam van het bedrijf Nummer of datum van de erkenning Adres Telefoon E-mail In voorkomend geval, de referenties van de milieuvergunning of de aangifte betreffende deze opslaglocatie. 2. Register van aangevoerde afvalstoffen. Het register bevat een afdeling per soort afval, alsook een inhoudstafel met de verschillende afdelingen.

Elke afdeling bestaat uit een vak voor de algemene voorstelling en uit een tabel.

Het vak voor de algemene voorstelling vermeldt de gegevens op grond waarvan de uitbater van de opslaglocatie en van de afval geïdentificeerd kan worden (voor de koelmiddelen wordt gebruik gemaakt van de code waarin de Waalse afvalcatalogus voorziet, alsook van de code (inzake koelmiddelen) "R-..." in overeenstemming met de norm ISO 817, of elke andere norm die deze norm vervangt of aanvult). Het vermeldt ook de maximumhoeveelheid die opgeslagen mag worden krachtens de wetgeving inzake milieuvergunning en de maatregelen genomen overeenkomstig deze wetgeving met betrekking tot de opslaglocatie.

De tabel bevat de volgende kolommen : ? aanvoerdatum; ? hoeveelheid ? naam en nummer van het milieucertificaat in koeltechnieken van de gespecialiseerde koeltechnicus (facultatief als de locatie door slechts één gespecialiseerde koeltechnicus wordt gebruikt); ? nummer van de interventie die de afval heeft voortgebracht, zoals bedoeld in artikel 10, vierde lid; ? wijze waarop de afval wordt verpakt en opgeslagen (voor de koelmiddelen, het nummer van de fles vermelden).

Het register van de aangevoerde afvalstoffen gaat vergezeld van : ? de afschriften van de attesten bedoeld in artikel 19, § 1, tweede lid, ? de algemene documenten betreffende de opvolging van de afvalstoffen bedoeld in artikel 19, § 1, vierde lid, 1. Register van de afgevoerde afvalstoffen. Het register bevat een afdeling per soort afval, alsook een inhoudstafel met de verschillende afdelingen.

Elke afdeling bestaat uit een vak voor de algemene voorstelling en uit een tabel.

Het vak voor de algemene voorstelling vermeldt de gegevens op grond waarvan de uitbater van de opslaglocatie en van de afval geïdentificeerd kan worden (voor de koelmiddelen wordt gebruik gemaakt van de code waarin de Waalse afvalcatalogus wordt voorziet, alsook van de code (inzake koelmiddelen) "R-..." in overeenstemming met de norm ISO 817, of elke andere norm die deze norm vervangt of aanvult). Het vermeldt ook de maximumhoeveelheid die opgeslagen mag worden krachtens de wetgeving inzake milieuvergunning en de maatregelen genomen overeenkomstig deze wetgeving met betrekking tot de opslaglocatie.

De tabel bevat de volgende kolommen : ? afvoerdatum; ? hoeveelheid; ? gegevens betreffende de ophaler en/of vervoerder en referenties van zijn erkenning en/of registratie; ? referenties van het attest van de overname van de afvalstof, voortgebracht door de ophaler of van het begeleidingsdocument van het vervoer (CMR); ? bestemming van de afvalstoffen.

Het register van de afgevoerde afvalstoffen gaat vergezeld van : ? de documenten betreffende de opvolging van de flessen voor de recuperatie van koelmiddelen bedoeld in artikel 21 als ze worden overhandigd aan ophalers van gevaarlijke afvalstoffen of aan installaties tot hergroepering, voorbehandeling, valorisatie of verwijdering van afvalstoffen die over de vereiste exploitatievergunning beschikken; ? de attesten van de overname van de afvalstoffen of, in voorkomend geval, de afschriften van de CMR-documenten, ? de certificaten van verwijdering of valorisatie van de afvalstoffen. 1. Stand van de opslagen Het register bevat een inventaristabel met de volgende kolommen : ? datum : ? aard van de afval; ? opgeslagen hoeveelheid; ? wijze van verpakking; ? toegelaten maximumhoeveelheid.

Deze inventaris wordt regelmatig en minstens om de maand opgemaakt.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage IX : Attest van de overname van de afvalstoffen teruggenomen op de opslaglocatie beheerd door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf Waartoe dient dit document ? Uit deze attesten blijkt dat de door het koeltechniekbedrijf tijdelijk opgeslagen afvalstoffen afgegeven werden aan bevoegde operatoren, zoals ophalers erkend voor de inzameling van gevaarlijke afvalstoffen en afgewerkte oliën, geregistreerde ophalers van andere afval dan gevaarlijke afval of vergunde installaties, na vervoer door een behoorlijk erkende of geregistreerde vervoerder.

Waar moet dit register bewaard worden ? Deze attesten worden gevoegd bij het register bedoeld in bijlage VIII. Ze worden aan de toezichthoudende ambtenaren overgelegd op hun verzoek. 1. Algemene gegevens Benaming en adres van het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf Nummer of datum van de erkenning : Benaming, gegevens en hoedanigheid van de ophaler-vervoerder van afvalstoffen : ? erkend als ophaler van gevaarlijke afvalstoffen ? erkend als ophaler van afgewerkte oliën ? erkend als ophaler van andere afval dan gevaarlijke afval ? erkend als vervoerder van gevaarlijke afvalstoffen ? erkend als vervoerder van afgewerkte oliën ? erkend als vervoerder van andere afval dan gevaarlijke afval schrappen wat niet past, de erkenningsdata of registratienummers naderbepalen Benaming en gegevens van de installatie tot hergroepering, voorbehandeling, verwijdering of valorisatie van afvalstoffen Datum van overname van de afvalstoffen : Bijzondere instructies om elke milieuemissie te beperken tijdens het vervoer, de hergroepering of de eindbehandeling. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1. Informatie betreffende de aard en hoeveelheden overgenomen afval De eenheden i.v.m. de hoeveelheden worden als volgt vermeld (l, kg, m3,...).

Voor schroot, kunststofafval en resten van isolerende stoffen volstaat een schatting van de hoeveelheden.

Voor de koelmiddelen wordt de gepaste afvalcode in de reeks 14.07.01 tot 14.07.22 gekozen 1. Gevaarlijke afvalstoffen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijkomende gegevens betreffende de koelmiddelen 1.Aard : R- Identificatienummer van de recuperatiecontainer : 1. Andere afval dan gevaarlijke afval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt. Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage X : Jaarlijkse aangifte door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf Waartoe dient dit document ? Dit document is de jaarlijkse aangifte waarmee het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf de Waalse administratie het overzicht bezorgt van de gegevens die betrekking hebben op de aard en hoeveelheden afval voortgebracht door zijn koeltechnici tijdens hun interventies op koelvoorzieningen, enerzijds, en op de wijze waarop deze afval wordt beheerd, anderzijds.

Aan wie moet dit document afgegeven worden ? Ministère de la Région wallonne Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement "Office wallon des déchets" 15, avenue Prince de Liège 5100 Jambes owd.dgrne[/]@mrw.wallonie.be Opmerkingen.

Deze aangifte kan elektronisch worden ingevuld en overgemaakt.

Een aangifteformaat wordt ter beschikking van de gespecialiseerde koeltechniekbedrijven gesteld op de Internetsite van het "DGRNE" (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu).

Luik 1 : Identificatie van de aangifte, van het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf en van de gespecialiseerde koeltechnici die door het bedrijf in dienst genomen worden De aangifte heeft als titel : "Besluit van Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Jaarlijkse aangifte betreffende de afvalstoffen van het bedrijf XXX, gespecialiseerd koeltechniekbedrijf." Naam en adres van het bedrijf.

Gegevens van de verantwoordelijke of contactpersoon (Naam, voornaam, functie en telefoonnummer, e-mail) Periode waarop de aangifte betrekking heeft Na(a)m(en), voorna(a)m(en) en nummer(s) van het(de) milieucertifica(a)t(en) in koeltechnieken van de gespecialiseerde koeltechnicus(ci) Vermeld of een technicus slechts een deel van het jaar voor het bedrijf gewerkt heeft of slechts een deel van het jaar over het milieucertificaat in koeltechnieken beschikt heeft.

Luik 2 : Gegevens betreffende de afvalstoffen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf beheerde tijdelijke opslag Adres van de opslaglocatie Contactpersoon + rechtstreeks telefoonnummer Overzicht van de gegevens opgenomen in het register bedoeld in bijlage VIII. Aangevoerde afvalstoffen.

Totaal per afvalstof Afgevoerde afvalstoffen.

Totaal per afvalstof + gegevens over de bestemmingen (identificaties van de ophalers, vervoerders en installaties tot hergroepering of behandeling) Stand van de afvalopslagen Op 1 januari van het referentiejaar Op 31 december van het referentiejaar Luik 3 : Gegevens betreffende de afvalstoffen uit de interventies van de gespecialiseerde koeltechnicus(ci) die niet langs de tijdelijke opslaglocatie zijn gepasseerd die door het gespecialiseerde koeltechniekbedrijf wordt beheerd De afvalstoffen vermelden die : ? op de locaties van de koelvoorzieningen zijn achtergelaten overeenkomstig de bepalingen van artikel 19 § 2°; ? die onmiddellijk na de interventie van de koeltechnicus door een erkende of geregistreerde ophaler-vervoerder zijn overgenomen; ? die door een koeltechnicus rechtstreeks zijn vervoerd naar een installatie tot hergroepering, voorbehandeling, verwijdering of valorisatie.

Totaal per afvalstof + gegevens over de beheerswijzen (identificaties van de ophalers, vervoerders en installaties tot hergroepering of behandeling) Luik 4 : Melding van elk voorval i.v.m. de milieubescherming Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007 De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage XI : Examens ter beoordeling van de milieukennis en van de vaardigheden inzake energie I : Beoordeling van de milieukennis A. Inleidende bepalingen. 1° De kandidaten die een geldig attest of elk daarmee gelijkgesteld document in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het Vlaamse Gewest of in een andere Lidstaat van de Europese Unie behaald hebben ? overeenkomstig de minimumopleidingseisen bedoeld in de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr.2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen of ? overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) Nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefloreerde broeikasgassen vallen uitsluitend onder titel 1 van de materies van de theoretische proef. 2° Als het examen uit een schriftelijk theoretisch gedeelte en uit een praktisch gedeelte bestaat : a) moet het praktisch gedeelte een deel i.v.m.de hantering van gefluoreerde gassen die als koelmiddel worden gebruikt bevatten, alsook een soldeeroefening; b) Voor elk examendeel apart wordt een aantal punten toegekend.De kandidaat is voor het examen geslaagd als hij voor elk gedeelte 50 % van de punten en in totaal 60 % van de punten behaalt. 3° Als het examen uitsluitend uit een theoretisch gedeelte bestaat, is de kandidaat voor het examen geslaagd als hij 60 % van de punten behaalt. B. Theoretisch examen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C. Praktisch examen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld II : Beoordeling van de vaardigheden inzake energie A. Inleidende bepalingen.

Er wordt voor elk gedeelte punten gegeven. De kandidaat is voor het examen geslaagd als hij voor elk gedeelte 50 % van de punten en in totaal 60 % van de punten behaalt.

B. Theoretisch examen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C. Praktisch examen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage XII : Voorwaarden tot erkenning van de examencentra betreffende milieukennis en vaardigheden inzake energie I. Erkenning van de examencentra betreffende milieukennis A. Examenjury Het examencentrum moet een examenjury samenstellen met inachtneming van de volgende voorwaarden : ? de jury bestaat uit minstens drie koeltechniekspecialisten en wordt voorgezeten door een ingenieur (burgerlijk, industrieel of technisch) of door een persoon die het bewijs van minstens 3 jaar ervaring inzake koeltechniekonderzoek kan overleggen; ? minstens één van de juryleden maakt niet deel van het examencentrum. ? minstens drie juryleden beschikken over een geldig milieucertificaat in koeltechniek. Deze bepaling is pas één jaar na de erkenning van het eerste examencentrum van toepassing.

A. Organisatie van de examens De examenprocedures waarover het examencentrum moet beschikken bevatten : ? de procedure betreffende de keuze van de vragen en praktische oefeningen voor de examens, ? de lijst van alle mogelijke vragen die tijdens het theoretisch examen aan de kandidaten gesteld kunnen worden; deze lijst wordt telkens als nodig bijgewerkt, rekening houdend met de evolutie van de wetgeving op het milieucertificaat inzake koeltechniek en van de technieken of praktijken i.v.m. de uitoefening van het beroep van koeltechnicus die zouden kunnen bijdragen tot de vermindering van emissies uit koelvoorzieningen; ? de lijst van alle praktische oefeningen die tijdens het praktische examen aan de kandidaten voorgelegd kunnen worden, ? een becijferde evaluatierooster voor de beoordeling van de kandidaten en betreffende de theoretische en praktische examenvragen.

A. Technische infrastructuur Voor de organisatie van het praktische gedeelte van de examens ter beoordeling van de milieukennis moet het examencentrum over minstens de volgende technische voorziening beschikken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld II. Erkenning van de examencentra betreffende vaardigheden inzake energie A. Examenjury Het examencentrum moet een examenjury samenstellen dat voldoet aan de criteria omschreven in punt I. A. of dat bestaat uit energeticaspecialisten inzake airconditioningssystemen, onder het voorzitterschap van een ingenieur (burgerlijk, industrieel of technicus) of van een persoon die het bewijs van minstens 3 jaar ervaring in de sector van de energetica betreffende airconditioningssystemen kan overleggen;

De juryleden beschikken over een geldig certificaat voor de energie-inspectie van de airconditioningssystemen. Deze bepaling is pas één jaar na de erkenning van het eerste examencentrum van toepassing.

B. Organisatie van de examens De examenprocedures waarover het examencentrum moet beschikken bevatten : ? de procedure betreffende de keuze van de vragen en praktische oefeningen voor de examens, ? de lijst van alle mogelijke vragen die aan de kandidaten gesteld kunnen worden tijdens het examen, ? een becijferde evaluatierooster voor de beoordeling van de kandidaten en betreffende de examenvragen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007 De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage XIII : Aanvraagformulier voor de erkenning van een examen- of opleidingscentrum, een onderwijsinrichting Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Formulier terugsturen naar volgend adres : Ministère de la Région wallonne Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement Division de la Prévention et des Autorisations avenue Prince de Liège 15, à 5100 NAMUR (Jambes) 1. Identificatie van het examen- of opleidingscentrum - de onderwijsinrichting Officiële benaming van het examen- of opleidingscentrum - de onderwijsinrichting Adres van de maatschappelijke zetel Straat : nr.bus Postcode : Gemeente : Tel. : Fax : E-mail : @ Internetsite : Leidinggevende persoon NAAM Voornaam Hoedanigheid : 2. Voorwerp van de aanvraag tot erkenning (*) (1) Erkenning van een examencentrum milieukennis (2) Erkenning van een examencentrum vaardigheden inzake energie (3) Erkenning onderwijsinrichting of opleidingscentrum gemachtigd voor afgifte certificaten milieukennis (4) Erkenning onderwijsinrichting of opleidingscentrum gemachtigd voor afgifte certificaten energie-inspectie airconditioningssystemen (5) Erkenning centrum voortgezette opleiding (*) Er mag slechts één vak aangekruisd worden.Indien eenzelfde centrum of inrichting om verschillende erkenningen verzoekt, een apart formulier voor elke aanvraag invullen. 3. Over te maken gegevens (*) (1)(2)(3)(4)(5) Persoon verantwoordelijk voor de procedure van het examen ou van de opleiding waarop de erkenning betrekking heeft : NAAM Voornaam (1)(2)(3)(4) Persoon verantwoordelijk voor de koeltechniekinfrastructuur : NAAM Voornaam (1)(2)(3)(4)(5) Samenstelling van de examenjury [(1)(2)] of onderwijspersoneel [(3) (**) (4) (**) (5)] : NAAM Voornaam Diploma of ervaring : Onderwezen materie [enkel voor (3) en (4)] : NAAM Voornaam Diploma of ervaring : Onderwezen materie [enkel voor (3) en (4)] : NAAM Voornaam Diploma of ervaring : Onderwezen materie [enkel voor (3) en (4)] : (1)(2) Voorzitter van de examenjury : NAAM Voornaam (3)(4) Exacte benaming van de opleiding : : (*) Elke gegevensaanvraag wordt voorafgegaan door een nummer dat overeenstemt met het voorwerp van de erkenningsaanvraag (cf.punt 2.).

Als de aanvraag niet voorafgegaan wordt door het nummer dat overeenstemt met de erkenning waarvoor dit formulier wordt ingediend, niets aantekenen. (**) Alleen voor het personeel dat de materies onderwijst i.v.m. de onderwerpen opgenomen in bijlage : ? XI, I voor (3) ? XI, II voor (4). 4. Bij te voegen stukken (*) (1)(2) Juryleden : CV, afschrift van de diploma's, milieucertificaat inzake koeltechniek [alleen voor (1)], certificaat energie-inspectie airconditioningssystemen [alleen voor (2)]. (1)(2) Examenprocedures bedoeld in bijlage XII,I, B en XII,II, B. (1)(2)(3)(4) Beschrijving van de technische infrastructuur. (3)(4) Een verslag met de adequatie tussen het programma van de cursussen onderwezen in de onderwijsinrichting of het opleidingscentrum en de materies omschreven in bijlage ? XI.,I voor (3) ? XI, II voor (4) (5) Een afschrift van het document tot ondersteuning van de voortgezette opleiding. (*) Elke aanvraag wordt voorafgegaan door een nummer dat overeenstemt met het voorwerp van de erkenningsaanvraag (cf. punt 2.). Voeg alleen de stukken bij die voorafgegaan worden door het nummer dat overeenstemt met de erkenning waarvoor dit formulier wordt ingediend.

Verzoek om bijkomende gegevens Het opleidings- of examencentrum/de onderwijsinrichting is verplicht alle in het kader van deze erkenning gevraagde gegevens en stukken aan de Directeur général van de DGRNE of diens afgevaardigde over te maken.

Handtekening Voor de onderwijsinrichting/het opleidingscentrum, handtekening van de leidinggevende persoon, datum.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage XIV : Formulier voor de indiening van een beroep tegen de beslissingen bedoeld in de artikelen 4 § 5, 7, 27 § 5, 30 § 1, 50, 51, 53 en 57 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Formulier terugsturen naar volgend adres : Ministère de la Région wallonne Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement Division de la Prévention et des Autorisations avenue Prince de Liège 15, à 5100 NAMUR (Jambes) 1. Identificatie van de auteur van het beroep Benaming : Adres Straat : nr.bus Postcode : Gemeente : Tel. : Fax : E-mail : [/]@ Leidinggevende persoon NAAM Voornaam Hoedanigheid : 2. Voorwerp en referenties van de betwiste daad (*) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) Het gepaste vak aankruisen. 3. Ontwikkelde middelen (niet uitputtende lijst) 3.1. in rechte 3.2. In feite 3. Verhoor van de eiser door de Directeur-Generaal van de DGRNE of diens afgevaardigde in het kader van een beslissing tot opschorting of intrekking van een erkenning Wenst u gehoord te worden door de Directeur-generaal van de DGRNE of diens afgevaardigde (*) ja nee Het gepaste vak aankruisen.4. Handtekening van de leidinggevende persoon Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt. Namen, 12 juli 2007 De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage XV : Model van milieucertificaat inzake koeltechniek en van certificaat betreffende de energie-inspectie van de airconditioningssytemen I. Milieucertificaat inzake koeltechniek Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld II. Certificaat betreffende de energie-inspectie van de airconditioningssystemen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage XVI : Model van certificaat betreffende de voortgezette opleiding Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007 De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

Bijlage XVII : HCFK bedoeld in artikel 1, 10° Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.

Namen, 12 juli 2007 De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^