1 APRIL 1999. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het beheersplan van de ziekenhuizen die afhangen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn of van verenigingen die onder de toepassing vallen van hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

De Waalse Regering, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 94, § 10, vervangen door het decreet van 2 april 1998, en artikel 126, § 4, ingevoegd bij het decreet van 2 april 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 juli 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 8 december 1998;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 17 december 1998 over de aanvraag om adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 maart 1999, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en van de Minister van Sociale Actie en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder vereniging : de vereniging die onder de toepassing valt van Hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. HOOFDSTUK II. - Gevallen waarin de raad voor maatschappelijk welzijn vrijgesteld kan worden van het opmaken van een beheersplan

Art. 3.De gemeenteraad kan de raad voor maatschappelijk welzijn vrijstellen van het opmaken van het beheersplan bedoeld in artikel 94, § 10, van bovenvermelde wet van 8 juli 1976 als het gecumuleerde tekort van het ziekenhuis niet hoger is dan drie procent van zijn jaarlijkse omzet of als het voortvloeit hetzij uit een onderbezetting vanwege tijdelijke werken binnen het ziekenhuis, hetzij uit een belangrijke en onverwachte gebeurtenis waarvan de gevolgen binnen een termijn van drie jaar uitgewist zouden kunnen worden op grond van de voorschriften van een daartoe door de raad voor maatschappelijk welzijn opgemaakt plan. HOOFDSTUK III. - Bepalingen die van toepassing zijn als de tussenkomst van het Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten gevraagd wordt

Art. 4.Het beheersplan van het ziekenhuis dat door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een vereniging beheerd wordt en dat opgemaakt wordt in geval van aanvraag om tussenkomst van de betrokken gemeenten bij het Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten, slaat op minimum vijf achtereenvolgende begrotingsjaren. Het bepaalt de budgettaire doelstellingen van het ziekenhuis inzake uitgaven en ontvangsten m.b.t. de werkingskosten en de investeringen, de personeelskosten en de medische activiteit.

Art. 5.Het meerjarige beheersplan moet zorgen voor het financiële evenwicht van het ziekenhuis en bevat richtlijnen en te treffen maatregelen in verband met : 1° de inning van de honoraria;2° het personeelsbestand en de optimale aanstelling ervan met inachtneming van de begeleidingsnormen;3° het geldelijke statuut van het personeel;4° de controle op de investeringen en de lasten ervan; 5° de controle op de werkingskosten, met name de kosten m.b.t. het hotelwezen, de aankoop van goederen en diensten, de werkingskosten van de medisch-technische diensten, de aankoop van medische producten; 6° de bepaling van financiële doelstellingen per dienst;7° de invordering van de schuldvorderingen van het ziekenhuis;8° de algemene verbetering van de beheersmethodes;9° de samenwerking en het zoeken van samenwerkingsverbanden met andere verzorgingsinstellingen of met elk ander organisme. Het voorziet in het opmaken van een jaarlijks ramingsplan van het cash management.

Het beheersplan wordt aangepast aan de doelstellingen inzake begrotingsevenwicht.

Art. 6.De Regering beschikt over vijftig dagen om het beheersplan van het ziekenhuis aan te nemen dat goedgekeurd is door de gemeenteraad, alsmede door de raden voor maatschappelijk welzijn en door de verenigde gemeenten als het ziekenhuis door een vereniging beheerd wordt.

Deze termijn kan verlengd worden met maximum vijfentwintig dagen.

Art. 7.De goedkeuring van de Regering wordt bij aangetekende brief meegedeeld aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en aan de gemeente die het beheersplan hebben vastgelegd of goedgekeurd en, in voorkomend geval, aan de vereniging.

Art. 8.Het beheersplan wordt opgemaakt in samenwerking met het Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten dat ook voor de opvolging ervan zorgt, en daartoe een begeleidingscomité opricht.

Het begeleidingscomité is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten, het Waalse Gewest, de ziekenhuisdirectie, de betrokken gemeente(n), het/de betrokken OCMW('s), uit de aan het ziekenhuis gebonden bedrijfsrevisor en uit de deskundige als de Regering er één aangewezen heeft.

De vertegenwoordigers van het Waalse Gewest worden aangewezen door de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en de Minister van Sociale Actie. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen die van toepassing zijn als de Regering een beheersplan oplegt

Art. 9.De deskundige bedoeld in de artikelen 94, § 10, vijfde lid, en 126, § 4, vierde lid, van bovenvermelde wet van 8 juli 1976 is een bedrijfsrevisor die bevoegd is voor ziekenhuisaangelegenheden.

De honoraria van de deskundige zijn voor rekening van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de vereniging die het ziekenhuis beheert.

Art. 10.In de uitoefening van zijn opdracht mag de deskundige inzage nemen van de boekhoudkundige en administratieve stukken van het ziekenhuis.

Hij richt driemaandelijkse verslagen met de evaluatie en de opvolging van de budgettaire en financiële toestand van het ziekenhuis aan de Regering, de gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, het Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten en, in voorkomend geval, aan de vereniging en het beheerscomité van het ziekenhuis.

Hij kan op eigen verzoek gehoord worden en elk voorstel doen aan voormelde bevoegdheden en instellingen, alsook aan het begeleidingscomité.

Art. 11.Als het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of de vereniging geen beheersplan voor het ziekenhuis vastlegt, kan de Regering, na aanmaning, de deskundige belasten met het opmaken van een ontwerp van beheersplan. De Regering kan het door haar opgelegde plan aanpassen, na advies van het begeleidingscomité.

Het door de Regering vastgelegde beheersplan voldoet aan de in de artikelen 4 en 5 bedoelde bepalingen en wordt opgevolgd door een overeenkomstig artikel 8 opgericht begeleidingscomité waaraan de deskundige wordt toegevoegd. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling

Art. 12.De Minister van Sociale Actie en Gezondheid en de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 1 april 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX