4 JULI 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen L2212-37 en L2212-50 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de nadere regels die in acht te nemen zijn bij dienstopdrachten in het buitenland

De Waalse Regering, Gelet op de artikelen L2212-37, § 2, lid 5, en L2212-50, lid 5, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, ingevoegd bij het decreet van 16 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2013 pub. 17/07/2013 numac 2013204139 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wat betreft het goed bestuur op provinciaal niveau sluiten houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie op het vlak van goed bestuur op provinciaal niveau;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 20 november 2012;

Gelet op advies nr. 53.495/4 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wanneer een delegatie van de provincieraad zich voor een dienstopdracht naar het buitenland begeeft, wordt één der leden van die delegatie aangesteld als verslaggever. Het opgestelde verslag wordt goedgekeurd door de leden van de delegatie. Het wordt gedrukt en verdeeld binnen de twintig werkdagen te rekenen van het einde van de dienstopdracht.

Het verslag wordt voorgesteld tijdens de openbare zitting van de betrokken commissie.

Als de dienstopdracht bedoeld in lid 1 op initiatief van het raadslid, de provincieraad of een commissie plaatsvindt, zet de initiatiefnemer de motivaties van de dienstopdracht uiteen en stelt een ontwerp-programma en een kostenraming op.

Over die punten wordt vervolgens in de betrokken commissie gedebatteerd, waarna zij per consensus beslist over het programma van de dienstopdracht na advies van het bureau van de provincieraad.

Volgende punten worden aan het bureau voorgelegd : 1° de nagestreefde doelstellingen;2° het verband met de bevoegdheden van de provincie;3° de duur van de dienstopdracht, die niet langer dan vijf dagen mag duren binnen een land van de Europese Unie en niet langer dan acht dagen buiten de Europese Unie;4° het ontwerp-programma, met minstens 75 percent werkvergaderingen of officiële bezoeken in verband met de doelstellingen die de dienstopdracht nastreeft;5° de data, zodat de werkzaamheden van de provincieraad geenszins gestoord worden;6° de samenstelling van de delegatie waaruit de echtgenoten en partners van de raadsleden uitgesloten zijn;7° de nauwkeurige kostenraming, met redelijke en in verband met het doel van de reis staande Kosten;8° de opstelling van een CO2-balans, met een CO2-compensatie in duurzame projecten in de ontwikkelingssamenwerking. Lid 5, 8°, is van toepassing op de vliegtuigreizen en de verplaatsingen met personenwagens van meer dan 150 kilometer in één enkele rit.

De commissie kan nadere uitleg vragen betreffende de overwogen dienstopdracht en, in voorkomend geval, de dienstopdracht weigeren als de gegevens waarvan sprake in lid in het project onvoldoende aan bod komen of als de dienstopdracht ongepast blijkt.

De persoon belast met de dienstreis kiest het vervoersmiddel waarbij zijn voorkeur uitgaat naar het meest ecologische vervoersmiddel rekening houdend met de doelstellingen en de modaliteiten van de dienstopdracht en de duur van de reis. Bij een gelijkwaardige ecologische kostprijs wordt gekozen voor het vervoersmiddel dat op het ogenblik van de boeking het goedkoopst blijkt. Bij afstanden onder de 800 kilometer dient de voorkeur naar spoorreizen uit te gaan.

Behoudens behoorlijk gemotiveerde afwijking wordt in economy class gevlogen.

Verblijfsvergoedingen worden niet uitbetaald aan de raadsleden die deel uitmaken van dienstopdrachten.

Op vertoon van een bewijsstuk worden volgende kosten terugbetaald : 1° de kostprijs van de heen- en terugreis tussen de woonst en de luchthaven of het station van vertrek en de kostprijs van de heen- en terugreis tussen de luchthaven of het station van aankomst en de plaats van overnachting;2° de voertuigbewakingskosten op de luchthaven of het station van vertrek;3° de door het hotel aangerekende bewakingskosten voor het voertuig gebruikt door de deelnemer aan de dienstopdracht;4° de luchthaventaksen die niet in de prijs van het biljet inbegrepen zijn;5° de visum- en paspoortkosten;6° de kosten van de verplichte inentingen;7° de hotelkosten, beperkt tot de overnachting en het ontbijt;8° de restaurantkosten. De commissie voert systematisch een a posteriori controle uit op de verslagen van dienstopdrachten.

Art. 2.Wanneer een delegatie van het provinciecollege zich voor een dienstopdracht naar het buitenland begeeft, wordt één der leden van die delegatie aangesteld als verslaggever. Het opgestelde verslag wordt goedgekeurd door de leden van de delegatie. Het wordt gedrukt en verdeeld binnen de twintig werkdagen te rekenen van het einde van de dienstopdracht.

Het verslag wordt voorgesteld tijdens de openbare zitting van de betrokken commissie.

Als de dienstopdracht bedoeld in lid 1 op initiatief van het lid van het provinciecollege of één van diens leden plaatsvindt, zet de initiatiefnemer de motivaties van de dienstopdracht uiteen en stelt een ontwerp-programma en een kostenraming op. Over die punten wordt vervolgens in het college gedebatteerd, waarna per consensus beslist wordt over het programma van de dienstopdracht.

Het provinciecollege kan nadere uitleg vragen betreffende de overwogen dienstopdracht en, in voorkomend geval, de dienstopdracht weigeren als de gegevens waarvan sprake in lid in het project onvoldoende aan bod komen of als de dienstopdracht ongepast blijkt.

De commissie voert systematisch een a posteriori controle uit op de verslagen van dienstopdrachten.

Art. 3.Dit besluit is niet van toepassing op de dienstopdrachten verricht op initiatief van de provincieraad of het provinciecollege voor inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking op de datum van inwerkingtreding van het decreet van 16 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/05/2013 pub. 17/07/2013 numac 2013204139 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wat betreft het goed bestuur op provinciaal niveau sluiten houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wat betreft het goed bestuur op provinciaal niveau.

Art. 5.De Minister van Plaatselijke Besturen en de Stad is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 4 juli 2013.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN