7 MAART 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 1998 betreffende de plaatselijke onthaal- en informatiediensten voor tewerkstelling en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers

De Waalse Regering, Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, a) en b);

Gelet op de programmawet van 30 december 1988, Titel III, Hoofdstuk II - Opzetting van een stelsel van gesubsidieerde contractuelen bij sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers, inzonderheid op de artikelen 93, vierde lid, 94 en 96, § 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 1998 betreffende de plaatselijke onthaal- en informatiediensten voor tewerkstelling;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 maart 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 maart 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de regelgeving onverwijld moet worden gewijzigd om de overdracht van personeelsleden mogelijk te maken in het kader van het stelsel van de Werkwinkels;

Overwegende dat de Werkwinkels bij voorkeur moeten worden ingericht in verhouding tot de bestaande onthaal- en informatiediensten voor tewerkstelling overeenkomstig de beslissing van de regering van 12 juli 2001;

Overwegende dat de werkgevers op de hoogte moeten zijn van de overdrachtsvoorwaarden om de voorschriften van de wet van 3 juli 1978 inzake opzeggingstermijnen in acht te kunnen nemen;

Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 1998 betreffende de plaatselijke onthaal- en informatiediensten voor tewerkstelling wordt opgeheven.

Art. 2.Artikel 2, eerste lid, 7°, b), van het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers, gewijzigd bij artikel 11 van het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 1998, wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 4, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 12 van het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 1998, wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 5, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 9 juli 1988, wordt gewijzigd als volgt : « § 2. Voor de indienstneming van geco's door de werkgevers bedoeld in artikel 2, eerste lid, 7°, d), e), g) en h) bedraagt de premie respectievelijk 15.246 euro, 17.353 euro, 12.395 euro, 15.246 euro en 15.246 euro. Voor de indienstneming van geco's die vroeger tewerkgesteld werden bij de plaatselijke onthaal- en informatiediensten voor tewerkstelling, door de in artikel 2, eerste lid, 1°, bedoelde werkgevers, bedraagt de premie 17.353 euro. »

Art. 5.Artikel 5, § 2, vierde lid, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : « Wat betreft de werkgevers bedoeld in artikel 2, eerste lid, 7, f) wordt de in het eerste lid bedoelde premie toegekend voor een aantal geco's dat gelijk is aan maximum twee voltijdse equivalenten per werkgever. »

Art. 6.Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de in artikelen 1 tot 5 bedoelde opgeheven of gewijzigde voorschriften van kracht voor de uitvoering van de overeenkomsten betreffende de plaatselijke onthaal- en informatiediensten voor tewerkstelling aangegaan vóór de inwerkingtreding van voorliggend besluit en die niet zouden opgezegd zijn door de Minister.

Hoe dan ook worden voornoemde overeenkomsten ontbonden op 31 december 2003.

Art. 7.De Minister van Tewerstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 7 maart 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA