gepubliceerd op 17 juni 2003
Besluit van de Waalse Regering betreffende de delegatie aan het ISSeP van de opdracht tot oprichting van een wetenschappelijk platform « Milieu-Gezondheid »
10 APRIL 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de delegatie aan het ISSeP van de opdracht tot oprichting van een wetenschappelijk platform « Milieu-Gezondheid »
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 12 januari 1989, 16 januari 1989, 16 juli 1993 en 13 juli 2001 houdende overheveling van diverse bevoegdheden naar de Gewesten en de Gemeenschappen;
Gelet op het decreet van 9 april 1998 tot wijziging van het decreet van 7 juni 1990 houdende oprichting van een « Institut scientifique de Service public (ISSeP) » (Openbaar Wetenschappelijk Instituut) in het Waalse Gewest, inzonderheid op artikel 3, tweede lid, 3°;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2001 tot regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2002;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2001 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, gewijizgd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2002;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991 en, inzonderheid, op de artikelen 49 en 55 tot en met 58;
Gelet op het decreet van 19 december 2002 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het jaar 2003;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 oktober 1996 tot vaststelling van de schattingsregels toepasselijk op het « Institut scientifique de Service public » (Wetenschappelijk Openbaar Instituut) (ISSeP), gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 januari 2001;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2001;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 december 1998 betreffende de financiering van het « Institut scientifique de Service public » (Openbaar Wetenschappelijk Instituut) (ISSeP);
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting;
Overwegende dat het noodzakelijk is om een nationaal Milieu-Gezondheidsplan (NEHAP) door te voeren ten gevolge van het « Gezondheid voor allen »-beleid in het Europa van de 21e eeuw (GEZONDHEID 21), goedgekeurd door de Europese lid-Staten van de Wereldgezondheidsorganisatie in september 1998 en van de Verklaring van de derde conferentie van de Europese ministers inzake Milieu en Gezondheid (1999);
Overwegende dat dat plan opgesplitst dient te worden in een lijst gewestelijke milieu-gezondheidsacties, dat de wijze van doorvoering ervan bepaald dient te worden om de verhouding tussen milieu en gezondheid in het Waalse Gewest te verbeteren;
Overwegende dat initiatieven van die aard onder de bevoegdheden ressorteren van de Minister bevoegd voor Leefmilieu én van de Minister bevoegd voor Gezondheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is die lijst gewestelijke milieu-gezondheidsacties te laten steunen op de meest geavanceerde wetenschappelijke kennis inzake milieu en gezondheid;
Overwegende dat de doorvoering ervan de installatie noodzakelijk maakt van een wetenschappelijk platform « milieu-gezondheid » die de milieurisico's bestudeert en evalueert;
Overwegende dat het ISSeP reeds over zowel de onontbeerlijke wetenschappelijke en technische bevoegdheden als over een zekere ervaring inzake milieu-gezondheid beschikt en regelmatig in contact staat met alle bij die aangelegenheid betrokken kringen; dat het weldegelijk bevoegd is voor : bodemrijkdommen en delfstoffen, brandstoffen en energieprocessen, leefmilieu en fysisch-chemische reiniging, normalisering en technische veiligheid; dat het in die verschillende vakgebieden overigens steunopdrachten van wetenschappelijke en technische aard uitvoert voor het Gewest en actief deelneemt aan talrijke nationale en internationale commissies (CCPIE, OESO, ISO);
Overwegende dat het ISSeP daarnaast eveneens bij bovenbedoeld decreet van 9 april 1998 belast is met de uitbating van de netwerken voor milieubewaking van het Gewest; dat het in die hoedanigheid het gehalte aan verontreinigende stoffen in het oppervlaktewater, lucht (emissies en immissies), evenals in de omgeving van de technische ondergravingscentra meet; dat het sinds 2001 eveneens belast is met de monsterneming van de dioxine-emissies door de afvalverbrandingsovens, Besluit :
Artikel 1.Doel van de subsidie Het ISSeP, hierna begunstigde genoemd, is belast met volgende opdracht : - de doorvoering van de beslissingen die getroffen zijn door de interministeriële leefmilieuconferentie, uitgebreid naar gezondheid, en meer bepaald van de beslissingen die reeds getroffen zijn op de vergadering van 2 oktober 2002. Die beslissingen zijn opgenomen in bijlage 1; - de voorbereiding van een lijst milieu-gezondheidsacties om tegemoet te komen aan de internationale en nationale verbintenissen aangegaan door het Waalse Gewest, waarbij eveneens rekening gehouden wordt met de eigenheid van het Gewest; - de instelling van een wetenschappelijk platform « milieu-gezondheid », vast wetenschappelijk centrum voor de studie en de evaluatie van de milieurisico's waarin begunstigde of enige ander partner die een aanvullende bijdrage in het proces kan verantwoorden, opgenomen wordt.
Het werkprogramma van het kaderbesluit is in detail opgenomen in bijlage 2 en wordt in elk jaarlijks subsidiebesluit nauwkeurig aangestipt.
Art. 2.Verantwoording van de subsidie Op de tweede Europese Conferentie over Leefmilieu en Gezondheid (Helsinki, juni 1994) hebben de Ministers van Gezondheid en Leefmilieu van de Wereldgezondheidsorganisatie, in het besef dat het milieu een belangrijke impact heeft op de gezondheid, zich ertoe verbonden nationale milieu-gezondheidsplannen uit te werken. Op de derde ministeriële conferentie die in 1999 in Londen plaatsvond, werd onderstreept dat de doorvoering van die programma's, met het oog op een beter milieu en een betere gezondheid in de 21e eeuw, dringend noodzakelijk is.
Bijgevolg dient het Waalse Gewest, rekening houdend enerzijds met zijn eigenheid en als bijdrage anderzijds tot de uitwerking van het federale plan, zijn programma te bepalen en spoedig door te voeren. De richtsnoeren voor de uitwerking van die plannen, NEHAP genoemd (National Environmental Health Action Plan), die als noodzakelijke basis dienen voor het bepalen van een gewestelijke strategie, zijn door het Verenigd Koninkrijk en Bulgarije uitgewerkt.
Het verband tussen leefmilieu en gezondheid houdt de verschillende aspecten in van de menselijke gezondheid en de levenskwaliteit zoals zij bepaald worden door fysieke, biologische, sociale en psychologische factoren; het houdt eveneens een verwijzing in naar de theorie en de praktijk inzake beheer, bewaking en preventie van milieufactoren die aan de basis kunnen liggen van problemen die de gezondheid kunnen bedreigen van de huidige en de komende generaties.
In die context moet het Waalse Gewest een structuur oprichten waarin alle gespecialiseerde kennis gecentraliseerd wordt zodat de deskundigheid inzake milieu-gezondheid op gecoördineerde wijze gewaarborgd wordt, met interdisciplinaire inspraak en de mogelijkheid om de beleidsmensen knowhow ter beschikking te stellen.
Na de interministeriële conferentie ter zake van 2 oktober 2002 is het dus, gezien de verplichting om een reeks acties te ondernemen, de taak van het Waalse Gewest om de op die vergadering aangegane verbintenissen na te leven.
Art. 3.Duur van de opdracht De duur van de kaderopdracht is op drie jaar vastgelegd, met ingang van de dag van kennisgeving ervan aan begunstigde.
Art. 4.Organisatie van de opdracht - Werkprogramma Begunstigde zal ingaan op de aspecten opgenomen in artikel 1, « Doel van de subsidie », en in detail opgenomen in bijlage 2.
Het Gewest verbindt zich ertoe begunstigde de informatie en stukken die in zijn bezit zijn en verband houden met de opdracht, ter beschikking te stellen, waarbij laatstgenoemde indien nodig het vertrouwelijk karakter ervan dient te vrijwaren.
Art. 5.Opvolgingscomité 1. Rol Op initiatief van het Gewest wordt er een opvolgingscomité opgericht met als rol : - de administratieve coördinatie en de opvolging van de stand van zaken in de opdracht; - de inachtneming van de door de opdracht vastgelegde doelstellingen; - de behandeling en de aanvaarding van de stukken die door begunstigde geleverd dienen te worden.
Om zijn rol in de best mogelijke omstandigheden ten bate van het Gewest te kunnen invullen, geniet het opvolgingscomité volgende rechten : 1. het tijdsplan voor de basiswerkzaamheden bepalen of herzien;2. sommige bijzondere punten van de opdracht omschreven in bijlage 2 die niet in detail beschreven hadden kunnen worden in de uitwerkingsfase, nader bepalen;3. elke persoon uitnodigen die van nut kan zijn voor het vlotte verloop van de opdracht;4. de mogelijkheden bepalen voor de valorisering van de verrichte werkzaamheden;5. beslissen over begrotingswijzigingen binnen de perken van het toegekende budget. Om aanspraak te kunnen maken op één van bovenstaande rechten, dient daarmee eenparig door de leden van het opvolgingscomité ingestemd te worden. 2. Samenstelling en werking Het opvolgingscomité bestaat uit : - 1 vertegenwoordiger van de Minister van Leefmilieu; - 1 vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu; - 1 vertegenwoordiger van de Minister van Gezondheid; - 1 vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid; - 1 vertegenwoordiger van begunstigde.
Het roterend voorzitterschap wordt om de beurt alle zes maanden waargenomen door de heer C. Delbeuck, directeur-generaal van het het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of zijn vertegenwoordiger en mevr. P. Beka, directeur-generaal van het Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid of haar vertegenwoordiger. 3. Vergaderingen Het opvolgingscomité vergadert op initiatief van begunstigde of, in voorkomend geval, van het Gewest, minstens één keer alle twee maanden.4. Samenroeping en notulering Het opvolgingscomité wordt door begunstigde samengeroepen, minstens vijftien dagen vóór de datum van de vergadering. Het secretariaat wordt waargenomen door begunstigde, die de vergaderingen notuleert en de notulen binnen de vijftien dagen overmaakt aan de leden van het opvolgingscomité.
Art. 6.In te dienen stukken 1. Tussentijds en eindverslag Jaarlijks maakt begunstigde aan elk lid van het opvolgingscomité, samen met vier exemplaren voor de besturen, een verslag over waarin de stand van zaken wordt opgemaakt over de werkzaamheden op het einde van het eerste, het tweede en het derde jaar van de opdracht. Op het einde van de opdracht dient begunstigde een inleidende versie in van het eindverslag in evenveel exemplaren als er leden zijn in het opvolgingscomité, samen met vier exemplaren voor de besturen.
Na de eventuele wijzigingen op wens van het opvolgingscomité na bespreking van de inleidende versie van het eindverslag te hebben doorgevoerd, dient begunstigde een eindverslag in evenveel exemplaren als er leden zijn in het opvolgingscomité in, samen met acht bijkomende kopieën. Eén exemplaar wordt ingediend bij de Dienst Documentatie en Communicatie van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, en een ander bij de Dienst Documentatie van het Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid. 2. Datum van overhandiging van de verslagen en aanvaarding De overhandiging van het tussentijds verslag, van de draftversie en van het eindverslag vindt minstens vijftien dagen vóór de vergadering van het opvolgingscomité plaats. De verslagen worden van gedetailleerd commentaar voorzien door begunstigde tegenover de leden van het opvolgingscomité.
Elk verslag wordt door het opvolgingscomité aanvaard.
Indien het Gewest zich niet binnen een termijn van dertig dagen na overhandiging van het tussentijds verslag heeft uitgesproken, is de aanvaarding ervan geacht vast te staan. 3. Samenvattingen Gelijktijdig met de overhandiging van het eindverslag op een papieren en op een elektronische informatiedrager (Acrobat pdf) levert begunstigde met het oog op informatieverstrekking via internet : - een Franse samenvatting van twee bladzijden met vermelding van het doel van de opdracht, de aan begunstigde vertrouwde opdracht, de gebruikte werkingswijze, de ingezette middelen en de behaalde resultaten.In de samenvatting wordt vermeld dat de studie verricht is in opdracht van het Gewest en door het Gewest is gefinancierd.
Aangestipt wordt dat gegevens en resultaten eigendom zijn en blijven van het Gewest; - een Engelse samenvatting van hoogstens een halve bladzijde waarin minstens verwezen wordt naar het doel van de opdracht, naar de gewestelijke dienst die de opdracht daartoe gegeven heeft en de behaalde resultaten. 4. Documentatie Een documentatielijst bestaande uit boeken, tijdschriften en normen die in het kader van deze opdracht door begunstigde zijn aangekocht, wordt samen met het eindverslag aan het Gewest overhandigd.
Art. 7.Financiering Als bijdrage in de kosten inherent aan deze opdracht wordt begunstigde door elke Minister een jaarlijkse subsidie toegekend.
Om zijn verplichtingen in het kader van deze opdracht na te komen, reserveert het Gewest voor het eerste jaar het bedrag van : - voor de Minister van Leefmilieu : 125.000 EUR ten laste van artikel 41.03, organisatieafdeling 13 van de begroting van het Waalse Gewest voor het jaar 2003; - voor de Minister van Gezondheid : 125.000 EUR ten laste van artikel 41.02, organisatieafdeling 17 van de begroting van het Waalse Gewest voor het jaar 2003.
Het toekennen van de subsidies voor de jaren 2004 en 2005 is verbonden aan volgende voorwaarden : - een positieve evaluatie, door het opvolgingscomité, van het voorheen verrichte werk; - de uitwerking van een door het opvolgingscomité goedgekeurd activiteitenprogramma; - de vaststelling van een door het opvolgingscomité goedgekeurde voorbegroting.
Art. 8.Betaalwijze De betalingen worden uitgevoerd per schijf, overeenkomstig de wijze bepaald bij de subsidiebesluiten.
Het Gewest behoudt zich het recht voor om te allen tijde alle nuttige verantwoordingen te eisen zowel wat de prestaties als wat de andere kosten betreft.
De betalingen worden binnen de 45 dagen verricht na ontvangst van de behoorlijk opgestelde schuldvordering en van elle andere in het kader van deze subsidie vereiste stukken.
De betalingen gebeuren op voorlegging van een voor oprecht en waarachtig verklaarde, in drie exemplaren opgemaakte en behoorlijke ondertekende schuldvordering.
Begunstigde wordt ertoe verplicht de aanwending van de subsidie te verantwoorden via mededeling in drie exemplaren aan het Ministerie van het Waalse Gewest, Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, avenue Prince de Liège 15, te 5100 Jambes en in drie exemplaren aan het Ministerie van het Waalse Gewest, Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid, avenue Gouverneur Bovesse 100, te 5100 Jambes, van : a) een omstandige staat van de door de activiteit teweeggebrachte uitgaven;b) de stukken ter verantwoording van de uitgaven (afschrift van de loonfiches van het personeel en bewijzen van de met de activiteit verbonden werkingskosten), gestaafd door de daarmee verbonden betaalbewijzen. De verantwoordingsstukken dienen per rubriek samengebracht te zijn en als bijlage een samenvattende staat met het nummer van elk stuk, diens bedrag en de totalen van de verschillende rubrieken te hebben.
Wat betreft de algemene kosten die geen factuur hebben die eigen is aan de uitvoering van het project, dient een afrekening van de algemene kosten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteiten voorgelegd te worden met nauwkeurige vermelding van hun aard.
De betalingen worden verricht op rekening met nummer 826-0000319-45 op naam van begunstigde.
Art. 9.Eigendom van de resultaten Alle gegevens en alle stukken voortvloeiend uit de werken die door begunstigde zijn uitgevoerd in het kader van deze opdracht zijn en blijven eigendom van het Gewest.
Begunstigde behoudt de intellectuele eigendom van de stukken. Het Gewest verbindt zich ertoe de auteursrechten na te leven.
De resultaten van de werkzaamheden kunnen aan derden medegedeeld worden nadat begunstigde de schriftelijke toestemming van het Gewest of van diens vertegenwoordiger, de directeur-generaal van Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of de directeur-generaal van Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid, heeft gekregen.
Elke mededeling die wordt voorgesteld op colloquia of studiedagen, evenals elke zelfs gedeeltelijke publicatie van de studie wordt op voorhand en schriftelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Gewest of diens vertegenwoordiger, de directeur-generaal van Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of de directeur-generaal van Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid en vermeldt dat bedoelde studie door begunstigde in opdracht van het Gewest is verwezenlijkt.
Het gebruik door het Gewest van de resultaten gebeurt met vermelding van de identiteit van begunstigde.
Art. 10.Vertrouwelijkheid - Terughoudendheid - Discretie.
Begunstigde, met inbegrip van diens eventuele onderaannemers, verbindt zich ertoe de regels inzake deontologie en beroepsgeheim na te leven wat betreft de informatie met betrekking tot natuurlijke of rechtspersonen die hij voor de noden van de opdracht dan wel toevallig tijdens de uitvoering van de subsidie verworven heeft. Dezelfde regels gelden wat betreft de elektronische verwerking van de ingezamelde of medegedeelde gegevens.
Ongeacht de omstandigheden waakt begunstigde erover geen enkele handeling te verrichten die de belangen van het Gewest zou kunnen aantasten. Hij licht zijn beambten en onderaannemers over die verplichting in en laat ze door hen naleven.
Art. 11.Verantwoordelijkheden De uitvoering van deze subsidie kan in geen enkel geval de verantwoordelijkheid van het Gewest met zich brengen wat de schade betreft aan personen en goederen die al dan niet rechtstreeks voortvloeit uit de activiteiten die begunstigde of eventuele onderaannemers in het kader van de subsidie verrichten.
Begunstigde vrijwaart het Gewest daartoe tegen elke door derden ingestelde vordering tot schadevergoeding. Hij licht het Gewest onverwijld in over elke gebeurtenis die de uitvoering van de subsidie zou kunnen schaden door het alle nuttige nadere gegevens te verstrekken.
Namen, 10 april 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
BIJLAGE I Beslissingen van de interministeriële conferentie Milieu en Gezondheid (IMCMG) van 2 oktober 2002 1. De IMCMG neemt akte van document I van het NEHAP (DocI-021002-FR.doc) en beschouwt het als een stand van zaken en een nuttig naslagwerk voor de verschillende actoren in het vakgebied « verband tussen milieu en gezondheid »; het plan heeft een geldigheidsperiode van vijf jaar. 2. De IMCMG neemt het project van document II van het NEHAP (DocII-021002-FR.doc) aan (Synthese). 3. De IMCMG neemt de aanbevelingen 1, 2 en 3 van het ontwerp van document III van het NEHAP aan (DocIII-021002-FR.doc) (Aanbevelingen), haar leden verbinden zich ertoe te ijveren voor de verwezenlijking van de aanbevelingen 4 tot en met 7 met strikte inachtneming van hun bevoegdheden. 4. De IMCMG neemt het ontwerp van het samenwerkingsakkoord Federale Overheid/Gewesten/Gemeenschappen aan met het oog op de samenwerking in de vakgebieden milieu en gezondheid en verzoekt zijn leden erom het zo spoedig mogelijk te laten ondertekenen.a. In afwachting van de inwerkingtreding van dat akkoord worden de opdrachten van de cel milieu-gezondheid omschreven in de artikelen 8 tot en met 14 uitgeoefend door de Strategische Groep waarvan de samenstelling is vastgelegd door de IMCMG van 31/01/2001.b. De IMCMG nodigt alle openbare gezondheidsbesturen met het oog op een werkzame uitvoering van dit samenwerkingsakkoord ertoe uit deel te nemen aan de vergaderingen van de groep deskundigen inzake milieu-gezondheid van het Coördinatiecomité van het internationale leefmilieubeleid vastgelegd in het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de Gewesten van 05 april 1995 betreffende het internationale leefmilieubeleid.5. De IMCMG neemt akte van de fiches en de samenvattende tabel die verwezenlijkt zijn door strategische groep 1.a. De IMCMG erkent dat laatstgenoemden verschillende concrete voorbeelden van aanbevelingen in het vakgebied « verband tussen milieu en gezondheid » geven.(Cf. Document III) b. De IMCMG vraagt dat de cel milieu-gezondheid een jaarbalans opstelt om de samenwerking in de vakgebieden milieu en gezondheid.6. Rekening houdend met de in januari 2001 getroffen beslissing « om de uitwerking van de informatie-instrumenten over te laten aan de strategische groep om in een coherente informatieverstrekking te kunnen voorzien » en gelet op de door laatstgenoemde groep voorgestelde werkzaamheden, aanvaardt de IMCMG de oprichting van een gemeenschappelijke portaalsite op het web dat gewijd is aan het verband tussen milieu en gezondheid overeenkomstig de bepalingen van bijlage 3.a. Op de website wordt een link opgenomen om door te klikken naar de websites van de verschillende daarbij betrokken bestuursniveaus.b. De IMCMG beslist om enkel alle in de IMCMG goedgekeurde documenten daarop op te nemen.7. Rekening houdend met de werkzaamheden die de strategische groep voorgesteld heeft conform de in januari 2001 toevertrouwde opdracht « om voorstellen tot beslissing betreffende de praktische modaliteiten voor de raadpleging en deelname van, en informatieverstrekking aan het publiek aan de IMCMG voor te leggen »;zet de IMCMG de volgende stap voor wat betreft de raadpleging van de documenten II (Synthese) en III (Aanbevelingen) door de Adviescomités en -raden, de Provincies en de Gemeenten, de bevoegde parlementaire Commissies, alsmede door de maatschappelijke actoren.
Dat voorstel tot beslissing vult het voorstel van januari 2001 aan, waarin het volgende aangegeven werd : « De IMCMG zal de ontwerpen van de synthese-, conclusie- en aanbevelingsdocumenten, na een eerste inzage door haar leden, ter advies voorleggen aan de Adviescomités van de verschillende erbij betrokken bestuursniveaus en aan de maatschappelijke actoren. De Stuurgroep Milieu-Gezondheid van het CCPIE (GDSE) zal die adviezen behandelen en ze samen met zijn beoordeling aan de IMCMG voorleggen, waarna de conferentie over het verdere gevolg ervan zal beslissen; » a. Elk bestuursniveau selecteert bovenstaand omschreven actoren en licht de Voorzitter van de IMCMG daarover in om beide documenten officieel ter advies voor te leggen in november 2002;b. Elk bestuursniveau beslist om in de behandeling van de adviezen al dan niet de antwoorden over te nemen die van de andere openbare onderzoeken afkomstig zijn;c. Die raadpleging en de behandeling van de adviezen gebeuren overeenkomstig de bepalingen van bijlage 4.De IMCMG beslist over het verdere gevolg en de antwoorden die daaraan gegeven dienen te worden, evenals over de definitieve goedkeuring van de documenten II en III tijdens een Conferentie die in maart 2003 plaats zal vinden; d. De coördinatie en de opvolging van de uitvoering van de documenten II en III zullen overeenkomstig de bepalingen van het samenwerkingsakkoord geëvalueerd worden;e. De IMCMG beslist de verdeelsleutel van het samenwerkingsakkoord toe te passen wat betreft de menselijke en budgettaire middelen die doorgevoerd dienen te worden;8. De IMCMG zal tijdens een eerstvolgende vergadering de vraag van document IV (vouwblad) opnieuw behandelen. AANBEVELINGEN. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de delegatie aan het ISSeP van de opdracht tot oprichting van een wetenschappelijk platform « Milieu- Gezondheid » Namen, 10 april 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE _______ Nota (1) Zie beschrijving in Bijlage.(2) Met inbegrip van het lokale, het provinciale, het gewestelijke en het federale niveau.(3) Zie Europees Handvest Leefmilieu en Gezondheid Frankfort/Main 1989.(4) Overeenkomst van Aarhus inzake de toegang tot informatie, participatie van de burger en toegang tot de rechter in milieu-aangelegenheden. BIJLAGE 2 Wetenschappelijk platform « Milieu-Gezondheid » WERKPROGRAMMA In deze bijlage wordt het werkprogramma omschreven van de subsidie met betrekking tot : ? de doorvoering van de beslissingen die getroffen zijn door de interministeriële leefmilieuconferentie, uitgebreid naar gezondheid, en meer bepaald van de beslissingen die reeds getroffen zijn tijdens de vergadering van 2 oktober 2002. Die beslissingen zijn opgenomen in bijlage 1; ? de voorbereiding van een lijst milieu-gezondheidsacties om tegemoet te komen aan de internationale en nationale verbintenissen aangegaan door het Waalse Gewest, waarbij eveneens rekening gehouden wordt met het specifiek karakter van het Gewest; ? de instelling van een wetenschappelijk platform « milieu-gezondheid », vast wetenschappelijk centrum voor de studie en de evaluatie van de milieurisico's waarin begunstigde of enige ander partner die een aanvullende bijdrage in het proces kan verantwoorden, opgenomen wordt. 1. Doorvoering van de beslissingen van de IMCMG Dat werk bestaat er meer bepaald in : - de adviezen te behandelen die in het kader van de door het Waalse Gewest georganiseerde raadpleging over NEHAP overhandigd zullen worden en een samenvattend verslag over te maken; - deel te nemen aan de werkzaamheden die georganiseerd worden op nationaal niveau met het oog op de aanpassing van de verschillende documenten ten behoeve van de komende interministeriële conferenties met voorbereiding van de Waalse standpunten in overleg met de betrokken besturen en kabinetten; - deel te nemen aan de vergaderingen van de groep deskundigen inzake milieu-gezondheid die door de federale overheid is ingesteld; - deel te nemen aan de internationale vergaderingen die betrekking hebben op de problematiek « milieu-gezondheid ».
Het betreft een vaste opdracht die zich over de gehele duur van de subsidie uitstrekt. Jaarlijks zal de balans worden opgemaakt van de implementering van NEHAP in het Waalse Gewest. Daar wordt vanuit Namen in voorzien, om het verband te vrijwaren enerzijds tussen de verschillende betrokken besturen onderling (Directoraten-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Energie enerzijds en Sociale Actie en Gezondheid anderzijds) en anderzijds tussen die gewestelijke besturen en de federale overheid. 2. Voorbereiding van een lijst acties « milieu-gezondheid » Dat document is een aan Wallonië aangepaste versie van het NEHAP.Het document is gegrond op de aanbevelingen van het NEHAP, maar houdt eveneens rekening met de specifieke noden van het Waalse Gewest.
Dat werk bestaat er meer bepaald in : - de inventaris op te maken van de internationale verplichtingen van het Waalse Gewest inzake milieu-gezondheid en van de reeds ondernomen acteis; - de concrete acties te bepalen die op Waals niveau doorgevoerd dienen te worden om de aanbevelingen van het NEHAP om te zetten, binnen de perken van de bevoegdheden van de HH. Ministers Foret en Detienne; - thematische aanbevelingen voor te dragen met duidelijke en nauwkeurige doelstellingen en acties waardoor zij uitgevoerd kunnen worden; - voor elke actie de betrokken actoren nauwkeurig aan te geven en de termijnen te bepalen voor implementering, met onderscheid tussen de prioriteiten op korte, middellange en lange termijn; - de middelen te evalueren die ingezet dienen te worden wat betreft menselijke en budgetaire middelen; - opvolgingsindicatoren uit te werken; - deel te nemen aan de informatievergaderingen die georganiseerd worden om dat document bekend te maken.
Een ontwerp voor de inhoudstafel wordt na vier maanden voorgesteld en eerste draftversie is uiterlijk één jaar na aanvang van de subsidie beschikbaar en een volledig voorontwerp wordt uiterlijk twee jaar na aanvang van de subsidie afgewerkt. In het voorontwerp worden de voorstellen van de platform inzake indicatoren en studies opgenomen.
Het laatste jaar wordt aan de opstelling van een populariserende versie van het document gewijd ten behoeve van de verschillende actoren, evenals aan de communicatie rond de reeds ondernomen acties. 3. Platform « milieu-gezondheid » De activiteiten van het platform « milieu-gezondheid » zullen de ontwikkeling van de structuren mogelijk maken, en van de instrumenten voor de implementering en de ontwikkeling van de acties inzake milieu-gezondheid.Daarnaast worden de bestanddelen aangegeven die noodzakelijk zijn voor het treffen van doeltreffende en op sociaal en milieuvlak aanvaardbare oplossingen. Het gaat om pro-actief ondernomen activiteiten waarbij aandacht wordt besteed aan alle milieuproblemen samen.
Dat werk bestaat erin : - een platform « milieu-gezondheid » in te stellen dat een vast wetenschappelijk centrum is voor de studie, de evaluatie van en de communicatie over milieurisico's (door te voeren binnen een termijn van twee maanden); - diens werkingswijze op lange termijn te bepalen en de actoren te identificeren die tussenbeide zullen kunnen komen volgens de te ondernemen acties : openbare instellingen, onderzoekscentra, NGO's, industriëlen, beroepsverenigingen, individuen of groepen individuen (binnen een termijn van acht maanden).
Dat platform wordt er meer bepaald mee belast : - de vragen van de betrokken besturen en kabinetten inzake milieu-gezondheid te beantwoorden; - een lijst op te stellen met de ontwerpen van wetenschappelijk relevante studies met een voorstel tot implementering door het opstellen van een lijst van de gestelde problemen (binnen een termijn van twaalf maanden); - indicatoren inzake milieu-gezondheid voor te stellen door zich te baseren op de internationale werkzaamheden in die aangelegenheden (binnen een termijn van twaalf maanden); - indicatoren uit te bouwen (met inbegrip van een eerste reeks indicatoren in het synoptisch overzicht milieu 2004); - de technieken te verbeteren en de analysemethodes voor de gegevens; - de evaluatiemethodes voor de gezondheidsrisico's in bepaalde gevallen te bepalen.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de delegatie aan het ISSeP van de opdracht tot oprichting van een wetenschappelijk platform « Milieu-Gezondheid » Namen, 10 april 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
BIJLAGE 3 Wetenschappelijk platform « Milieu-Gezondheid » VOORBEGROTING Personeel : drie voltijdse werkkrachten met universitair diploma.
De aan te werven personen krijgen als opdracht het verweven van de milieu- en de gezondheidsaanpak en komen tussen beide in alle opdrachten die door het opvolgingscomité bewaakt en aangegeven worden. ? één universitaire opdrachtgelastigde met specialisatie in milieuzaken : 180.000 EUR ? één universitaire opdrachtgelastigde met specialisatie in gezondheidszaken (doctor in de geneeskunde) : 180.000 EUR ? één universitaire opdrachtgelastigde met kennis in informatica en ervaring op het vlak van of milieu of gezondheid : 180.000 EUR Andere kosten (met inbegrip van de werkingskosten en de honoraria voor de eventuele onderaannemers in het kader van het platform) : 210.000 EUR Totaal : 750.000 EUR over drie jaar, Namelijk 250.000 EUR per jaar Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de delegatie aan het ISSeP van de opdracht tot oprichting van een wetenschappelijk platform « Milieu-Gezondheid » Namen, 10 april 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE