Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 12 februari 2009
gepubliceerd op 05 maart 2009

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen voor de opvang van bejaarde personen, gewijzigd op 20 november 2008

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009200868
pub.
05/03/2009
prom.
12/02/2009
ELI
eli/besluit/2009/02/12/2009200868/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen voor de opvang van bejaarde personen, gewijzigd op 20 november 2008


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen voor de opvang van bejaarde personen, gewijzigd bij het decreet van 20 november 2008, inzonderheid op de artikelen 2, 7°, 14°, 15° en 5;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen voor de opvang van bejaarde personen Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 mei 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 juni 2008;

Gelet op het advies nr. 45.739/4 van de Raad van State, gegeven op 21 januari 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals vervangen bij de wet van 2 april 1973;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.Artikel 4, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen voor de opvang van bejaarde personen wordt aangevuld met een 4°, luidend als volgt : "4° de inrichting personen niet mag weigeren omdat ze niet beschikken over voldoende financiële middelen om het totaalbedrag van de huisvestingsprijzen zelf te betalen wanneer ze een garantie genieten via een verbintenis aangegaan door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn."

Art. 3.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt gevolgd door een Hoofdstuk VII/1 dat artikel 23/1 inhoudt, luidend als volgt : "Hoofdstuk VII/1. Aanvullende bepalingen betreffende de toekenning van een subsidie wanneer gebruik gemaakt wordt van artikel 2, 14°, van het decreet."

Art. 23/1.§ 1. Om een subsidie te verkrijgen in geval van uitgestelde aanwerving bedoeld in artikel 2, 14°, van het decreet wordt het principeakkoord van de Minister vereist.

Dat principeakkoord dient om het recht op subsidies te beschermen maar vormt geenszins een vaste verbintenis tot tegemoetkoming. § 2. Het verzoek om principeakkoord gaat vergezeld van het ontwerp van overeenkomst dat minstens de volgende gegevens inhoudt : a) de subsidie die het Waalse Gewest eventueel aan de aanvrager verleent dient uitsluitend voor het project waarvoor ze bestemd is;b) de geplande nieuwbouw-, uitbreidings- of verbouwingswerken voldoen aan de definitie "uitgestelde aanwerving" zoals omschreven in artikel 2, 14°, van voornoemd decreet;c) de modaliteiten volgens welke het onroerend goed ter beschikking van de publieke of privépartner gesteld wordt;d) de publieke of privépartner verbindt zich ertoe op het onroerend goed een nieuwbouw, uitbreiding of verbouwing uit te voeren voor het gebruik van een inrichting voor de opvang van bejaarde personen, met inachtneming van de geldende erkenningsnormen;e) de publieke of privépartner verbindt zich tot de inachtneming van de procedures omschreven in dit besluit wat betreft de overeenkomst over het voorproject, de overeenkomst over het project en de overeenkomst over de eindrekening;f) de termijn waarbinnen de nieuwbouw, de uitbreiding of de verbouwing ter beschikking gesteld worden van de verzoekende instelling;g) de publieke of privépartner verbindt zich ertoe de voorziene financiële modaliteiten in acht te nemen en de werken niet uit voeren zonder de goedkeuring van de detailplannen, bestekken en prijzen door de verzoeker;h) de publieke of privépartner verbindt zich tot de inachtneming van de geldende wetgeving op de overheidsopdrachten. § 3. De aanvraag om principeakkoord wordt aan de administratie gericht bij aangetekend schrijven of via elke door de Regering bepaalde modaliteit die vaste datum aan de verzending verleent. § 4. Binnen dertig werkdagen na ontvangst van het verzoek om principeakkoord bezorgt de administratie de aanvrager hetzij een bericht van ontvangst als het verzoek volledig is, hetzij een bericht waarbij zij hem erom verzoekt zijn aanvraag binnen dertig dagen te vervolledigen en hem op de ontbrekende stukken wijst.

Als geen bericht van ontvangst binnen de voorgeschreven termijnen wordt toegestuurd, wordt het verzoek om principeakkoord geacht ontvankelijk te zijn.

De Minister beslist binnen zes maanden na ontvangst van het volledige dossier over het verzoek om principeakkoord en geeft de verzoekende instelling kennis van zijn beslissing. § 5. Als de Minister zich niet uitgesproken heeft binnen de zes maanden bedoeld in § 4, wordt het principeakkoord geacht gegeven te zijn. § 6. De subsidie wordt ter beschikking van de verzoekende instelling gesteld zodra zij het recht van gebruik van de nieuwbouw, uitbreiding of verbouwing verwerft, bij de voorlopige oplevering, mits naleving van de erkenningsnormen en voor zover zij ten gunste van het Waalse Gewest een bankgarantie heeft gesteld die betrekking heeft op het subsidiebedrag."

Art. 4.Artikel 23/1 van hetzelfde besluit wordt gevolgd door een hoofdstuk VII/2 dat artikel 23/2 inhoudt, luidend als volgt : "Hoofdstuk VII/2 - Specifieke bepalingen betreffende de toekenning van een subsidie in geval van aankoop bedoeld in artikel 2, 15°, van het decreet.

Art. 23/2.§ 1.Om een subsidie te verkrijgen overeenkomstig artikel 2, 15°, van het decreet wordt het principeakkoord van de Minister vereist.

Dat principeakkoord dient om het recht op subsidies te beschermen maar vormt geenszins een vaste verbintenis tot tegemoetkoming. § 2. Het verzoek om principeakkoord gaat vergezeld van de volgende stukken : a) een uitvoerige memorie met de omschrijving van de aard en de toestand van het aan te werven goed en met het bewijs van het vermogen om een inrichting voor de opvang van bejaarde personen te worden, met inachtneming van de geldende erkenningsnormen en van de financiële mogelijkheden omschreven in artikel 5, 6°, van het decreet;b) een financieel plan met de modaliteiten volgens welke de verzoekende instelling haar tegemoetkoming in de aankoop ten laste neemt;c) het bewijs van de inschrijving in de geldende programmering;d) het gunstig advies van de administratie wat betreft het gebruik van het goed als inrichting voor de opvang van bejaarde personen.De administratie beschikt over een termijn van drie maanden om advies uit te brengen. Bij gebrek aan advies binnen die termijn van drie maanden, wordt het advies geacht gunstig te zijn. § 3. Het verzoek om principeakkoord wordt aan de administratie gericht bij aangetekend schrijven of via elke door de Regering bepaalde modaliteit die vaste datum aan de verzending verleent. § 4. Binnen dertig werkdagen na ontvangst van het verzoek om principeakkoord bezorgt de administratie de aanvrager hetzij een bericht van ontvangst als het verzoek volledig is, hetzij een bericht waarbij zij hem erom verzoekt zijn aanvraag binnen dertig dagen te vervolledigen en hem op de ontbrekende stukken wijst.

Als geen bericht van ontvangst binnen de voorgeschreven termijnen wordt toegestuurd, wordt het verzoek om principeakkoord als ontvankelijk beschouwd.

De Minister beslist binnen zes maanden na ontvangst van het volledige dossier over het verzoek om principeakkoord en geeft de verzoekende instelling kennis van zijn beslissing. § 5. Als de Minister zich niet uitgesproken heeft binnen de termijn van zes maanden bedoeld in § 4, wordt het principeakkoord geacht gegeven te zijn. § 6. Het verzoek om subsidie ingediend in geval van principeakkoord van de Minister gaat vergezeld van de volgende stukken : a) de maatvoeringen;b) de verkoopbelofte;c) de raming van het goed door de ontvanger van de registratie of door het Aankoopcomité of door het college bedoeld in artikel 5, § 1, 6°, a), van het decreet, met uitsluiting van de prijs van het terrein;d) desgevallend, een schets van voorontwerp van de inrichting van de aan te werven goederen, met een eerste raming van de werken. § 7. Het verzoek om subsidie wordt aan de administratie gericht bij aangetekend schrijven of via elke door de Regering bepaalde modaliteit die vaste datum aan de verzending verleent. § 8. Binnen dertig werkdagen na ontvangst van het verzoek om subsidie bezorgt de administratie de aanvrager hetzij een bericht van ontvangst als het verzoek volledig is, hetzij een bericht waarbij zij hem erom verzoekt zijn aanvraag binnen dertig dagen te vervolledigen en hem op de ontbrekende stukken wijst.

Als geen bericht van ontvangst binnen de voorgeschreven termijnen wordt toegestuurd, wordt het verzoek om subsidie als ontvankelijk beschouwd.

De Minister beslist binnen twaalf maanden na ontvangst van het volledige dossier over het verzoek om subsidie en geeft de verzoekende instelling kennis van zijn beslissing."

Art. 5.Het decreet van 20 november 2008 tot wijziging van het decreet van 7 november 2007 betreffende de subsidies voor investeringen in inrichtingen voor de opvang van bejaarde personen treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 6.De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 12 februari 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D. DONFUT

^