gepubliceerd op 13 maart 1999
Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de uitrusting van groepen van woningen
11 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de uitrusting van groepen van woningen
De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op artikelen 44 tot en met 53 en 79;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding van de Waalse Huisvestingscode op 1 maart 1999, waarbij de uitvoeringsbesluiten van de voormalige Huisvestingscode vóór deze datum verplicht aangepast moeten worden aan de nieuwe decretale bepalingen;
Overwegende dat de aanpassing van de verschillende informatiesystemen per 1 maart 1999 doorgevoerd moet zijn;
Overwegende dat daarmee bedoeld worden de informatica- en bestuursprocedures, maar ook de bij de uitvoeringsbesluiten van de Code opgelegde administratieve documenten, alsmede de voorlichting van de personeelsleden;
Overwegende dat de bepalingen van de Code omwille van de rechtszekerheid en de continuïteit van de diensten bijgevolg dringend aangenomen moeten worden;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister bevoegd voor Huisvesting;2° bestuur : de afdeling Huisvesting van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest 3° aanvrager : de overheid of instelling bedoeld in artikel 44, § 1, van de Waalse Huisvestingscode;4° bouwmeesterschap : de studie en aanbesteding van de infrastructuurwerken waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk door het Gewest worden gedragen alsmede de directievoering van en het toezicht over de uitvoering van die werken tot en met de definitieve oplevering ervan.
Art. 2.De Minister kan een subsidie aan de aanvrager toekennen voor de uitrusting van groepen van woningen, voor zover de kosten van de werken bedoeld in dit besluit niet gedragen worden door de overheid krachtens andere wettelijke of regelgevende bepalingen.
Art. 3.§ 1. De in artikel 44, § 1, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde uitrusting met wegen omvat de aanleg of de heraanleg van : 1° binnenwegen, dwz.de wegen gelegen binnen de grenzen van de eigendom van de aanvragers; zij bestaan uit wegen die aan het verkeer van voertuigen worden voorbehouden, de voetpaden, de noodzakelijke parkeerplaatsen, de inritten naar de parkeergarages en de normale maneuvreerruimten voor deze garages. 2° randwegen, dwz.de langs één enkele zijde door het woningcomplex omzoomde wegen; zij bestaan uit wegen die voor het verkeer van voertuigen bestemd zijn, alsmede uit de voetpaden en de noodzakelijke parkeerplaatsen gelegen naast de groep van woningen; 3° de buiten het woningcomplex gelegen wegen die noodzakelijk zijn om normaal toegang te hebben tot de groep van woningen;zij bestaan uit wegen die aan het verkeer van voertuigen worden voorbehouden, alsmede desnoods een voetgangerstoegang; 4° de voorzieningen bepaald bij de wetsbepalingen die van toepassing zijn op woongebieden en zones met een snelheidsbeperking van 30 km/u;5° het straatmeubilair. De wegen omzoomd door de ruimten waarvan de aard zelf of een reglement van algemene orde verhindert dat andere woningen dan die van de groep van de betrokken woningen worden voorzien van deze wegen, worden met binnenwegen gelijkgesteld. § 2. De kosten van de in § 1 bedoelde voorzieningen worden gedragen door het Gewest : 1° voor de binnen- en gelijkgestelde wegen : voor volle 100 %;2° voor de randwegen : tegen 80 %, behalve voor de parkeerplaatsen en voetpaden gelegen langs de groep van woningen waarvoor de subsidie 100 % bedraagt;3° voor de buiten de groep van woningen gelegen wegen : tegen 60 %. Niet voor rekening van het Gewest zijn : 1° de versteviging of de inrichting van gebouwen als gevolg van de opneming van wegen in de bouw of van de door deze wegen veroorzaakte belasting;2° de voor de wegenaanleg of -inrichting noodzakelijke steunmuren ten gevolge van de bijzondere plaatsing van de gebouwen;3° de binnen overdekte plaatsen gelegen voorzieningen;4° de op overdekte plaatsen gelegen afdichtingslagen en beschermende lagen;5° de verkeerstekens;6° de andere kokers voor wegovergang dan die bestemd voor de leidingen van watervoorziening en voor de kabels van openbare verlichting.
Art. 4.§ 1. De in artikel 44, § 1, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde riolering omvat de aanleg of de heraanleg van : 1° de noodzakelijke riolen voor het opvangen van het van boven afstromende afval- of oppervlaktewater van de groep van woningen;2° de spruitleidingen voor de huisaansluitingen tot de grens van het publiek domein;3° de riolen buiten de groep van woningen tot aan de dichtsbij gelegen toegestane lozingsplaats;4° de bufferbassins;5° de pompstations. § 2. De kosten van de in § 1 bedoelde voorzieningen worden integraal door het Gewest gedragen voor zover zij enkel voor de groep van woningen en haar uitbreidingen kunnen worden gebruikt. In het tegenovergestelde geval bedraagt de subsidie 60 %.
Niet voor rekening van het Gewest zijn : de overwelving, de verlegging en de herprofilering van waterlopen.
Art. 5.§ 1. De in artikel 44, § 1, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde voorziening met openbare verlichting omvat de aanleg of de heraanleg van het verlichtingsnet van de in artikel 3 bedoelde wegen alsmede van de in artikel 7, 2°, bedoelde voetwegen.
Het in aanmerking genomen net omvat : 1° in het luchtnet : a) de verlichtingsarmaturen en de kromme lichtmasten;b) de eigen stroomtoevoerkabel of een deelneming aan de gemeenschappelijke kabelvoering naar rata van de secties;2° in het ondergrondnet : a) de verlichtingsarmaturen;b) de masten van de openbare verlichting;c) de eigen stroomtoevoerkabel;d) de grondwerken geheel geteld voor de geulen eigen aan de openbare verlichting en wat de geulen voor het plaatsen van de kabel van openbare verlichting samen met andere kabels betreft, voor 1/10e geteld;e) het aarden van het net. § 2. De kosten van de in § 1 bedoelde voorziening wordt door het Gewest gedragen tot dezelfde percentages als die bepaald voor de wegen, voetpaden en, in voorkomend geval, voor de aanvullende uitrustingen.
Niet voor rekening van het Gewest zijn : 1° de telapparaten;stuur- en beschermingsinrichtingen aan het begin van het net; 2° de transformatorshuisjes;3° de masten van het luchtnet.
Art. 6.§ 1. Het in artikel 44, § 1, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde watervoorzieningsnet omvat de aanleg of de heraanleg van : 1° de nodige leidingen voor de drinkwatervoorziening van de groep van woningen;2° de waterkranen en -aansluitklemmen nodig voor de brandbestrijding in de groep van woningen. § 2. De kosten van de in § 1 bedoelde voorzieningen worden integraal door het Gewest gedragen voor zover zij uitsluitend de groep van woningen en haar uitbreidingen voorzien. In het tegenovergestelde geval worden die voorzieningen door het Gewest gedragen voor een bedrag van 60 %.
Wanneer de geul gemeenschappelijk is voor andere rechtverkrijgenden, worden de kosten van de grondwerken gedragen voor een bedrag beperkt tot 60 %.
Niet voor rekening van het Gewest zijn : 1° de verbindingen en huisleidingen in de woningen;2° de overdrukpompen en hydrofoorinstallaties;3° de waterwinningen en pompstations;4° de watertorens en -reservoirs alsmede hun watervoorzieningsverstevigingen.
Art. 7.§ 1. De in artikel 44, § 1, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde aanleg of heraanleg van de gemeenschappelijke terreinen rond de groep van woningen omvat : 1° het egaliseren, het geschiktmaken van de grond, de ontwatering evenals de beplantingen en grasbezaaiingen van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten en niet-privatieve achteruitbouwstroken langs de wegen;2° de aanleg van voetwegen gelegen binnen die ruimten;3° de aanleg van toegangen tot woningen en garages gelegen in de achteruitbouwstreken die aan de gemeente toebehoren;4° de infrastructuur van speelterreinen, met inbegrip van het eventueel omheinen ervan, voor een door de Minister vastgestelde oppervlakte;5° het straatmeubilair. § 2. De kosten van de in § 1 bepaalde voorzieningen worden door het Gewest gedragen voor volle 100 %.
Niet voor rekening van het Gewest zijn : 1° in de achteruitbouwstroken: de steunmuren en trappen;2° de afvoergoten voor de woningen en garages;3° de voorzieningen die het gevolg zijn van de localisatie, de opzet en van de bijzondere plaatsing van de gebouwen op het terrein of die noodzakelijk zijn om het terrein bouwrijp te maken;4° de sierelementen die deel uitmaken van het architectonisch geheel, zoals bloembakken, fonteinen en beeldhouwwerken;5° de omheining van de eigendom van de aanvrager. In geval van verrichtingen met betrekking tot bestaande gebouwen bepaalt de Minister, voor elk geval, de in § 2, 1°, 2° en 3°, bedoelde werken die de tegemoetkoming van het Gewest kunnen genieten.
Art. 8.§ 1. De in artikel 44, § 1, 3°, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde aanvullende voorzieningen van gemeenschappelijk belang, die noodzakelijk deel uitmaken van de groep van woningen, omvatten de uitvoering van gemeenschappelijke zalen alsmede woonvriendelijkheids- en vergaderzalen.
De Minister bepaalt de verdere aanvullende voorzieningen van gemeenschappelijk belang die met een tegemoetkoming van het Gewest kunnen worden uitgevoerd. § 2. De kosten van de voorzieningen bedoeld in § 1 worden door het Gewest gedragen tegen 80 %.
De subsidie wordt op 90 % van de bovenvermelde kosten gebracht voor voorzieningen die in een specifieke wijk gelegen zijn.
In de zin van dit besluit wordt verstaan onder specifieke wijk : 1° een gebied bedoeld in artikel 79, § 2, 2°, 3° en 4°, van de Waalse Huisvestingscode;2° een prioritaire actiezone bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 4 juli 1996 betreffende de integratie van vreemdelingen of van personen van buitenlandse herkomst;3° een krachtens artikel 173 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium erkende stadsvernieuwingsomtrek;4° een krachtens artikel 167 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium erkende afgedankte bedrijfsruimte.
Art. 9.De voorziening van de gronden bestemd voor verplaatsbare woningen die door nomaden bewoond worden, zoals bepaald in artikel 44, § 2, van de Waalse Huisvestingscode, omvat de aanleg of de heraanleg van de voorzieningen bedoeld in de artikelen 3 tot en met 7 van dit besluit.
Art. 10.De volgende kosten komen niet in aanmerking voor de berekening van de subsidie : 1° de onteigeningskosten van de gronden waarop de werken waarvoor de tegemoetkoming van het Gewest wordt gevraagd, zullen worden uitgevoerd;2° de kosten van de werken die het gevolg zijn van de erfdienstbaarheden waarmee die gronden zijn bezwaard;3° slopingskosten van bestaande gebouwen;4° de wijzigingen aangebracht aan de uitgevoerde voorzieningen en die al door het Gewest worden gedragen, met uitzondering van verrichtingen met betrekking tot bestaande gebouwen.
Art. 11.§ 1. De subsidie wordt toegekend mits naleving van de in §§ 2 tot en met 4 bedoelde voorwaarden. § 2. Het aantal sociale woningen, gelijkgestelde sociale woningen en integratie- en transitwoningen, ingericht in de groep van woningen, moet, na afloop van elke inrichtingsfase, minimum twee derde van de woningen vertegenwoordigen.
Dit minimum wordt op 50 % teruggebracht wanneer de verrichting wordt uitgevoerd in het kader van een in artikel 79, § 2, 1° van de Waalse Huisvestingscode bedoeld bevoorrecht initiatiefgebied.
De Minister mag toestaan dat hiervan wordt afgeweken bij de uitvoering van elke inrichtingsfase, voor zover de bovenvermelde minima na afloop van de verrichting bereikt worden.
Leden 1 en 2 zijn niet van toepassing voor groepen van middelgrote huurwoningen die aan de voorschriften van artikel 33 van de Waalse Huisvestingscode beantwoorden. § 3. De gemiddelde lintbebouwing langs de openbare weg van het geheel van de percelen mag 20 meter niet overschrijden.
Deze beperking bedraagt 25 meter wanneer de verrichting uitgevoerd wordt in een woongebied met landelijk karakter en buiten de woonkernen.
Deze bepaling is niet van toepaasing op gronden bestemd voor verplaatsbare woningen die door nomaden bewoond worden. § 4. De op de percelen te bouwen woningen moeten aan de criteria beantwoorden die bepaald zijn in het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 1999 waarbij de gezondheidsnormen, de verbeterbaarheid van de woningen, alsmede de minimumnormen voor de toekenning van subsidies worden bepaald.
Art. 12.De aanvrager dient een subsidieaanvraag in bij het bestuur volgens de door de Minister bepaalde voorwaarden.
Hij stipt aan of hij om de toepassing van artikel 46 van de Waalse Huisvestingscode verzoekt. In dat geval zijn de artikelen 14 en 15 van dit besluit niet van toepassing en bepaalt de Minister de regels en voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming door het Gewest.
Art. 13.De plenaire vergadering wordt bijeengeroepen in de volgende gevallen : 1° op verzoek van de aanvrager of van de bij de aanvraag betrokken gemeente;2° wanneer een stedenbouwkundige vergunning vereist is voor het ontwerp en op dat ogenblik nog niet door het bevoegde bestuur afgeleverd is. De werkingswijze van deze plenaire vergadering wordt door de Minister vastgelegd.
Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen worden de met redenen omklede adviezen ter beslissing aan de Minister overgemaakt.
Art. 14.De belofte van tegemoetkoming wordt door de Minister afgegeven. Deze tegemoetkoming wordt, in voorkomend geval, pas toegekend nadat een stedenbouwkundig attest of een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd is.
Het voorlopige bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald op grond van de raming van de vooropgestelde werken.
Het definitieve bedrag wordt bepaald op grond van de aanbesteding van de werken.
De bijdrage van het Gewest tot de algemene kosten wordt bepaald op 5 % van de gedragen kosten van de werken.
Het definitieve bedrag van de subsidie kan pas worden aangepast indien tijdens de werken blijkt dat onverwachts moeilijkheden opduiken, wat door overlegging van bewijsstukken moet worden gestaafd.
Art. 15.De subsidie wordt op de volgende wijze uitbetaald : 1° een eerste schijf van 40 % van het bedrag na overlegging van het bevel tot aanvatten van de werken;2° een tweede schijf van 30 % op grond van stukken ter staving van de aanwending van de eerste schijf;3° het resterend bedrag op basis van de eindrekening van de werken en nadat het bestuur zich ter plaatse van hun verwezenlijking is komen vergewissen.
Art. 16.De in artikel 49, § 2, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde termijn wordt bepaald op vijf jaar en gaat in de dag waarop de aankoopsakte van het perceel gesloten wordt.
In geval van verkoop van een woning of van afstand van zakelijke rechten erop wordt de verkoop- of afstandovereenkomst door de aanvrager ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd.
Art. 17.Het bedrag dat de tegemoetkomingsgerechtigde moet terugbetalen in geval van niet-naleving van de voorwaarden voor de toekenning van de in dit besluit vermelde tegemoetkomingen, wordt vastgesteld als volgt : R = (1 - (D/30)2) x M, waarbij : R staat voor het bedrag dat terugbetaald moet worden;
D, voor de in jaren uitgedrukte duur van de periode waarin de voorwaarden werden nageleefd;
M, voor het bedrag van de subsidie.
Art. 18.Voor de toepassing van artikel 50 van de Waalse Huisvestingscode omvatten de aan de gemeente overgedragen voorzieningen en inrichtingen de gasleidingen en elektriciteits-, teledistributie- en telefoonkabels alsmede de aanvullende voorzieningen van de rioleringsnetten, zoals pompstations.
De niet-privatieve gemeenschappelijke omgeving wordt ook aan de gemeente overgedragen.
Het overdragen van de in de eerste twee leden bedoelde voorzieningen wordt op initiatief van de bouwheer vastgesteld door een proces-verbaal overeenkomstig het door de Minister bepaalde model.
Art. 19.Door de aanvrager kan worden toegestaan dat woningen gebouwd worden door een privé-bedrijf. Dit bedrijf heeft dan tot taak deze woningen aan particulieren door te verkopen.
In dit geval sluit de aanvrager een overeenkomst met het bedrijf over het type van woningen, over de voorwaarden inzake vermogen en inkomen van de aankopers, en over de bouwtermijn van de woningen volgens de door de Minister bepaalde voorschriften.
Art. 20.§ 1. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 april 1990 tot bepaling van de wijze van toepassing van artikel 77novies van de Waalse Huisvestingscode, wordt opgeheven. § 2. Bij wijze van overgangsmaatregel blijft bovenvermeld besluit van toepassing op de aanvragen om uitrustingen waarvoor de Minister de opdracht voor aanneming van werken heeft goedgekeurd vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit. § 3. Bij wijze van overgangsmaatregel blijft bovenvermeld besluit van toepassing op de woningen die gebouwd zullen worden op de percelen die vóór de opheffing ervan verkocht werden.
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1999.
Art. 22.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 11 februari 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX