Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 mei 2004
gepubliceerd op 12 juli 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036162
pub.
12/07/2004
prom.
28/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/28/2004036162/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MEI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, inzonderheid op artikel 25 tot en met 52, en op artikel 73, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2004;

Gelet op artikel 15 van het decreet van 13 februari 2004 tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder;

Gelet op het advies nr. 36.906/3 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder wordt vervangen door wat volgt : « § 1. Het college kan de vergunning voor het exploiteren van een taxidienst voor een bepaalde tijd schorsen of intrekken door een gemotiveerde beslissing als de houder van de vergunning : 1° de beveiligde gegevens, bedoeld in artikel 20, tweede lid, wijzigt;2° onjuiste inlichtingen heeft verstrekt over gegevens die noodzakelijk waren voor de afgifte of de hernieuwing van de vergunning;3° binnen vijf dagen de wijziging van adres van woonplaats, van exploitatie- of maatschappelijke zetel niet meedeelt aan de vergunningverlenende gemeente;4° niet meer voldoet aan een van de voorwaarden die vereist waren voor het uitreiken van de bestaande vergunning;5° de vergunningsvoorwaarden niet naleeft;6° na de overgangsperiode, bedoeld in artikel 79, niet voldoet aan de bepalingen van artikel 19 tot en met 31;7° niet voldoet aan de fiscale en sociale verplichtingen;8° een taxameter laat gebruiken die een ander tarief bevat dan het tarief dat vermeld wordt in de vergunning;9° andere tarieven laat afficheren in het taxivoertuig dan die welke vermeld worden in de vergunning;10° een bedrag betaalt aan een derde, met uitzondering van een taxicentrale, om een taxirit te verkrijgen. § 2. Het college kan de vergunning voor het exploiteren van een taxidienst voor een bepaalde tijd schorsen of intrekken door een gemotiveerde beslissing als de taxibestuurder : 1° de beveiligde gegevens, bedoeld in artikel 20, tweede lid, van dit besluit, wijzigt;2° de in de vergunning vastgelegde tarieven niet respecteert;3° geen vervoerbewijs als bedoeld in artikel 28 geeft aan de klant;4° geen controlerapport als bedoeld in artikel 31 kan geven;5° een ander tarief of een andere prijs vraagt dan het tarief of de prijs, vermeld in de vergunning, in de geafficheerde tarieven of op de taxameter of de randapparatuur;6° gedurende de overgangsperiode, bepaald in artikel 80, het dubbel van elk vervoerbewijs niet vasthecht aan het rittenblad, bedoeld in artikel 82, eerste lid;7° het gemeentereglement betreffende de taxidiensten overtreedt;8° een bedrag betaalt aan een derde, met uitzondering van een taxicentrale, om een taxirit te verkrijgen. § 3. Voordat beslist wordt om de vergunning te schorsen of in te trekken, wordt de exploitant gehoord. In het geval, bedoeld in § 2, wordt de taxibestuurder eveneens gehoord.

De beslissing wordt betekend aan de exploitant met vermelding van de wijze waarop het beroep kan worden aangetekend.

De intrekking, de schorsing of het beroep wordt onmiddellijk door de gemeente aan de bevoegde administratieve dienst van het Vlaamse Gewest meegedeeld. »

Art. 2.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat het hoogste is, zijn er lagere tarieven » vervangen door de woorden « dat het laagste is, zijn er hogere tarieven ».

Art. 3.In artikel 27, § 1, 1°, g), van hetzelfde besluit worden de woorden « het vastgestelde uur » vervangen door de woorden « het voorziene uur ».

Art. 4.In artikel 28, § 1, 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden « uit zeven cijfers, te beginnen met 0000001 » vervangen door de woorden « uit vijf cijfers, te beginnen met 00001 ».

In artikel 28, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « gedurende vijf jaar bewaard » en de woorden « Ze worden verstrekt » de woorden « , minstens gedurende één week in de randapparatuur, daarna hetzij in de randapparatuur, hetzij op de maatschappelijke zetel » ingevoegd.

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt na artikel 47 een hoofdstuk IV, bestaande uit een artikel 47bis, ingevoegd dat luidt als volgt : « Hoofstuk IV. - Statistieken

Art. 47bis.Elke gemeente moet jaarlijks aan de Vlaamse regering de volgende gegevens verstrekken : 1° het aantal vergunningen en taxivoertuigen in de gemeente, met vermelding van : a) het aantal reservevoertuigen;b) het aantal voertuigen met standplaats op de openbare weg;c) het aantal voertuigen, uitgerust met radiotelefonie;d) het aantal voertuigen dat eveneens ingezet wordt in het kader van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder;2° het aantal tarieven, met vermelding van het aantal gewone tarieven en het aantal forfaitaire tarieven;3° het aantal intrekkingen van vergunningen en het aantal van de daaraan verbonden taxivoertuigen, met vermelding van het aantal intrekkingen dat gegrond is op artikel 32bis, derde lid, van het decreet;4° het aantal schorsingen van vergunningen, met vermelding van het aantal schorsingen dat gegrond is op artikel 32bis, derde lid, van het decreet;5° het aantal verlagingen van het aantal eenheden van taxivoertuigen, met vermelding van het aantal verlagingen dat gegrond is op artikel 32bis, derde lid, van het decreet;6° het aantal vergunningen dat werd geweigerd;7° het aantal klachten over oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel 32bis, eerste lid, van het decreet;8° het aantal sancties, bedoeld in artikel 32bis, derde lid, van het decreet;9° het aantal definitieve beëindigingen, bedoeld in artikel 9 en het aantal van de daaraan verbonden taxivoertuigen;10° het aantal exploitanten op de wachtlijst, met vermelding van het aantal gevraagde voertuigen. De minister krijgt deze gegevens op magnetische drager. De minister bepaalt de praktische regeling.

Zodra de gegevensbank, bedoeld in artikel 64, operationeel is, bepaalt de minister welke van de in het eerste lid vermelde gegevens alsnog door de gemeente moeten worden verstrekt. »

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 49bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 49bis.Een vergunning die is uitgereikt door een ander gewest is geldig voor het grondgebied van het Vlaamse Gewest voorzover er geen reizigers in- of uitstappen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest. »

Art. 7.Artikel 63, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Elke gemeente moet jaarlijks aan de Vlaamse regering de volgende gegevens verstrekken : 1° het aantal vergunningen en verhuurvoertuigen met bestuurder in de gemeente;2° het aantal intrekkingen van vergunningen en het aantal van de daaraan verbonden voertuigen;3° het aantal schorsingen van vergunningen;4° de verlaging van het aantal eenheden verhuurvoertuigen met bestuurder;5° het aantal vergunningen dat werd geweigerd;6° het aantal definitieve beëindigingen, bedoeld in artikel 52 en het aantal van de daaraan verbonden voertuigen.» Aan artikel 63 van hetzelfde besluit, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Zodra de gegevensbank, bedoeld in artikel 64, operationeel is, bepaalt de minister welke van de in het eerste lid vermelde gegevens alsnog door de gemeente moeten worden verstrekt. »

Art. 8.In artikel 64, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « hebben toegang tot » en de woorden « deze gegevensbank », de woorden « dit deel van » ingevoegd.

Aan artikel 64 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, worden een nieuwe § 2 en § 3 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 2. De gegevensbank bevat eveneens ten minste alle gegevens, vermeld in de bij dit besluit gevoegde bijlagen.

De gemeentelijke ambtenaren vullen de gegevens aan in de gegevensbank op het ogenblik dat de taxivergunning en de taxi- en reservekaarten, respectievelijk de vergunning voor het verhuren van voertuigen met bestuurder en de kaarten voor een verhuurvoertuig met bestuurder worden afgehaald.

In de gegevensbank houden de gemeentelijke ambtenaren eveneens de volgende gegevens bij : 1° een afschrift van de eventuele wachtlijst, bedoeld in artikel 3, § 2;2° de toepassing van de beperking of de verhoging van het aantal taxivoertuigen in de gemeente, al dan niet toegestaan door de minister zoals bedoeld in artikel 4;3° de klachten over oneigenlijk gebruik als bedoeld in artikel 32bis, eerste lid, van het decreet;4° de sancties, bedoeld in artikel 32bis, derde lid, van het decreet. De minister bepaalt de nadere regels voor de werking van en de toegang tot dit deel van de gegevensbank. § 3. De minister bepaalt tot welke gegevens van de gegevensbank de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen van de Federale Overheidsdiensten Mobiliteit en Vervoer, evenals de sociale, fiscale en arbeidsinspectiediensten toegang hebben. »

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 78bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 78bis.Als bij de inwerkingtreding van dit besluit in bepaalde gemeenten het aantal vergunde taxivoertuigen meer bedraagt dan het aantal dat toegestaan wordt door artikel 3 en 4, dan is het voor die gemeente in kwestie verboden om nieuwe vergunningen toe te staan of bestaande vergunningen te hernieuwen. »

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt aan artikel 79 een nieuw tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Voor de toepassing van artikel 20 en 28 treden de bepalingen omtrent de printer in werking op 1 januari 2005. In afwijking van artikel 30 mag de bestuurder in de overgangsperiode blijven klanten vervoeren zolang het voertuig niet is uitgerust met een printer ».

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 79bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 79bis.In afwijking van artikel 25 wordt gedurende de overgangsperiode, zolang het voertuig niet is uitgerust met een taxameter die voldoet aan de bepalingen van artikel 25, tarief I gelijkgesteld aan tarief A en tarief II gelijkgesteld aan tarief B. »

Art. 12.In bijlage I bij hetzelfde besluit worden onder punt 18 de woorden « die bij de handelsrechtbank is geregistreerd of een afschrift van het Belgisch Staatsblad » vervangen door de woorden « gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad » en worden de woorden « , afgeleverd door de Kamer van Ambachten en Neringen » geschrapt.

Art. 13.In bijlage II bij hetzelfde besluit worden op de derde bladzijde, na de woorden « laat weg wat niet van toepassing is. », de woorden « Als een bepaald tarief alleen geldt voor een bepaald voertuig, vul dan aan. » toegevoegd.

Art. 14.In bijlage VIII bij hetzelfde besluit worden onder punt 12 de woorden « die bij de handelsrechtbank is geregistreerd of een afschrift van het Belgisch Staatsblad » vervangen door de woorden « gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad » en worden de woorden « , afgeleverd door de Kamer van Ambachten en Neringen » geschrapt.

Art. 15.In bijlage IX bij hetzelfde besluit worden op de tweede bladzijde de woorden « de (gemeente)(stad)(naam gemeente) » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest ».

Art. 16.Artikel 7, 8, 12, 13 en 14 van het decreet van 13 februari 2004 tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen treden in werking op 1 juni 2004.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2004.

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT

^