Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 10 juni 1999
gepubliceerd op 17 juli 1999

Besluit van de Waalse Regering betreffende de « Office wallon des déchets »

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027587
pub.
17/07/1999
prom.
10/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/10/1999027587/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JUNI 1999. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de « Office wallon des déchets » (Waalse dienst voor afvalstoffen)


De Waalse Regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 108 tot 139;

Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op artikel 34, gewijzigd bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, en artikel 38;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 augustus 1998;

Gelet op het advies van de Afvalstoffencommissie, gegeven op 22 oktober 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat zo spoedig mogelijk moet worden voorzien in de functionele gewestelijke structuren bedoeld in het « Plan wallon des déchets (Waals afvalplan) - Horizon 2010 », dat op 15 januari 1998 is goedgekeurd door de Waalse Regering, zodat de in dat plan bedoelde specifieke handelingen en maatregelen uitgevoerd kunnen worden binnen de voorgeschreven termijn;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw en van de Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;2° Minister : de Minister van Leefmilieu;3° Dienst : de « Office wallon des déchets »;4° adviescomité : het adviescomité bedoeld in artikel 34, § 2, van het decreet. HOOFDSTUK II. - Begroting en boekhouding

Art. 2.§ 1. Het jaarlijkse begrotingsontwerp van de Dienst is opgedeeld in drie afdelingen, met name : de lopende verrichtingen, de verrichtingen in kapitaal, die al gelang hun aard worden vermeld onder dezelfde nummers van de basisallocaties en littera als die in de begroting van het Waalse Gewest worden gebruikt, en de verrichtingen voor orde.

Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december. § 2. Het begrotingsontwerp wordt opgenomen onder titel V van het ontwerp van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest.

Art. 3.De boekhouding bestaat uit twee delen : 1° de enkele begrotingsboekhouding;2° de dubbele bedrijfsboekhouding, met als doel de dagelijkse boeking van de verrichtingen.

Art. 4.De Inspecteur van Financiën, die door de Waalse Regering bij de Minister van Begroting en Financiën geaccrediteerd is, oefent controle uit op de Dienst overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de administratieve en begrotingscontrole. HOOFDSTUK III. - Beheersregels

Art. 5.De inspecteur-generaal van de Afdeling Afvalstoffen moet namens het Waalse Gewest vorderingen instellen, dwangschriften uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren. HOOFDSTUK IV. - Personeel

Art. 6.De wedden van het personeel en de bijkomende uitkeringen worden berekend en betaald door de diensten van de Regering. HOOFDSTUK V. - Advies- en toezichtscomité

Art. 7.§ 1. Het adviescomité wordt voorgezeten door de Minister of door diens afgevaardigde.

Het bestaat uit : 1° de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, of zijn afgevaardigde;2° de inspecteur-generaal van de Afdeling Begroting, of zijn afgevaardigde;3° de inspecteur van de Afdeling Thesaurie, of zijn afgevaardigde;4° twee vertegenwoordigers van de « Union wallonne des Entreprises;5° een vertegenwoordiger van de « Entente des Classes moyennes »;6° een vertegenwoordiger van de terugwinningsindustrie;7° een vertegenwoordiger van de verenigingen van ophalers van afvalstoffen en exploitanten van centra voor technische ingraving;8° drie vertegenwoordigers van de intercommunales voor afvalbeheer;9° een lid van de Afvalstoffencommissie;10° twee vertegenwoordigers van de « Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement »;11° twee vertegenwoordigers van de milieuverenigingen;12° twee vertegenwoordigers van de gemeenten;13° drie vertegenwoordigers van de vakverenigingen;14° een vertegenwoordiger van de bedrijven voor sociale economie. De leden bedoeld in de punten 4° tot 14° worden aangewezen door de Regering. § 2. Het mandaat van de leden van het comité loopt vijf jaar en is verlengbaar. § 3. Elk lid heeft een plaatsvervanger die door de Regering wordt aangewezen. De afwezige of verhinderde leden worden vervangen door hun plaatsvervanger. Als het mandaat van een gewoon lid voortijdig eindigt, wordt zijn plaatsvervanger gewoon lid voor de nog te lopen periode.

Het mandaat van de leden eindigt als ze de hoedanigheid verliezen waarvoor ze benoemd werden.

Het plaatsvervangend lid en het gewoon lid zetelen niet samen. § 4. Elke instelling of vereniging waarop de Minister een beroep doet om de in § 1, tweede lid, 4° tot 14°, bedoelde sectoren of instanties te vertegenwoordigen maakt hem per toegewezen mandaat een dubbeltal van gewone en plaatsvervangende kandidaten over.

Voor de vernieuwing van de mandaten worden de kandidaturen ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de in § 2 bedoelde termijn van vijf jaar voorgedragen.

Art. 8.De leden die de privé-sector vertegenwoordigen, zijn woonachtig in het Waalse Gewest, zowel de dag van hun aanwijzing als tijdens de periode waarin ze hun mandaat uitoefenen.

De inspecteur-generaal van de Afdeling Afvalstoffen woont elke vergadering bij zonder stemrecht.

De voorzitter nodigt elke persoon uit van wie hij de aanwezigheid nodig acht op grond van de agenda van de vergadering. De uitgenodigde personen zijn niet stemgerechtigd.

Art. 9.§ 1. Het adviescomité brengt ten minste één keer per jaar advies uit over de uitvoering van de opdrachten van de Dienst bedoeld in artikel 36, 1°, 2° en 9°, van het decreet.

Het doet de Minister alle suggesties en voorstellen i.v.m. de Dienst en brengt hem jaarlijks verslag uit. § 2. Het adviescomité informeert de Minister voor alle betrokken operatoren over de stand van uitvoering van het plan voor afvalbeheer bedoeld in artikel 24, § 1, van het decreet. Het gaat de adequatie na tussen de doelstellingen en de voorziene middelen en legt de Minister nieuwe richtlijnen voor. § 3. Het adviescomité vergadert minimum twee keer per jaar.

Art. 10.Het toezichtscomité wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of zijn afgevaardigde.

Het bestaat met name uit : 1° de inspecteur-generaal van de Afdeling Afvalstoffen of zijn afgevaardigde;2° de inspecteur-generaal van de Afdeling Thesaurie of zijn afgevaardigde;3° inspecteur-generaal van de Afdeling Begroting of zijn afgevaardigde.

Art. 11.Een afgevaardigde van de Minister en een afgevaardigde van de Minister van Begroting mogen elke vergadering bijwonen maar zijn niet stemgerechtigd.

De voorzitter nodigt elke persoon uit van wie hij de aanwezigheid nodig acht op grond van de agenda van de vergadering. De uitgenodigde personen zijn niet stemgerechtigd.

Art. 12.Het toezichtscomité brengt advies uit over de begrotingsvoorstellen en over de rekeningen vóór de sluiting ervan; het kan alle boekhoudverrichtingen onderzoeken.

Het doet de Minister alle suggesties en voorstellen i.v.m. de Dienst en brengt hem jaarlijks verslag uit.

Art. 13.Het adviescomité vergadert slechts op geldige wijze als minimum vijf stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

Het toezichtscomité vergadert slechts op geldige wijze als minimum twee stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

De beslissingen worden bij gewone meerderheid van de aanwezige leden genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Als minimum één vierde van de aanwezige leden zich tegen het door de meerderheid uitgebrachte advies verzet, vult de voorzitter dit advies aan met een aantekening waarin hij de uiteenlopende mening opneemt.

Art. 14.De twee comités zetelen te Namen in de lokalen die Dienst hen ter beschikking stelt. Het secretariaat wordt waargenomen door het binnen de Dienst opgerichte vast loodscomité.

Art. 15.De Minister stelt het huishoudelijk reglement van de twee comités vast op hun voorstel. Dat reglement bepaalt met name : 1° de procedures voor de oproeping van de leden, het opmaken van de agenda, het opmaken en de goedkeuring van de notulen, het uitbrengen van adviezen en het opmaken van andere documenten;2° de ondertekeningsvolmacht.

Art. 16.De werkingskosten van de twee comités komen ten laste van de begroting van de Dienst. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 17.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1990 betreffende de « Office wallon des déchets » wordt opgeheven.

Art. 18.De Minister van Leefmilieu en de Minister van Begroting en Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 juni 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN

^