27 OKTOBER 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 4bis, ingevoegd bij het decreet van 11 juni 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1998 en 18 december 1998;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 26 oktober 2000;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 26 april 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het dringend is een besluitswijziging door te voeren ten einde de per 1 juli 2000 voorziene verhoging van het plaatsencontingent mogelijk te maken;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 32, § 4, van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998, wordt het getal « 1250 » vervangen door het getal « 1450 ».

Art. 2.Aan artikel 33bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998, wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « 5° de wijziging van de erkenning ».

Art. 3.In artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden tussen het woord « besluit » en de woorden « en de effectief » de woorden « hetgeen bepaald in § 2 uitgezonderd » ingevoegd;2° een § 3 wordt toegevoegd die luidt als volgt : « § 3.Met toestemming van en onder de voorwaarden die bepaald zijn door Kind en Gezin kan een centrum binnen de perken van het subsidiesysteem van dit besluit tijdelijk een project opzetten voor de inhoudelijke verrijking van de dienstverlening van de hele sector. »

Art. 4.In artikel 40, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998, worden tussen de woorden « de erkende capaciteit » en de woorden « verminderd tot 110 % » de woorden « met ingang van het tweede kwartaal van het volgende kalenderjaar » ingevoegd.

Art. 5.Artikel 41 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998, wordt opgeheven.

Art. 6.Aan artikel 48 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998, wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Bij de berekening van de subsidie die volgens dit besluit toegekend wordt en waarvan sprake is in het eerste lid van dit artikel, wordt er echter geen rekening gehouden met de subsidies die kind en Gezin heeft toegekend overeenkomstig artikel 39, § 2, van dit besluit ».

Art. 7.In artikel 57 van hetzelfde besluit wordt de datum « 31 december 2000 » vervangen door de datum « 31 december 2002 » en worden de woorden « jaarlijks minimum een zesde van » weggelaten.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2000.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 oktober 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS