gepubliceerd op 19 maart 2004
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 20 februari 2003 houdende oprichting van een Sociaal Waterfonds in het Waalse Gewest en tot bepaling van de desbetreffende modaliteiten
4 FEBRUARI 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 20 februari 2003 houdende oprichting van een Sociaal Waterfonds in het Waalse Gewest en tot bepaling van de desbetreffende modaliteiten
De Waalse Regering, Gelet op het decreet II van 22 juli 1993 tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenchapscommissie;
Gelet op het decreet van 20 februari 2003 houdende oprichting van een Sociaal Waterfonds in het Waalse Gewest;
Gelet op de artikelen 128, § 1, en 138 van de Grondwet, gecoördineerd op 17 februari 1994;
Gelet op het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een openbare maatschappij voor waterbeheer, inzonderheid op artikel 6, § 2;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 oktober 2003;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 oktober 2003;
Gelet op het advies van het Comité voor watercontrole, uitgebracht op 1 december 2003;
Gelet op het advies van de « Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne » (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), uitgebracht op 26 november 2003;
Gelet op het advies van de « S.P.G.E. », uitgebracht op 5 december 2003;
Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 14 januari 2004;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Doel, begripsomschrijving en beheersmodaliteiten
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet. Het is slechts op het grondgebied van het Franse taalgebied toepasselijk.
Doel
Art. 2.Het Sociaal Waterfonds is het financieel mechanisme dat op het grondgebied van het Franse taalgebied tussenkomt ten gunste van de verbruikers die moeilijkheden ondervinden om hun waterfactuur te betalen.
Te dien einde wordt de opbrengst van de bijdragen in het Sociaal Waterfonds voor vier uitgavencategorieën bestemd, namelijk : - 85 % voor de uitgaven inzake tegemoetkoming; - 9 % voor de uitgaven betreffende de werking van de O.C.M.W.'s; - 5 % voor de uitgaven inzake technische verbeteringen; - 1 % voor de uitgaven betreffende de werking van de « S.P.G.E. ».
Begripsomschrijving
Art. 3.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1) verbruiker met betalingsmoeilijkheden : de verbruiker vermeld op de in artikel 11 bedoelde lijst, overgemaakt door de leverancier aan het O.C.M.W. wegens het feit dat de verbruiker na afloop van de aanmaningstermijn niet in staat is zijn distributiewaterfactuur geheel of gedeeltelijk te betalen; 2) uitgaven inzake tegemoetkoming : de uitgaven betreffende de financiële tegemoetkoming ten gunste van de verbruikers die moeilijkheden ondervinden om hun waterfactuur te betalen; 3) uitgaven betreffende de werking van de O.C.M.W.'s : de uitgaven betreffende de kosten voor de werking, de administratieve en personeelskosten van de O.C.M.W.'s bij het beheren van de dossiers die onder het Sociaal Waterfonds ressorteren; 4) uitgaven inzake technische verbeteringen : de tussenkomsten van de leveranciers in het kader van de technische verbeteringen van de waterinstallaties van de verbruikers die in aanmerking komen voor de financiële tegemoetkoming in de betaling van hun waterfactuur; 5) uitgaven betreffende de werking van de « S.P.G.E. » : de uitgaven voor het beheer van het Sociaal Waterfonds; 6) decreet : het decreet van 20 februari 2003 houdende oprichting van een Sociaal Waterfonds in het Waalse Gewest;7) waterfactuur : de factuur betreffende de dienstverstrekking inzake levering van distributiewater, in voorkomend geval vermeerderd met de kosten voor rappels en aanmaningen en met de verwijlinteresten;8) Minister : de Minister bevoegd voor het Waterbeleid. Bijdragen van de leveranciers, de « S.P.G.E. » en de O.C.M.W.'s
Art. 4.§ 1. De leveranciers, de « S.P.G.E. » en de O.C.M.W.'s dragen bij in de werking van het Sociaal Waterfonds volgens de modaliteiten bedoeld in de onderstaande paragrafen. § 2. De leveranciers moeten : 1o bij het afsluiten van het boekjaar of van de begroting in hun rekeningen en begrotingen een voorschot identificeren voor de uitgaven inzake tegemoetkoming, één voor de uitgaven betreffende de werking van de O.C.M.W.'s, één voor de uitgaven inzake technische verbeteringen en één voor de uitgaven betreffende de werking van de « S.P.G.E. »; 2o jaarlijks uiterlijk 28 februari aan de « S.P.G.E. » een activiteitenrapport overmaken waarin hoe dan ook de volgende gegevens voorkomen : - het in m3 uitgedrukte watervolume gefactureerd voor het vorige jaar; - het bedrag van de gebruikte fondsen bestemd voor technische verbeteringen en de bestemming ervan; - het saldo van de bijdrage in het Sociaal Waterfonds van het vorige jaar; 3o jaarlijks uiterlijk 31 maart aan de « S.P.G.E. » : - op de rekening werkingskosten" 10 % van het bedrag van de bijdrage storten dat hij verschuldigd is overeenkomstig artikel 7, 2o en 3o, van het decreet; - op de rekening « saldo van de te bestemmen bijdrage » het saldo storten van de rekening « bijdrage in het Sociaal Waterfonds », vastgelegd op 31 december van het vorige jaar; 4o jaarlijks uiterlijk 28 februari de volgende gegevens per gemeente aan de « S.P.G.E. » meedelen : - het aantal meters; - het aantal verbruikers met betalingsmoeilijkheden meegedeeld het vorige jaar op basis van de lijsten bedoeld in artikel 11; - het aantal financiële tegemoetkomingen; - het geïndividualiseerde bedrag van de verleende tegemoetkomingen; - het globaal aantal tegemoetkomingen. § 3. De « S.P.G.E. » moet : 1o jaarlijks uiterlijk 15 maart : - op basis van de voor het voorafgaande jaar gefactureerde watervolumes het totaalbedrag van de bijdrage van elke verdeler in het Sociaal Waterfonds bepalen voor het lopende jaar en het hen meedelen; - het bedrag bepalen van het bijkomende trekkingsrecht waarover elk O.C.M.W. beschikt, rekening houdende met het saldo van de te bestemmen bijdrage, en het aan de verdelers meedelen; 2o elk O.C.M.W. jaarlijks uiterlijk 31 maart kennis geven van : - het bedrag van het trekkingsrecht waarover het beschikt voor het lopende jaar; - het bedrag van het bijkomende trekkingsrecht waarover het beschikt, rekening houdende met het saldo van de te bestemmen bijdrage en - hem een bijgevoegde vragenlijst bezorgen, samen met het jaarverslag van het vorige jaar; 3o jaarlijks uiterlijk 30 april : - aan elk O.C.M.W. de werkingskosten betalen op de rekening « werkingskosten van de O.C.M.W.'s »; - aan de verdelers het bedrag storten van het « saldo van de te bestemmen bijdrage », berekend overeenkomstig artikel 9, § 2; 4o na haar gewone algemene vergadering de Minister een jaarverslag overleggen waarin de volgende gegevens voorkomen : - het bedrag van de bijdrage in het Sociaal Waterfonds dat het vorige jaar per verdeler beschikbaar was; - het bedrag van de bijdrage in het Sociaal Waterfonds dat het vorige jaar per verdeler gebruikt werd; - het saldo van de bijdrage in het Sociaal Waterfonds dat het vorige jaar per verdeler niet gebruikt werd; - het totaalbedrag van de overtollige saldi; - de bestemming van het overtollige saldo; - de bedragen betreffende de werkingskosten gestort aan de O.C.M.W.'s; - de bedragen betreffende de werkingskosten van de « S.P.G.E. »; - de bedragen bestemd voor de technische verbeteringen.
Het verslag wordt aan de Minister voorgelegd en een maand later aan de federatie van de O.C.M.W.'s van de « Union des villes et communes de Wallonie » (Vereniging van de steden en gemeenten van Wallonië), alsook aan de verdelers en aan het Comité voor watercontrole. De Minister organiseert dan een evaluatievergadering tussen de vertegenwoordigers van de verdelers, van de « S.P.G.E. », de O.C.M.W.'s en het Comité voor watercontrole. § 4. Elk O.C.M.W. stuurt jaarlijks uiterlijk 31 mei de in § 3, 2o, bedoelde vragenlijst terug naar de « S.P.G.E. ». De aldus ingezamelde gegevens worden opgenomen in het jaarverslag.
Bijdrage in het Sociaal Waterfonds
Art. 5.Elke verdeler vermeldt het bedrag van zijn bijdrage, dat door de « S.P.G.E. » meegedeeld wordt krachtens artikel 4, § 3, 1o, in zijn begroting en in zijn rekeningen in de aparte rubriek « bijdrage in het Sociaal Waterfonds ».
Trekkingsrecht van de O.C.M.W.'s
Art. 6.Elk O.C.M.W. gevestigd op het territoriale ambtsgebied dat overeenstemt met het distributienet van de verdeler beschikt op de rekening of de begroting « bijdrage in het Sociaal Waterfonds » over een trekkingsrecht om de uitgaven inzake tegemoetkoming te dekken.
Het trekkingsrecht van het O.C.M.W. wordt vastgelegd volgens onderstaande formule : C x 85 % x [80 % (cn C.P.A.S./cn distr) + 15 % (di C.P.A.S./di distr) + 5 % (r C.P.A.S./r distr)] waarbij : C : het totaalbedrag van de bijdrage van de verdeler in het Sociaal Waterfonds voor het lopende jaar, door de « S.P.G.E. » aan de verdeler meegedeeld krachtens artikel 4, § 3, 1o; cn « C.P.A.S. » : aantal verbruikers met betalingsmoeilijkheden vermeld op de lijsten die de verdeler het vorige jaar aan het O.C.M.W. heeft overgemaakt; cn distr : aantal verbruikers met betalingsmoeilijkheden voor het geheel van de O.C.M.W.'s gevestigd op het territoriale ambtsgebied dat overeenstemt met het distributienet van de verdeler; di C.P.A.S. : aantal personen dat op 31 december van het voorlaatste jaar voor betrokken O.C.M.W. het recht op sociale integratie geniet; di verdeler : aantal personen dat op 31 december van het voorlaatste jaar voor de gezamenlijke O.C.M.W.'s het recht op sociale integratie geniet op het territoriale ambtsgebied dat overeenstemt met het distributienet van de verdeler.
Als het grondgebied van een gemeente door verschillende verdelers bediend wordt, wordt het aantal personen dat het recht op sociale integratie geniet op het territoriale ambtsgebied van het distributienet van een verdeler berekend naar evenredigheid met het aantal meters van de verdeler t.o.v. het totaalaantal meters van de verdelers op het grondgebied van de gemeente; r « C.P.A.S. » : aantal meters aangesloten op het openbare waterdistributienet van de verdeler op het grondgebied van de gemeente; r distr : aantal meters aangesloten op het openbare waterdistributienet op het gezamenlijke grondgebied van de verdeler.
Fonds bestemd voor technische verbeteringen
Art. 7.De sommen geconsigneerd in de rubriek « Fonds bestemd voor technische verbeteringen » dienen voor de tegemoetkoming in de uitgaven voor de technische verbeteringen uitgevoerd ten gunste van verbruikers met betalingsmoeilijkheden of die betalingsmoeilijkheden hadden de twee laatste jaren vóór de aanvraag om tegemoetkoming. Die technische verbeteringen kunnen o.a. bestaan in de aanpassing van de aansluitingsinstallaties, in de plaatsing van een debietbeperkende meter en in de opsporing van lekkages in de binneninstallatie van de verbruiker.
Werkingskosten van de O.C.M.W.'s
Art. 8.De forfaitaire tegemoetkoming in de werkingskosten van de O.C.M.W.'s bedoeld in artikel 4, § 3, 3o, wordt berekend volgens onderstaande formule : Ct x 9 % x [90 % cn C.P.A.S./cn R + 5 % (di C.P.A.S./di R) + 5 % (R C.P.A.S./R)] waarbij : Ct : het totaalbedrag van de bijdrage van de verdelers in het Sociaal Waterfonds voor het lopende jaar, door de « S.P.G.E. » aan de verdelers meegedeeld krachtens artikel 4, § 3, 1o; cn « C.P.A.S. » : aantal verbruikers met betalingsmoeilijkheden meegedeeld het vorige jaar door de verdeler(s) die het grondgebied van de gemeente bedient (bedienen); cn R : aantal verbruikers met betalingsmoeilijkheden meegedeeld het vorige jaar door de verdelers aan de gezamenlijke O.C.M.W.'s; di « C.P.A.S. » : aantal personen dat op 31 december van het voorlaatste jaar voor betrokken O.C.M.W. het recht op sociale integratie geniet; di R : aantal personen dat op 31 december van het voorlaatste jaar op het gezamenlijke grondgebied van het Gewest het recht op sociale integratie geniet;
R « C.P.A.S. » : aantal watermeters op het grondgebied van de gemeente van het O.C.M.W.;
R : aantal watermeters op het gezamenlijke grondgebied van het Gewest.
Saldo van de te bestemmen bijdrage
Art. 9.§ 1. Het in artikel 4, § 3, tweede streepje, bedoelde saldo van de onder alle waterverdelers te bestemmen bijdrage wordt door de « S.P.G.E. » op hun rekening « bijdrage in het Sociaal Waterfonds » gestort zodat elk O.C.M.W. op dat saldo kan beschikken over een bedrag evenredig met het gebruik van zijn trekkingsrecht van het vorige jaar t.o.v. het totaalgebruik van het trekkingsrecht van de gezamenlijke O.C.M.W.'s.
Dat bedrag wordt verminderd naar rato van het aantal aansluitingen bediend door elke verdeler als het grondgebied van een O.C.M.W. door verschillende verdelers bediend wordt. § 2. Het bedrag van het bijkomende trekkingsrecht waarover elk O.C.M.W. voor het jaar beschikt, wordt berekend volgens onderstaande formule : S x (udt C.P.A.S./udt C.P.A.S. R) waarbij : S : saldo van de te bestemmen bijdrage; udt « C.P.A.S. » : gebruik voor het vorige jaar van het trekkingsrecht van het O.C.M.W.; udt « C.P.A.S. » R : gebruik voor het vorige jaar van het trekkingsrecht van de O.C.M.W.'s. HOOFDSTUK II. - Modaliteiten inzake tegemoetkoming van het Fonds Informatieverstrekking aan de verbruiker
Art. 10.§ 1. In zijn herinneringsbrief wijst de verdeler de verbruiker op de mogelijkheid om de tegemoetkoming van het Sociaal Waterfonds te genieten. § 2. Bij niet-betaling van de waterfactuur na afloop van de termijn die in de herinneringsbrief vermeld staat, stuurt de verdeler een aanmaningsbrief. § 3. De aanmaningsbrief bevat onderstaande tekst : « Als u moeilijkheden ondervindt om uw waterfactuur te betalen, dan kunt u terecht bij het O.C.M.W. van uw gemeente waar met u gezocht zal worden naar oplossingen om u te helpen de factuur geheel of gedeeltelijk via het Sociaal Waterfonds te betalen.
Bij niet-betaling na afloop van de aanmaningstermijn maken wij uw dossier op eigen initiatief over aan het O.C.M.W. van uw gemeente.
Verwittig ons als u niet wenst dat uw dossier naar het O.C.M.W. van uw gemeente gestuurd wordt. In dat geval kan geen financiële tegemoetkoming via het Sociaal fonds verleend worden.
Uw gegevens zijn vertrouwelijk, het O.C.M.W. is gehouden tot het beroepsgeheim. » § 4. Als het Sociaal Waterfonds de waterfactuur geheel of gedeeltelijk ten laste neemt, verwittigt de verdeler de verbruiker in een schrijven.
Informatie verstrekt door de verdelers aan de O.C.M.W.'s
Art. 11.§ 1. De verdeler bezorgt de O.C.M.W.'s minstens één keer per maand een lijst met de personalia van de verbruikers met betalingsmoeilijkheden die zich vijftien dagen na de aanmaning niet hebben verzet tegen de verzending van hun gegevens. § 2. De O.C.M.W.'s kunnen op eigen initiatief bij de verdeler tussenkomen om de tegemoetkoming van het sociaal fonds te vragen ten gunste van de verbruikers die betalingsmoeilijkheden zouden kunnen ondervinden vóór de opstelling van de lijst door de verdeler. § 3. Het O.C.M.W. kan bij de verdeler steeds inzage nemen van de gegevens betreffende het bedrag van het saldo van zijn trekkingsrecht, alsmede van de lijst van de tegemoetkomingen voor het lopende jaar.
Inhoud van de informatie
Art. 12.De door de verdeler aan de O.C.M.W.'s overgemaakte lijst bestaat uit een enig rekeningoverzicht dat voor elke nog niet volledig betaalde factuur de volgende gegevens bevat : - de naam en het adres van de verbruiker met betalingsmoeilijkheden; - de facturatiedatum; - het bedrag van de factuur; - het verschuldigde saldo, alsook de desbetreffende kosten.
Beperking van de tegemoetkoming en compatibiliteiten met andere sociale acties
Art. 13.§ 1. Het O.C.M.W. beslist over de toekenning en het bedrag van de financiële tegemoetkoming overeenkomstig de bepalingen van artikel 9 van het decreet. § 2. De tegemoetkoming van het Sociaal Waterfonds in de betaling van de factuur van de verbruiker met betalingsmoeilijkheden wordt beperkt tot een jaarlijks bedrag van euro 175.
Die drempel wordt verhoogd met euro 50 per persoon vanaf de vierde persoon die deel uitmaakt van het gezin van de verbruiker met betalingsmoeilijkheden.
Die bedragen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd en op de euro afgerond op basis van de evolutie van de gezondheidsindex, met verwijzing naar de index van toepassing op 1 januari van het jaar van de inwerkingtreding van het besluit. § 3. De beslissing van het O.C.M.W. i.v.m. een tegemoetkoming ten laste van het sociaal fonds loopt niet vooruit op eventuele bijkomende of alternatieve maatregelen die aan de verbruikers met betalingsmoeilijkheden gesuggereerd kunnen worden. § 4. De verdeler kan, o.a. op verzoek van het O.C.M.W., de technische verbeteringen uitvoeren die het meest geschikt zijn in bedoelde situatie of een specifieke meter plaatsen om het waterverbruik van gebruikers met betalingsmoeilijkheden te beperken en te reguleren.
Overgangsbepalingen
Art. 14.Voor het jaar 2004 worden het trekkingsrecht en de werkingskosten van de O.C.M.W.'s voor 75 % berekend op grond van het aantal personen dat het recht op sociale integratie geniet en voor 25 % op grond van het aantal meters aangesloten op het openbaar waterdistributienet van de verdeler.
Inwerkingtreding
Art. 15.Het decreet van 20 februari 2003 betreffende het Sociaal Waterfonds en dit besluit treden in werking op 1 maart 2004.
Art. 16.De Minister tot wiens bevoegdheden het Waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 4 februari 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET
BIJLAGE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2) Gegevens verstrekt door het O.C.M.W. a) Aantal bestaansminima op het grondgebied van uw gemeente op 31/12/...... : ------ b) Aantal aanvragen om tegemoetkoming ingediend door uw O.C.M.W. voor het boekjaar ...... ten gunste : - van gerechtigden op sociale integratie : ------ - van personen met zware schulden : ------ - andere gevallen : ------ Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 februari 2004 tot uitvoering van het decreet 20 februari 2003 houdende oprichting van een Sociaal Waterfonds in het Waalse Gewest en tot bepaling van de desbetreffende modaliteiten.
Namen, 4 februari 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET