gepubliceerd op 16 mei 2012
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
3 MEI 2012. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
De Waalse Regering, Gelet op boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikel D.317;
Gelet op het regelgevende gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt;
Gelet op het advies van de "Commission consultative de l'Eau" (Wateradviescommissie), gegeven op 25 januari 2012;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 maart 2012;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 3 mei 2012;
Gelet op het advies nr. 51.092/4 van de Raad van State, gegeven op 11 april 2012, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In titel I van deel III wordt hoofdstuk VII van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en dat de artikelen R.292 tot R.297 bevat, opgeheven.
Art. 2.Artikel R.410 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : " § 1. De Minister benoemt de leden van het Comité van deskundigen die aangewezen worden op grond van hun technische kennis van de behandelde materie. Het Comité bestaat uit : 1° een vertegenwoordiger van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;2° twee deskundigen gekozen door de Minister uit het academisch of wetenschappelijk personeel van de Faculteiten wetenschappen of toegepaste wetenschappen gevestigd in Wallonië;3° twee vertegenwoordigers van de representatieve verenigingen in het ontwerp, de bouw en de installatie van individuele zuiveringssystemen;4° een vertegenwoordiger van de representatieve verenigingen in de opleiding tot de installatie en werking van individuele zuiveringssystemen;5° twee vertegenwoordigers van "Aquawal"; 6° twee vertegenwoordigers van de "S.P.G.E." (Openbare Dienst Waterbeheer); 7° een vertegenwoordiger van de Minister. Elke instelling of vereniging bedoeld in het eerste lid, 1° tot 6°, legt de Minister, per toegekend mandaat, een dubbele lijst over van gewone en plaatsvervangende kandidaten die gekozen zijn in functie van hun technische kennis van de behandelde materie en van hun beschikbaarheid.
Onder de leden van het Comité van deskundigen wijst de Minister de voorzitter en de ondervoorzitter aan.
Het mandaat van de leden van het Comité begint te lopen vanaf de datum van kennisgeving van het besluit waarbij ze worden benoemd. Het kan verlengd worden. § 2. De leden van het Comité kunnen elk ogenblik ontslagen worden als ze in de onmogelijkheid verkeren hun functie uit te oefenen, wegens een ernstige fout of bij verlies van de hoedanigheid waarin ze benoemd werden.
Bij verhindering van de voorzitter wordt het Comité door de ondervoorzitter van het Comité voorgezeten in afwachting van de aanwijzing van een nieuwe voorzitter door de Minister. § 3. De leden van het comité moeten het vertrouwelijke karakter van de werkzaamheden in acht nemen. § 4. De beslissingen worden bij gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 5. De zetel van het Comité is gevestigd op het adres van het secretariaat. § 6. Het Comité maakt een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring aan de Regering voor."
Art. 3.Hetzelfde Wetboekt wordt aangevuld met een artikel R.410-1, luidend als volgt : "De opdracht van het Comité van deskundigen bestaat erin : 1° de aanvragen tot erkenning, verlenging en intrekking van de erkenning van de zuiveringssystemen overeenkomstig de artikelen R.411 tot en met R.417 te onderzoeken en te beoordelen; 2° de Minister aanbevelingen te doen over de werkings- en controlemechanismen inzake de individuele zuiveringssystemen. Om zijn opdrachten te vervullen, wordt het Comité bijgestaan door personeel dat de vereiste kwalificaties heeft en erkend is voor zijn bevoegdheden inzake waterzuivering."
Art. 4.In artikel R.411 van hetzelfde Wetboek wordt paragraaf 3 aangevuld met de volgende woorden " alsook het verslag voortvloeiende uit de EG-label voor de typen en maten van individuele zuiveringssystemen waarvoor een EG-label verplicht is."
Art. 5.In artikel R.412 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden "tien werkdagen" vervangen door de woorden "twintig werkdagen";2° § 2 wordt vervangen als volgt : "Het Comité geeft de Minister een met redenen omkleed advies binnen drie maanden na ontvangst van het volledig dossier. Tijdens het onderzoek kan het comité van deskundigen van de aanvrager elke bijkomende informatie eisen die hij nodig acht om zijn opdracht te vervullen."
Art. 6.In artikel R.413, § 1, van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Het comité wordt ingelicht over iedere wijziging aangebracht door een producent aan een erkend zuiveringssysteem en beslist of een nieuwe erkenningsaanvraag ingediend moet worden."
Art. 7.Artikel R.416 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "De erkenning geldt vijf jaar. Het Comité heeft toegang tot de fabricageplaatsen tijdens de behandeling van de erkenningsaanvraag en tijdens de geldigheidsduur van de erkenning om de adequatie na te gaan tussen de individuele zuiveringssystemen zoals ze zijn weergegeven in het erkenningsaanvraagdossier en de systemen in bewerking, in voorraad en aan de uitgang van de assemblageketen.
Indien blijkt dat het zuiveringssysteem niet meer voldoet aan de erkenningsnormen van de bijlagen XLVII, kan de Minister de erkenning intrekken na eensluidend advies van het Comité. Het Comité brengt zijn advies uit na de producent of de gemachtigde exploitant te hebben opgeroepen om uitleg te geven."
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de vernieuwing van het Comité.
Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheden het Waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 3 mei 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY