gepubliceerd op 18 januari 2002
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, en van de bijlagen IV en V bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg
30 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, en van de bijlagen IV en V bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg
De Vlaamse regering, Gelet op de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, gewijzigd bij de decreten van 23 februari 1994, 15 juli 1997 en 14 juli 1998;
Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999, inzonderheid de artikelen 7, § 1, 8 en 10, § 1;
Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 25 januari 1989, 17 april 1991, 19 januari 1994 en 18 december 1998;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 1999, 8 juni 1999, 17 december 1999 en 5 mei 2000;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 9 maart 2001 tot aanwijzing van de sectoren waarvoor de termijn wordt verlengd binnen dewelke de voorwaarden en de procedure voor de erkenning van voorzieningen moeten zijn aangepast in het kader van het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 14 juni 2001;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 29 juni 2001 betreffende de aanvraag tot advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies 31.952/3 van de Raad van State, gegeven op 18 oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat in oktober 1999 het sectoraal overleg met de ouderenvoorzieningen, inclusief de thuiszorgvoorzieningen zoals centra voor dagverzorging en kortverblijf, werd afgerond en een handleiding « Kwaliteitszorg in ouderenvoorzieningen » in november 1999 ter beschikking gesteld werd van de betrokken sector;
Overwegende dat de Vlaamse regering per sector de datum vaststelt waarop het decreet inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen in werking treedt;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1985 tot vaststelling van de normen waaraan een serviceflatgebouw, een woningcomplex met dienstverlening of een rusthuis moet voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen, worden telkens de volgende leden toegevoegd : « Om voor erkenning in aanmerking te komen moeten de beheerinstanties van die voorzieningen bovendien hun kwaliteitsbeleid aantoonbaar maken door middel van een kwaliteitssysteem en een kwaliteitsplanning. Het kwaliteitsbeleid en -systeem moeten beschreven worden in een kwaliteitshandboek.
De minister bepaalt de minimale kwaliteitseisen en de minimale vereisten waaraan het kwaliteitshandboek moet voldoen.
De voorziening moet uiterlijk op 1 september 2004 over een kwaliteitshandboek beschikken. Op eenvoudig verzoek kan het door de administratie worden opgevraagd. »
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 4.De voorziening houdt jaarlijks vanaf 1 mei de volgende documenten ter beschikking van de administratie : 1° het jaarverslag van het voorbije werkjaar;2° vanaf het jaar 2002 de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar. De minister bepaalt de minimale vereisten waaraan de kwaliteitsplanning moet voldoen.
Het jaarverslag bevat de gegevens betreffende de activiteiten van het voorbije werkjaar. Het jaarverslag bevat vanaf het werkjaar 2005 ook een evaluatie van de kwaliteitsplanning.
De minister kan de minimale inhoud van het jaarverslag, de vorm ervan en de wijze waarop het aan de administratie bezorgd moet worden, nader bepalen.
Het jaarverslag en de kwaliteitsplanning kunnen steeds op eenvoudig verzoek door de administratie worden opgevraagd. »
Art. 3.In artikel 4 van bijlage IV bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg worden in rubriek C. Voorwaarden betreffende de werking en de inspraak van de gebruikers de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Een bepaling 1°bis wordt toegevoegd die luidt als volgt : « 1°bis. Om kwaliteit in de hulp- en dienstverlening te garanderen en te bestendigen maakt het dagverzorgingscentrum een kwaliteitshandboek op.
Dat handboek bevat minstens een inleiding, een weergave van het door de voorziening gevoerde kwaliteitsbeleid en een weergave van het kwaliteitssysteem.
De minister bepaalt de minimale kwaliteitseisen en de minimale vereisten waaraan het kwaliteitshandboek moet voldoen.
Het dagverzorgingscentrum moet uiterlijk op 1 september 2004 over een kwaliteitshandboek beschikken. Op eenvoudig verzoek kan het door de administratie worden opgevraagd. » 2° 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° een dagverzorgingscentrum bezorgt jaarlijks voor 1 mei de volgende documenten aan de administratie : a) het jaarverslag van het voorbije werkjaar;b) de jaarplanning voor het lopende werkjaar;c) vanaf het jaar 2002 de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar. De minister bepaalt de minimale vereisten waaraan de kwaliteitsplanning moet voldoen. » 3° 6° wordt vervangen door wat volgt : « 6° het jaarverslag bevat de registratiegegevens betreffende de activiteiten van het voorbije werkjaar.De registratiegegevens vermelden zowel de aard als de intensiteit van de activiteiten en de bereikte doelgroep. Het jaarverslag bevat tevens een berekening van de gemiddelde bezetting en vanaf het werkjaar 2005 ook een evaluatie van de kwaliteitsplanning.
De minister kan de minimale inhoud van het jaarverslag, de vorm ervan en de wijze waarop het aan de administratie bezorgd moet worden, nader bepalen. »
Art. 4.In artikel 4 van bijlage V bij hetzelfde besluit worden in rubriek D. Voorwaarden betreffende de werking en de inspraak van de gebruikers de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Een bepaling 1°bis wordt toegevoegd die luidt als volgt : « 1°bis Om kwaliteit in de hulp- en dienstverlening te garanderen en te bestendigen maakt het centrum voor kortverblijf een kwaliteitshandboek op.Dat handboek bevat minstens een inleiding, een weergave van het door de voorziening gevoerde kwaliteitsbeleid en een weergave van het kwaliteitssysteem.
De minister bepaalt de minimale kwaliteitseisen en de minimale vereisten waaraan het kwaliteitshandboek moet voldoen.
Het centrum voor kortverblijf moet uiterlijk op 1 september 2004 over een kwaliteitshandboek beschikken. Op eenvoudig verzoek kan het door de administratie worden opgevraagd. » 2° 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° een centrum voor kortverblijf bezorgt jaarlijks vóór 1 mei de volgende documenten aan de administratie : a) het jaarverslag van het voorbije werkjaar;b) de jaarplanning voor het lopende werkjaar;c) vanaf het jaar 2002 de kwaliteitsplanning voor het lopende jaar. De minister bepaalt de minimale vereisten waaraan de kwaliteitsplanning moet voldoen. » 3° 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° het jaarverslag bevat de registratiegegevens betreffende de activiteiten van het voorbije werkjaar.De registratiegegevens vermelden zowel de aard als de intensiteit van de activiteiten en de bereikte doelgroep. Het jaarverslag bevat tevens een berekening van de gemiddelde bezetting en vanaf het werkjaar 2005 ook een evaluatie van de kwaliteitsplanning.
De minister kan de minimale inhoud van het jaarverslag, de vorm ervan en de wijze waarop het aan de administratie bezorgd moet worden, nader bepalen. »
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Brussel, 30 november 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS