gepubliceerd op 05 augustus 2004
Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid
28 MEI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002, 20 december 2002 en 21 maart 2003;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid;
Gelet op het advies van de Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding, gegeven op 11 februari 2004;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 18 maart 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op het advies van de Raad van State van 13 mei 2004 (36.972/3) zoals bepaald in artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten van de Raad van State;
Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid moet worden gewijzigd zodat gemeenschapscentra vanaf 1 januari 2004 in aanmerking kunnen komen voor een projectsubsidie;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 7.§ 1. Ter uitvoering van artikel 21, § 4, van het decreet kan een gemeente vanaf 2004 tot en met 2007 aanspraak maken op een jaarlijkse projectsubsidie voor het gemeenschapscentrum, berekend op basis van een forfaitair bedrag per inwoner door de minister bepaald afhankelijk van het aantal goedgekeurde aanvragen, op voorwaarde dat : 1° de gemeente beschikt over een door de minister goedgekeurd cultuurbeleidsplan;2° de gemeente niet in aanmerking komt voor de subsidiëring van een cultuurcentrum op basis van het decreet, maar wel beschikte over een cultuurcentrum dat erkend is op basis van het decreet van 24 juli 1991 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de Nederlandstalige culturele centra;3° het gemeenschapscentrum professioneel ondersteund wordt door een cultuurfunctionaris of door een cultuurbeleidscoördinator met als aanvullende taak de dagelijkse leiding van het gemeenschapscentrum. § 2. Een gemeente die in aanmerking wil komen voor de in § 1 vermelde projectsubsidie dient uiterlijk 40 kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag na goedkeuring van dit wijzigingsbesluit door de Vlaamse regering, bij de bevoegde administratie een aanvraagdossier in dat volgende elementen bevat : 1° een overzicht van de activiteiten van de eigen programmering van het gemeenschapscentrum in 2001 en 2002;2° een financiële afrekening, in de vorm door de administratie bepaald, waaruit blijkt dat de gemeente, zowel in 2001 als in 2002, ten minste 1 euro per inwoner aan de eigen programmering heeft uitgegeven;3° een verklaring van de gemeente dat de projectsubsidie jaarlijks zal worden besteed voor eigen programmering en projectwerking van het gemeenschapscentrum naar scholen, jongeren, kinderen of senioren;4° een verklaring van de gemeente dat de initiatieven die worden genomen in het kader van de programmering en projectwerking zoals bepaald in 3° zullen worden verwerkt in de bijsturing van het cultuurbeleidsplan en de actieplannen 2005, 2006 en 2007;5° een verklaring van de gemeente dat ze jaarlijks, van 2004 tot en met 2007, ten minste hetzelfde bedrag zal uitgeven voor de eigen programmering van het gemeenschapscentrum als dat wat ze ontvangt voor de projectsubsidie. § 3. Ter verantwoording van de projectsubsidie moet de gemeente jaarlijks voor 1 juni de volgende documenten ter beschikking stellen van de administratie : 1° een goedgekeurde financiële afrekening over het voorbije jaar, in de vorm door de administratie bepaald, met de uitgaven voor de eigen programmering van het gemeenschapscentrum, waarin de uitgaven voor de programmering en projectwerking, zoals bepaald in § 2, 3°, duidelijk te onderscheiden zijn;2° een overzicht van het eigen aanbod naar scholen, jongeren, kinderen of senioren tijdens het voorbije jaar. § 4. De subsidie, vermeld in § 1, wordt in vier driemaandelijkse voorschotten uitbetaald. Elk voorschot bedraagt 22,5 % van de voorgestelde subsidie. Het saldo wordt uitbetaald in de loop van het jaar dat volgt op het gesubsidieerde werkingsjaar, na goedkeuring door de administratie van de financiële afrekening van het voorbije gesubsidieerde activiteitsjaar. Bij de berekening van het saldo wordt rekening gehouden met de uitgekeerde voorschotten. Als die hoger zijn dan de berekende subsidie, wordt het verschil in mindering gebracht op de voorschotten van het werkingsjaar dat volgt op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 3.De minister, bevoegd voor de Cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 mei 2004.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN