gepubliceerd op 13 mei 1999
Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan gemeenten en provincies voor de uitvoering van werken van openbare verlichting die bestemd zijn om energiebesparingen door te voeren : "EP-URE"
1 APRIL 1999. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van subsidies aan gemeenten en provincies voor de uitvoering van werken van openbare verlichting die bestemd zijn om energiebesparingen door te voeren : "EP-URE"
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, inzonderheid op de artikelen 7 en 8;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 juli 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 10 augustus 1998;
Gelet op de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 15 september 1998;
Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 23 december 1998 betreffende de aanvraag om advies binnen de termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 maart 1999, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, Besluit :
Artikel 1.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten mag de Minister tot wiens bevoegdheden de energie behoort, hierna « de Minister » genoemd, een toelage toekennen aan de gemeenten en provincies voor de vervanging van verouderde toestellen van openbare verlichting door nieuwe toestellen uitgerust met een lamp en toebehoren.
Die toelage is uitsluitend bestemd voor de plaatsing van toestellen die overeenstemmen met de normen van het bestek en met de regels van goede praktijk.
Art. 2.De volgende werken worden uitdrukkelijk uitgesloten van het toepassingsgebied van dit besluit : 1° de uitbreiding van een bestaand netwerk van openbare verlichting;2° de verplaatsing van de netwerken van openbare verlichting;3° de uitsluitende vernieuwing van de lampen;4° de vernieuwing van palen, voedingskabels en aftakdozen.
Art. 3.De toelageaanvraag bevat, tot staving van het investeringsproject, alle technische en administratieve documenten betreffende het project en, in elk geval, de volgende informatie : 1° de beraadslaging waarbij de aanvrager het investeringsproject goedkeurt en de wijze kiest waarop de opdracht wordt gegund, waarbij hij de voorwaarden daarvan vaststelt, in voorkomend geval de bestanddelen van de aankondiging van de opdracht vaststelt en de toelage aanvraagt;2° een uitvoerige raming van de werkkosten, met inbegrip van de studiekosten en van die betreffende de voorafgaande proeven, met een als bewijsstuk geldende kostenraming;3° het bestek;4° een nauwkeurig situatieplan dat voor elk lichtpunt het volgende vermeldt : a) de fotometrische rangschikking van het wegennet;b) het type van het verlichtingstoestel en de sterkte van de te vervangen lichtbron;c) het type van het nieuwe verlichtingstoestel en de sterkte van de nieuwe lichtbron;5° het bijgevoegde formulier T1 dat behoorlijk moet worden aangevuld;6° in voorkomend geval, het bewijs van de vervulling van de toezichtformaliteiten;7° het bewijs van de door andere regelingen vereiste goedkeuringen;8° het bewijs dat de verschillende bestanddelen van het geplande materiaal verenigbaar zijn met het in de gemeente aangelegde materiaal bij een gelijkwaardige operatie gesubsidieerd door het Waalse Gewest.
Art. 4.Het investeringsproject wordt ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd. De Minister neemt een beslissing binnen negentig weekdagen vanaf de ontvangst van het volledige technische dossier. De kennisgeving van de goedkeuring van het project aan de aanvrager geldt als een vaste toelagebelofte en geeft deze een subjectief recht op de betaling van de toelage.
Art. 5.§ 1. De toelage bedraagt hoogstens 100 % van de globale werk- en studiekosten en wordt berekend als volgt : 1° 12.000 BEF per toestel van openbare verlichting van het type sodium hoge of lage druk met een sterkte die lager is dan of gelijk is aan 100 watt; 2° 14.000 BEF per toestel van openbare verlichting van het type sodium hoge druk met een sterkte die hoger is dan 100 watt;
Op die bedragen wordt een coëfficiënt « EP-URE » voor rationeel energiegebruik toegepast; waarbij het om een ratio handelt tussen de geplande energiebesparing en de normaal in het vooruitzich gestelde energiebesparing, volgens de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de berekening van die coëfficiënt, wordt geen rekening gehouden met de bijzondere uitrustingen die zorgen voor de veiligheid in kruispunten en beschermde oversteekplaatsen voor voetgangers of fietsers. § 2. De toelage wordt vereffend na de ontvangst van : 1° de eindrekening van de werken die door het college van burgemeester en schepenen voor eensluidend verklaard is;2° het verslag betreffende de toekenning van de opdracht, overeenkomstig de regeling betreffende de overheidsopdrachten;3° facturen en andere documenten waarbij de toekenning van de toelage wordt gerechtvaardigd;4° het proces-verbaal waarin de voorlopige ontvangst alsook het aantal werkelijk vervangen toestellen worden vermeld. § 3. Het bedrag van de toelage wordt herzien als uit de eindrekening van de werken blijkt dat het aantal werkelijk geplaatste toestellen van openbare verlichting lager is dan het basisaantal dat gebruikt werd voor de berekening van de toelage. § 4. De in dit besluit bedoelde toelagen mogen niet gecumuleerd worden met andere toelagen.
Art. 6.De toelage-ontvanger kan door de Minister worden verplicht alle inlichtingen te bezorgen betreffende de gesubsidieerde installaties alsook het beheer daarvan.
Art. 7.De toelage-ontvanger die de bepalingen van dit besluit niet in acht neemt, wordt verplicht het bedrag van die toelage onverwijld terug te betalen.
Ongerechtvaardigde toelagen mogen geheel of gedeeltelijk worden ingevorderd op de bedragen van elke toelage die later op basis van dit besluit toegekend wordt.
Art. 8.De Minister tot wiens bevoegdheden de energie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 1 april 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION