gepubliceerd op 27 juli 2006
Besluit van de Waalse Regering betreffende het sorteren tegen loon van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen bestemd om te worden ingezaaid
1 JUNI 2006. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het sorteren tegen loon van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen bestemd om te worden ingezaaid
De Waalse Regering, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999, en op artikel 13;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 1997 betreffende het triëren tegen loon van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen bestemd om te worden ingezaaid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 juli 1999;
Gelet op Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht, inzonderheid op artikel 14, dat betrekking heeft op de afwijking van het communautaire kwekersrecht, en onverminderd de informatieverplichtingen waaraan de bij die afwijking betrokken personen onderworpen zijn;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale overheid d.d. 16 januari 2006 waarvan het verslag werd goedgekeurd op 6 februari 2006;
Gelet op advies nr. 40.094/4 van de Raad van State, gegeven op 5 april 2006, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen door de wet van 2 april 2003;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° zaad : zaad van de soorten van de volgende landbouwgewassen : a) groenvoedergewassen : Cicer arietinum L.- Grauwe erwt;
Lupinus luteus L. - Gele lupine;
Medicago sativa L. - Luzerne;
Pisum sativum L. (partim) - Voedererwt;
Trifolium alexandrinum L. - Alexandrijnse klaver;
Trifolium resupinatum L. - Perzische klaver;
Vicia faba - Paardenboon;
Vicia sativa L. - Voederwikke. b) granen : Avena sativa L.- Haver;
Hordeum vulgare L. - Gerst;
Secale cereale L. - Rogge;
X Triticosecale Wittm. - Triticale;
Triticum aestivum L. emend. Fiori et Paol. - Tarwe;
Triticum durum Desf. - Harde tarwe;
Triticum spelta L. - Spelt; c) Oliehoudende planten en vezelgewassen : Brassica napus L.(partim) - Koolzaad;
Brassica napus L. (partim) - Raapzaad;
Linum usitatissimum - Oliehoudend vlas, met uitzondering van vezelvlas; 2° sorteren tegen loon : het voor rekening van een producent uitvoeren van de reiniging, het sorteren en de eventuele ontsmetting van zaden die afkomstig zijn van het eigen bedrijf van die producent en bestemd om daar te worden ingezaaid;3° loonsorteerder : de persoon die tegen loon sorteert;4° sorteren tegen loon : de handeling van het sorteren tegen loon;5° partij : elke hoeveelheid zaden van eenzelfde soort en van eenzelfde ras die op een bepaald ogenblik voor loonsortering wordt aangeboden door een producent;6° producent : de uitbater, natuurlijke of rechtspersoon of groepering van natuurlijke personen of van rechtspersonen of van beide die op autonome wijze, voor eigen profijt en rekening, een landbouwbedrijf beheert;7° bedrijf : het geheel van de door de producent autonoom beheerde en uitgebate productie-eenheden;8° productie-eenheid : het geheel van de functioneel samenhangende middelen, met inbegrip van de opslaginfrastructuren, gekweekte dieren en gronden die voor de producent nodig zijn om een landbouwactiviteit uit te oefenen;9° producentnummer : nummer toegekend bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 in het kader van een verplicht identificatiesysteem van elke producent; 10° Dienst : de Directie Productkwaliteit van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest;11° DGA : het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest;12° Minister : de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft. HOOFDSTUK II. - Verplichtingen van de producent Art 2. § 1. De loonsortering mag alleen door een erkend sorteerder uitgevoerd worden. § 2. Om één of meerdere zaadpartijen uit zijn oogst te laten sorteren, moet de producent op zijn bedrijf beschikken over procedures voor de registratie van de volgende gegevens voor elke partij : 1° de betrokken soort : 2° het ras;3° de aankoopfactuur van het gecertificeerd zaad waarvan gebruik werd gemaakt voor de voortbrenging van zaad bestemd voor het sorteren;4° de geschatte bruto hoeveelheid aangeboden met het oog op loonsortering;5° de leveringsdatum;in geval van loonsortering op het bedrijf gaat het om de sorteringsdatum; 6° de naam van de loonsorteerder belast met de sortering. § 3. Elke partij die door de producent aangeboden wordt voor loonsortering, moet vergezeld zijn van een begeleidend document waarvan het model vastgesteld is door de Dienst en dat een door laatstgenoemde uniek voorgedrukt nummer draagt. De Dienst stelt bovenbedoelde documenten ter inzage bij de erkende loonsorteerders.
Het eerste luik van het begeleidende document wordt aangevuld door de producent en bevat minstens de volgende gegevens : de soort, het betrokken ras, het geschatte gewicht van het geleverde zaad, waarvan het geschatte gewicht van zaad bestemd voor loonsortering, de in § 2, 5°, bedoelde leveringsdatum, de naam en handtekening van de producent.
Het aldus ingevulde begeleidende document wordt overhandigd aan de loonsorteerder bij de levering in geval van sortering bij de sorteerder of bij het aanbieden van bruto partijen in geval van loonsortering op het bedrijf. De producent bewaart een kopie van het document, geviseerd ter ontvangst door de loonsorteerder. § 4. De hoeveelheid van de tegen loon gesorteerde zaden moet in verhouding staan tot het geteelde areaal van het betrokken ras op het eigen bedrijf van de producent. § 5. Na het afhalen van de gesorteerde zaden bewaart de producent tijdens een periode van drie jaar de kopie van het document dat de partij begeleidt, ingevuld volgens de bepalingen van artikel 4, 8°. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de loonsorteerder
Art. 3.Niemand mag zaad tegen loon sorteren zonder daartoe erkend te zijn door de Minister of de hoofdambtenaar van de Dienst, hierna "de afgevaardigde" genoemd.
De terbeschikkingstelling van een mobiele sorteerinstallatie voor zaad buiten de installaties van de loonsorteerder is onderworpen aan de bepalingen van dit besluit, ongeacht de omstandigheden van terbeschikkingstelling van die installatie.
Art. 4.Om erkend te zijn en te blijven, moet de loonsorteerder de volgende voorschriften in acht nemen : 1° hij beschikt over een aangepaste installatie die een samenhangend geheel vormt en die ten minste bestaat uit : a) een doeltreffend reinigings- en sorteertoestel;b) een weegtoestel;c) een ontsmettingstoestel wanneer een chemische behandeling van de zaden voorziet wordt;d) een lokaal of een kast dat uitsluitend bestemd is voor de goede bewaring van de monsters;2° de loonsorteerder beschikt over een plaats waar nog te sorteren partijen afzonderlijk worden opgeslagen en op zodanige wijze dat hun identificatie vrij gemakkelijk is.Elke opslagplaats staat duidelijk vermeld door de sorteerder op het beschrijvingsformulier van de in artikel 5, § 1, bedoelde installatie; 3° de sorteerder beschikt over een infrastructuur voor de goede bewaring van de zaden;4° eenzelfde installatie mag niet tegelijk worden gebruikt voor de erkenning als loonsorteerder en voor de erkenning als handelaar-bereider van zaaizaden van de in artikel 1 bedoelde soorten, die wordt verleend overeenkomstig de vigerende bepalingen voor de keuring en de certificering van zaaizaad van landbouwgewassen.Een afwijking van die regel kan worden verleend door de Minister of zijn afgevaardigde onverminderd de vigerende wettelijke bepalingen voor de keuring en de certificering van zaaizaad, voor zover de traceerbaarheid van sorteergranen en gecertificeerde zaden alsook het gebrek aan mengsels worden gewaarborgd; 5° de loonsorteerder vervult alle verplichtingen inzake betaling die hem opgelegd zijn in het kader van de erkenning;6° elke partij wordt afzonderlijk en op identificeerbare wijze opgeslagen op de in punt 2° bedoelde opslagplaats(en).Indien het geheel van de geleverde partij niet bestemd is voor loonsortering, markeert de sorteerder het voor sortering bestemde geheel onmiddellijk na ontvangst. In afwachting van de loonsortering wordt bij elke partij en zodanig dat elke verwarring is uitgesloten, door de loonsorteerder een duidelijk zichtbaar bordje geplaatst waarop op goed leesbare wijze ten minste het partij- en het producentnummer staan vermeld.
Als de partij verpakt is, wordt het bordje vervangen door een etiket waarop dezelfde vermeldingen staan vermeld; 7° vanaf de ontvangst van de zaden bij de sorteerder of vlak vóór de loonsortering op het bedrijf, viseert de sorteerder het in artikel 2, § 3, bedoelde begeleidende document ter ontvangst en vermeldt de volgende gegevens op het tweede luik van het document : a) zijn naam;b) het gewicht van de partij die wordt aangeboden met het oog op loonsortering. Onmiddellijk na de loonsortering van de zaden, vult de sorteerder de volgende informatie in op het tweede luik van het document : a) de sorteringsdatum;b) het gewicht van de tegen loon gesorteerde zaden;c) in voorkomend geval, de uitvoering van een chemische behandeling;8° bij het afhalen van de tegen loon gesorteerde zaden, vult de producent of zijn afgevaardigde het derde luik in van het in artikel 2, § 3, bedoelde begeleidende document, met vermelding van de afhalingsdatum en zet z'n handtekening.Een kopie van het document wordt overhandigd aan de producent of aan zijn vertegenwoordiger. 9° een register van de aangeboden, verpakte en teruggegeven zaden wordt bijgehouden door de loonsorteerder.Dat register wordt opgemaakt door de indeling van de originelen van de begeleidende documenten, gedeeltelijk of geheel ingevuld volgens de lopende situatie van elke betrokken partij. Het register wordt bewaard door de loonsorteerder tijdens een periode van drie jaar vanaf de datum waarop de gesorteerde zaden worden teruggegeven; 10° op elke partij tegen loon gesorteerde zaden neemt de loonsorteerder drie monsters van minstens 500 gram.De producent of zijn vertegenwoordiger kan de monsterneming bijwonen.
Elk monster wordt verzegeld met een zelfklevend etiket, ondertekend door de loonsorteerder en mede-ondertekend door de producer of zijn vertegenwoordiger.
Dat etiket vermeldt de naam en het adres van de bedrijfszetel van de loonsorteerder, het partijnummer, de producentnaam, de naam van de door de producent aangegeven soort en ras.
Twee monsters waarvan één wordt gehouden ter beschikking van de Dienst worden bewaard bij de loonsorteerder. Elk door de ambtenaar van de Dienst afgehaald monster maakt het voorwerp uit van een ontvangstbewijs dat aan de sorteerder wordt overhandigd. Het derde monster wordt overhandigd aan de producent of aan zijn vertegenwoordiger bij de teruggave van de gesorteerde zaden. De voor de Dienst en de loonsorteerder bestemde monsters worden bewaard in het lokaal of de kast bedoeld in punt 1°, d) tijdens een periode van één jaar na het afsluiten van het in punt 9° bedoelde register bevattend de gegevens betreffende de partij waarvan ze afkomstig zijn. 11° de partijen worden onmiddellijk bij het verlaten van het reinigings- of eventueel het ontsmettingstoestel in zakken verpakt, behalve als ze onmiddellijk geladen worden in het voertuig bestemd voor het vervoer van de partij naar de betrokken producent.Het is verboden niet-verpakte partijen op de grond op te slaan na de sortering.
Elke partij moet worden geïdentificeerd d.m.v. een etiket waarop de volgende gegevens staan vermeld : a) de naam en het adres van de bedrijfszetel van de loonsorteerder;b) de vermelding "Partijnr.... (volgnummer van de partij) gesorteerd tegen loon voor rekening van ...; (naam en voornaam producent)" : In geval van onmiddellijk gesorteerde partijen die zonder verpakking worden weggebracht, wordt het etiket aangebracht op het voertuig bestemd voor het vervoer van de partij naar de betrokken producent. 12° het is verboden enige vermelding, teken of afkorting in verband met een rasbenaming aan te brengen op het in punt 11 bedoelde etiket;13° de loonsorteerder geeft toegang tot de sorteringsplaatsen aan de producent of zijn vertegenwoordiger tijdens de loonsortering van de aangeboden zaden;14° het is verboden bij het aanbieden met het oog op de loonsortering, gedurende het opslaan, het sorteren, het reinigen, het ontsmetten, het verpakken en het vervoeren, zaden van verschillende partijen te mengen of om te wisselen of er zaden aan toe te voegen;15° de loonsorteerder moet elk jaar vóór 15 mei bij de Dienst een schriftelijke aangifte doen waarin de volgende gegevens van het vorige werkjaar per soort, per ras en per producent zijn vermeld : a) de naam, het adres en het producentnummer;b) het aantal tegen loon gesorteerde partijen;c) de totale hoeveelheid aangeboden zaden met het oog op de loonsortering;d) de totale hoeveelheid zaden die na het sorteren tegen loon werd teruggegeven.
Art. 5.§ 1. De aanvraag tot erkenning wordt schriftelijk ingediend bij de Dienst. Een model van erkenningsaanvraag, met o.a. een beschrijvingsformulier, voor de installatie wordt opgemaakt door de Dienst.
De erkenning wordt binnen een maximumtermijn van dertig dagen na ontvangst van de aanvraag door de Minister of door zijn afgevaardigde verleend aan de verantwoordelijke exploitant van het bedrijf voor een welbepaalde installatie en voor een periode van maximum één jaar, die ingaat op 1 juli en afloopt op 30 juni daaropvolgend. De erkenning is persoonlijk en niet overdraagbaar. De Dienst verleent een erkenningsnummer aan elke erkende installatie. Elke installatie die het voorwerp uitmaakt van een erkenning mag niet ter beschikking van derden worden gesteld.
Mits de bepalingen van dit besluit worden nageleefd en onverminderd de bepalingen van § 3, kan de erkenning worden verlengd voor een onbepaalde duur per maximale periode van één jaar. De verlengingsaanvraag wordt minstens één maand vóór de vervaldatum bij de Dienst ingediend. § 2. De lijst van de erkende loonsorteerders wordt jaarlijks in het Belgisch Staatsblad en op de website van het DGA bekendgemaakt. § 3. Onverminderd eventuele strafvervolgingen, in geval van niet-naleving van de in artikel 4 bedoelde erkenningsvoorwaarden, vastgesteld door de Dienst in een proces-verbaal na de betrokkene te hebben gehoord, schorst de Minister of zijn afgevaardigde de erkenning voor een duur die hij bepaalt volgens de ernst van de vastgestelde tekortkomingen. Hij deelt de loonsorteerder zijn beslissing tot schorsing van de erkenning mee bij ter post aangetekende brief met vermelding van de schorsingsduur en in voorkomend geval de manier waarop genoemde beslissing eerder kan worden ingetrokken.
Wanneer zijn erkenning geschorst is, kan betrokkene bij ter post aangetekende brief of door elk ander middel waarbij de zending wordt bewezen een beroep bij de Minister indienen binnen hoogstens 15 werkdagen na ontvangst van de schorsingsbrief en met vermelding van zijn bezwaren. De beslissing tot schorsing van de erkenning wordt niet geschorst door het instellen van een beroep.
In voorkomend geval na betrokkene te hebben gehoord beschikt de Minister over vijftien werkdagen na ontvangst van de beroepsbrief om hem schriftelijk in kennis te stellen van zijn definitieve beslissing.
De beslissing tot schorsing, alsmede de eventuele beslissing om een vervroegd einde te stellen aan de schorsing, worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en op de website van het DGA. Tijdens de schorsingsperiode mag de erkenning niet meer verlengd worden. HOOFDSTUK IV. - Controle
Art. 6.De Minister is belast met de controle op de naleving van de bepalingen van dit besluit. Daartoe kan hij gebruik maken van de door het DGA geregistreerde gegevens en informatie ter uitvoering van de reglementaire bepalingen betreffende de identificering en de registratie van de producenten (Sigec-gegevens).
De in artikelen 2 en 4 bedoelde registers en documenten worden op verzoek voorgelegd aan de ambtenaren van de Dienst belast met de controle.
De Dienst kan overgaan tot de controle op de identiteit van het zaad bestemd of aangeboden voor loonsortering, van het zaad dat bij de producent is opgeslagen, gesorteerd, verpakt, vervoerd alsook van het zaad bestemd voor het zaaien.
Onverminderd eventuele strafvervolgingen, in geval van tekortkoming vastgesteld bij een producent of een loonsorteerder, stelt de hoofdambtenaar van de Dienst de betrokkene schriftelijk in kennis van een aanvraag tot verbeteringsactie die de te treffen maatregelen vaststelt, alsook de termijn om orde op zaken te stellen. In geval van niet-naleving van genoemde aanvraag tot verbeteringsactie of van recidive zal de Dienst de kosten van de bijkomende controles voortvloeiend uit de vaststelling van de niet-naleving van de aanvraag tot verbeteringsactie ten laste leggen van de producent of van de loonsorteerder op grond van een forfaitair tarief van 25,00 EUR per begonnen halfuur van controle ter plaatse.
Art. 7.De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.
De termijn van de voorlopige inbeslagneming bedoeld in artikel 13 van bovenvermelde wet is vastgelegd op dertig dagen.
De bepalingen van het koninklijk besluit van 7 mei 2001 betreffende de administratieve geldboeten, bedoeld in artikel 10 van genoemde wet, zijn van toepassing. Voor de toepassing van dit besluit is de aangewezen bevoegde ambtenaar de directeur-generaal van het DGA en, bij verhindering, zijn plaatsvervanger. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 8.Het koninklijk besluit van 12 juni 1997 betreffende het triëren tegen loon van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen bestemd om te worden ingezaaid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 juli 1999, wordt opgeheven.
Art. 9.De erkenningen afgeleverd ter uitvoering van het koninklijk besluit van 12 juni 1997 betreffende het triëren tegen loon van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen bestemd om te worden ingezaaid, blijven gelden tot hun vervaldatum, mits de bepalingen van dit besluit in acht worden genomen.
Art. 10.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 1 juni 2006.
De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN