Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 01 april 1999
gepubliceerd op 04 mei 1999

Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling, voor de ambtenaren van de Afdeling Elektriciteit, Elektromechanica, Informatica en Telecommunicatie van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer, van de ambten waaraan vrij genot van woning verbonden is

bron
waals ministerie van uitrusting en vervoer
numac
1999027338
pub.
04/05/1999
prom.
01/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/01/1999027338/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 APRIL 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling, voor de ambtenaren van de Afdeling Elektriciteit, Elektromechanica, Informatica en Telecommunicatie van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer, van de ambten waaraan vrij genot van woning verbonden is


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Overwegende dat de naar aanleiding van de regionalisatie van het Bestuur voor Elektriciteit en Elektromechanica overgeplaatste ambtenaren zich verder kunnen beroepen op de verordeningsbepalingen die van kracht waren binnen hun oorspronkelijk Ministerie i.v.m. het vrij genot van woning;

Overwegende dat het derhalve noodzakelijk is regels vast te leggen om het vrij genot van woning te verlenen aan alle ambtenaren van de Afdeling Elektriciteit, Elektromechanica, Informatica en

Telecommunicatie van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer;

Gelet op het protocol nr. 263 van het Sectorcomité nr. XVI, gesloten op 30 januari 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 23 april 1998 over de aanvraag om adviesverlening binnen maximum één maand;

Gelet op het advies van de Raad Van State, gegeven op 17 juli 1998 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Besluit : Hoofdstuk I. - Organieke bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren van de Afdeling Elektriciteit, Elektromechanica, Informatica en

Telecommunicatie van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer die één van de volgende graden bekleden : 1° adjunct-controleur van werken, controleur van werken, e.a. controleur van werken en eerste controleur van werken (op 1 januari 1990) of assistent, e.a. assistent en eerste assistent (op 1 december 1994); 2° precisiewerkman D, meesterknecht 3e klasse, meesterknecht 2e klasse, werkmeester 3e klasse, werkmeester 1e klasse, chef-elektricien, opperwerkmeester, adjunct-werkopzichter en werkopzichter (op 1 januari 1990) of adjunct, e.a. adjunct, eerste adjunct (op 1 december 1994); 3° ongeschoold arbeider B, e.a. ongeschoold arbeider, geschoold werkman A, geschoold werkman B, eerste vakman en geschoold werkman C (op 1 januari 1990) of operateur, e.a. operateur en eerste operateur (op 1 december 1994).

Art. 2.Het vrij genot van woning wordt aan de in artikel 1 bedoelde ambtenaren verleend met inachtneming van het aantal betrekkingen dat naast elke graad vermeld wordt : 1° voor de Directie van Bergen : a) assistent, e.a. assistent, eerste assistent 3 b) adjunct, e.a. adjunct, eerste adjunct 22 c) operateur, e.a. operateur, eerste operateur 10 2° voor de Directie van Luik a) adjunct, e.a. adjunct, eerste adjunct 8 b) operateur, e.a. operateur, eerste operateur 2 Het vrij genot van woning wordt gewettigd door bijzondere dienstverplichtingen, met name deelneming aan wachtploegen die buiten de gewone werkuren voor dringende herstellingen moeten zorgen, alsmede wachtbeurten aan huis om eventueel opgeroepen te kunnen worden op het werk.

Art. 3.De titularissen van de in artikel 2 bedoelde betrekkingen dragen de verwarmings- en verlichtingskosten.

Als het bestuur de verwarmings- en verlichtingskosten draagt, wordt hun wedde maandelijks verminderd met 2,5 % van het brutobedrag van het rekenkundige gemiddelde tussen het minimum en het maximum van de aan hun graad verbonden weddeschaal.

Deze inhouding bedraagt 2 % wanneer het bestuur slechts de verwarmingskosten draagt.

Art. 4.De titularissen van de in artikel 2 bedoelde betrekkingen zijn aan bijzondere dienstverplichtingen onderworpen die het vrij genot van woning rechtvaardigen, zelfs als het bestuur ze onmogelijk ter plaatse kan huisvesten.

Het ambt is ingedeeld bij de categorie bedoeld in artikel 3, 2°, a, van het koninklijk besluit van 30 november 1950 betreffende de huisvesting van sommige categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel.

Art. 5.De titularissen van de in artikel 2 bedoelde betrekkingen hebben recht op vrij genot van woning vanaf de dag waarop ze hun ambt opnemen. Ze behouden dat recht zolang ze het ambt uitoefenen.

De bovenbedoelde ambtenaren verliezen het vrij genot van woning voor de periodes waarin zij om welke reden ook langer dan één maand afwezig zijn, behalve in geval van : 1° jaarlijks vakantieverlof en feestdagen, omstandigheidsverlof of verlof wegens persoonlijke aangelegenheid, voor zwangerschapsonderzoeken, om dwingende redenen van familiaal belang, bevallingsverlof, ouderschapsverlof, verlof voor de opvang met het oog op adoptie of pleegvoogdij;2° verlof met het oog op de vervulling van sommige militaire dienstverstrekkingen in oorlogstijd, alsook van diensten in de civiele bescherming of van taken van algemeen nut overeenkomstig de wetten betreffende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980;3° verlof wegens ziekte of gebrekkigheid;4° verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte of gebrekkigheid;5° verlof voor verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen;6° verlof voor sociale promotie en om deel te nemen aan vormingsactiviteiten;7° verlof wegens halftijdse loopbaanonderbreking;8° verlof voor het afstaan van beenmerg, alsook voor de begeleiding en bijstand van gehandicapten en zieken tijdens in België en in het buitenland georganiseerde reizen en vakantieverblijven;9° verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid;10° disponibiliteit wegens ziekte of gebrekkigheid die geen definitieve dienstongeschiktheid met zich meebrengt, maar die afwezigheden veroorzaakt die langer duren dan het verlof wegens ziekte of gebrekkigheid.

Art. 6.De Minister van Ambtenarenzaken kan de in artikel 4 van bovenvermeld koninklijk besluit van 30 november 1950 bedoelde toelage onder dezelfde voorwaarden verlenen aan de ambtenaren die één van de in artikel 2 bedoelde betrekkingen ad interim bekleden en gedurende meer dan één maand bijzondere dienstverplichtingen vervullen.

Art. 7.Bij overlijden van een rechthebbende op het vrij genot van woning behouden zijn weduwe of de persoon met wie hij samenwoont, en de familieleden die onder hetzelfde dak wonen, het genot van de woning totdat de in de opzeggingsbrief vermelde termijn verstreken is.

De opzeggingstermijn moet hoe dan ook minimum drie maanden duren.

De bewoner moet vanaf de eerste dag van de maand na de dag waarop bovenbedoelde ambtenaar overleden is, een huur betalen waarvan het bedrag bepaald wordt overeenkomstig de artikelen 2 en 6 van bovenbedoeld koninklijk besluit van 30 november 1950. HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 8.De titularissen van de in artikel 2 bedoelde betrekkingen die op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit vrij genot van woning hebben, behouden dat voordeel in hun huidig ambt.

Ze vallen onder de toepassing van de artikelen 2 tot 7. HOOFDSTUK III. - Slot- en opheffingsbepalingen

Art. 9.Ten gevolge van de gradenomzetting op 1 december 1994 moeten de ambtenaren die onder de toepassing van dit besluit vallen, een in artikel 2 bedoeld ambt uitoefenen dat overeenstemt met een in artikel 1 vermelde graad.

Art. 10.Het koninklijk besluit van 28 mei 1970 tot vaststelling, wat het Bestuur voor Elektriciteit en Elektromechanica betreft, van de graden waaraan vrij genot van woning verbonden is, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 september 1973, wordt opgeheven.

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1990.

Art. 12.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 1 april 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME

^