gepubliceerd op 10 augustus 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie
29 JUNI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, IX, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 januari 1989, 16 juli 1993 en 13 juli 2001 en bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006, inzonderheid op artikel 79;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1996 houdende subsidieregeling van het loon en van de sociale lasten van de werknemers in de beschutte werkplaatsen die erkend zijn door het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juli 2001, 7 december 2001, 9 mei 2003, 23 mei 2003, 25 maart 2005, 10 juni 2005 en 1 juli 2005;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 28 juni 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat naar aanleiding van de overheveling van de beschutte werkplaatsen van het beleidsdomein Welzijn naar het beleidsdomein Werk en Sociale Economie de onderlinge overeenstemming en eenheid tussen de verschillende ondernemingen in de sociale economie, zonder te raken aan de voor de beschutte werkplaatsen neergelegde beginselen, zo snel als mogelijk moet worden geregeld;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 34, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2001, worden de volgende woorden toegevoegd : « met uitzondering van die gevallen waar voorafgaand aan de tewerkstelling een IBO wordt gevolgd. Onder IBO wordt begrepen de individuele beroepsleiding in een onderneming krachtens artikel 120 tot en met 129 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988. » Art.2. In artikel 38, eerste lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « naleving van » en de woorden« de verbintenissen » de woorden « de erkenningscriteria, vermeld in artikel 6 en 14 en » ingevoegd.
Art. 3.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 40.De minister kan op basis van een verslag van de sociaalrechtelijke inspecteurs of op basis van het advies van de adviescommissie de premietoekenning stopzetten als : 1° de onderneming de erkenningscriteria, vermeld in artikel 6 en 14, niet naleeft;2° de onderneming de verbintenissen, vermeld in artikel 11 en 19, niet naleeft;3° vastgesteld werd dat de onderneming zware of herhaalde overtredingen heeft gepleegd tegen de regelen van de arbeids- en sociale wetgeving;4° de onderneming nalaat aan de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding tijdig de nodige gegevens mee te delen, vermeld in artikel 36. De minister kan in de gevallen, vermeld in het eerste lid, tot terugvordering overgaan vanaf de dag waarop de arbeidsplaats werd gesubsidieerd of de overtreding is vastgesteld. »
Art. 4.Aan artikel 52 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2001, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het subsidiebedrag evolueert, binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten, op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de gezondheidsindex, met als basismaand mei 2005. Het geïndexeerde subsidiebedrag wordt jaarlijks op 1 januari door de minister vastgelegd voor het komende werkingsjaar. »
Art. 5.In artikel 54, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 2001 en 1 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt a) worden de volgende categorieën geschrapt : « - sociale verhuurkantoren erkend bij besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 1997 houdende bepaling van de erkennings -en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren;»; « - vennootschappen met sociaal oogmerk zoals ingesteld bij de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de wetten op de handelsvennootschappen inzonderheid artikel 164 bis ; »; 2° in punt a) worden de volgende categorieën toegevoegd : « - beschutte werkplaatsen zoals erkend bij decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de sociale integratie van personen met een handicap of bij hoofdstuk XXVII van het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006;»; « - de initiatieven Lokale Diensteneconomie erkend bij decreet houdende de lokale diensteneconomie van 22 december 2006. » 3° in punt a) worden de woorden « Openbare afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest »vervangen door de woorden « Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij ».4° punt b) wordt vervangen door wat volgt : « b) erkend of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse overheid, met uitzondering van de coöperatieve vennootschappen die een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest moeten hebben;».
Art. 6.In artikel 60 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « Invoegbedrijven en sociale werkplaatsen » vervangen door de woorden « Invoegbedrijven, invoegafdelingen, sociale werkplaatsen, beschutte werkplaatsen en initiatieven Lokale Diensteneconomie »;2° in § 2, eerste lid, wordt het woord « invoegbedrijf vervangen door de woorden « invoegbedrijf en invoegafdeling »;3° in § 2, tweede lid, worden de woorden « aan elke sociale werkplaats » vervangen door de woorden « aan elke sociale werkplaats, aan elke beschutte werkplaats en aan elk erkend initiatief Lokale Diensteneconomie »;4° in § 3 worden de woorden « als invoegbedrijf of als sociale werkplaats » vervangen door de woorden « als onderneming in de sociale economie.»; 5° § 5 wordt vervangen door wat volgt : « § 5.Het adviesbureau bezorgt een uitgebreid rapport aan de onderneming in de sociale economie. Na de bespreking ervan met de respectieve verantwoordelijke binnen de onderneming in de sociale economie wordt een samenvattend rapport bezorgd aan het Subsidieagentschap. »
Art. 7..In artikel 61 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het bedrag van 1.500 euro evolueert, binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten, op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de gezondheidsindex met als basismaand juli 2007. »; 2° in § 2 worden de woorden « de invoegbedrijven en de sociale werkplaatsen « vervangen door de woorden« de ondernemingen in de sociale economie ».
Art. 8.In artikel 64 van hetzelfde besluit wordt punt 6° vervangen door wat volgt : « 6° ondersteuning bij de ontwikkeling van initiatieven in nieuwe marktniches; ».
Art. 9.Aan artikel 66 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2001, wordt een § 3 toegevoegd die luidt als volgt : « § 3. Het bedrag van de financiële tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest evolueert, binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten, op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de gezondheidsindex met als basismaand april 2007. »
Art. 10.Aan titel IV, hoofdstuk IV, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 juli 2001, 7 december 2001, 23 mei 2003 en 1 juli 2005, wordt een afdeling 3, bestaande uit artikel 69bis tot en met 69sexies, ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 3. - Financiële tegemoetkoming bij een verplichte managementondersteuning voor verlieslatende ondernemingen in de sociale economie door een erkend adviesbureau in de sociale economie
Art. 69bis.§ 1. Verlieslatende ondernemingen in de sociale economie die door de minister verplicht worden een beroep te doen op de managementondersteuning voor verlieslatende ondernemingen kunnen overeenkomstig de voorwaarden van dit besluit een financiële tegemoetkoming krijgen voor die managementondersteuning als ze uitgevoerd wordt door een erkend adviesbureau in de sociale economie. § 2. Onder verlieslatend wordt verstaan : hetzij een negatief bedrijfseconomisch resultaat en/of een negatief totaal resultaat hebben, hetzij een negatief eigen vermogen hebben.
Onder managementondersteuning voor verlieslatende ondernemingen wordt verstaan : de door de minister verplichte managementondersteuning opgelegd aan verlieslatende beschutte en sociale werkplaatsen, invoegbedrijven en initiatieven lokale diensteneconomie, die minstens bestaat uit : 1° managementadviezen aanreiken ter verbetering van de economische situatie van de onderneming, op basis van een financiële en organisatorische bedrijfsanalyse en eventueel een evaluatie van de al in een eerder besproken bedrijfsplan uitgevoerde acties;2° ondersteuning bij het omzetten van de managementadviezen door de onderneming in een actieplan. Onder actieplan wordt verstaan : een schriftelijk document dat voor een periode van achttien maanden een systematisch overzicht geeft van de acties en verbeterpunten die zullen worden uitgevoerd met daarbij de meetindicatoren ter verbetering alsook de streefdata van realisatie van elke actie.
Art. 69ter.De minister bepaalt jaarlijks voor 30 september, rekening houdend met het beschikbare begrotingskrediet, welke verlieslatende invoegbedrijven, initiatieven Lokale Diensteneconomie, sociale werkplaatsen en beschutte werkplaatsen verplicht worden een beroep te doen op de managementondersteuning.
Alle ondernemingen die verplicht worden een beroep te doen op de managementondersteuning, worden door het Subsidieagentschap schriftelijk op de hoogte gesteld.
Voor de uitvoering van de managementondersteuning kunnen de verlieslatende ondernemingen een adviesbureau in de sociale economie kiezen uit de lijst met erkende adviesbureaus, die door het Subsidieagentschap ter beschikking wordt gesteld.
Art. 69quater.De financiële tegemoetkoming in het optreden van het erkende adviesbureau voor de sociale economie omvat de volledige managementondersteuningskosten maximaal, 10.000 euro voor de verlieslatende ondernemingen met minder dan vijftig werknemers, en maximaal 15.000 euro voor de ondernemingen vanaf vijftig werknemers of meer.
Het bedrag van de financiële tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest evolueert, binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten, op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de gezondheidsindex met als basismaand juli 2007.
Als de overeenkomst tussen de onderneming in de sociale economie en het erkende adviesbureau in de sociale economie tijdens de uitvoeringsperiode wordt verbroken, wordt de financiële tegemoetkoming toegekend in verhouding tot de geleverde prestaties.
Een onderneming in de sociale economie die voorheen al een tegemoetkoming voor de verplichte managementondersteuning heeft genoten, kan pas een nieuwe tegemoetkoming krijgen na een positieve evaluatie over de implementatie van de voorgaande actieplannen.
Art. 69quinqies.§ 1. De aanvraag tot financiële tegemoetkoming wordt door de onderneming in de sociale economie ingediend bij het Subsidieagentschap. § 2. De aanvraag tot financiële tegemoetkoming is alleen ontvankelijk als aan al de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de overeenkomst tussen de onderneming in de sociale economie en het erkend e adviesbureau in de sociale economie is gesloten maximaal drie maanden nadat de onderneming schriftelijk op de hoogte is gebracht van het feit dat ze verplicht werd managementondersteuning aan te vragen. De postdatum geldt als bewijs. Deze voorwaarde is niet van toepassing op de ondernemingen die voor 1 januari 2007 op de hoogte werden gebracht; 2° bij de ondertekende overeenkomst is een verslag gevoegd van de raad van bestuur van de onderneming in de sociale economie, waaruit blijkt dat de vraag naar managementondersteuning werd onderschreven door de raad en dat die bovendien het engagement is aangegaan om alle informatie en medewerking te verstrekken aan het adviesbureau opdat het zijn opdracht naar behoren zou kunnen uitvoeren;3° de aanvraag tot financiële tegemoetkoming wordt ingediend bij het Subsidieagentschap uiterlijk zestig kalenderdagen na de ondertekening van de overeenkomst tussen de onderneming in de sociale economie en het erkende adviesbureau in de sociale economie;4° de aanvraag bestaat uit de overeenkomst, vermeld in punt 1° en 2°, het verslag van de raad van bestuur en een aanvraagformulier in tweevoud;5° in de overeenkomst maakt het erkende adviesbureau in de sociale economie een raming op van de advieskosten.In voorkomend geval wordt bedongen dat de onderneming enkel het niet-subsidieerbare deel van de geraamde advieskosten als voorschot aan het erkende adviesbureau in de sociale economie kan betalen; 6° de aanvraag is medeondertekend door het erkende adviesbureau in de sociale economie.
Art. 69sexies.§ 1. De financiële tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest aan de onderneming in de sociale economie in de verplichte managementondersteuning bij verlieslatendheid wordt in één schijf uitbetaald aan het adviesbureau nadat de volgende stukken zijn ingediend : 1° het overzicht van de managementadviezen die als basis hebben gediend voor het actieplan;2° het door de onderneming in de sociale economie ondertekende actieplan, waarbij een systematisch overzicht wordt gegeven van alle acties die zullen worden genomen, alsook de streefdata voor de realisatie van elk actie;3° het verslag van de raad van bestuur van de onderneming in de sociale economie, waaruit blijkt dat het actieplan werd besproken en dat de raad het engagement aangaat om het actieplan of bepaalde delen ervan goed te keuren of gemotiveerd af te wijzen;4° in voorkomend geval het bewijs van betaling van het aandeel van de onderneming in de sociale economie in de advieskosten;5° het bewijs van gemaakte kosten. § 2. Het erkende adviesbureau in de sociale economie heeft de eindverantwoordelijkheid om die stukken te bezorgen aan het Subsidieagentschap. Het bezorgt de stukken in onderlinge samenspraak met de onderneming in de sociale economie. »
Art. 11.Aan artikel 86 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2001, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het subsidiebedrag evolueert op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de gezondheidsindex, met als basismaand mei 2005. Het geïndexeerde subsidiebedrag wordt jaarlijks op 1 januari door de minister vastgelegd voor het komende werkingsjaar. »
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007, met uitzondering van artikel 5, dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2007.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 juni 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT