Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 mei 2009
gepubliceerd op 05 augustus 2009

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijzing van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning

bron
vlaamse overheid
numac
2009035717
pub.
05/08/2009
prom.
29/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/29/2009035717/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijzing van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning


De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 1.1.2, 3°, c), artikel 1.1.5 en artikel 4.7.13, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Gelet op artikel 4.1.16, § 2, derde lid, en § 3, tweede lid, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 maart 2009;

Gelet op advies 46.409/1 van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt opgeheven;2° in punt 3° worden de woorden « het decreet » tweemaal vervangen door de woorden « de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening ».

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.Dit hoofdstuk is van toepassing op handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van een architect overeenkomstig artikel 1, artikel 2 en artikel 4, 5°, 6° of 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, in zoverre zij niet zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht. ».

Art. 3.Aan artikel 7, 5°, artikel 11, 5°, en artikel 16, 7°, telkens volgende zinsnede toevoegen : « respectievelijk het verzoek tot ontheffing van de milieueffectrapportage, behandeld conform de vastgestelde regels, en vergezeld van de goedkeuring ervan ».

Art. 4.Aan artikel 16 van hetzelfde besluit worden een punt 11° en 12° toegevoegd, die luiden als volgt : « 11° als de werken onderworpen zijn aan een norm als bepaald krachtens boek 4, titel 1, hoofdstuk 2, afdeling 2, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en de aanvrager bij een voorgaand verkavelingsproject of bouwproject binnen dezelfde gemeente krachtens artikel 4.1.16, § 2, derde lid, van dat decreet een of meer kredieteenheden verkregen heeft die hij in mindering wil brengen van de principieel uit te voeren sociale last, een attest van de gemeente waaruit blijkt dat de aanvrager de kredieteenheden daadwerkelijk verkregen heeft voor de uitvoering van een sociale last binnen dezelfde gemeente als deze waar de huidig geplande werken uitgevoerd zullen worden indien er een stedenbouwkundige vergunning bekomen wordt; 12° als de werken onderworpen zijn aan een norm als bepaald krachtens boek 4, titel 1, hoofdstuk 2, afdeling 2, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en de aanvrager bij een CBO-project kredieteenheden verkregen heeft die hij krachtens artikel 4.1.16, § 3, van dat decreet in mindering wil brengen van de principieel uit te voeren sociale last : a) een schrijven van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen waarin bevestigd wordt dat : 1) de aanvrager effectief sociale huurwoningen heeft verwezenlijkt binnen een CBO-procedure in de zin van artikel 33, § 1, tweede lid, 8°, van de Vlaamse Wooncode;2) bij deze CBO-procedure de prijsnormering, bepaald krachtens artikel 38 van de Vlaamse Wooncode, in acht werd genomen;b) een verklaring op eer van de aanvrager, waarin bevestigd wordt dat de CBO-credit(s) nog niet eerder werden aangewend bij een ander bouwproject.».

Art. 5.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel 127 van het decreet » vervangen door de woorden « de bijzondere procedure in de zin van artikel 4.7.26 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VII/1, bestaande uit artikel 22/1, ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk VII/1. Overgang naar elektronische dossierindiening

Art. 22/1.Gemeenten kunnen bepalen dat op hun grondgebied volstaan kan worden met het indienen van een elektronisch of semi-elektronisch dossier. In dat geval bezorgt de aanvrager aan de gemeente een elektronische versie van de documenten in PDF-formaat (Portable Document Formaat)(Adobe Systems Incorporated, goedgekeurd door ISO als ISO 15930 en ISO 19005). Alle bestanden die via elektronische weg worden ingediend, moeten virusvrij en kopieerbaar zijn en geopend en gelezen kunnen worden. De resolutie voor de bestanden moet zo zijn dat afdrukken op het overeenkomstige papierformaat voldoende scherp zijn.

De indiening gebeurt naar keuze van de gemeente via een niet overschrijfbare CD-ROM, een elektronisch postbericht of een internettoepassing.

Bij een semi-elektronische indiening moet de aanvrager daarenboven nog twee papieren dossiers indienen, die volledig overeenstemmen met het digitale exemplaar. Eén papieren exemplaar is bestemd voor het archief van de gemeente. Het tweede exemplaar wordt gebruikt voor de notificatie van de beslissing aan de aanvrager. Het dossier wordt slechts beschouwd als ontvangen op het ogenblik dat de aanvrager zowel de papieren als de elektronische versies aan de gemeente heeft betekend.

Indien gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, bepaalt de gemeente de afwijkingen op de in dit besluit gestipuleerde vormen die noodzakelijk zijn om een elektronische of semi-elektronische indiening toe te laten. Alleszins geldt dat telkens wanneer dit besluit of zijn bijlagen een handtekening vereisen, het betrokken document ofwel een gewone handtekening omvat en vervolgens ingescand wordt, ofwel een elektronische handtekening omvat. ».

Art. 7.Bijlage I bij hetzelfde besluit wordt vervangen door het model dat als bijlage I bij dit besluit gevoegd is.

Art. 8.Bijlage II bij hetzelfde besluit wordt vervangen door het model dat als bijlage II bij dit besluit gevoegd is.

Art. 9.Bijlage III bij hetzelfde besluit wordt vervangen door het model dat als bijlage III bij dit besluit gevoegd is.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2009.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden als bijlage II bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

Brussel, 29 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden als bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

Brussel, 29 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^