Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 maart 2005
gepubliceerd op 14 april 2005

Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het ontwerp van wijziging van de gewestplannen Malmedy-Sankt Vith en Hoge Venen-Eifel met het oog op de opneming van ontginningsgebieden als uitbreiding van het ontginningsgebied "La Warchenne" gelegen op het grondgebied van de gemeenten Malmedy en Weismes en de afdanking van ontginningsgebieden op het grondgebied van de gemeenten Weismes, Malmedy (Burnenville en Ligneuville) en Jalhay (Sart) (bladen 50/6 N en S, 50/5 N en 50/2 N)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2005200937
pub.
14/04/2005
prom.
10/03/2005
ELI
eli/besluit/2005/03/10/2005200937/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 MAART 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het ontwerp van wijziging van de gewestplannen Malmedy-Sankt Vith en Hoge Venen-Eifel met het oog op de opneming van ontginningsgebieden als uitbreiding van het ontginningsgebied "La Warchenne" gelegen op het grondgebied van de gemeenten Malmedy en Weismes (blad 50/6 N) en de afdanking van ontginningsgebieden op het grondgebied van de gemeenten Weismes, Malmedy (Burnenville en Ligneuville) en Jalhay (Sart) (bladen 50/6 N en S, 50/5 N en 50/2 N)


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 1, 22, 32, 35, 36, 40, 41 en 42 tot 46;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1979 tot vaststelling van het gewestplan Malmedy-Sankt Vith, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 november 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 augustus 1979 tot vaststelling van het gewestplan Hoge Venen-Eifel;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2003 waarbij wordt beslist om het gewestplan Malmedy-Sankt Vith aan herziening te onderwerpen en tot goedkeuring van het voorontwerp van wijziging van plan met betrekking tot de opneming van een ontginningsgebied als uitbreiding van het ontginningsgebied van de groeve van de Warchenne en een reserveringsomtrek voor de aanleg van een aansluitingsweg, op het grondgebied van de gemeenten Weismes en Malmedy (blad 50/6 N);

Gelet op de adviezen van de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) van 28 mei 2004 en 28 februari 2005;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd door de Waalse Regering op 27 mei 1999, inzonderheid op de algemene inrichtingsprinciepen inzake de winning van de ondergrond, de valorisatie van het patrimonium, de bescherming en het beheer van de hulpbronnen;

Overwegende dat ten gevolge van een offertenaanvraag d.d. 10 oktober 2003 de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu op 7 januari 2004 de "S.A. Atelier 50" erkend krachtens het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en de wetgeving betreffende de milieueffectbeoordeling heeft aangewezen om het milieueffectonderzoek over het bovenvermelde ontwerp van wijziging uit te voeren;

Overwegende dat de op 20 juli 2004 aan het Waals Parlement voorgelegde gewestelijke beleidsverklaring 2004-2009 in titel 6 (deel II) betreffende de ruimtelijke ordening uitdrukkelijk bepaalt dat de Regering tot thematische herzieningen van de gewestplannen betreffende de ontginningsgebieden wenst over te gaan;

Overwegende dat de Waalse Regering zo spoedig mogelijk wil inspelen op de behoeften aan ruimte voor de ontginningsactiviteit voor de komende dertig jaar;

Overwegende dat de Waalse Regering op 27 maart 2002 de Minister van Ruimtelijke Ordening ermee belast heeft tot de behandeling van de dossiers betreffende de aanvraag om opneming als ontginningsgebied over te gaan op grond van de volgende methodologie : het Bestuur gaat na of de aanvraag betrekking heeft op een afzetting gevalideerd door het onderzoek van de Universiteit Luik (Prof. E. Poty) over de inventaris van de hulpbronnen van de ondergrond en over de perspectieven van de toekomstige behoeften van de ontginningsindustrie in het Waalse Gewest, of de aanvraag in economische termen, inzake tewerkstelling en duurzame mobiliteit overeenstemt met een strategisch ontwikkelingsplan van het bedrijf en dat ze in de lijn van minstens één van de volgende prioriteiten ligt : - binnen de huidige perken van het gewestplan mag de exploitatie naar gelang van het huidige exploitatietempo niet langer dan zes jaar duren behoudens in het strategisch plan gemotiveerde buitengewone omstandigheden; - de aanvraag draagt ertoe bij een productief potentieel te handhaven in een materiaal dat als productiemiddel dient in een belangrijke economische sector in Wallonië (kalk en zuivere industriële kalkstenen, cement, sierstenen, bakstenen en pannen, vuurvaste stenen en gieterijzanden);

Gelet op het dossier over de aanvraag om herziening van het gewestplan Malmedy-Sankt Vith dat in 2001 door de "s.a. Bodarwé et fils" werd ingediend;

Overwegende dat de groeve van de Warchenne sinds talrijke jaren geëxploiteerd wordt door de vennootschap "Carrières et Entreprises Bodarwé et fils" voor de ontginning van kwartsiet;

Overwegende dat naast een belangrijke jaarlijkse productie van gebroken stenen (500 000 ton) bestemd voor de werken van de civiele bouwkunde de vennootschap breukstenen genoemd "Pierre de Weismes" (Steen van Weismes) en gebruikt voor de bouw, verviersel en renovatie van gebouwen produceert en op de markt brengt;

Overwegende dat de herziening van het gewestplan bovendien ook de opneming als ontginningsgebied van aanhorigheden van groeve mogelijk zal maken, namelijk de geplande uitbreiding van de opslag van mineraalloos gesteente ten noordwesten van de ontginningsfronten, de bezinkbakken aan de oostkant van de site alsmede de garage, de opslag van stukken en de parkeerplaatsen gelegen ten zuiden van de groeve aan beide kanten van de spoorweglijn;

Overwegende dat volgens een in juli 2004 door het studiebureau ARIES uitgevoerd hydrogeologisch onderzoek de uitbreiding van de groeve als gevolg heeft dat de huidige capaciteit van de winning van Libômont met één vierde zou kunnen dalen en dat het debiet van de bronnen van de "Espérance" met ongeveer 5 % zou kunnen verminderen;

Overwegende dat het effectonderzoek niet terugkomt op het bestaan, noch op de omvang van de behoeften in de door de Regering bepaalde termijn, noch op het kwantitatieve en kwalitatieve belang van de afzetting; dat ten aanzien van enkel de kwantatieve dekking van de behoeften het onderzoek bijgevolg de keus van de Waalse Regering niet betwist, waarbij terreinen met een oppervlakte van 31 ha op het grondgebied van de gemeente Weismes en Malmedy als ontginningsgebied worden bestemd;

Overwegende dat het effectonderzoek bevestigd heeft dat de uitvoering van de wijziging van het gewestplan : - de uitbreiding van de exploitatie tot het einde van de afzetting van het ontginningsgebied binnen één of twee exploitatiejaren met de huidige ontginningsfrequentie zal mogelijk maken; - geschikt is in termen van gebruik van de ontginningsproducten, rekening houdende met de nuttige toepassing van de rots door de huidige exploitant; - de handhaving van ongeveer dertig rechtstreekse banen op de site zal mogelijk maken; - een bemaling als gevolg zal hebben, waarvan de impact niet significant zal zijn voor de exploitatie van de eigenlijke groeve; - een onbeduidende impact zal hebben op de bronnen van "Espérance" en op de winning van Libômont en dat alternatieven van watervoorziening mogelijk zijn; - terreinen betreft die voor weilanden en epicea tamelijk weinig aangepast zijn; - een tamelijk banale flora betreft en geen aanzienlijke impact op Natura-2000-sites zou kunnen hebben;

Overwegende dat het effectonderzoek aangetoond heeft dat de uitvoering van de wijziging van het gewestplan : - bij gelegenheid afvloeiend hemelwater met talrijke deeltjes in suspensie naar de rivier "Warchenne" zal afvoeren, waardoor het water troebeler zou kunnen worden; - ertoe bij zou kunnen dragen dat het waterdebiet van de "Warchenne" ter hoogte van de steengroeve aanzienlijk zou kunnen verminderen; - waarschijnlijk het vervoer van de producten uit de steengroeve over het spoor niet mogelijk zal maken gegeven het feit dat spoorlijn nr. 45, dat het zuidelijke deel van de site doorkruist, sinds oktober 2004 niet meer in gebruik is; - hinder veroorzaakt voor de omwoners van de toegangswegen naar de steengroeve en voor de camping van Arimont; - de bewerkte rotswanden dichterbij de hoeve "ferme de l'Espérance" zal brengen en het landbouwbedrijf 2,6 ha weiland die in de onmiddellijke nabijheid van de hoeve gelegen zijn, zal verliezen; - trillingen teweeg zal brengen die toe te schrijven zijn aan het ontploffen van springtuigen die zouden kunnen leiden tot het meermaals overschrijden van de normen ter hoogte van de nieuwe installaties van de "ferme de l'Espérance"; - ontegensprekelijk een impact zal hebben op uitzicht en landschap;

Overwegende dat het milieueffectonderzoek bij het zoeken naar voor het bedrijf minder hinderlijke en minder nadelige afbakeningsalternatieven in het voorontwerp voorstelt om de omtrek ter hoogte van de "ferme de l'Espérance" kleiner te maken;

Overwegende dat die plaatselijke inkrimping van de omtrek een beperkte uitbreiding in het noorden inhoudt om in te spelen op de behoeften in het door de Regering omschreven tijdsschema;

Overwegende dat het milieueffectonderzoek daarnaast bij het zoeken naar aangepaste bestemmingen met het oog op het terugdringen van de hinder of de nadelen in het voorontwerp voorstelt om de gronden die heden als bosgebied zijn opgenomen en die in de onmiddellijke nabijheid van de "ferme de l'Espérance" gelegen zijn, als landbouwgebied op te nemen;

Overwegende dat de voorstellen opgemaakt door de ontwerper van het milieueffectonderzoek in termen van omkeerbaarheid van de bestemmingen niet verantwoord zijn;

Overwegende dat de aanleg van een bedrijfsweg tussen de steengroeve en de weg N632 over een afstand van ongeveer één kilometer de site beter bereikbaar zou maken en de buurthinder voortvloeiend uit het af- en aanrijden van de vrachtwagens zou kunnen beperken;

Overwegende dat de reserveringsomtrek aan beide kanten van dat wegontwerp teruggebracht kan worden tot een tiental hectare;

Overwegende dat maatregelen getroffen zullen moeten worden door de uitbater van de steengroeve om een minimumdebiet in de "Warchenne" te behouden;

Overwegende dat de maatregelen met betrekking tot de inperking en zelfs de opheffing van de impact van het ontwerp op uitzicht en landschap door de exploitant van de steengroeve getroffen zullen moeten worden;

Overwegende dat er een bufferzone van minstens 20 meter binnen in de omtrek van het ontginningsgebied vrij van elke ontginning in stand zal moeten worden gehouden;

Overwegende dat de exploitant van de steengroeve een haag of een bomenrij zal moeten aanplanten in de bufferzone ter hoogte van de "ferme de l'Espérance";

Overwegende dat de verschillende maatregelen tot beperking en/of compensatie van de hinder verbonden aan de exploitatie verder verfijnd zullen kunnen worden door het milieueffectonderzoek dat in het kader van de na wijziging van het gewestplan in te dienen aanvraag tot het verkrijgen van de enige vergunning uitgevoerd zal moeten worden;

Overwegende dat de ontginningsactiviteit eveneens onderworpen is aan de exploitatievoorwaarden overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 houdende sectorale voorwaarden in verband met de groeven en hun bijhorigheden;

Overwegende dat het landbouwgebied gelegen tussen de weg aan de westkant van de steengroeve en het bestaande ontginningsgebied feitelijk bebost is en dat het wenselijk is die grondinneming door bossen in stand te houden om de stabiliteit van de steenberg ten westen van de site gelegen te verbeteren;

Overwegende dat de inspanningen voor de inrichting van die steenberg verder geleverd zullen moeten worden om te voorkomen dat aardverschuivingen zich voordoen met name door de inrichting van horizontale vlakken en de drainage van het regenwater;

Overwegende dat de westelijke zijde van de huidige steenberg feitelijk bebost is en reeds als bosgebied opgenomen kan worden;

Overwegende dat het verzoek van de gemeente Weismes ertoe strekkende de steengroeve na exploitatie een herbestemming te geven als technisch ingravingscentrum niet ingewilligd kan worden rekening houdend met de bepalingen van artikel 32 van het Wetboek;

Overwegende dat de bebouwingsgebieden aan hun bestemming onttrokken dienen te worden als compensatie voor de opneming van nieuwe bebouwingsgebieden zodat vooruitgelopen kan worden op de inwerkingtreding van artikel 46 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium ten gevolge van het programmadecreet van 3 februari 2005 tot economische relance en administratieve vereenvoudiging;

Overwegende dat het ontginningsgebied gelegen ten oosten van het dorp van Walk op het grondgebied van Weismes niet meer in bedrijf is, dat het gedeeltelijk is opgevuld en dat de bestemming als bosgebied beter geschikt is;

Overwegende dat het ontginningsgebied gelegen bezuiden de bedrijfsruimte van Pont-de-Warche op het grondgebied van de gemeente Malmedy niet langer meer verantwoord is rekening houdend met de biologische en geologische waarde van de voormalige steengroeve; dat de uitbreiding zich hoofdzakelijk over "poudingue permien"-gesteente uitstrekt zonder economische waarde; dat de bestemmingen als natuurgebied en bosgebied geschikter zijn respectievelijk voor de voormalige steengroeve en voor het overblijfsel van het ontginningsgebied;

Overwegende dat het ontginningsgebied gelegen ten oosten van het dorp van Ligneuville op het grondgebied van Malmedy niet meer verantwoord is rekening houdend met de beëindiging van de bedrijvigheid in die steengroeve ten gevolge van problemen in verband met buurthinder, met de overname ervan door een landbouwuitbater en dat de bestemming als landbouwgebied geschikter is;

Overwegende dat het ontginningsgebied gelegen in het gehucht Wihonfagne op het grondgebied van Jalhay niet langer verantwoord is rekening houdend met de biologische waarde van het gebied, met de aanwijzing ervan als Natura 2000-site en zijn slechte bereikbaarheid, dat de bestemming als natuurgebied het meest geschikt is;

Overwegende, rekening houdend met het voorgaande, dat volgende maatregelen getroffen dienen te worden : a) op het grondgebied van Weismes : - de opneming van een ontginningsgebied van 26 ha dat overeenstemt met de afzettingsreserve van de steengroeve van de Warchenne en met de uitbreiding van de steenberg van mineraalloos gesteente ten westen van de fronten; - de opneming van een ontginningsgebied van 1,5 ha voor de opneming van de bezinkingsbekkens gelegen aan de oostkant van de steengroeve; - de opneming van een ontginningsgebied van 2 ha voor de opneming van kantoren en installaties voor de bewerking van het gesteente bezuiden het bestaande ontginningsgebied; - de opneming bezuiden het huidige ontginningsgebied van een reserveringsomtrek van 10 ha aan beide kanten van een ontwerp van bedrijfsweg tussen de steengroeve en de weg N632; - de omschakeling van 3,5 ha ontginningsgebied ten westen van het bestaande ontginningsgebied naar bosgebied; - de omschakeling van 0,2 ha landbouwgebied ten westen van het bestaande ontginningsgebied naar bosgebied; - de omschakeling van 3 ha bosgebied ten noordoosten van het bestaande ontginningsgebied als landbouwgebied; - de omschakeling van 1,7 ha ontginningsgebied ten oosten van het dorp Walk naar bosgebied; b) op het grondgebied van Malmedy : - de opneming van een ontginningsgebied van 1 ha voor de opneming van kantoren en installaties voor de bewerking van gesteente bezuiden het bestaande ontginningsgebied; - de opneming bezuiden het huidige ontginningsgebied van een reserveringsomtrek van 0,5 ha aan beide kanten van een ontwerp van bedrijfsweg tussen de steengroeve en de weg N632; - de omschakeling van een ontginningsgebied bezuiden de bedrijfsruimte van Pont-de-Warche naar 0,3 ha natuurgebied en 2,5 ha bosgebied; - de omschakeling van een ontginningsgebied van 3 ha ten oosten van het dorp Ligneuville als landbouwgebied; c) op het grondgebied van Jalhay : - de omschakeling van een ontginningsgebied van 21 ha in het gehucht Wihonfagne naar natuurgebied; Overwegende dat uit de gezamenlijke overwegingen voortvloeit dat dit ontwerp de behoeften aan ruimte voor de verderzetting van de ontginningsbedrijvigheid voor een duur van dertig jaar kan invullen met inachtneming van de doelstellingen bedoeld bij artikel 1 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

Op de voordracht van de minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.De Regering keurt de ontwerp-wijziging van het gewestplan volgens bijgevoegd plan goed met inbegrip van de opneming : - van een ontginningsgebied benoorden en bezuiden de steengroeve van de Warchenne op het grondgebied van Weismes en Malmedy; - van een reserveringsomtrek bezuiden de steengroeve op het grondgebied van Weismes en Malmedy; - van een bosgebied ten westen van de steengroeve op het grondgebied van Weismes; - van een landbouwgebied ten noordoosten van de steengroeve op het grondgebied van Weismes; - van een bosgebied ten oosten van het dorp Walk op het grondgebied van Weismes; - van een natuurgebied en een bosgebied bezuiden de bedrijfsruimte van Pont-de-Warche op het grondgebied van Malmedy; - van een landbouwgebied ten westen van het dorp Ligneuville op het grondgebied van Malmedy; - van een natuurgebied in het gehucht van Wihonfagne op het grondgebied van Jalhay.

Art. 2.De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 maart 2005.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De adviezen van de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) van 28 mei 2004 en 28 februari 2005 worden hieronder bekendgemaakt.

Avis de la Commission régionale d'Aménagement du Territoire du 28 mai 2004 relatif à l'études d'incidences du projet de révision du plan de secteur de Malmedy-Saint-Vith en vue de l'inscription d'une zone d'extraction en extension de la carrière de La Warchenne sur le territoire des communes de Malmedy et Waimes (1re phase) La section Aménagement normatif de la CRAT a examiné la première phase de l'étude d'incidences de la révision du plan de secteur de Malmedy-Saint-Vith qui vise l'inscription d'une zone d'extraction de 30,9 ha et d'un périmètre de réservation de 18,6 ha en vue de créer une voirie d'accès à l'extension sur des terrains inscrits actuellement en zone agricole et en zone forestière au plan de secteur en prolongement de la zone d'extraction actuelle " La Warchenne " sur le territoire des communes de Malmedy et Waimes.

La demande émane de la société Bodarwé et fils implantée à Baugnez (Malmedy).

L'étude a été réalisée par le bureau d'études Atelier 50 dûment agréé pour ce type de projets.

La CRAT rend l'avis suivant en date du 28 mai 2004 : 1. Sur l'opportunité du projet Considérant que les conclusions de la première phase de l'étude d'incidences ont pour but d'éclairer le décideur quant à la poursuite ou non de l'étude d'incidences vis-à-vis des résultats menés dans le cadre de l'analyse de la situation de fait et de droit. Constatant que cette conclusion est lacunaire en ce qui concerne : la nature exacte du gisement : l'étude d'incidences se limite à conclure que "la poursuite de l'exploitation dans l'axe du pli devrait permettre de bénéficier de la même qualité de gisement, sauf en cas d'accident tectonique qui en modifierait la disposition" (p. 39 de l'étude d'incidences); l'impact de l'extension de la carrière sur les captages existants l'étude hydrogéologique complémentaire relève la nécessité d'approfondir cette problématique en vue de mieux connaître le comportement de la nappe suite à l'excavation de la roche; les eaux d'exhaure à réaliser dans le cadre de l'extension : l'étude ne fait aucune estimation quant à la quantité des eaux d'exhaure à évacuer.

La CRAT estime qu'une réponse appropriée aurait dû être apportée dès la fin de la première phase. Aussi, la CRAT estime qu'elle ne peut se prononcer dans l'état actuel du dossier en ce que les documents présentés ne lui permettent pas de se forger un avis pertinent.

Elle demande qu'une étude complémentaire soit réalisée approfondissant les aspects géologiques et hydrogéologiques du site avant d'entamer la 2ème phase de l'étude, et ce dans un souci de gestion parcimonieuse des deniers publics. 2. Sur la qualité de l'étude La CRAT estime que l'étude est inaboutie, celle-ci se limitant à reproduire le contenu du cahier des charges et à rassembler les éléments existants.L'étude d'incidences n'apporte rien de neuf dans ses conclusions et laisse au contraire le décideur face à des questions non résolues, questions cependant fondamentales pour décider de la poursuite ou non de la procédure.

Ainsi, la CRAT constate notamment que l'étude d'incidences n'est pas conforme au cahier des charges en ce qui concerne le point 2 - Evaluation quantitative et qualitative de l'intérêt économique du gisement - du chapitre II. La CRAT insiste pour que l'étude hydrogéologique soit intégrée dans la première phase de l'étude d'incidences.

Mme M. ANDRE, présidente

Avis de la Commission régionale d'Aménagement du Territoire du 28 février 2005 relatif à l'étude d'incidences de l'avant-projet de révision du plan de secteur de Malmedy-Saint-Vith visant l'inscription d'une zone d'extraction en extension de la carrière de la Warchenne à Malmedy et à Waimes La CRAT, section Aménagement normatif, a examiné la seconde partie de l'étude d'incidences de l'avant-projet de révision du plan de secteur de Malmedy-Saint-Vith visant l'inscription d'une zone d'extraction de 30,9 ha sur des terrains inscrits en zone forestière et en zone agricole en prolongement de la zone d'extraction de la carrière de la Warchenne et l'inscription d'un périmètre de réservation de 18,6 ha en vue de la construction d'une liaison routière entre la carrière et la RN 632 sur le territoire des communes de Malmedy et de Waimes.

L'étude d'incidences a été réalisée par le bureau d'études Atelier 50, dûment agréé pour ce type de projets.

La demande émane de la société Bodarwé et Fils implantée à Baugnez (Malmedy).

La CRAT rend l'avis suivant en date du 28 février 2005 : 1. Sur l'opportunité du projet Considérant que la première partie de l'étude avait été considérée par la CRAT comme inaboutie dans la mesure où elle ne donnait aucune précision quant à la qualité du gisement, à l'impact de l'extension de l'exploitation sur les captages existants, l'étude hydrologique complémentaire relevant la nécessité d'approfondir cette question, et à la problématique des eaux d'exhaure dans l'extension; Considérant que la seconde partie a apporté un éclairage satisfaisant aux interrogations que se posait la CRAT dans son premier avis;

La CRAT rend un avis favorable au projet de modification du plan de secteur de Malmedy-Saint-Vith.

Elle demande cependant qu'un accord soit trouvé dans les meilleurs délais et à tout le moins avant la réalisation de l'étude d'incidences du projet, avec l'agriculteur exploitant la Ferme de l'Espérance dont la nouvelle étable se trouvera à quelque 45 m de la limite de la future zone d'extraction. Elle estime que la meilleure solution consisterait à relocaliser ce bâtiment à un autre endroit de la propriété. Elle considère par ailleurs que la proposition de l'étude d'incidences de convertir deux zones forestières en zone agricole de manière à compenser la perte de prairies n'est pas pertinente au vu de la qualité du sol. Elle suggère que dans toute la mesure du possible, l'emprise de l'extension sur les prairies soit quelque peu réduite.

De plus, l'étude d'incidences du projet devra prendre en compte les aspects suivants : - la réalisation d'une étude de bruit principalement pour le village d'Hottleux; - l'étude des conséquences de l'exhaure sur le débit de la Warchenne si l'exploitant de la carrière est autorisé à exploiter sous le niveau 443 m; - une étude approfondie du réaménagement de la carrière dans un souci de recréer un cadre paysager durable. 2. Sur la qualité de l'étude d'incidences La CRAT estime l'étude d'incidences de bonne qualité.

^