gepubliceerd op 10 mei 2023
Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Waalse Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen
10 MAART 2023. - Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Waalse Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen, artikelen 1, 29°, eerste lid, c), 29, laatstelijk gewijzigd bij het
decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
22/12/2021
pub.
30/11/2022
numac
2022034344
bron
waalse overheidsdienst
Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum
sluiten en 31;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 maart 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/03/2012 pub. 10/04/2012 numac 2012202022 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen sluiten waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen;
Gelet op het rapport van 11 december 2020 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juli 2021;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 10 maart 2023;
Gelet op het advies van de "Union des villes et communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten, uitgebracht op 14 september 2021;
Gelet op het advies van de "Société wallonne du Logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij), gegeven op 20 september 2021;
Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 9 maart 2022;
Gelet op advies nr. 71.547/4 van de Raad van State, gegeven op 7 juli 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de beleidsgroep "Huisvesting", gegeven op 28 september 2021;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister: de Minister bevoegd voor Huisvesting;2° Administratie: het Departement Huisvesting van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie;3° operator: de overheden of instanties bedoeld in artikel 1, 23°, van het Waals Wetboek van Duurzaam Wonen alsook de niet-erkend einstellingen met een maatschappelijk doel, met uitzondering van de provincies, de "Société wallonne du logement" (Waalse Huisvestingsmaatschappij) en de openbare huisvestingsmaatschappijen;4° kostprijs van de woning: het bedrag van de uitgaven die nodig zijn voor de oprichting van een transitwoning, met inbegrip van de kosten voor de verwerving van de zakelijke rechten op een onroerend goed, de bouw, de renovatie, de herstructurering, de aanpassing, alle kosten, honoraria, belastingen en meubilair inbegrepen, met uitzondering van de kostprijs van de eventuele sloop van de gebouwen die op de plaats van de te bouwen woning gelegen zijn, de waarde van het terrein, de kostprijs van de inrichting van de omgeving en de tegemoetkomingen verkregen overeenkomstig andere regelgevingen;5° maximale toegelaten kostprijs : het theoretische bedrag dat niet kan worden overschreden door de kostprijs van de woning die wordt vastgesteld op het ogenblik van de goedkeuring door de Administratie van het resultaat van het in mededinging stellen van de werken of, in geval van verwerving op plan of van woningen die worden gebouwd zonder dat werken nodig zijn, van de verwerving van zakelijke rechten;6° totale kostprijs van een verrichting : de som van de kostprijzen van elke woning die in het kader van de verrichting is gepland na goedkeuring van het resultaat van het in mededinging stellen van de werken door de Administratie of, in geval van verwerving op plan of van woningen die worden gebouwd zonder dat werken nodig zijn, de verwerving van zakelijke rechten;7° honoraria: de som van de kostprijs van de projectontwerpers, de technische studies, de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid, de EPG-verantwoordelijke, de EPG-certificering, de huisvestingsaudits en de milieuonderzoeken;8° kosten: de kosten omvatten de kostprijs van de bodemtests of de tests voorzien in het bestek, de aansluitingen, de prijsherzieningen, de onvoorziene omstandigheden in verband met de aard van de bodem of de staat van het bestaande gebouw;9° programma: : elk door de Regering goedgekeurd en gesubsidieerd programma voor de oprichting van woningen;10° minimumafwerking : de woning omvat voor elke leefkamer een soepele of harde bodembedekking, wanden, scheidingswanden, plafond en verlaagde plafonds die klaar zijn om geschilderd of afgewerkt te worden en ook deuren .Daarin inbegrepen zijn eveneens de deuren die de nachtvertrekken van de andere vertrekken scheiden; 11° minimumuitrusting: de woning omvat minstens een ingebouwd verwarmingssysteem en een ventilatiesysteem aangepast en gedimensioneerd volgens de energieprestatie van het gebouw, een keuken met minstens één kast en een gootsteen en een kookplaat, een badkamer met een douche of een badkuip voorzien van warm water, een in de woning ingebouwd toilet voor woningen met maximaal drie slaapkamers en een tweede toilet, al dan niet in de badkamer, voor woningen met vier of meer slaapkamers;12° gemeenschappelijke dienstlokalen: de gemeenschappelijke dienstlokalen die dienen voor het onderbrengen van huisvuil en tweewielers en kinderwagens;13° koolstofvrije energie: de energiebron die geen koolstofdioxide uitstoot;14° biogebaseerd materiaal: het materiaal waarvan het massapercentage afkomstig van plantaardige of dierlijke biomassa gelijk is aan of hoger is dan de drempelwaarden die door de Minister zijn vastgesteld;15° gerecycleerd materiaal: het materiaal waarvan het massapercentage afkomstig van teruggewonnen materiaal meer dan 20 % bedraagt;16° materiaal voor hergebruik: het materiaal of het constructie-element dat het resultaat is van deconstructie en dat wordt hergebruikt voor een gebruik dat identiek is aan dat waarvoor het werd ontworpen. Wat het eerste lid, 3° betreft, moeten de niet-erkende instellingen met een maatschappelijk doel voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° gedurende de gehele periode bedoeld in artikel 4, § 13, beschikken over de diensten van één of meerdere gekwalificeerde of gelijkgestelde maatschappelijk werkers die instaan voor de sociale begeleiding van de personen die in de gecreëerde transitwoningen zijn ondergebracht. Onder een gelijkgestelde maatschappelijk werker wordt verstaan een persoon die ten minste drie jaar ervaring heeft op sociaal gebied; 2° over voldoende financiële middelen beschikken om de haalbaarheid van de verrichting te waarborgen; Met betrekking tot het eerste lid, 12°, voldoen de ruimte voor de opslag van huishoudelijk afval en de ruimte voor de opslag van tweewielers en kinderwagens aan de volgende eisen: 1° zij kunnen worden gesloten en zijn beschermd tegen weersomstandigheden en zijn gemakkelijk toegankelijk voor de bewoners van het gebouw;2° ze zijn zo gelegen dat ze gemakkelijk toegang verlenen tot de openbare weg en onafhankelijk zijn van parkeerterreinen;3° ze zijn gescheiden, ze zijn elk voldoende groot voor het aantal woningen en, wat de vuilnisruimte betreft, maken de selectieve opslag van huishoudelijk afval mogelijk.
Art. 2.Het Waalse Gewest kan een toelage toekennen aan de operator voor een verrichting bedoeld in artikel 29, 1°, van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen met het oog op de oprichting van een of meerdere transitwoningwoningen op een perceel gelegen langs een uitgeruste weg of genietend van een financiering om uitgerust te worden, voor zover de subsidiabele werken niet door de overheid worden betaald krachtens andere wettelijke of reglementaire bepalingen. De toelage bedoeld in het eerste lid is bestemd om het geheel of een deel van de kostprijs van de woning te dekken.
Art. 3.§ 1. De in artikel 3 bedoelde toelage is vastgesteld op: 1° 85.000 euro voor een studio; 2° 105.000 euro voor een woning met één kamer; 3° 120.000 euro voor een woning met twee kamers; 4° 135.000 euro voor een woning met drie kamers; 5° 165.000 euro voor een woning met vier kamers; 6° 180.000 euro voor een woning met vijf kamers of meer.
Voor de woning die gebruik maakt van biogebaseerde materialen voor een totale kostprijs exclusief onkosten hoger dan dertig procent van de kostprijs van de huisvesting exclusief kosten, honoraria en belastingen, wordt de toelage, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met 5.000 euro per woning.
Voor de woning die gerecycleerde en/of hergebruikte materialen gebruikt voor een totale kostprijs exclusief onkosten van meer dan twintig procent van de kostprijs van de huisvesting exclusief kosten, honoraria en belastingen, wordt de toelage bedoeld in lid 1 verhoogd met 5.000 euro per woning.
Voor de woning die voor de warmtebehoefte voor verwarming en warm sanitair water gebruik maakt van een koolstofarme energievoorziening, wordt de toelage, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met 1.000 euro per woning.
Voor de woning die een systeem voor de opwekking van hernieuwbare energie ontwikkelt dat ten minste vijftig procent van het totale theoretische primaire energieverbruik van de huisvesting dekt, wordt de toelage, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met 3.000 euro.
Wanneer de kostprijs van de woning lager is dan het bedrag van de toelage bedoeld in het eerste lid, mag de toelage niet hoger zijn dan 100% van de kostprijs van de woning. In voorkomend geval wordt de toelage verminderd met het overschot dat is vastgesteld op grond van het resultaat van het in mededinging stellen van de werken.
Alle overschrijdingen van deze bedragen en het niet door de toelage gedekte deel van de kosten zijn voor rekening van de aanvrager. De formele verbintenis tot dekking van de kosten wordt vóór het in mededinging stellen van de werken aan de Administratie toegezonden. § 2. De Regering kan aan de Minister de mogelijkheid delegeren om de in § 1 vastgestelde bedragen van de toelagen te herzien bij de goedkeuring van elk programma van de Waalse Regering of ingeval een wijziging van de bouwkosten wordt vastgesteld.
De Regering kan aan de Minister de mogelijkheid delegeren om te voorzien in een aanvulling op de in § 1 bepaalde bedragen van de toelagen op basis van de prioriteiten die zij in een programma vastlegt.
Het gebouw dat wordt aangekocht, gebouwd, hersteld, verbouwd of aangepast, zoals bedoeld in artikel 3, kan gedeeltelijk worden gebruikt voor een andere bestemming dan de woning van openbaar nut.
Art. 4.§ 1. Om aanspraak te kunnen maken op de in artikel 2 bedoelde toelage, moet worden voldaan aan de voorwaarden bedoeld in de §§ 2 tot 20. § 2. De in artikel 2 bedoelde verrichting wordt in een programma opgenomen. § 3. De operator gebruikt de door de Administratie verstrekte administratieve documenten gedurende het onroerendgoedproces van de totstandbrenging van de woningen.
De operator dient een toelageaanvraag in bij de Administratie volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten. § 4. De woning levert thermische, energetische en milieuprestaties die overeenkomen met het minimum dat vereist wordt door de regelgeving die van kracht is op het moment dat de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend. § 5. De woning is minimaal afgewerkt en uitgerust. De operator stelt een koelkast en het nodige meubilair ter beschikking van de bewoners, indien zij daarom verzoeken. § 6. De woning heeft baat bij de installatie van een systeem voor het opvangen en terugwinnen van regenwater door middel van aftappunten in ten minste de gemeenschappelijke ruimten, kelders, garages en externe omgeving. § 7. De appartements- of flatgebouwen met meer dan drie woningen moeten beschikken over dienstlokalen.
Voor handelingen die, mits motivatie van de operator, tot doel hebben een bestaand gebouw te herstructureren, te renoveren of aan te passen tot meerdere woningen, kan de Administratie toestaan dat de ruimte bestemd voor de opslag van huishoudelijk afval niet wordt gerealiseerd, op voorwaarde dat in elke woning die zich in het gerenoveerde, geherstructureerde of aangepaste gebouw bevindt, een ruimte voor dit doel wordt voorzien. § 8. De woning beantwoordt aan de criteria die door de Regering inzake gezondheid van de woningen bepaald zijn. § 9. Zodra het gebouw is verworven, neemt de maatschappij alle bewarende maatregelen ten aanzien van het gebouw, voor handelingen die gericht zijn op de herstructurering, het herstel of de aanpassing van een bestaand gebouw.
De kostprijs voor de verwerving van het gebouw wordt overgenomen voor zover de authentieke aankoopakte van minder dan vier jaar dateert ten opzichte van de datum van toekenning van de toelage. § 10. De maximale toegelaten kostprijs per woning is vastgesteld op: 1° 110.000 euro voor een studio; 2° 140.000 euro voor een woning met één kamer; 3° 170.000 euro voor een woning met twee kamers; 4° 200.000 euro voor een woning met drie kamers; 5° 240.000 euro voor een woning met vier kamers; 6° 270.000 euro voor een woning met vijf kamers of meer.
De per woning toelaten maximumbedragen worden in voorkomend geval verhoogd met de verhogingen van de bedragen van de toelagen, vastgesteld in artikel 3, § 1, en met de aanvullingen ingevolge artikel 3, § 2, tweede lid.
Voor de appartementsblokken of meervoudige woningen zijn de kostprijs van de gemeenschappelijke ruimten en de kosten van de gemeenschappelijke dienstlokalen inbegrepen in de kostprijs van de woningen.
De maximale toegelaten kostprijs per verrichting stemt overeen met de som van de per woning maximale toegelaten kosten.
De kostprijs van de woning die de kostprijs van de minimale voltooiing en van de minimale uitrusting omvat en die berekend wordt op grond van het resultaat van het in mededinging stellen van de opdracht voor aanneming van werken, kan de per woning toegelaten maximale kostprijs overschrijden voor zover de per verrichting maximale kostprijs nageleefd wordt. § 11. De Regering kan aan de Minister de mogelijkheid delegeren om de in § 10 bepaalde bedragen te herzien wanneer de in artikel 3, § 1, bedoelde bedragen worden herzien overeenkomstig artikel 3, § 2, eerste lid, of in geval van vaststelling van een wijziging van de bouwkosten. § 12. Wanneer de kostprijs van een verrichting berekend op grond van het resultaat van het in mededinging stellen van de opdracht voor aanneming van werken met maximum 20 % hoger is dan de per verrichting maximale toegelaten kostprijs bedoeld in § 10, kan de Administratie op gemotiveerd verzoek van de operator een afwijking van de in de § 10 bedoelde bedragen toekennen. De Administratie maakt haar beslissing aan de Minister en aan de operator over.
Indien de in § 10 bedoelde maximale toegelaten kostprijs per verrichting met meer dan 20 % worden overschreden, is geen afwijking mogelijk. § 13. Het dossier voor het stedenbouwkundig en architectonisch voorontwerp met betrekking tot het ontwerp van de gebouwde woningen wordt ter goedkeuring aan de Administratie voorgelegd.
Indien de Administratie binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde akte en de bewijsstukken geen beslissing heeft getroffen, is de beslissing uitvoerbaar.
Het dossier voor het in mededinging stellen van de werken wordt opgesteld op basis van door de Administratie verstrekte standaarddocumenten. De beslissing tot vaststelling van de voorwaarden van de overheidsopdracht, vergezeld van het dossier voor het in mededinging stellen van de werken of het ontwerp en de uitvoering van de werken betreffende de te creëren woningen, wordt aan de Administratie toegezonden. Behalve in het geval van een dossier dat is opgesteld op basis van een overheidsopdracht voor ontwerp en bouw, kan het dossier voor het in mededinging stellen van de werken slechts worden ingediend indien een voorlopig projectdossier betreffende de te creëren woningen door de Administratie is goedgekeurd en de operator over een geldige stedenbouwkundige vergunning beschikt.
De Administratie kan de in lid 3 bedoelde beslissing schorsen of annuleren binnen vijfenveertig dagen na ontvangst ervan.
Na de in lid 4 bedoelde termijn kan de beslissing niet meer worden geschorst of geannuleerd.
De beslissing tot gunning van de overheidsopdracht voor werken of het ontwerp en de uitvoering van de werken betreffende de te creëren woningen, alsmede het dossier betreffende het in mededinging stellen van de werken en de bijlagen daarbij worden ter goedkeuring aan de Administratie voorgelegd.
De Administratie beslist binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de in lid 6 bedoelde beslissing en de bijbehorende bewijsstukken.
Indien de Administratie niet binnen deze termijn beslist, is de beslissing van de operator uitvoerbaar.
In geval van verwerving op plan of van gebouwde woningen waarvoor geen werken nodig zijn, dient de operator bij de Administratie een dossier in met het verzoek om verwerving van zakelijke rechten. § 14. De geldigheidstermijn van de in artikel 4, § 1, bedoelde aangemelde toelage wordt nader bepaald in de uitvoeringsmodaliteiten van de programma's. Deze termijn heeft betrekking op de uiterste datum van ontvangst door de Administratie van alle resultaten van het in mededinging stellen van de werken aan de te bouwen woningen.
Op met redenen omkleed verzoek van de operator en vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn, kan de Administratie een aanvullende globale termijn van ten hoogste achttien maanden toestaan voor de indiening van alle resultaten van de het in mededinging stellen van de werken met betrekking tot het op te richten woningbouwproject. Deze termijn kan alleen worden toegekend als de maatschappij haar aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning bij de bevoegde administratie heeft ingediend.
Na de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen vervalt de geldigheid van de toelage definitief. § 15. Met uitzondering van de bewarende of beschermende werkzaamheden mogen de werkzaamheden niet voor de kennisgeving van de subsidie ondernomen worden.
Het bevel tot aanvatten van de werken dient binnen de drie maanden gegeven te worden te rekenen van de kennisgeving van de toekenning van de toelage. § 16. Voorafgaand aan de indiening bij de Administratie van het dossier bestemd voor het in mededinging stellen van de werken, beschikt de operator over de zakelijke rechten op de te herstructureren, te renoveren of aan te passen terreinen of gebouwen, alsook over de nodige stedenbouwkundige vergunningen. § 17. De woning wordt gedurende dertig jaar als transitwoning bewoond vanaf de datum van de eerste ingebruikneming. In geval van eigendomsoverdracht van de woning blijft deze toewijzing behouden voor de resterende periode. § 18. De operator garandeert het huishouden, voor de duur van de woning, toegang tot sociale steun zoals bedoeld in artikel 1, 11ter, van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen. § 19. Tijdens de duur van de periode waarin de woning als transitwoning wordt bestemd, legt de operator jaarlijks uiterlijk 1 maart een verslag over aan de Administratie waarin alle stappen van bedoeld proces uiteen worden gezet.
Dit verslag wordt opgesteld volgens het door de administratie verstrekte model. Het heeft o.a. betrekking op de sociale toestand van de gezinnen, de betaalde bedragen voor de bewoning, alsook de modaliteiten van hun sociale begeleiding. § 20. Binnen drie maanden na de in § 14 bedoelde termijnen moet de Administratie aan de Minister de lijst meedelen van de projecten die de termijn niet hebben gehaald.
De Minister kan aan de Regering voorstellen om de toelage anders aan te wenden.
Art. 5.Het voorlopige bedrag van de tegemoetkoming van het Gewest wordt bepaald op grond van het voorontwerp van de werken.
Het definitieve bedrag van de toelage wordt vastgesteld op basis van het resultaat van de aanbesteding van de werken en wordt door de Minister aan de operator meegedeeld, met uitzondering van ontwerp- en bouwopdrachten, waarvoor de toelage wordt vastgesteld na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning.
In geval van verwerving op plan of van gebouwde woningen waarvoor geen werken nodig zijn, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld op basis van de aanvraag tot verwerving van zakelijke rechten bedoeld in artikel 4, § 13.
Art. 6.De uitbetaling van de toelage gebeurt als volgt : 1° de eerste schijf, namelijk veertig procent van het bedrag, bij overlegging van het bevel tot aanvang van de werken of de goedkeuring door de Administratie van de aanvraag tot verwerving van zakelijke rechten in geval van verwerving op plan;2° de tweede schijf, namelijk dertig procent van het bedrag, op grond van stukken ter staving van de aanwending van de eerste schijf;3° het saldo, na overlegging van het protocol van voorlopige oplevering van de werken en na controle door de Administratie. Honderd procent van het bedrag op basis van de goedkeuring door de Administratie van het aanvraagdossier voor de verwerving van zakelijke rechten in geval van verwerving van gebouwde woningen waarvoor geen werken nodig zijn.
Art. 7.§ 1. Om toegelaten te worden tot de woning moet het huishouden behoren tot categorie 1 zoals bedoeld in artikel 1, 29°, van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen of door overmacht verstoken zijn van huisvesting.
Het maandelijkse bedrag van de middelen van het huishouden, bedoeld in artikel 1, 29, c, van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen, dat begeleid wordt door een dienst voor schuldbemiddeling mag niet hoger zijn dan 120 % van het leefloon dat overeenstemt met de samenstelling van dit huishouden. § 2. Het verzoekende huishouden dient een aanvraagdossier in bij de operator. Dit dossier bevat alle documenten ter staving van de samenstelling van het huishouden, zijn inkomsten en middelen, alsook elk document dat de redenen voor zijn aanvraag vaststelt. § 3. Wat de verwerking van persoonsgegevens betreft, is de maatschappij verantwoordelijk voor de verwerking in de zin van de Europese Verordening 2016/679 van 27 april 2016 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. § 4. De gegevens worden bewaard gedurende een periode van vijf jaar na het einde van het beroep. Deze periode kan zo lang als nodig is worden verlengd in geval van beroep of bezwaar. § 5. Het huishouden wordt maximaal zes maanden gehuisvest. Na afloop van deze periode en indien het huishouden nog steeds van huisvesting verstoken is door overmacht of onder categorie 1 valt zoals bedoeld in artikel 1, 29°, van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen, kan de operator het een nieuwe en definitieve bewoningsperiode van maximaal zes maanden toekennen.
Art. 8.Het bedrag van de maandelijkse bewoningsvergoeding mag niet hoger zijn dan 20%: 1° van het maandinkomen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29, a) of b), van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen;2° van de maandelijkse middelen van het gezin bedoeld in artikel 1, 29, c), van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen;3° van het maandinkomen van het gezin dat ten gevolge van overmacht nog steeds zonder woning is. In dat bedrag zijn alle lasten vervat, behalve die met betrekking tot water, gas, elektriciteit, verwarming, teledistributie en telefoon.
De betrekkingen tussen de maatschappij en de bewoner worden geregeld door een precaire woonovereenkomst overeenkomstig het door de Minister bepaalde model.
Art. 9.Het bedrag dat door de begunstigde bij niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden voor de toelage terugbetaald moet worden, wordt vastgesteld door volgende formule: R = (1 - (D/30) 2) x M waarbij : R = het terug te betalen bedrag ;
D = de in jaren uitgedrukte periode waarin de voorwaarden werden vervuld ;
M = het bedrag van de toelage.
Art. 10.Het besluit van de Waalse Regering van 23 maart 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/03/2012 pub. 10/04/2012 numac 2012202022 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen sluiten waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen, wordt opgeheven.
In afwijking van paragraaf 1 blijft het besluit van de Waalse Regering van 23 maart 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/03/2012 pub. 10/04/2012 numac 2012202022 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen sluiten waarbij door het Gewest een tegemoetkoming aan de rechtspersonen wordt verleend met het oog op de oprichting van transitwoningen, van toepassing op programma's die vóór 2023 door de Waalse Regering zijn goedgekeurd.
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking op 1 maart 2023.
Art. 12.De Minister bevoegd voor Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 10 maart 2023.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen, en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON