Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 11 februari 1999
gepubliceerd op 13 maart 1999

Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming verleent aan rechtspersonen voor de oprichting van middelgrote woningen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027178
pub.
13/03/1999
prom.
11/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/11/1999027178/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Waalse Regering waarbij het Gewest een tegemoetkoming verleent aan rechtspersonen voor de oprichting van middelgrote woningen


De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 33, 35 tot en met 43 en 79;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 173 en 182;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding van de Waalse Huisvestingscode op 1 maart 1999, waarbij de uitvoeringsbesluiten van de voormalige Huisvestingscode vóór deze datum verplicht aangepast moeten worden aan de nieuwe decretale bepalingen;

Overwegende dat de aanpassing van de verschillende informatiesystemen per 1 maart 1999 doorgevoerd moet zijn;

Overwegende dat daarmee bedoeld worden de informatica- en administratieve procedures, maar ook de bij de uitvoeringsbesluiten van de Code opgelegde administratieve documenten, alsmede de voorlichting van de personeelsleden;

Overwegende dat de bepalingen van de Code omwille van de rechtszekerheid en de continuïteit van de diensten bijgevolg dringend aangenomen moeten worden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister bevoegd voor Huisvesting;2° bestuur : de afdeling Huisvesting van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest;3° aanvrager : een publiekrechtelijke rechtspersoon;4° kostprijs van de woning : het totaalbedrag van de als zodanig door de aanvrager geboekte uitgaven voor de bouw, de aankoop en de herstructurering van een gebouw of de aanpassing van een verbeterbare woning, alle kosten inbegrepen, met uitzondering van de waarde van het terrein en van de prijs voor de inrichting van de directe omgeving ervan.

Art. 2.De Minister kan een toelage aan de aanvrager toekennen voor de bouw, de aankoop en de herstructurering van een gebouw of de renovatie van een verbeterbare woning om er middelgrote woningen bestemd om verhuurd te worden, van te maken, voor zover de in artikel 3 bedoelde werken krachtens andere wettelijke of reglementaire bepalingen niet voor rekening zijn van openbare overheden.

Art. 3.§ 1. De toelage wordt vastgesteld op 30 % van de bouw-, aankoopprijs en van de kosten van de herstructureringswerken van een gebouw of van de renovatiewerken van een verbeterbare woning.

De toelage wordt op 40 % van de bovenvermelde kosten gebracht voor de gebouwen gelegen in een bijzondere wijk.

In de zin van dit besluit wordt verstaan onder bijzondere wijk : 1° een in artikel 79, § 2, 2°, 3° en 4°, van de Waalse Huisvestingscode bedoeld gebied;2° een prioritaire actiezone bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 4 juli 1996 betreffende de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst;3° een krachtens artikel 173 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium erkende stadsvernieuwingsomtrek;4° een krachtens artikel 167 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium erkende afgedankte bedrijfsruimte. § 2. Indien een gedeelte van de verbeterbare woning gesloopt moet worden, omvatten de in artikel 1, 13°, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde werken de sloping en de wederopbouw van een omvang gelijk aan het gedeelte van het gesloopte gebouw. § 3. De aankoopprijs van het gebouw wordt overgenomen, voor zover de authentieke aankoopakte getekend is maximum één jaar vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde toelage is aangevraagd. § 4. De aanvrager kan het gebouw gedeeltelijk gebruiken voor een andere bestemming dan de huisvesting.

In dat geval wordt de toelage toegekend in verhouding tot de voor de huisvesting bestemde oppervlakte. § 5. Komen niet in aanmerking voor de berekening van de toelage : 1° de afwerking, met uitzondering van die betreffende de gemeenschappelijke lokalen van de gebouwen;2° de werken betreffende de inrichting van de directe omgeving;3° de garages die niet deel uit maken van het gebouw;4° de kostprijs van de grond.

Art. 4.§ 1. De toelage is wordt toegekend mits naleving van de in de §§ 2 à 6 bedoelde voorwaarden. § 2. De prijs van de woning overschrijdt niet BEF 4 500 000 voor een huis of BEF 4 000 000 voor een appartement. De kosten van de werken per m2 nuttige huisvestingsoppervlakte mogen niet hoger zijn dan BEF 40 000, BTW exclusief.

Voor flatgebouwen zijn de kosten van de gemeenschappelijke lokalen inbegrepen in de prijs van de woningen.

Voor een renovatie of een herstructurering en op gemotiveerd voorstel van het bestuur kan de Minister van deze bedragen afwijken als het gebouw op het vlak van monumentenzorg waardevol is of als de meerkosten gebonden zijn aan een bijzondere verrichting. § 3. De termijn waarin de verrichting moet worden uitgevoerd is twee jaar vanaf de kennisgeving van de toelagetoekenning.

De werken moeten beëindigd zijn binnen een termijn van drie jaar vanaf deze zelfde kennisgeving.

Op gemotiveerd voorstel van het bestuur kan de Minister een extra termijn van één jaar verlenen. § 4. De woning is conform de criteria die bepaald zijn in het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 1999 waarbij de gezondheidsnormen, de verbeterbaarheid van de woningen alsmede de minimumnormen voor de toekenning van subsidies worden bepaald. § 5. In geval van renovatie of herstructurering verbindt de maatschappij zich ertoe alle bewarende maatregelen ten opzichte van het gebouw te treffen. § 6. De aanvrager is houder van een zakelijk recht op het gebouw uiterlijk op het ogenblik waarop de opdracht wordt gegeven om de werken aan te vatten.

Art. 5.De aanvrager dient een aanvraag om subsidie bij het bestuur in volgens de door de Minister bepaalde voorwaarden.

Art. 6.De in artikel 41 van de Waalse Huisvestingscode bedoelde plenaire vergadering wordt bijeengeroepen op verzoek van de aanvrager, van het bestuur of van de bij de aanvraag betrokken gemeente.

De Minister stelt de werkingsvoorwaarden van deze laatste vast.

Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen worden de gemotiveerde adviezen aan de Minister overgemaakt opdat hij daarover een beslissing zou nemen.

Art. 7.De belofte voor de steun van het Gewest wordt door de Minister gegeven.

De toekenning ervan is, in voorkomend geval, onderworpen aan de aflevering van een stedenbouwkundig attest of van een stedenbouwvergunning.

Het voorlopig bedrag van de steun wordt berekend op grond van de raming van het ontwerp en van de aankoop- of onteigeningskosten.

Het definitief bedrag is vastgesteld op grond van de aanbesteding van de werken en van de aankoop- of onteigeningsakten.

Deze bedragen worden met 10 % verhoogd als tussenkomst in de algemene kosten.

Het definitief bedrag van de subsidie kan slechts aangepast worden indien onverwachte lasten voorkomen tijdens de werken en op voorlegging van de bewijsstukken.

De werken, met uitzondering van de werken ter beveiliging van het gebouw, mogen niet beginnen vóór de bekendmaking van de steunbelofte.

Art. 8.De uitbetaling van de subsidie gebeurt op volgende wijze: 1° een eerste schijf, hetzij 40 %, op voorlegging van het bevel de werken te starten;2° een tweede schijf, hetzij 30 %, op voorlegging van de bewijsstukken betreffende het gebruik van de eerste schijf;3° het saldo, op voorlegging van de eindrekening en nadat het bestuur een controle ter plaatse heeft uitgevoerd.

Art. 9.De aanvrager houdt een register bij van de aanvragen voor middelgrote woningen.

De woning wordt toegekend op volgende wijze : 1° de huurder moet een gezin met een gemiddeld inkomen zijn;2° hij mag geen woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, behalve indien het een onverbeterbare of onbewoonbare woning betreft of hij zich ertoe verbindt deze woning te verkopen binnen het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van de huurovereenkomst met betrekking tot de middelgrote woning. Op verzoek van de aanvrager kan de Minister een afwijking toestaan van de voorwaarde van het in artikel 1, 31° van het Waalse Huisvestingscode bedoelde minimuminkomen wanneer de middelgrote woningen zich op het grondgebied van een gemeente met een in artikel 79, § 2, 1° van het Waalse Huisvestingscode bedoelde hoge vastgoeddruk bevinden.

Indien een woning meer dan drie maanden zonder onderbreking leeg staat, kan de aanvrager ze verhuren aan een gezin met een gemiddeld inkomen voor een niet-hernieuwbare periode van maximum drie jaar.

De woning is geproportioneerd indien het uit een aantal kamers bestaat, dat vastgesteld is overeenkomstig de samenstelling van het huishouden, hetzij: 1° een kamer per alleenstaande persoon;2° een kamer per koppel, gehuwd of samengesteld uit personen die samenleven;3° een bijkomende kamer voor het koppel, gehuwd of samengesteld uit personen die samenleven, en waarvan ieder lid ten minste 35 jaar oud is;4° twee kamers per koppel, gehuwd of samengesteld uit personen die samenleven, indien één der leden gehandicapt is of in gelijkaardige gevallen, op gemotiveerd verzoek van de aanvrager;5° een kamer per gehandicapt kind;6° een kamer voor twee kinderen van hetzelfde geslacht en jonger dan 10 jaar;7° twee kamers voor kinderen van verschillend geslacht en waarvan een ouder dan 6 jaar is. De leegstaande geproportioneerde woning wordt toegekend aan een gezin met een gemiddeld inkomen waarvan het globaal belastbaar jaarinkomen, afgerond op duizend frank, het laagst is.

Bij gelijke voorrang wordt de woning gegund aan het gezin dat zich het eerst gemeld heeft.

Art. 10.§ 1. De op jaarlijkse basis berekende oorspronkelijke huur is gelijk aan 5 % van de kostprijs van de woning.

De in het eerste lid bedoelde huur wordt op 1 januari van elk jaar aangepast : ze is gelijk aan 5 % van de geactualiseerde kostprijs van de woning. Deze actualisatie gebeurt op basis van dezelfde criteria en modaliteiten als die toegepast worden door de Regering betreffende de huur van de sociale woningen beheerd door de "Société régionale wallonne du Logement" (Waalse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij) of door een openbare huisvestingsmaatschappij). § 2. Onverminderd de bepalingen van het eerste alinea van dit artikel worden de betrekkingen tussen de aanvrager en zijn huurders door het Burgerlijk Wetboek geregeld. De onderverhuring is verboden. § 3. Voor de eerste verhuring van middelgrote woningen doet de maatschappij de berekening van de in artikel 10, § 1, bedoelde oorspronkelijke huren, verdeeld onder de woningtypes, aan het bestuur toekomen.

Art. 11.De aanvrager maakt jaarlijks aan het bestuur een verslag over betreffende de verloop van de operatie en meer bepaald over de situatie van de huurders en het geheel van de ontvangen huurprijzen.

Art. 12.De bestemming van de woning moet behouden worden gedurende dertig jaar te rekenen vanaf de datum waarop ze voor het eerst werd betrokken.

Indien een woning verkocht wordt of het zakelijk recht ervan afgestaan wordt legt de aanvrager de verkoop- of afstandsovereenkomst ter goedkeuring aan de Minister voor.

Art. 13.Het bedrag die de rechthebbende moet terugbetalen in geval van niet-naleving van de voorwaarden betreffende de toekenning van de toelage, wordt vastgesteld als volgt : R = (1-(D/30)2) x M waar : R = het bedrag van de terugbetaling;

D = de duur, in jaren, waarin de voorwaarden werden nageleefd;

M = het bedrag van de toelage.

Art. 14.Indien een middelgrote woning gebouwd met de steun van het Gewest overeenkomstig de besluiten van de Waalse Regering van 29 september 1994, 30 maart 1995, 13 juni 1996 en 13 maart 1997 wordt verhuurd, zijn artikelen 9, 10, 11, 12 en 13 van dit besluit van toepassing.

Art. 15.Het besluit van de Waalse Regering van 13 maart 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Gewest tegemoetkomt in de financiering van de oprichting van middelgrote woningen wordt opgeheven.

Art. 16.Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 13 maart 1997 betreffende de oprichting van middelgrote woningen door een openbare instelling toepasselijk op de aanvragen voor steun waarvoor het bestuur kennis gegeven heeft van een vaste belofte van steun vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1999.

Art. 18.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 11 februari 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX

^